Treasury statuut TU Delft (incl. meegeconsolideerde verbonden partijen)



Vergelijkbare documenten
Treasurystatuut Nordwin College

Treasury reglement. 4 juni van 5

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Uitgangspunten Het treasurybeleid van de Stichting maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting.

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

Versie Wijzigingen Status

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

Treasurystatuut. Stichting Proloog

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Treasurystatuut 2010

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

- Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 (agendapuntnummer 3.1).

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Treasurystatuut 2018

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

Treasurystatuut. Gemeente Westvoorne

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

BEHEERSDEEL. Stuknummer: bl Administratieve organisatie en interne beheersing. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Nummer 0,2 Versie 1 Datum Besluitvormingscyclus 5 Proceseigenaar E. Leenders Evaluatiemoment Mei Treasury statuut.

Treasury Statu ut. Stichting R.K. Primair Onderwijs Culemborg

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

Raadsvoorstel Treasurystatuut gemeente Eindhoven 2015

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

gelet op artikel 14 van de financiële verordening 2015 en de Wet financiering decentrale overheden;

Treasurystatuut van het SWV VO 2603

Drs. Ing. G.B.J. Mensink, Drs. A.B.A.M. Damer, Mr. R.S. Cazemier. Treasurystatuut Openbaar Lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Treasurystatuut van NV Waterbedrijf Drenthe en haar dochtermaatschappijen ( WMD )

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

1. Inleiding. 2. Doelstelling treasuryfunctie

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

Paragraaf 4: Financiering

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

Treasurystatuut Regio Twente 2016

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Treasurystatuut. NV Waterbedrijf Drenthe

Treasurystatuut Auteur F&BI. Inlichtingen E janny.bultena@hu.nl. Datum 29 augustus Versie F&BI/ /2.0CvB

TREASURYSTATUUT EER-landen (Europese Economische ruimte) Dit zijn de EU-lidstaten aangevuld met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

TREASURY-STATUUT GEMEENTE GRAVE

Treasurystatuut Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Treasurystatuut. Treasurystatuut

Treasurystatuut. Conceptversie 1.6, december 2014

Treasury Statuut Aloysius stichting

TREASURYSTATUUT. Colofon. Afdeling Financiën en Control datum 14 augustus versie 1.0

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

Sector : II. besluit: vast te stellen het navolgende TREASURYSTATUUT VAN DE GEMEENTE FERWERDERADIEL HOOFDSTUK I ALGEMEEN

In het Financieringsstatuut 2016 zijn 19 artikelen opgenomen die als volgt kunnen worden ingedeeld:

Paragraaf Financiering

TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij

Treasurystatuut DCMR Milieudienst Rijnmond 2014

Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016

Treasurystatuut. Gemeente Nuth. Treasurystatuut van de gemeente Nuth Treasurystatuut pagina 1 van 11 Juni 2009 FIN/2009/9432

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 108 van de Waterschapswet;

CVDR. Nr. CVDR441922_1. Treasurystatuut 2017

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

TREASURYSTATUUT GEMEENTE HELMOND 2016

PROVINCIAAL BLAD. gelet op hoofdstuk 5 van de Gemeenschappelijke Regeling Prolander en artikel 12 van de Financiële Reglement Prolander;

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen.

Dienst / Sector: FBV Hengelo, 5 december 2006 Registratienummer: Raadsvergadering d.d. 12 december 2006

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek,

Treasurystatuut. Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de Wet financiering decentrale overheden;

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Besluit: Vast te stellen het navolgende Treasurystatuut.

1 Inleiding Memorie van toelichting... 11

Te besluiten om het treasurystatuut 2010 vast te stellen

Treasurystatuut Gemeente Den Helder. ieheersdeel

Besluit: - Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Treasurystatuut Aqualysis 2014

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Landerd. 1 Inhoudsopgave

CVDR. Nr. CVDR96238_1. Treasurystatuut. Treasurystatuut

BEGROTING Paragraaf Financiering

Treasurystatuut RUD Zuid-Limburg

Treasurystatuut gemeente Boxtel 2014

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Statuut belenen en beleggen

Treasurystatuut 2018 gemeente Midden-Groningen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

Inleiding. Treasurystatuut. Algemeen

Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders,

Transcriptie:

Treasury statuut TU Delft (incl. meegeconsolideerde verbonden partijen) Inhoudsopgave blz. 1. Duur en reikwijdte treasury statuut 2 2. Doelstellingen Treasury functie 2 3. Algemene randvoorwaarden 2 4. Risicobeheer 3 4.1 Kredietrisico 3 4.2 Koersrisico 3 4.3 Liquiditeitsrisico 3 4.4 Renterisico 4 4.5 Valutarisico 4 5. Structuur Planning en control m.b.t. treasury 5 5.1 Treasury statuut 5 5.2 Financierings- en beleggingsplan 5 5.3 Liquiditeitsprognose 5 5.4 Treasury transacties 5 5.5 Procedurebeschrijvingen 5 5.6 Treasury-paragraaf 6 5.7 Audit op de treasuryfunctie 6 6. Mandatering en organisatie treasury activiteiten 7 7. Toegestane tegenpartijen 8 1 december 2009, pagina 1 van 9 AANGEPASTE VERSIE

1. Reikwijdte treasury statuut Dit statuut, vastgesteld door het College van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht, geeft de regels en randvoorwaarden aan voor de uitvoering van de treasury functie van de TU Delft. Dit statuut treedt in de plaats van het treasury statuut d.d. 10 november 2005. Uiterlijk 5 jaar na goedkeuring van dit statuut draagt het College van Bestuur zorg voor actualisatie daarvan. Het treasury statuut dient te allen tijde aan te sluiten op voor de TU Delft geldende wet- en regelgeving. De huidige actualisatie van het treasury statuut sluit aan op de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek zoals deze door het Ministerie van OC&W op 16 september 2009 (nr. FEZ/CC/150185) is vastgesteld. Deze regeling treedt in werking vanaf 1 januari 2010. Hiermee komt de voorgaande regeling van het Ministerie van OC&W (d.d. 25 juli 2001, nr. FVE 2001/57965N) te vervallen. De reikwijdte van dit statuut beperkt zich tot de TU Delft en alle door de TU Delft meegeconsolideerde verbonden partijen. 2. Doelstellingen De treasury functie van de TU Delft behelst het proces van plannen, bewaken en sturen van huidige en toekomstige geldstromen en financiële posities met als doelen: Waarborgen financiële continuïteit op korte en lange termijn. Tijdige beschikbaarheid van middelen. Het beschermen tegen financiële gevolgen van kredietrisico s, koersrisico s, liquiditeitsrisico s, renterisico s en valutarisico s. Het bewaken van financiële posities binnen de daartoe door het College van Bestuur geformuleerde en in het financierings- en beleggingsplan vastgelegde grenzen. Het minimaliseren van de rentekosten van leningen en optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten binnen de kaders van het treasury statuut. Het minimaliseren van de kosten bij het managen van geldstromen en financiële posities. Realiseren dat financiële transacties voldoen aan de voor de TU Delft geldende bepalingen in de regelgeving. 3. Algemene randvoorwaarden De TU Delft gaat leningen aan, zet middelen uit of verleent garanties gericht op de realisatie van missie en doelstellingen van de TU Delft en ondersteuning bij de uitoefening van haar publieke taak. Onder publieke middelen worden gelden verstaan die ten laste van de Rijksbegroting of anderszins bij of krachtens de wet ingestelde heffingen zijn verkregen. Als publieke middelen niet zijn afgescheiden van de overige middelen zijn de bepalingen uit het treasury statuut ook van toepassing op de overige middelen. Om te kunnen spreken van afgescheiden middelen moet uit de administratie het karakter van de middelen opgemaakt kunnen worden. Dit kan gerealiseerd worden door toepassing van daartoe bestemde bedrijfsnummers, kostenplaatsen of dimensiecodes in het financiële systeem. Het is toegestaan om private middelen risicovoller dan de publieke middelen of overige middelen te beleggen of belenen, waarbij nadrukkelijke afstemming met en goedkeuring door de betreffende fondsenverwervende partij binnen de TU Delft plaats dient te vinden. De in paragraaf 5 geschetste planning en control met betrekking tot treasury en de in paragraaf 6 benoemde mandatering en organisatie is óók op private middelen van toepassing. 1 december 2009, pagina 2 van 9 AANGEPASTE VERSIE

Uitzettingen en derivaten moeten een risicomijdend karakter. Het innemen van speculatieve posities waarbij terugontvangst van de hoofdsom niet is gegarandeerd is dan ook niet toegestaan. In paragraaf 4 en 7 van dit treasury statuut wordt invulling gegeven aan het begrip risicomijdend. Het in- en doorlenen van middelen met primair als doel daarmee extra inkomsten voor de TU Delft te genereren (o.a. near-banking) behoort niet tot de taak van de TU Delft en is niet toegestaan. 4. Risicobeheer Een belangrijk aspect van de treasury functie is het beheersen van risico s. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kredietrisico, koersrisico, liquiditeitsrisico, renterisico en valutarisico. In het hierna volgende wordt per risicosoort beschreven wat daaronder wordt verstaan en wat het beleid van de TU Delft op het betreffende punt is. 4.1 Kredietrisico is het risico dat uitgezette middelen niet terug worden ontvangen als gevolg van discontinuïteit bij de partij waar middelen zijn uitgezet. Beleid: Dit risico wordt vermeden dan wel beperkt door middelen uitsluitend uit te zetten bij de in paragraaf 7 toegestane tegenpartijen genoemde derden. 4.2 Koersrisico is het risico dat ontwikkelingen in de prijsstelling (koers) van financiële producten toekomstige inkomsten en uitgaven beïnvloeden (anders dan wisselkoersen). Beleid: Door uitsluitend gebruik te maken van financiële producten waarbij aan het einde van de looptijd tenminste de hoofdsom is gegarandeerd wordt dit risico vermeden. Nota Bene: echter, wanneer wegens wijziging in de liquiditeitenplanning vóór de geplande afloopdatum de uitzetting moet worden verkocht dan wordt de actuele waarde van de uitzetting uitgekeerd welke niet gelijk hoeft te zijn aan de hoofdsom. Om dit koersrisico zoveel mogelijk te vermijden worden de looptijden van dergelijke uitzettingen zo goed mogelijk afgestemd op de meerjarige beelden uit het jaarlijks op te stellen financierings- en beleggingsplan (zie verder paragraaf 5). De waarde van financiële activa dient zo min mogelijk gevoelig te zijn voor marktbewegingen; uitzettingen in de vorm van aandelen gefinancierd met publieke middelen zijn dan ook niet toegestaan. Derivaten zijn alleen toegestaan voor het afdekken van financiële risico s (hedgen). De onderliggende waarde waarop het derivaat betrekking heeft, heeft daarbij gelijke modaliteiten (in omvang, looptijd) als de bijbehorende financieringsbehoefte of bijbehorende overtollige middelen. Van belang is dat het derivaat geen groter financieel risico met zich meebrengt dan het risico dat daarmee wordt afgedekt. 4.3 Liquiditeitsrisico is het risico dat de TU Delft op enig moment tijdelijk onvoldoende middelen in liquide vorm beschikbaar heeft om haar betalingsverplichtingen na te komen. Beleid: Dit risico wordt geminimaliseerd door elk kwartaal een liquiditeitsraming voor de komende 12 maanden op te stellen waarbij treasury de daartoe benodigde informatieverstrekking binnen de gehele TU Delft organisatie coördineert. In aanvulling hierop wordt de dagelijkse ontwikkeling van de liquiditeitspositie gevolgd en zijn middelen dusdanig uitgezet dat minimaal 125% van de uit de liquiditeitsraming blijkende maandelijks uitgaande geldstromen gedekt zijn door voorziene inkomende gelden (Rijksbijdrage, collegegelden, overige inkomsten) én door op dagbasis liquide te maken uitzettingen. 1 december 2009, pagina 3 van 9 AANGEPASTE VERSIE

4.4 Renterisico is het risico dat rente-ontwikkelingen toekomstige inkomsten en uitgaven nadelig beïnvloeden. Beleid: Onderscheid moet worden gemaakt tussen het aantrekken en uitzetten van gelden. Ingeval het uitzetten van gelden is de basisvoorwaarde dat een raming van de liquiditeitspositie voor de komende 5 jaar wordt uitgewerkt. Het eerste jaar van deze raming dient op maandbasis te worden uitgewerkt, het tweede jaar van deze raming dient geraamd te worden op kwartaalbasis en de volgende jaren is raming op ultimostanden per jaar toereikend. Bij het uitzetten dient bij in ieder geval 2 bancaire partijen de rentevisie voor de komende 2 jaar te worden opgevraagd. Afhankelijk van de voorziene rente-ontwikkelingen zal de uitzetting van gelden in meer of mindere mate tegen een variabele of een vaste rente plaatsvinden. Daarbij is de algemene richtlijn dat 50% van de uitzettingen plaatsvindt in een constructie waarbij de rente periodiek (bijv. maandelijks) wordt vastgesteld/herzien en 50% met een rente die gedurende de gehele planperiode is gefixeerd. Slechts ingeval verwachte sterke renteontwikkelingen (>20% mutatie t.o.v. huidige renteniveau) is er ruimte voor een afwijkende spread tussen variabele en vaste rente uitzettingen. Ook bij het aantrekken van gelden moet het vertrekmoment een raming zijn van de financiële positie van de TU Delft met een horizon van 10 jaar. Bij het aantrekken van gelden wordt bij de keuze van het product v.w.b. vorm en looptijd zo veel mogelijk aansluiting gezocht met de financieringsnoodzaak. Bijvoorbeeld ingeval financiering van vastgoedinvesteringen moet dan worden gedacht aan hypothecaire leningen met een looptijd die is afgestemd op de voorziene gebruiksduur. Ingeval overbrugging van tijdelijke liquiditeitstekorten (< 2 jaar) gaat de voorkeur naar een rekening-courant krediet. Bij middellange termijn financiering (2-5 jaar) moet worden gedacht aan bancaire leningen. Bij een looptijd van de hoofdsom langer dan 5 jaar is de keuze voor de rentelooptijd afhankelijk van de relatieve hoogte van de rentestand in meerjarig perspectief (bijv. bij een zeer laag renteniveau is het niet voor de hand liggend een korte rentelooptijd vast te zetten). Ingeval financiering met een looptijd korter dan 2 jaar dient de rente zoveel mogelijk te zijn afgestemd op de rente-afspraken bij eventuele uitzettingen zodat renterisico s zoveel mogelijk worden vermeden. Het inzetten van rentederivaten als renteswaps, foward rate agreements, etc. is niet toegestaan gelet op de lastige waardebepaling en boekhoudkundige verwerking daarvan. 4.5 Valutarisico is het risico dat ontwikkelingen in de wisselkoers van t.o.v. andere valuta s toekomstige inkomsten en uitgaven beïnvloeden. Beleid: Contracten voor inkoop van goederen of diensten in andere valuta dan in met een contractwaarde van 100.000,- of hoger worden door de beheerseenheden direct bij afsluiten van het betreffende contracten bij treasury gemeld. De daarmee gepaard gaande valutarisico s worden in deze gevallen door Treasury op het moment van aangaan van de verplichting (=moment van ontstaan van het valutarisico) afgedekt. Contracten en facturering voor verkoop van goederen en diensten, alsmede door de TU Delft verstrekte leningen mogen uitsluitend in luiden waarmee valutarisico s voor de TU Delft worden uitgesloten. Beleggen in andere valuta dan EUR is toegestaan, mits daarmee binnen de overige beleidsbepalingen van het treasurystatuut wordt gebleven (o.a. toegestane tegenpartijen) en er een valutatermijntransactie is afgesloten waarmee het valutarisico wordt uitgesloten. 1 december 2009, pagina 4 van 9 AANGEPASTE VERSIE

5. Opzet Planning en control m.b.t. treasury 5.1 Het treasury statuut geeft een nadere invulling voor de TU Delft van het wettelijke kader voor het uitvoeren van de treasury functie. In het statuut wordt het beleggings- en financieringsbeleid verwoord en worden de financiële organisatie, richtlijnen, kaders en toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot treasury beschreven. Het statuut geeft daarmee de bandbreedte aan waarbinnen elke treasury transactie en activiteit moet vallen. 5.2 In het financierings- en beleggingsplan wordt voor de komende 5 jaar in beeld gebracht of, in welke mate, voor welke periode en in welke vorm middelen moeten worden aangetrokken (financieringsbehoefte), dan wel meerjarig kunnen worden uitgezet. Deze uitwerking dient gebaseerd te zijn op een raming van de financiële positie van de TU Delft de komende 5 jaar. Deze termijn sluit aan op de gebruikelijke tijdshorizon van meerjarenplannen in de P&C-cyclus. Het financierings- en beleggingsplan wordt jaarlijks geactualiseerd, is onderdeel van de begroting en bevat concrete, meetbare doelstellingen onder andere ten aanzien van de omvang van rentebaten en -lasten en financiële posities (kredietwaardigheid) van de TU Delft. Aan de hand van dit plan worden zo nodig voorstellen uitgewerkt ter bijstelling van eerder meerjarig aangetrokken of uitgezette middelen. In het financierings- en beleggingsplan zijn de uitgangspositie van en voorziene mutaties in de beleggings- en leningenportefeuille benoemd, alsmede een vervalkalender van te herfinancieren leningen, de nieuwe financieringsbehoeften en de verwachte kasstromen. Voor zover inzichten uit de financiële administratie beschikbaar zijn wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen publieke en private middelen. Rente- en financieringsrisico s worden voor de planperiode (5 jaar) geprognosticeerd en er wordt in beeld gebracht op welke wijze hiermee zal worden omgegaan. Het financierings- en beleggingsplan wordt jaarlijks ter goedkeuring aan het College van Bestuur voorgelegd. 5.3 In het verlengde hiervan wordt als onderdeel van de jaarlijkse planning- en control cyclus op het moment van kwartaalrapportages én opstelling van de begroting een liquiditeitsprognose opgesteld met als tijdshorizon de komende 12 kalendermaanden. Deze prognose heeft als doel te bepalen of en in welke mate in de komende 12 kalendermaanden aanvullende acties nodig zijn ten opzichte van het in het financierings- en beleggingsplan benoemde beeld. In de liquiditeitsprognose worden de in de komende 12 maanden verwachte rendementen op uitgezette gelden en kosten van aangetrokken middelen becijferd. Ook de afgelopen 12 maanden gerealiseerde rendementen op uitgezette gelden en kosten van aangetrokken middelen worden in de prognose in beeld gebracht en afgezet tegen de doelstellingen uit het financierings- en beleggingsplan. De liquiditeitsprognose is onderdeel van de reguliere kwartaalrapportage aan het College van Bestuur. 5.4 Treasury transacties zijn alle operationele acties met betrekking tot treasury (bijvoorbeeld het uitzetten van middelen bij een bank). Deze acties vinden plaats op basis van de meest actuele prognose van de financiële positie. De treasurer bereidt de treasury transacties voor en ziet toe op een juiste en tijdige autorisatie, uitvoer en inzichtelijke registratie daarvan. 5.5 Alle relevante treasury activiteiten worden onder verantwoordelijkheid van de treasurer in procedurebeschrijvingen vastgelegd. De treasurer is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van deze beschrijvingen. 1 december 2009, pagina 5 van 9 AANGEPASTE VERSIE

5.6 Na afloop van het jaar worden in de jaarrekening en jaarverslag in de vorm van een treasury-paragraaf de inspanningen en resultaten op treasurygebied afgezet tegen het beleid en de doelstellingen zoals deze in het financierings- en beleggingsplan zijn geformuleerd. Oorzaken van de afwijking tussen doelstellingen en realisatie worden daarbij verklaard. Verder wordt in de treasuryparagraaf vermeld welke en wat voor beleggingen en leningen uitstaan, welke mutaties hierin gedurende het verslagjaar zijn opgetreden en de looptijden van deze beleggingen en leningen. Deze paragraaf dient als onderdeel van het jaarrekening door het College van Bestuur vastgesteld te worden en door de Raad van Toezicht ter goedkeuring te worden voorgelegd. 5.7 Minimaal één keer per drie jaar vindt een interne of externe audit op de treasuryfunctie plaats. Daarin wordt op onafhankelijke wijze vastgesteld of de uitvoering van de treasuryfunctie plaats vindt in lijn met de doelstellingen en of relevante risico s in voldoende mate middels beleid/richtlijnen/maatregelen zijn ondervangen. De bevindingen uit deze audit worden aan het College van Bestuur en Audit Committee van de Raad van Toezicht gerapporteerd. De audit manager ziet erop toe dat de audit daadwerkelijk periodiek plaatsvindt en stemt daartoe de planning af met de intern en/of extern betrokken functionarissen. Treasury Statuut Financierings- en beleggingsplan Nadere invulling verschaffen van het wettelijke kader voor het uitvoeren van de treasury functie Zicht krijgen op de ontwikkeling van de financiële positie in de komende 5 jaar, bepalende factoren daarbij en dit zonodig vertalen naar voorstellen gericht op aantrekken of uitzetten van middelen Nader inzoomen op het financierings- en beleggingsplan. Hierbij wordt de verwachte ontwikkeling van de financiële positie, en bepalende factoren daarbij, in de komende 12 maanden in beeld gebracht, alsmede de gerealiseerde ontwikkeling en bepalende factoren daarbij in de afgelopen 12 maanden Uitvoeren van concrete acties gericht op realiseren doelstellingen treasury Directeur Directeur Treasurer Treasurer Beslissings bevoegd College van Bestuur *1) College van Bestuur Directeur College van Bestuur, Directeur, Treasurer Inzicht in en continuïteit van werkprocessen Treasurer Directeur Afleggen van verantwoording over het in het Directeur College van afgelopen kalenderjaar geformuleerde Bestuur*1) treasurybeleid en uitvoering daarvan Treasury-audit Op onafhankelijke wijze vaststellen of uitvoering treasury in lijn met doelstellingen plaatsvindt en of relevante risico s in voldoende mate middels beleid/richtlijnen/maatregelen zijn ondervangen *1) Na overleg met Raad van Toezicht Opbouw van het treasury-gebouw samenvattend: Item Doel Verantwoordelijk Liquiditeitsprognose Treasurytransacties Procedurebeschrijvingen Treasuryparagraaf Auditfunctie n.v.t. Frequentie update Om de 5 jaar, of zoveel eerder indien nodig Jaarlijks: onderdeel proces begroting Elk kwartaal: onderdeel rapportagecyclus en onderdeel begrotingsproces Op ad hoc basis Op ad hoc basis 1 keer per jaar: onderdeel van jaarrekening en -verslag Om de 3 jaar 1 december 2009, pagina 6 van 9 AANGEPASTE VERSIE

6. Mandatering en organisatie treasury activiteiten In lijn met artikel 18 van de mandaatregeling van de TU Delft zijn uitsluitend leden van het College van Bestuur bevoegd geldleningen aan te gaan of te verstrekken. Binnen de organisatie is een treasury commissie aanwezig. Deze commissie beoordeelt de belangrijkste risico s ten aanzien van treasury, zorgt voor adequate maatregelen om deze risico s te beheersen en adviseert het College van Bestuur inzake treasury activiteiten. De samenstelling van de treasury commissie bestaat uit de directeur Finance & Control en de treasurer aangevuld met twee extra functionarissen. De treasury commissie komt minimaal 4 keer per jaar bijeen. De Directeur Financiën & Control is conform artikel 21 van de mandaatregeling in principe bevoegd tot het uitoefenen van de treasury functie en het afsluiten van treasury-transacties binnen het overeengekomen financierings- en beleggingsplan. Hierbij is de beperking van toepassing dat transacties met een looptijd langer dan één jaar en/of een individuele omvang groter dan 25 mln altijd door het College van Bestuur goedgekeurd moeten worden. De treasurer is bevoegd om transacties vallend binnen het overeengekomen financierings- en beleggingsplan, een looptijd korter dan één jaar en een individuele omvang van maximaal 10 mln zelfstandig af te wikkelen. Treasury is om redenen van effectiviteit, efficiëncy en het beheerseenheid overstijgende karakter daarvan gecentraliseerd bij de afdeling Financial Planning & Control. De treasurer heeft het mandaat om binnen de financierings- of beleggingsruimte die contractueel is overeengekomen met derden en binnen de grenzen van het goedgekeurde financierings- en beleggingsplan formeel het liquiditeitenbeheer te voeren. Het is de taak van de treasurer om de financiering van de TU Delft te plannen, te bewaken, te sturen en te regelen. De treasurer is verder verantwoordelijk voor het up-to-date blijven van het treasury statuut, de opstelling van het financierings- en beleggingsplan, de liquiditeitsprognose en opstelling van de treasury-paragraaf in het jaarverslag. Treasury ziet erop toe dat door haar uitgevoerde transacties terstond in de administratie worden verwerkt en via een transactie-administratie op individueel niveau inzichtelijk zijn. Bij de uitvoering is functiescheiding aangebracht tussen de uitvoerende en registrerende taak. Iedere treasury transactie wordt door twee daartoe gemandateerde functionarissen geautoriseerd. De treasurer ziet er op toe dat de procuratie op bank- en overige rekeningen zodanig is georganiseerd dat functiescheiding bij en ongestoorde doorgang in de afwikkeling van in- en uitgaande geldstromen is gewaarborgd. De treasurer is systeemeigenaar van het electronisch betalingspakket en andere eventueel gebruikte electronische toepassingen op het gebied van treasury. De treasurer onderhoudt een efficiënte bank- en girorekeningstructuur waarbij sprake is van maximaal mogelijke saldocompensatie. Betalingen aan derden zijn uitsluitend toegestaan via door de directeur daartoe aangewezen bank- en girorekeningen. De treasurer houdt bij welke bank- en girorekeningen er zijn, welke bevoegdheden aan welke functionarissen op deze bank- en girorekeningen zijn toegekend en welke transacties via de betreffende rekeningen plaats mogen vinden. Deze gegevens worden door de treasurer in de vorm van instructies aan de financiële administratie beschikbaar gesteld. 1 december 2009, pagina 7 van 9 AANGEPASTE VERSIE

De mandatering met betrekking tot treasury activiteiten is als volgt samen te vatten: Activiteit mandaat CvB directeur treasurer overig TUD Aangaan lening ja *1) nee *1) nee *1) nee *1) besluit CvB mede o.b.v. advies van directeur en treasurer ingeval lening >= 10 mln dient afstemming met RvT plaats te vinden voorafgaand aan besluitvorming CvB Beleggen gelden/afdekken rente- en valutarisico's a) binnen de grenzen van het goedgekeurde financierings- en beleggingsplan en individuele transactie < 10 mln en looptijd < 1 jaar b) binnen de grenzen van het goedgekeurde financierings- en beleggingsplan en individuele transactie > 10 mln en < 25 mln en looptijd < 1 jaar c) buiten de grenzen van het goedgekeurde financierings- en beleggingsplan en/of individuele transactie binnen goedgekeurde financierings- en beleggingsplan > 25 mln of looptijd > 1 jaar *2) besluit directeur mede o.b.v. advies van treasurer *3) besluit CvB mede o.b.v. advies van directeur en treasurer Initiëren en onderhouden van contacten met financiële instellingen ja ja ja nee ja ja *2) nee *2) nee ja *3) nee *3) nee *3) nee ja ja ja nee Openen/sluiten/muteren bank- of overige rekeningen ja ja nee nee Muteren procuratiebevoegdheid bank- en overige rekeningen ja ja *4) nee nee *4) directeur is niet bevoegd de procuratie van zichzelf te wijzigen Aanschaf ICT-toepassingen/licenties m.b.t. betalingsverkeer ja ja ja nee Goedkeuren treasury transacties ja ja ja ja *5) *5) daartoe specifiek schriftelijk benoemd door CvB, directeur of treasurer Uitvoeren treasury transacties nee nee nee *6) nee *6) *6) uitsluitend door daartoe aangewezen financiële administratie (SSC) 1 december 2009, pagina 8 van 9 AANGEPASTE VERSIE

7. Toegestane tegenpartijen Voldoende kredietwaardige tegenpartijen voor het aantrekken of uitzetten van middelen zijn: Voor beleggingen en beleningsvormen voor een periode tot en met 3 maanden mogen overeenkomsten gesloten worden met financiële instellingen die aantonen dat ze beschikken over minstens een A-rating, afgegeven door minimaal twee erkende ratingsbureaus (zoals Moody s, Standard&Poors en Fitch IBCA) Voor beleggingen en beleningsvormen voor een periode van langer dan 3 maanden mogen overeenkomsten gesloten worden financiële instellingen die aantonen dat ze beschikken over minstens aan AA-minusrating, afgegeven door minimaal twee erkende ratingsbureaus (zoals Moody s, Standard&Poors en Fitch IBCA) Instellingen aan wier waardepapier door een bancaire toezichthouder in een EU/EERlidstaat de solvabiliteitsvrije (solvabiliteitsratio van 0 procent) status is toegekend. Deze status houdt in dat een bank voor een desbetreffend papier geen reserves hoeft aan te houden. Leningen aan andere dan de bij de hiervoor genoemde derden zijn uitsluitend mogelijk indien zij tot doel hebben een bijdrage te leveren aan de onderwijs- en/of onderzoeksdoelstellingen van de TU Delft. De volgende, limitatieve, opsomming is daarbij van toepassing: a) Leningen aan studenten met als doel de financiële mogelijkheden gericht op het kunnen volgen van een opleiding aan de TU Delft te verbeteren. b) Leningen aan studentenverenigingen met als doel (een deel van) de activiteiten van de betreffende verenigingen ten behoeve van studenten van de TU Delft mede mogelijk te maken. c) Leningen aan start-up activiteiten die ontplooid worden door medewerkers of studenten van de TU Delft en die in het verlengde liggen van de publieke taak van de TU Delft. d) Leningen uit hoofde van samenwerking met de betreffende derde op een uitvoeringsgebied van de publieke taak van de TU Delft, waarbij aflossing van deze lening is gegarandeerd of redelijkerwijs te verwachten valt. In het financierings- en beleggingsplan worden deze leningen op individueel niveau inzichtelijk gemaakt (hoofdsom, gerealiseerde aflossingen, rentetarief, etc.) en worden maximale bedragen die de TU Delft voor de verschillende leencategorieën beschikbaar stelt vastgesteld. 1 december 2009, pagina 9 van 9 AANGEPASTE VERSIE