MP724/MP727/MP735 Digital Projector Gebruikershandleiding



Vergelijkbare documenten
W600 Digital Projector Gebruikershandleiding

MP612/MP612c/MP622/MP622c Digitale projector Mainstream Series Gebruikershandleiding

MP782 ST Digital Projector Gebruikershandleiding

Inhoud. Inleiding...3 Kenmerken van de projector...3 Inhoud van de verpakking...4 Buitenkant van de projector...5 Bedieningselementen en functies...

MP615P/MP625P Digital Projector Gebruikershandleiding

SP830/SP831 Digitale projector Gebruikershandleiding

PB8253/PB8263 Digitale projector Installation series Gebruikershandleiding

MP611/MP611c Digitale projector Mainstream Series Gebruikershandleiding

MX813ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MW712 Digital Projector Gebruikershandleiding

MX750/MP780 ST Digitale projector Gebruikershandleiding

MS612ST/MX613ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MX815ST/MX815ST+/MX816ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MP780 ST+/MW860USTi Digital Projector Gebruikershandleiding

MS512H/MS521P/TS521P/TS537/ MX522P/TX538/TW523P/TW539 Digital Projector Gebruikershandleiding

W1070/W1080ST Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

Digital Projector MW870UST. Gebruikershandleiding

SX914 Digital Projector Gebruikershandleiding

MX661 Digital Projector Gebruikershandleiding

SP891 Digital Projector. Gebruikershandleiding

SH915/SW916 Digital Projector Gebruikershandleiding

TH681 Digital Projector Gebruikershandleiding

Digital Projector MX766/MW767/MX822ST. Gebruikershandleiding

MS616ST/MX618ST Digital Projector Gebruikershandleiding

Netwerkprojector gebruikershandleiding

W7000+/W7500 Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

MX726/MW727 Digital Projector Gebruikershandleiding

MX768/MW769 Digital Projector Gebruikershandleiding

SH963 Digital Projector Gebruikershandleiding

W1300 Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

Nederlands Hoofdstuk 1: Inleiding TVGo A31 TVGo A Inhoud van de verpakking

MS619ST/MX620ST/MW621ST Digital Projector Gebruikershandleiding

Verkorte werkwijze eerste gebruik 1. Installatie (3) 2. Gebruik Televiewer (4)

Handleiding Plasma Display 50 ( PDP-50 MXE1)

CALLIUM LED-2 MINI BEAMER HANDLEIDING

GP10 Ultra Lite LED Projector Gebruikershandleiding

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning,

GP30 Ultra Lite LED Projector Gebruikershandleiding

W1070+/W1080ST+ Digitale projector Home Cinema-reeks Gebruikershandleiding

GP10 Ultra Lite LED Projector Gebruikershandleiding

Magic Remote GEBRUIKERSHANDLEIDING

Snelstartgids. Registreer uw product op Hier kunt u ook terecht voor ondersteuning. SWW1800/12. Aansluiten.

1 Inleiding. 2 Veiligheid. 3 Installatie TRUST TELEVIEWER 1600

Bekijk het PC-beeld op de televisie! BELANGRIJKE INFORMATIE voor Europese klanten. De PC op een televisie of videorecorder aansluiten

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER

PB6110 / PB6210 Digitale projector Portables Serie Gebruikershandleiding

PB2140 / PB2240 Digitale projector Mobile serie Gebruikershandleiding

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

NEDERLANDSE INSTRUCTIES

HD-CVI Verkorte handleiding

PB2240 Digitale projector Mobile serie Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave. Voorzorgsmaatregelen...2. Inhoud van de verpakking...2. Installation instructions...3. De monitor monteren...3. De monitor losmaken...

Electronische loep "One"

AR280P Clockradio handleiding

Handleiding. Versie 2.0

HANDLEIDING SMARTSIREN SLIM ALARMSYSTEEM

TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V

Handleiding DPF1001 WAARSCHUWING:

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

ResponseCard AnyWhere Display

15.4-Inch TFT LCD. Overhead Monitor

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

4K HDMI-uitbreidingsset, HDBaseT

Ladibug Document Camera Image Software Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. LENCO MES-221

Technische ondersteuning is beschikbaar van: maandag t/m vrijdag van 08:30-17:00 (CET)

PB8260 Digitale projector Installation series Gebruikershandleiding

Productbeschrijving. Voorkant van de camera. Onderkant van de camera. Achterkant van de camera

Montesquieu Learning Centre

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Handleiding InfoEasy. Inhoud van de verpakking

Nederlandse versie. Inleiding. Inhoud van de verpakking. Belangrijk! WC002 Sweex USB Webcam 100K with Microphone

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

Nederlands. BT-02N Gebruikershandleiding

DF Digitale fotolijst Handleiding

Digitale Video. Gebruikershandleiding

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Video Intercom Systeem

Packard Bell Easy Repair

BeoLab 7 1 BeoLab 7 1

Verwarming en ventilatie

Xemio-760 BT Snelgids Voor informatie en ondersteuning,

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing

Predia Touch Pro. Installatie.

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

Mini HDMI-extender, Full HD

Elektrische muurbeugel

10 digitale fotolijst PL-DPF 1004B

Joybee GP2 Miniprojector Gebruikershandleiding

Bedieningen Dutch - 1

BH280/BH380 Balktype beeldscherm Gebruikershandleiding

GEBRUIKSHANDLEIDING. Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding.

Copyright Xsarius. Handleiding

Gebruikershandleiding. Video endoscoop FVE 100

Handleiding. Aan de slag Onderdelen van de projector. 1 Projector Lens 2 Projectie aan/uit toets 3 Focus Wiel 4 Anti-slip matje

HDMI-UITBREIDINGSSET EN SPLITTER, 1X4

Gebruiksaanwijzing Digitale Deur Spion deurvideo kit

Presentation Viewer PRESENTATION VIEWER. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Registreer uw product op SWW1890. Hier kunt u ook terecht voor ondersteuning. Snelstartgids. Installeren.

Transcriptie:

MP724/MP727/MP735 Digital Projector Gebruikershandleiding Welkom

Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies...3 Inleiding...7 Kenmerken van de projector... 7 Inhoud van de verpakking... 8 Buitenkant van de projector... 9 Bedieningselementen en functies... 10 De projector positioneren...14 Het kiezen van een plek... 14 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen... 15 Aansluitingen...20 Een computer of beeldscherm aansluiten... 20 Videoapparaten aansluiten... 22 HDMI brontoestellen aansluiten... 23 DVI-I brontoestellen aansluiten... 24 Bediening...28 De projector opstarten... 28 De menu's gebruiken... 29 De projector vastzetten... 29 De wachtwoordbeveiliging gebruiken... 30 Schakelen tussen ingangssignalen... 33 Het geprojecteerde beeld aanpassen... 34 Vergroten en details zoeken... 36 De beeldverhouding selecteren... 37 Het beeld optimaliseren... 39 De presentatietimer instellen... 43 Gebruik oproepen op afstand... 44 Het beeld verbergen... 44 Besturingstoetsen blokkeren...45 Het beeld stilzetten...45 De FAQ-functie gebruiken...45 Gebruik op grote hoogte...46 Uw eigen opstartscherm maken...46 Het geluid aanpassen...47 Het weergavemenu van de projector aanpassen...48 De projector uitschakelen...48 Menubewerkingen...49 Onderhoud...57 Onderhoud van de projector...57 Informatie over de lamp...58 Problemen oplossen...64 Specificaties...65 Projectorspecificaties...65 Afmetingen...66 Timing-diagram...66 Informatie over garantie en auteursrechten...70 Voorschriften...71 2 Inhoud

Belangrijke veiligheidsinstructies Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Veiligheidsinstructies 1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik. 4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter is geopend of de lensdop is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt. 2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen. 5. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply). 3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus. 6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen. Belangrijke veiligheidsinstructies 3

Veiligheidsinstructies (vervolg) 7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd. 8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt. 11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel. U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs. 12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel. 4 Belangrijke veiligheidsinstructies

Veiligheidsinstructies (vervolg) 13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector. - Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen. - Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld. 14. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak. - Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Plaatsen in de buurt van een brandalarm. - Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 35 C / 95 F. - Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet). Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan. 15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak. - Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken. 3000 m (10000 voet) 0 m (0 voet) 16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken. Belangrijke veiligheidsinstructies 5

Veiligheidsinstructies (vervolg) 17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel. 18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Haal in dit geval de stekker uit het stopcontact en laat een BenQ-onderhoudstechnicus de projector controleren. 19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit. Montage van de projector op het plafond Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen. Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage. Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten. 6 Belangrijke veiligheidsinstructies

Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken. Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met verschillende vooraf gedefinieerde kleuren Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal Instelbare wachtwoordbeveiliging Tot 11 vooraf ingestelde beeldmodi, zodat u verschillende opties hebt voor verschillende projectiedoeleinden 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur Snelkoelfunctie om de projector snel af te koelen Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop Digitale keystone-correctie om vervormde beelden te corrigeren Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden Projectielamp van hoge sterkte Weergave van 16,7 miljoen kleuren Meertalige schermmenu's (OSD) Schakelen tussen de modi normaal en economisch om het stroomverbruik te verminderen Compatibel met component HDTV (YPbPr) Kwalitatief hoogwaardige handmatige zoomlens Opstartscherm vergrendeling om onbevoegd gebruik te voorkomen FAQ voor het met één druk op de knop oplossen van operationele problemen Ingebouwde luidsprekers geven gemengd monogeluid indien er audio invoer aangesloten is Krachtige AV functie voor videobeelden van hoge kwaliteit HDCP compatibiliteit HDMI 1.3 compatibiliteit De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm. De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal. Inleiding 7

Inhoud van de verpakking Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen. Projector Standaard Afstandsbediening Model alleen voor Japan Afstandsbediening met batterij (UK) (US) (KOREA) (CHINA) (AU) (JAPAN) (EU) Netsnoer VGA-kabel Snelgids CD met gebruikershandleiding Garantiekaart* Optionele accessoires 1. Reservelamp 2. Plafondmontageset 3. Presentation Plus 4. RS-232-kabel *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie. 8 Inleiding

Buitenkant van de projector Voorkant/bovenkant 1 5 2 6 1. Ventilatie (warme lucht uit) 2. Lampdeksel 3. Snelverstellerknop 4. Projectielens 5. Extern besturingspaneel (Zie "Projector" op pagina 10 voor meer informatie.) 6. Ventilatie (ingang koele lucht) 7. Focusring en zoomring 8. IR-sensor afstandsbediening voorkant 3 4 7 78 Achter/onderkant 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 24 23 22 21 20 19 28 27 26 25 9. Aansluiting netsnoer 10. USB-ingang 11. D-SUB uitgang 12. D-SUB/COMP.IN-ingang 13. DVI-ingang 14. HDMI-ingang 15. S-VIDEO-ingang 16. VIDEO-ingang 17. AUDIO luidspreker 18. Sleuf voor Kensingtonvergrendeling 19. IR-ontvanger 20. AUDIO-ingang (rechts) 21. AUDIO-ingang (links) 22. AUDIO-ingang 23. RS-232-besturingspoort 24. AUDIO uitgang 25. Achterste verstelvoetje 26. Luchtingang opening 27. Snelversteller 28. Plafondbevestigingsgaten Inleiding 9

Bedieningselementen en functies Projector 1 2 3 4 5 6 7 8 1. LAMP (Waarschuwingslampje lamp) Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp. Zie "Indicatoren" op pagina 63 voor details. 2. POWER (Power-lampje) Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt. Zie "Indicatoren" op pagina 63 voor details. 3. TEMP (Waarschuwingslampje temperatuur) Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie "Indicatoren" op pagina 63 voor details. 4. POWER Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina 28 en "De projector uitschakelen" op pagina 48 voor details. 5. MENU/EXIT Schakelt het schermmenu (OSD) in. Keert terug naar het vorige OSD-menu, afsluiten en opslaan van menu-instellingen Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 9 10 11 12 13 10 6. MODE/ENTER Selecteer een beschikbare beeldmodus. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 39 voor details. Hiermee opent u het geselecteerde menuitem in het schermmenu. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 7. Links/ Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Zie "De FAQ-functie gebruiken" op pagina 45 voor details. 8. BLANK Used to hide the screen picture. See "Het beeld verbergen" op pagina 44 voor details. 9. FOCUS/ZOOM Ring Wordt gebruikt voor het aanpassen van het geprojecteerde beeld. Zie "Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" op pagina 35 voor details. 10. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag) Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 35 voor details. 11. AUTO Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 34 voor details. 12. Rechts/ Activeert de paneeltoetsblokkering. Zie "Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 45 voor details. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de toetsen #7, #10 en #12 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 13. SOURCE Geeft de ingangselectiebalk weer. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 33 voor details. 10 Inleiding

Afstandsbediening 1 15 15 16 16 2 17 2 17 3 18 3 18 4 19 4 19 5 6 7 20 5 6 7 20 8 21 8 21 9 22 9 22 10 23 10 23 11 24 11 24 12 25 12 25 13 26 13 26 14 27 14 27 28 28 Standaard Afstandsbediening 1. Laser (Alleen standaard afstandsbediening) Gebruik als aanwijzer op het scherm. NIET OP DE OGEN RICHTEN. 2. POWER Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina 28 en "De projector uitschakelen" op pagina 48 voor details. 3. ENTER Enter toets als de PC via een USB is aangesloten. 4. Links Linkerpijl als de PC via een USB is aangesloten. 5. Omlaag Pijl-omlaag als de PC via een USB is aangesloten. Model alleen voor Japan 6. PAGE UP Page Up als de PC via een USB is aangesloten Zie "Gebruik oproepen op afstand" op pagina 44 voor details. 7. Omhoog cursor Navigeert en wijzigt de OSD-instellingen Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 8. Links cursor Navigeert en wijzigt de OSD-instellingen Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 9. Omlaag cursor Navigeert en wijzigt de OSD-instellingen Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 10. KEYSTONE toetsen ( / ) Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 35 voor details. Inleiding 11

11. STATUS Opent het menu OSD Status (het menu opent alleen als er een invoerapparaat werd gedetecteerd). 12. MENU Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 13. AUTO Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 34 voor details. 14. SOURCE Geeft de ingangselectiebalk weer. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 33 voor details. 15. IR-zender Zendt signalen naar de projector. 16. Status LED Worden verlicht als de afstandsbediening wordt gebruikt. 17. LASER/MODE LASER: Druk hierop om de aanwijzer op het scherm te bedienen. MODUS: Kies een geschikte presetmodus voor de gebruiksomgeving. 18. Omhoog Pijl-omhoog als de PC via een USB is aangesloten. 19. Rechts Rechterpijl als de PC via een USB is aangesloten. 20. PAGE DOWN Pijl Page Down als de PC via een USB is aangesloten Zie "Gebruik oproepen op afstand" op pagina 44 voor details. 21. Rechts cursor Navigeert en wijzigt de OSD-instellingen Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 22. OK Wijzigt instellingen in het OSD. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 23. VOLUME +/- Volume aanpassen. Zie "Het geluidsniveau aanpassen" op pagina 47 voor details. 24. MUTE Dempt de ingebouwde luidspreker. 25. BLANK Verbergt de schermafbeelding. 26. ZOOM+ Inzoomen. 27. ZOOM- Uitzoomen. 28. FREEZE Het beeld op het scherm stilzetten/laten bewegen. Zie "Het beeld stilzetten" op pagina 45 voor details. De LASER aanwijzer gebruiken De LASER Aanwijzer is een hulpmiddel voor professionals bij het presenteren. Er wordt, indien u erop drukt, rood licht uitgezonden en de indicator brandt rood. De laserstraal is zichtbaar. Het is noodzakelijk dat u deze ingedrukt houdt LASER voor een continu straal. Vermijd Blootstelling Laserstraling wordt uit deze opening verzonden. Kijk niet in het scherm van de laserlamp en richt de laserstraal niet op uzelf of op anderen. Zie voor gebruik de waarschuwingsberichten aan de achterkant van de afstandsbediening. De laser aanwijzger is geen speelgoed. Ouders moeten letten op de gevaren van laserenergie en deze afstandsbediening buiten het bereik van kinderen houden. 12 Inleiding

Bereik van de afstandsbediening De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 7 meter (~23 voet) bedragen. Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert. Ongeveer ±15º De batterij van de afstandsbediening vervangen 1. Verwijder het klepje van het batterijvak door het klepje in de richting van de pijl te schuiven. 2. Plaats de bijgeleverde batterijen volgens de hier weergegeven polariteit (+/-). 3. Schuif het klepje weer terug. Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid. De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct plaatst. Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant aanbevolen. Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Gooi een batterij nooit in een vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen. Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij. Inleiding 13

De projector positioneren Het kiezen van een plek Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. Tafel voor Selecteer deze plaats wanneer u de projector op een tafel vóór het scherm neerzet. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling. 2. Plafond voor Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert. Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen. Stel Plafond voor in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld. 3. Tafel achter Selecteer deze plaats wanneer u de projector op een tafel achter het scherm neerzet. Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist. Stel Tafel achter in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld. 4. Plafond achter Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ. Stel Plafond achter in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is ingeschakeld. *De projectstand instellen: 1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en druk op / totdat het SYSTEEMINSTLL: Basismenu gemarkeerd is. 2. Druk op / om de Projectorpositie te markeren en druk op / totdat de correcte stand geselecteerd is. SYSTEEMINSTLL: Basis Presentatietimer Taal Projectorpositie Automatisch Inactief-timer Paneeltoetsblokkering Slaaptimer Opstartscherm Mijn Scherm Analog RGB Tafel voor Uitschakelen Uitschakelen Uit Uitschakelen BenQ MENU Beenden 14 De projector positioneren

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. 4:3 is de oorspronkelijke hoogte-breedteverhouding van MP724 en MP727. 16:10 is de oorspronkelijke hoogte-breedteverhouding van MP735. Om een volledig 16:9 (breedbeeld) hoogte-breedteverhouding te kunnen projecteren bij de MP724 of MP727, kan de projector de breedbeeld afbeelding inschalen naar de oorspronkelijke hoogte-breedteverhouding van de projector. De hoogte van de beelden bedraagt hierdoor ongeveer 75% van de native beeldhoogte van de projector. 4:3-beeld in een 4:3- beeldvak 16:9-beeld aangepast aan een 4:3-beeldvlak Bij een 16:9-beeld wordt dus 25% van de mogelijke beeldhoogte bij een 4:3-beeld niet gebruikt. Boven en onder het aangepaste 16:9-beeld worden donkere balken weergegeven (met verticale hoogte van 12,5%). Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een loodrechte positie (90 ) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert). De hedendaagse digitale projectoren projecteren niet recht vooruit zoals oudere modellen met spoelen. Ze projecteren het beeld in een hoek net boven het horizontale vlak van de projector. Op deze manier kan de gebruiker de projector gewoon op een tafel plaatsen en worden de beelden zodanig op het scherm geprojecteerd dat de onderste rand van het scherm net boven de tafelrand komt (zodat iedereen in de kamer het scherm goed kan zien). De projector moet ondersteboven tegen het plafond worden geïnstalleerd, zodat het beeld in een hoek naar omlaag wordt geprojecteerd. Op het diagram op pagina 17 ziet u dat de onderste rand van het geprojecteerde beeld verticaal verschoven zit ten opzichte van het horizontale vlak van de projector. Bij de plafondmontage is dat de bovenste rand van het geprojecteerde beeld. Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale hoek wordt groter. Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide afhankelijk van de afstand tot het scherm. Bepaal aan de hand van de tabel met schermgrootten (4:3) de ideale positie van de projector. Zie "MP724/MP727 projectieafmetingen" op pagina 17/18 of "MP735 projectieafmetingen" op pagina 19 afhankelijk van de projector die u gebruikt. U dient rekening te houden met de loodrechte horizontale afstand tot het midden van het scherm (projectieafstand) en met de verticale hoek van de projector ten opzichte van de horizontale rand van het scherm. De projector positioneren 15

De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1. Selecteer de schermgrootte. 2. Kijk in de tabellen en zoek de schermgrootte die de uwe het dichtst benadert in de linkerkolommen genaamd "4:3 scherm". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand. 3. In dezelfde rij kijkt u in de rechterkolom en zoek de waarde van "Verticale afstand in mm". Zo bepaalt u de uiteindelijke verticale hoek van de projector ten opzichte van de rand van het scherm. 4. De aanbevolen positie voor de projector is loodrecht op het horizontale midden van het scherm, op de afstand van het scherm die u in stap 2 hebt bepaald, en in de verticale afstand die u in stap 3 hebt bepaald. Bijvoorbeeld (MP724), indien u een 120-inch scherm gebruikt, is de gemiddelde projectiafstand 4.999mm en met een verticale hoek van 256mm. Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 35 voor details. De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken. De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte. 1. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de projectieafstand. 2. Zoek in de kolom "Gemiddeld" van de tabel de gemeten afstand tot het scherm. Als de min- en maxwaardes in de tabel staan, kijk dan of uw gemeten afstand binnen de min- en maxwaardes in de tabel ligt 3. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit is de grootte van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand. 4. In dezelfde rij kijkt u in de rechterkolom en zoek de waarde van "Verticale afstand in mm". Zo bepaalt u de uiteindelijke positie van het scherm ten opzichte van het horizontale vlak van de projector. Bijvoorbeeld (MP724), indien uw gemeten projectieafstand 4,5m (4500mm) is, dan is de beste treffer in de kolom "Gemiddeld" 4.499mm. Wanneer u in deze rij kijt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 108-inch nodig hebt. 16 De projector positioneren

MP724/MP727 projectieafmetingen Zie "Afmetingen" op pagina 66 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent. Maximale zoom Minimale zoom Scherm Midden van de lens Verticale afstand Projectieafstand MP724 4:3 scherm Recommended projection distance from screen in mm Verticale afstand in mm Diagonaal Breedte Hoogte Min lengte Max lengte Voet Inch mm mm mm (met max Gemiddeld (met min zoom) zoom) 4 48 1219 975 732 1853 1999 2146 102 59 1499 1199 899 2278 2458 2638 126 5 60 1524 1219 914 2316 2499 2682 128 6 72 1829 1463 1097 2780 2999 3219 154 79 2007 1605 1204 3050 3291 3532 169 7 84 2134 1707 1280 3243 3499 3755 179 8 96 2438 1951 1463 3706 3999 4292 205 98 2489 1991 1494 3784 4082 4381 209 9 108 2743 2195 1646 4170 4499 4828 230 118 2997 2398 1798 4556 4915 5275 252 10 120 3048 2438 1829 4633 4999 5364 256 138 3505 2804 2103 5328 5749 6169 294 12 144 3658 2926 2195 5560 5998 6437 307 157 3988 3190 2393 6061 6540 7019 335 15 180 4572 3658 2743 6949 7498 8047 384 197 5004 4003 3002 7606 8206 8807 420 18 216 5486 4389 3292 8339 8998 9656 461 236 5994 4796 3597 9111 9831 10550 504 25 300 7620 6096 4572 11582 - - 640 De projector positioneren 17

MP727 4:3 scherm Recommended projection distance from screen in mm Verticale afstand in mm Diagonaal Breedte Hoogte Min lengte Max lengte Voet Inch mm mm mm (met max Gemiddeld (met min zoom) zoom) 4 48 1219 975 732 1756 1902 2049 90 59 1499 1199 899 2158 2338 2518 111 5 60 1524 1219 914 2195 2377 2560 112 6 72 1829 1463 1097 2633 2853 3072 135 79 2007 1605 1204 2890 3130 3371 149 7 84 2134 1707 1280 3072 3328 3584 158 8 96 2438 1951 1463 3511 3804 4097 181 98 2489 1991 1494 3584 3883 4182 184 9 108 2743 2195 1646 3950 4279 4609 203 118 2997 2398 1798 4316 4676 5035 222 10 120 3048 2438 1829 4389 4755 5121 226 138 3505 2804 2103 5047 5468 5889 260 12 144 3658 2926 2195 5267 5706 6145 271 157 3988 3190 2393 5742 6221 6700 295 15 180 4572 3658 2743 6584 7132 7681 339 197 5004 4003 3002 7205 7806 8406 371 18 216 5486 4389 3292 7900 8559 9217 406 236 5994 4796 3597 8632 9351 10071 444 25 300 7620 6096 4572 10973 11887 12802 564 Er zit een tolerantie van 3% in deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ raadt aan om, indien u van plan bent de projector permanent te installeren, de projectiegrootte en afstand fysiek te testen met behulp van de daadwerkelijke projector voordat u deze permanent gaat installeren, zodat er ruimte is voor de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie. 18 De projector positioneren

MP735 projectieafmetingen Zie "Afmetingen" op pagina 66 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent. Maximale zoom Minimale zoom Scherm Midden van de lens Verticale afstand Projectieafstand 16:10 scherm Recommended projection distance from screen in mm Verticale Diagonaal Breedte Hoogte Min lengte Max lengte afstand in Voet Inch mm mm mm (met max Gemiddeld (met min mm zoom) zoom) 4 48 1219 1034 646 1582 1701 1820 74 59 1499 1271 794 1944 2090 2237 91 5 60 1524 1292 808 1977 2126 2275 93 6 72 1829 1551 969 2373 2551 2729 111 79 2007 1702 1063 2603 2799 2995 122 7 84 2134 1809 1131 2768 2976 3184 130 8 96 2438 2068 1292 3164 3401 3639 149 98 2489 2111 1319 3230 3472 3715 152 9 108 2743 2326 1454 3559 3827 4094 167 118 2997 2542 1589 3889 4181 4473 183 10 120 3048 2585 1615 3955 4252 4549 186 138 3505 2972 1858 4548 4890 5231 214 12 144 3658 3102 1939 4746 5102 5459 223 157 3988 3382 2114 5174 5563 5952 243 15 180 4572 3877 2423 5932 6378 6824 279 197 5004 4243 2652 6492 6980 7468 305 18 216 5486 4652 2908 7118 7653 8188 334 236 5994 5083 3177 7777 8362 8947 365 25 300 7620 6462 4039 9886 10630 11373 464 Er zit een tolerantie van 3% in deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ raadt aan om, indien u van plan bent de projector permanent te installeren, de projectiegrootte en afstand fysiek te testen met behulp van de daadwerkelijke projector voordat u deze permanent gaat installeren, zodat er ruimte is voor de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie. De projector positioneren 19

Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. 2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. 3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. Een computer of beeldscherm aansluiten Een computer aansluiten De projector heeft een VGA-ingang waarop u IBM - en Macintosh -compatibele computers kunt aansluiten. Een Mac adapter (een optionele accessoire) is vereist indien u aansluit op een erkende Macintosch computer. Daarnaast kunt u de projector ook aansluiten op een computer met behulp van de USB kabel zodat u kunt gebruik van de toepassing via de PC of notebook kunt oproepen. De projector aansluiten op een laptop of desktopcomputer: Met behulp van een Met behulp van een Met behulp van een VGA kabel: DVI-I kabel: HDMI kabel: Uw computer moet Uw computer moet uitgerust zijn met uitgerust zijn met een DVI-I uitgang. een HDMI uitgang. 1. Pak een VGA kabel en sluit één kant aan op de D-Sub uitgang van de computer. Sluit de andere kant van de VGA kabel aan op de D-SUB/COMP.IN signaalingang van de 1. Pak een DVI-I kabel en sluit één kant aan op de DVI-I uitgang van de computer. Sluit de andere kant van de kabel aan op de DVI-I signaalingang van de projector. projector. van de projector. 2. Indien u de functie oproepen op afstand wilt gebruiken, sluit u het grotere uiteinde van een USB kabel aan op de USB-poort van de computer, en het kleinere uiteinde op de (USB) ingang van de projector. Zie "Gebruik oproepen op afstand" op pagina 44 voor details. 3. Indien u de (gemengde mono) luidsprekers van de projector wilt gebruiken tijdens uw presentaties, sluit u één uiteinde van een geschikte audiokabel aan op de audio uitgang van de computer, en de andere kant op de AUDIO ingang van de projector. De audio kan, na het aansluiten, bediend worden via de projector OSD (On-Screen Weergave) menu's. Zie "Audio instellingen" op pagina 51 voor details. In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen: Laptop of desktopcomputer 1 2 2 2 3 1. USB-kabel 2. D-SUB/COMP.IN kabel 2. DVI-I kabel 2. HDMI kabel 3. Audiokabel 1. Pak een HDMI kabel en sluit één kant aan op het HDMI contactpunt van de computer. Sluit de andere kant van de kabel aan op de HDMI signaalingang Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties. 20 Aansluitingen

Een beeldscherm aansluiten Als u de presentatie van dichtbij wilt zien op zowel beeldscherm als het scherm, kunt u via een VGA-kabel op de D-SUB OUT-uitgang van de projector, deze aansluiten op een extern beeldscherm. Volg onderstaande instructies. De projector op een beeldscherm aansluiten: Met behulp van een VGA kabel: Met een VGA naar DVI-A kabel: 1. Sluit de projector aan een computer. Zie "Een computer aansluiten" op pagina 20. De D-SUB uitvoer werkt alleen indien een geschikte D-SUB invoer geplaatst is op de projector. Zorg dat er verbinding is tussen projector en computer via de D-SUB/COMP.IN ingang, niet de DVI-I ingang. 2. Kies een geschikte VGA-kabel (slechts één meegeleverd) en sluit het ene uiteinde aan op de D-Subingang van de videomonitor. 3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de D-SUB OUTaansluiting van de projector. Uw monitor moet uitgerust zijn met een DVI ingang. 1. Sluit de projector aan een computer. Zie "Een computer aansluiten" op pagina 20. De D-SUB uitvoer werkt alleen indien een geschikte D-SUB invoer geplaatst is op de projector. Zorg dat er verbinding is tussen projector en computer via de D-SUB/COMP.IN ingang, niet de DVI-I ingang. 2. Sluit de DVI kant van een DVI-A kabel aan op de DVI ingang van de videomonitor. 3. Sluit de VGA kant van de kabel aan op de D-SUB OUT ingang van de projector. In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen: Laptop of desktopcomputer 1. VGA kabel 2. VGA naar DVI-A kabel 2. VGA kabel 2 (DVI) 2 of 1 (VGA) Aansluitingen 21

Videoapparaten aansluiten U kunt de projector aansluiten op diverse videoapparaten met een van de volgende uitgangen: HDMI DVI-I Componentvideo S-Video Video (composiet) U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat. Beste videokwaliteit De beste beschikbare video aansluitingsmethode is HDMI. Indien uw brontoestel uitgerust is met een HDMI uitgang, kunt u genieten van ongecomprimeerde digitale videokwaliteit. Zie "HDMI brontoestellen aansluiten" op pagina 23 voor informatie over het aansluiten van de projector op een HDMI brontoestel en andere informatie. Het volgende beste videosignaal, indien er geen HDMI bron beschikbaar is, is DVI-I. Indien uw brontoestel uitgerust is met een DVI-I uitgang, kunt u genieten van digitale videokwaliteit. Zie "DVI-I brontoestellen aansluiten" op pagina 24 voor informatie over het aansluiten van de projector op een DVI-I brontoestel en andere informatie. Het volgende beste videosignaal, indien er geen DVI-I bron beschikbaar is, is Component Video (niet te verwarren met composiet Video). Digitale TV tuners en DVD spelers voeren oorspronkelijke Component Video uit, dus, indien beschikbaar bij uw toestellen, dient deze aansluitingsmethode de voorkeur te krijgen boven S-Video of (composiet) Video. Zie "Component videoapparaat aansluiten" op pagina 25 voor informatie over het aansluiten van de projector op een Component Video toestel. Betere videokwaliteit De S-Video-uitgang biedt een betere analoge videokwaliteit dan de standaard composietvideo-uitgang. Selecteer de S-Video-uitgang als de gewenste videoapparaten een composietvideo- én S-Video-uitgang hebben. Goede videokwaliteit Composietvideo is een analoge video-uitgang met een aanvaardbare kwaliteit. Het resultaat is echter niet optimaal. Zie "S-Video-apparaat aansluiten" op pagina 26 voor informatie over het aansluiten van de projector op een S-Video- of Videotoestel. Audio Aansluiten De projector heeft ingebouwde monoluidsprekers die, uitsluitend voor zakelijke doeleinden, ontworpen zijn voor het verstrekken van basis audiofuncties ter begeleiding van gegevenspresentaties. Ze zijn niet ontworpen en bedoeld voor stereo audio zoals u kunt verwachten van een home theater cinema systeem. Stereo audio invoer (indien geleverd) wordt gemengd in gewone mono audio uitvoer via de projectorluidsprekers. 22 Aansluitingen

HDMI brontoestellen aansluiten De projector heeft een HDMI ingang die u in staat stelt om een HDMI brontoestel, zoals een DVD speler, een DTV tuner of een scherm, aan te sluiten. HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde videogegevensoverdacht tussen compatibele toestellen, zoals DTV tuners, DVD spelers en schermen via een enkele kabel. Dit zorgt voor een pure digitale kijk- en luisterervaring. Onderzoek uw Video brontoestel om te bepalen of er een set ongebruikte HDMI uitgangen beschikbaar zijn: U kunt indien dit het geval is, doorgaan met deze procedure. Indien dit niet het geval is, moet u opnieuw bekijken welke methode u kunt gebruiken om aan te sluiten op het toestel. De projector aansluiten op een HDMI brontoestel: 1. Pak een HDMI kabel en sluit één kant aan op de HDMI uitgang van het HDMI brontoestel. Sluit de andere kant van de kabel aan op de HDMI signaalingang van de projector. De audio kan, na het aansluiten, bediend worden via de projector OSD (On- Screen Weergave) menu's. Zie "Audio instellingen" op pagina 51 voor details. 2. Sluit de andere kant van de HDMI kabel aan op de ingang van de projector. De uiteindelijke aansluiting moet er uitzien zoals getoond in het volgende schema: AV toestel HDMI HDMI kabel HDMI In het zeldzame geval dat u de projector aansluit op een DVD speler, en het geprojecteerde beeld bevat de verkeerde kleuren, dan dient u de kleurruimte te wijzigen naar YUV. Zie "Kleurruimte wijzigen" op pagina 33 voor details. Indien er geen signaal vastgesteld wordt na het aansluiten, schakelt u de functie Snel Auto Zoeken in het BRON menu uit. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 33 voor details. Aansluitingen 23

DVI-I brontoestellen aansluiten De projector heeft een DVI-I ingang die u in staat stelt om een DVI-I brontoestel, zoals een DVD speler, aan te sluiten. Het DVI-I formaat wordt gebruikt om direct een digitaal signaal naar een digitaal scherm te verplaatsen zonder signaalomzetting. De pure digitale aansluiting voorziet in snellere en hogere beeldkwaliteit vergeleken met een analoge aansluiting, dit vanwege de aarde van het digitale formaat. Onderzoek uw brontoestel om te bepalen of er een ongebruikte DVI-I uitgang beschikbaar is: U kunt indien dit het geval is, doorgaan met deze procedure. Indien dit niet het geval is, moet u opnieuw bekijken welke methode u kunt gebruiken om aan te sluiten op het toestel. De projector aansluiten op een DVI-I brontoestel: 1. Pak een DVI-I kabel en sluit één kant aan op de DVI-I uitgang van het DVI-I brontoestel. Sluit de andere kant van de kabel aan op de DVI-I signaalingang van de projector. DVI-I-kabel 2. Indien u de (gemengde mono) luidsprekers van de projector wilt gebruiken tijdens uw presentaties, sluit u één uiteinde van een geschikte audiokabel aan op de audio uitgang van het videotoestel, en de andere kant op de AUDIO ingang van de projector. De audio kan, na het aansluiten, bediend worden via de projector OSD (On-Screen Weergave) menu's. Zie "Audio instellingen" op pagina 51 voor details. De projector kan alleen gemengde mono audio afspelen, zelfs indien stereo audio invoer aangesloten is. Zie "Audio Aansluiten" op pagina 22 voor details. In het zeldzame geval dat u de projector aansluit op een DVD speler, en het geprojecteerde beeld bevat de verkeerde kleuren, dan dient u de kleurruimte te wijzigen naar YUV. Zie "Kleurruimte wijzigen" op pagina 33 voor details. Indien er geen signaal vastgesteld wordt na het aansluiten, schakelt u de functie Snel Auto Zoeken in het BRON menu uit. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 33 voor details. 24 Aansluitingen

Component videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een component videoapparaat aansluiten: 1. Sluit het uiteinde van de component video-naar-vga-adapterkabel (D-Sub) met de 3 RCA-connectoren op de component video-uitgangen van het videoapparaat aan. Zorg dat de kleuren van de connectoren overeenkomen met die van de uitgangen: groen op groen, blauw op blauw en rood op rood. 2. Sluit het andere uiteinde van de component video-naar-vga-adapterkabel (D-Sub) (met een D-Sub-connector) aan op de D-SUB/COMP.IN-aansluiting op de projector. In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen: AV-apparaat Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel Audiokabel Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten. Indien er reeds een HDMI Video verbinding is tussen de projector en dit Component Video brontoestel met behulp van HDMI Video aansluitingen, dan hoeft u dit toestel niet aan te sluiten met behulp van een Component Video verbinding aangezien dit een niet noodzakelijke tweede verbinding is, met een slechtere beeldkwaliteit. Zie "Videoapparaten aansluiten" op pagina 22 voor details. Aansluitingen 25

S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een S-Video-apparaat aansluiten: 1. Sluit het ene uiteinde van de S-Video-kabel aan op de S-video-uitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op S-VIDEO-aansluiting van de projector. In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen: AV-apparaat Audiokabel S-Video-kabel Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten. Als u al een componentvideo-aansluiting hebt aangebracht tussen de projector en het S-Video-apparaat, is een S-Video-aansluiting overbodig. Deze aansluiting is van mindere kwaliteit. Zie "Videoapparaten aansluiten" op pagina 22 voor details. 26 Aansluitingen

Composiet videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een composiet videoapparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composiet video-uitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector. In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen: AV-apparaat Videokabel Audiokabel Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten. U hoeft alleen met een composiet Video aansluiting aan te sluiten op dit toestel indien de HDMI en Component Video en S-Video ingangen niet beschikbaar zijn. Zie "Videoapparaten aansluiten" op pagina 22 voor details. Aansluitingen 27

Bediening De projector opstarten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld. 2. Druk op POWER op de projector of afstandsbediening om de projector te starten, een opstartgeluid is nu te horen. De POWER (Power-lampje) knippert groen en blijft branden als de projector wordt ingeschakeld. Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven. Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen. Om dit geluid uit te schakelen, kijkt u bij "De Voeding aan/uit toon uitschakelen" op pagina 47 voor details. Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld. 3. Indien er om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een vijfcijferig wachtwoord in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 30 voor details. 4. Schakel alle aangesloten apparatuur in. 5. De projector gaat zoeken naar ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht Geen signaal op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden. U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 33 voor details. Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht 'Buiten bereik' weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina 66 voor details. Om de levensduur van de lamp te behouden, wacht u na het inschakelen van de projector minimaal 5 minuten voordat u de lamp uitschakelt. 28 Bediening

De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu. Pictogram hoofdmenu Selecteren Hoofdmenu Submenu Huidige ingangssignaal Wandkleur Beeldverhouding Keystone Positie Fase Horizontale Digitale Zoom Analog RGB Stel de OSD-menu in op een bekende taal om deze te kunnen gebruiken. 1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening om het OSD-menu te openen. 15 0 Uit Auto ENTER MENU Afsluiten Status Druk op MENU/EXIT om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten. 3. Druk op om Taal te selecteren en druk op / om een gewenste taal te kiezen. WEERGAVE Wandkleur Beeldverhouding Keystone Positie Fase Horizontale Digitale Zoom 15 0 Uit Auto SYSTEEMINSTLL: Basis Presentatietimer Taal Projectorpositie Automatisch Inactief-timer Paneeltoetsblokkering Slaaptimer Opstartscherm Mijn Scherm Tafel voor Uitschakelen Uitschakelen Uit Uitschakelen BenQ Analog RGB MENU Afsluiten Analog RGB MENU Afsluiten 2. Gebruik / om het menu SYSTEEMINSTLL: Basis te selecteren. SYSTEEMINSTLL: Basis Presentatietimer Taal Projectorpositie Automatisch Inactief-timer Paneeltoetsblokkering Slaaptimer Opstartscherm Mijn Scherm Tafel voor Uitschakelen Uitschakelen Uit Uitschakelen BenQ 4. Druk tweemaal* op MENU/ EXIT op de projector of op de afstandsbediening om het menu te sluiten en de instellingen op te slaan. *Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug naar het submenu, wanneer u tweemaal drukt, wordt het schermmenu gesloten. Analog RGB MENU Afsluiten De projector vastzetten Met behulp van een veiligheid kabelslot De projector moet geïnstalleerd worden op een veilige plek zodat diefstal voorkomen wordt. Koop anders een slot, zoals een Kensington slot, om de projector vast te zetten. Aan de linkerkant van de projector bevindt zich een gleuf voor het Kensington slot. Zie "Sleuf voor Kensington-vergrendeling" op pagina 9 voor details. Bediening 29

Een Kensington veiligheid kabelslot is normaliter een combinatie van sleutel(s) en een slot. Zie de documentatie van het slot voor gebruiksinformatie. De wachtwoordbeveiliging gebruiken Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD). Voor meer informatie over het gebruik van de OSD, zie "De menu's gebruiken" op pagina 29. Het is buitengewoon vervelend als u de inschakelingsblokkering inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden. Een wachtwoord instellen Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven. Zodra een wachtwoord ingesteld is en het Opstartscherm Slot geactiveerd is, kunt u het opstartscherm dat getoond wordt bij het opstarten van de projector niet wijzigen totdat het juiste wachtwoord ingevoerd is. 1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Beveiligingsins Tellingen wordt geopend. 2. Selecteer Inschakelblokkering en kies Aan door op / te drukken. 3. Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier NIEUW WACHTWOORD INVOEREN pijlknoppen (,,, ) voor vier cijfers Voeding Aan Vergrendeling en (1, 2, 3, 4). Druk op de pijltoetsen om de vijf Opstartscherm Vergrendeling van hetzelfde wachtwoord. gebruik cijfers van het wachtwoord dat u wilt instellen, in te voeren. 4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld keert het MENU Terug OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen. 5. Om de Inschakelblokkering functie te activeren, drukt u op / om te markeren Inschakelblokkering en op / om Aan te selecteren. 6. Om de Opstartscherm Vergrendeling functie te activeren, drukt u op / om te markeren Opstartscherm Vergrendeling en op / om Aan te selecteren. Zodra Opstartscherm Vergrendeling geactiveerd is, zal de Mijn Scherm functie in het SYSTEEMINSTLL: Basis menu met een wachtwoord beveiligd zijn. De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten. Wachtwoord: Bewaar deze handleiding op een veilige plaats. 7. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken. 30 Bediening