Controleprotocol OCW 2007



Vergelijkbare documenten
Controleprotocol Subsidies Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

CONTROLEPROTOCOL PROJECTSUBSIDIE IN HET KADER VAN DE DEELREGELING CULTUUREDUCATIE MET KWALITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS FONDS VOOR

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988.

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Erfgoedwet.

Onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010 Versie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I Concept. Inspectie van het Onderwijs

De Richtlijn is van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari Eerdere toepassing van de Richtlijn wordt aanbevolen.

CONTROLEPROTOCOL subsidies in het kader van de (LHBT)emancipatie. 1. Algemene uitgangspunten Doelstelling van het controleprotocol 2

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

Onderwijscontroleprotocol OCW/EZ Versie 16 december 2013

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies >

Rechtmatigheid in het onderwijs

Bijlage 2: Controleprotocol Algemene Subsidieverordening Lansingerland 2018

CONCEPT ONDERWIJSACCOUNTANTSPROTOCOL BES 2015

Controleprotocol Subsidies Gemeente Zeist 2009

Controleprotocol verantwoording van subsidies vanaf ,- provincie Utrecht mei 2017

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarstukken 2015 van de gemeente Velsen

Controleprotocol Projecten Partnership STW KWF Technology for Oncology. Versie d.d. 2 september 2015

Sector PO Goedkeurende controleverklaring: jaarrekening PO zelfstandige scholen, REC s en CDen van samenwerkingsverbanden(1a)

CONTROLEPROTOCOL CULTUURSUBSIDIES INSTELLINGEN

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleprotocol provincie Utrecht

Object van controle is de jaarrekening Tevens geeft de accountant aan of het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

Behorend bij de Regeling Journalistieke Innovatie

d. Het controleprotocol is geen werkprogramma, maarde geeft een aantal minimale eisen ten aanzien van de verplicht uit te voeren controlepunten.

CONTROLEPROTOCOL MEERJARIGE SUBSIDIES AFK KUNSTENPLANPERIODE

CONTROLEPROTOCOL ID-BANEN

CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE TEN BOER.

BIJLAGE 1. Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht

Traumazorg Opleiden, Trainen, Oefenen 2014

Controleprotocol specifieke maatregelen AMIF en ISF

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol

Provinciale Normenkader Rechtmatigheid 2015(aangepast)

Controleprotocol 2009 Waterschap Peel en Maasvallei

Controleprotocol 2018 en 2019 voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Delfzijl

en overige relevante documentatie, waaronder dit controleprotocol en het assurance-rapport, zijn te vinden op het internet van de Rijksoverheid.

Controleprotocol Werkorganisatie Duivenvoorde

Controleprotocol Gemeente Loon op Zand

behorend bij de aanvraag instellingssubsidie inzake Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp

Controleprotocol Het Waterschapshuis vanaf boekjaar 2013

Behorend bij de Regeling Regionale Journalistieke Samenwerking

CONTROLEPROTOCOL Subsidieverantwoording ZonMw

Controleprotocol voor de jaarrekening Getrouwheid en rechtmatigheid. Gemeente IJsselstein

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van de gemeente IJsselstein te IJsselstein gecontroleerd.

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

behorend bij de Subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practioner en opleiding tot physician assistant

medisch specialisten 2014

Controleprotocol. geriatrische revalidatiezorg (GRZ) Nacalculatie DBC s GRZ. - Oude parameters. - vaststelling verrekenbedrag 2013

behorend bij de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan betreffende de aanvraag van instellingssubsidie

Document:13IT Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van het Waterschap Brabantse Delta

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT. A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Controleprotocol Opbrengsten Voor Regionale Ambulancevoorzieningen bij de nacalculatie 2015

Controleprotocol. voor Wlz-uitvoerders die als zorgkantoor zijn aangewezen. opgave van pgb-beschikkingen over 2015

VERVOLG VAN HET ONDERZOEK NAAR DE NALEVING VAN DE DECLARATIEVOORSCHRIFTEN DOOR BESTUURDERS IN HET HOGER ONDERWIJS VERTROUWEN OP ZELFREINIGEND VERMOGEN

behorend bij de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Mill en Sint Hubert

CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OBJECT VAN CONTROLE: JAARREKENING 2014 EN 2015

Controleprotocol. Accountantscontrole Jaarrekening Gemeente Berkelland Bijlage 1. Versie juni 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9

CONTROLEPROTOCOL ID-BANEN

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de raad van toezicht van Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Paul Krugerweg 44 38

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verantwoordings- en accountantsprotocol Gemeente Ede 2018

: Controleprotocol voor de accountantscontrole inclusief normenkader

INT / 2435 A.van Genderen. Jaarstukken ODRU 2016 en accountantsverklaring

Verantwoordings- en accountantsprotocol Gemeente Zeist 2018

BIJLAGE 5, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 42, TWEEDE LID (CONTROLEPROTOCOL) CONTROLEPROTOCOL SUBSIDIEREGELING INSTITUTEN VOOR TOEGEPAST ONDERZOEK

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Accountants BERK CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT. A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2017

Hierbij doen wij u onze accountantsverklaring d.d. 22 juni 2010 bij de jaarrekening 2009 van uw waterschap toekomen.

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2014 van de gemeente Bellingwedde

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Samenwerkingsstichting Kans & Kleur gecontroleerd.

Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten

1 Inleiding. 2 Doel protocol. 3 Rechtmatigheid

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

Controleprotocol nacalculatie Voor ambulancediensten en centrale posten ambulancevervoer

Aan het bestuur en de directie van Stichting Katholiek Basisonderwijs Haarlem-Schoten Reviusstraat SJ HAARLEM

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Copro Controleprotocol m.b.t. het onderdeel CO 2 van de VOBN benchmark

CONTROLEPROTOCOL CULTUURSUBSIDIES FONDSEN

Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus -

Controle protocol Stichting De Friesland

Gelet op artikel 1.9, aanhef en onderdeel d, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

Hierbij doen wij u onze accountantsverklaring d.d. 21 mei 2010 bij de jaarrekening 2009 van uw gemeenschappelijke regeling toekomen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Controleprotocol accountantscontrole jaarrekening 2011 Waterschap Rivierenland

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

behorende bij de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Utrecht

Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tarieven vast van DBC-zorgproducten.

Gemeente Lelystad Ingekomen 16 JUN Kopie aan:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

medisch specialisten 2013

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2009 van Waterschap Rivierenland

Protocol Aanvraag vergoeding frictiekosten Landelijke Publieke Media-Instellingen en Overige Media-instellingen (versie: 31 oktober 2012)

Transcriptie:

Controleprotocol OCW 2007 (versie 08 januari 2008) CFI 67036 ISSN 1873-9687

Welkom 1 december 2006 Dit is het controleprotocol OCW 2007. De structuur van de onderdelen controle op de jaarstukken en controle op de bekostigingsgegevens van het controleprotocol OCW 2007 is veranderd ten opzichte van de vorige versie. Ook is de navigatiestructuur verder verbeterd. De webapplicatie van het controleprotocol biedt OCW de mogelijkheid om snel aanpassingen aan te brengen als dat nodig blijkt. Daarvan maakt OCW zeker gebruik waar het gaat om taalkundige onvolkomenheden. Maar als van die mogelijkheid tot snelle aanpassing gebruik zou worden gemaakt om gaandeweg het controletraject tussentijds ook andere aanpassingen aan te brengen, dan schuilt daarin het gevaar van een steeds verschuivend controleprotocol. Om dat te voorkomen zal OCW inhoudelijke aanvullingen of aanpassingen op twee vaste data in het jaar publiceren, namelijk op 1 juli en 1 december. De Gebruiksaanwijzing geeft handige tips bij het gebruik van de site. Een verzameling van internetadressen, die van pas kunnen komen, is opgenomen bij Onderwijslinks. Verder wordt een PDF-versie aangeboden die bijzonder geschikt is om het controleprotocol geheel of gedeeltelijk af te drukken. Bovendien kunt u die altijd ter hand nemen, mocht u op enig moment geen beschikking hebben over een internetverbinding. De onderliggende documenten (links) kunt u raadplegen in de webapplicatie en het Zip-bestand. Naast de webapplicatie via het internet en de PDF-versie van het controleprotocol kunt u ook nog het ZIPbestand installeren op uw computer. Na installatie kunt u zonder internetverbinding het controleprotocol raadplegen. Deze versie biedt u dezelfde faciliteiten als de webapplicatie, zoals de sectorselectie en de links naar diverse internetsites en documenten. In het onderdeel Gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe u op eenvoudige wijze het ZIP-bestand kunt installeren op uw computer. De aangeboden PDF-versie is bijzonder geschikt om het controleprotocol geheel of gedeeltelijk af te drukken. Bovendien kunt u die altijd ter hand nemen, mocht u op enig moment geen beschikking hebben over een internetverbinding. Suggesties of opmerkingen? Heeft u redactionele suggesties of opmerkingen bij de website? Wilt u een link melden die niet werkt? Neem dan contact op via de functie Contact of via e-mail controleprotocol@cfi.nl. Voor inhoudelijke vragen over bijvoorbeeld de interpretatie van wet- en regelgeving wordt u verwezen naar icohelp@cfi.nl.

Gebruiksaanwijzing 1 december 2007 Vanaf het kalenderjaar 2006 verschijnt het controleprotocol OCW alleen nog als webapplicatie. Dat is even wennen als u jarenlang de papieren versie heeft gebruikt. Hieronder enkele tips. Navigeren De inhoud van het controleprotocol is, voor zover noodzakelijk, gewijzigd t.o.v. 2006. De structuur van het controleprotocol 2007 is t.o.v. 2006 fundamenteel gewijzigd. In plaats van hoofdstukken en paragrafen wordt gebruik gemaakt van een boomstructuur. Er zijn drie hoofdonderdelen: Algemene uitgangspunten Controle op de jaarstukken Controle bekostigingsgegevens Door te klikken op het plusteken naast een hoofdonderdeel verschijnen de onderliggende onderdelen. Sommige daarvan kunnen op hun beurt op dezelfde wijze uitgeklapt worden. Ten behoeve van de leesbaarheid van de items in de navigatiestructuur zijn de titels ingekort. Soms zijn teksten die op een onderwerp betrekking hebben bij elkaar op één pagina gezet. Bovenaan de pagina vindt u dan een opsomming (blauw gekleurd). Klik op een link als u direct door wilt naar een onderwerp. Bent u uitsluitend geïnteresseerd in teksten voor een bepaalde sector, dan kunt u (in de keuzebalk bovenin) uw sector selecteren. Op de zeer algemene onderwerpen na (de sectoren worden in de teksten genoemd), zult u van andere sectoren geen teksten zien. Wijzigingen In het onderdeel Wijzigingen 2007 vindt u de aanpassingen die in het controleprotocol zijn verwerkt. Bij elk onderwerp is boven de daarop betrekking hebbende passages de datum vermeld waarop de tekst voor het laatst is gewijzigd. Installeren ZIP-bestand In de downloadbare versie van het controleprotocol zijn de bestanden samengevoegd tot een ZIP-bestand. Windows XP biedt de mogelijkheid om dit bestand uit te pakken. Indien u geen gebruik maakt van Windows XP kunt u een uitpakprogramma downloaden vanaf www.winzip.com. Dubbelklik op de volgende link om het controleprotocol OCW 2006 en 2007 te downloaden: Controleprotocol.zip U kunt de downloadversie het beste eerst openen en dan opslaan op uw lokale computer; u kunt de lokatie waar u het controleprotocol wilt opslaan, zelf bepalen.

Open uw verkenner en ga naar het bestand Controleprotocol.zip. Klik met uw rechtermuisknop op het bestand en kies dan Alles uitpakken. U krijgt dan een wizard te zien waarmee u het controleprotocol kunt uitpakken. Hierna dient u dubbel te klikken op het bestand Welkom.html in de map waarin u het controleprotocol geplaatst heeft. Er verschijnt een wit scherm met de tekst Start Controleprotocol, dit item klikt u aan en de statische versie van het controleprotocol is klaar voor gebruik. Links In het controleprotocol staan twee pagina s met links, die u nog meer informatie geven, t.w. Onderwijslinks, hier vindt u de internetadressen van onderwijsgerelateerde organisaties. Informatie/documentatie, hier vindt u informatie die van belang is bij het uitvoeren van de controle door de instellingsaccountant. Zoeken De functies Zoek en Zoeken zijn de snelste manieren om op trefwoord een tekst te zoeken in het controleprotocol. U hebt de keuze uit twee manieren: Eenvoudig: gebruik de Zoek-functie rechtsboven in het scherm. Geavanceerd: klik op zoeken in het navigatiemenu. Hier kunt u uw zoekopdracht verfijnen met een datum en/of een sector.

Inhoudsopgave 1 Algemene uitgangspunten 8 1.1 Algemeen 8 1.1.1 Doelstelling 8 1.1.2 Achtergrond controleprotocol 8 1.1.3 Uitgangspunt bij het opstellen van dit controleprotocol 8 1.1.4 Indeling van het controleprotocol 9 1.1.5 Accountantsproducten / Rapportering 9 1.1.6 Handreiking Controleprotocollen 10 1.2 Definities 10 1.2.1 Onderwijssectoren 10 1.2.2 Referentiekader 13 1.2.3 Minimale controlewerkzaamheden 13 1.2.4 Rechtmatigheid 14 1.3 Procedures 14 1.4 Wijzigingen 2007 14 1.5 Informatie/documentatie 17 2 Controle op de jaarstukken 18 2.1 Doelstelling controle op de jaarstukken 18 2.2 Definities 19 2.2.1 Jaarstukken 19 2.2.2 Referentiekader 20 2.2.3 Betrouwbaarheid en nauwkeuringheid van de jaarrekeningcontrole 21 2.2.4 Tolerantietabel 22 2.2.5 Omgaan met fouten (foutdefinities) 22 2.3 Jaarrekening algemeen 23 2.3.1 algemeen 23 2.3.2 Richtlijnen jaarverslaggeving per sector 24 2.3.3 Bestuurlijke fusie 26 2.3.4 Europese aanbesteding 26 2.3.5 Treasurybeleid 27 2.3.5.1 Algemeen 27 2.3.5.2 Minimale controlewerkzaamheden ten aanzien van inhoudelijke eisen 28 2.3.5.3 Minimale controlewerkzaamheden met betrekking tot de ao/ib 28 2.3.5.4 Verslaggevingscriteria 29 2.3.6 Afhandeling jaarrekeningen 29 2.3.7 Afhandelingscorrespondentie voorgaande jaren 29 2.4 Jaarrekening per post 30 2.4.1 Materiële vaste activa 30 2.4.2 Eigen vermogen 31

2.4.3 Schulden 32 2.4.4 Normatieve bekostiging en rijksbijdrage OCW 33 2.4.5 Overige subsidies OCW/LNV 35 2.4.6 Overige baten 41 2.4.7 Personele lasten 44 2.4.8 Overige instellingslasten 51 2.5 Jaarverslag / Bestuursverslag 52 2.6 Accountantsverklaringen inzake de jaarrekening 54 3 Controle bekostigingsgegevens 70 3.1 Inleiding 70 3.2 Controleprocedure bekostigingsgegevens sector PO 72 3.2.1 Leerlinggegevens 72 3.2.1.1 Beschrijving van de systematiek 72 3.2.1.2 Controle-object voor de instellingsaccountant 72 3.2.1.3 Inrichting van de controle 74 3.2.1.3.1 Overige controlewerkzaamheden 74 3.2.2 Gewogen gemiddelde leeftijd leraren 74 3.2.2.1 Beschrijving van de systematiek 74 3.2.2.2 Controle-object voor de instellingsaccountant 75 3.2.2.3 Inrichting van de controle 75 3.2.2.4 Controle-items 76 3.2.3 Jaarlijkse afrekening opgave uitkeringen 76 3.2.3.1 Beschrijving van de systematiek 76 3.2.3.2 Controle-object voor de instellingsaccountant 77 3.2.3.3 Inrichting van de controle 77 3.2.4 Regionale expertisecentra (REC s) 77 3.2.4.1 Beschrijving van de systematiek 77 3.2.4.2 Controle-object voor de instellingsaccountant 78 3.2.4.3 Inrichting van de controle 78 3.2.5 Documenten PO 78 3.2.6 Assurance-rapporten 79 3.3 Controleprocedure bekostigingsgegevens sector VO 82 3.3.1 Algemeen 82 3.3.2 Controle bekostigingsgegevens 83 3.3.2.1 Beschrijving van de systematiek 83 3.3.2.2 Controle-objecten voor de instellingsaccountant 84 3.3.2.3 Inrichting van de controle 85 3.3.3 Controle-items 86 3.3.4 Mutatieformulier 90 3.3.5 Praktijkonderwijs VO 92 3.3.6 Assurance-rapport 94 3.4 Controleprocedure bekostigingsgegevens sector BVE 97 3.4.1 Invoering experimentele opleidingen 97 3.4.2 Notitie Helderheid BVE 97 3.4.3 Controle bekostigingsgegevens 97 3.4.3.1 Beschrijving van de systematiek 97 3.4.3.2 Controle objecten voor de instellingsaccountant 99 3.4.3.3 Inrichting van de controle 100

3.4.4 Controle-items 101 3.4.5 Mutatieformulier 110 3.4.5.1 Waarmerking (controle) accountantsmutaties 110 3.4.5.2 Registreren / muteren BRON in uitzonderlijke situaties 110 3.4.5.3 Bijlage: Bepalen controlegetal instellingsaccountant 110 3.4.6 Specifieke zaken LNV 111 3.4.7 Assurance-rapporten 112 3.5 Controleprocedure bekostigingsgegevens sector HO 115 3.5.1 Algemeen 115 3.5.2 Doel, reikwijdte en inhoud 115 3.5.2.1 Inrichting van de controle 115 3.5.2.2 Geen goedkeurend rapport bij de bekostigingsgegevens 116 3.5.2.3 Globale beschrijving van de keten voor de ho-bekostiging 116 3.5.3 Controle bekostigingsgegevens ho-instellingen 121 3.5.3.1 Algemeen 121 3.5.3.2 Tijdpad van de procedure voor de vaststelling van de bekostigingsgegevens 122 3.5.3.3 Normenkader voor de bekostigingsgegevens ho-instellingen 123 3.5.4 Toetsingskader 123 3.5.5 Assurance-rapport 136 3.5.6 Casuïstiek en interpretatievraagstukken 138 4 Onderwijslinks 140

1 Algemene uitgangspunten 1.1 Algemeen 1 december 2007 Doelstelling Achtergrond controleprotocol Uitgangspunten bij het opstellen van dit controleprotocol Indeling van het controleprotocol Accountantsproducten / Rapportering Handreiking controleprotocollen 1.1.1 Doelstelling Het controleprotocol beoogt de verwachtingskloof te verkleinen ten aanzien van de accountantscontrole van scholen en instellingen voor onderwijs en onderzoek tussen OCW en LNV en de instellingsaccountants. Het controleprotocol geeft daarbij, aanvullend op de NIVRA-voorschriften, limitatief aan welke onderwerpen door de instellingsaccountant gecontroleerd moeten worden. 1.1.2 Achtergrond controleprotocol Voor elke onderwijssector is in een wet, een (bekostigings)besluit, of in een ministeriële regeling geregeld dat bepaalde informatie (jaarrekening en opgave van bekostigingsgegevens of over besteding van bekostiging) moet zijn voorzien van een accountantsverklaring en dat de minister via een ministeriële regeling aanwijzingen of voorschriften kan geven voor de controle door de instellingsaccountant. Hier is invulling aan gegeven door middel van het controleprotocol (CP). Het controleprotocol vormt daarmee de schakel tussen enerzijds de wet- en regelgeving en anderzijds de uit te voeren werkzaamheden door instellingsaccountants. Het geeft een toelichting op het te hanteren referentiekader, het accountantsonderzoek en de gewenste accountantsproducten. Het vormt daarmee een instrument ter verduidelijking en ter sturing, om richting te geven aan de werkzaamheden van de instellingsaccountant via voorbeelden en uitwerkingen van begrippen. Er wordt duidelijk gemaakt aan welke voorwaarden de verkrijging en besteding van de bekostiging, de verantwoording hierover en het bijbehorende accountantsproduct moeten voldoen. Ook is opgenomen welke aspecten onderzocht moeten worden, welke maatstaven gelden en op welke wijze wordt gerapporteerd. 1.1.3 Uitgangspunt bij het opstellen van dit controleprotocol Uitgangspunt is het zo min mogelijk voorschrijven. In dit controleprotocol zijn daarom alleen die elementen opgenomen die niet al adequaat in de 'Nadere voorschriften Controle - en overige voorwaarden' (NV COS), Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) en de inhoudelijk van toepassing zijnde wet- en regelgeving zijn geregeld. Recente ontwikkelingen in de beroepsvoorschriften voor instellingsaccountants maken het mogelijk het controleprotocol te beperken. Voorbeelden zijn de richtlijnen ten aanzien van het ontdekken en melden van fraude en die over de risicoanalyse en de omvang en diepgang van controlemaatregelen. Deze minimale opzet vraagt echter van de instellingsaccountant dat hij op een goede wijze invulling geeft aan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit komt met name tot uitdrukking in het specifiek maken van zijn controleopdracht met inachtneming van de omstandigheid dat de gecontroleerde school of instelling overwegend met rijksmiddelen wordt gefinancierd. Deze omstandigheid heeft een grote invloed op de inrichting en uitvoering van zijn controle, vooral door de invloed van het begrip rechtmatigheid. Dit komt bijvoorbeeld ook tot uiting in de

werkzaamheden zoals deze voortvloeien uit COS240 (Fraude). Mede gelet op de rechtmatigheidsaspecten wordt van de instellingsaccountant een diepgaande en kritische uitvoering van deze richtlijn gevraagd. 1.1.4 Indeling van het controleprotocol Het controleprotocol heeft betrekking op de volgende controleobjecten: controle op de jaarstukken: de inrichting van de jaarstukken en de controle daarop; de jaarstukken kunnen bestaan uit: een bestuurs- of directieverslag; een jaarrekening; overige gegevens. controle op de rechtmatige besteding van de rijksbijdrage; controle op de bekostigingsgegevens; controle op de rechtmatige verkrijging van de rijksbijdrage. 1.1.5 Accountantsproducten / Rapportering De accountantscontrole op de jaarstukken mondt uit in een accountantsverklaring. De controle van de bekostigingsverantwoording, waaronder de leerlingentelling, leidt tot een assurance-rapport. Deze laatste aanduiding wordt in het controleprotocol gehanteerd, hoewel de term accountantsverklaring (nog) in de OCWwet- en regelgeving staat vermeld. De instellingsaccountant maakt voor beide producten gebruik van de in het controleprotocol opgenomen modelteksten. De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten worden. Het controleprotocol geeft per onderdeel aan welke rapportagetolerantie van toepassing is zodra dit afwijkt van het standaardpercentage van 0,1%. Omdat het uitgangspunt wordt gehanteerd dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk moeten worden gecorrigeerd beperkt de instellingsaccountant zich tot een uitzonderingsrapportage. Hiervoor gebruikt hij een rapport van bevindingen, waarin hij de aard en omvang van de geconstateerde fouten vermeldt. Op het aanbiedingsformulier geeft de instellingsaccountant aan dat er sprake is van een rapport van bevindingen. De instelling stuurt in een dergelijk geval het rapport van bevindingen samen met de accountantsverklaring en verantwoording naar OCW. Het bestuur kan daarbij aangeven hoe hij heeft ge(re)ageerd op de geconstateerde bevindingen. Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten wordt verwezen naar de in de hoofdstukken jaarstukken (2) en bekostigingscontrole (3) daarover opgenomen toelichting.

Tabel accountantsproducten Soort controle Product Ontvanger Jaarrekeningcontrole Accountantsverklaring CFI Rapport van bevindingen Postbus 606 (uitzonderingsrapportage) 2700 ML Zoetermeer Bekostigingscontrole Assurance-rapport sector PO CFI Postbus 606 2700 ML Zoetermeer Assurance-rapport sectoren VO en BVE IB-Groep Afdeling OS/Onderwijsnummer Postbus 30152 9700 LC Groningen Asssurance-rapport sector HO IB-groep Afdeling OS/Informatiepunt Hoger onderwijs Postbus 30152 9700 LC Groningen Rapport van bevindingen CFI (uitzonderingsrapportage) Postbus 606 2700 ML Zoetermeer 1.1.6 Handreiking Controleprotocollen Het controleprotocol is opgesteld naar analogie van de door het NIVRA uitgegeven Handreiking Controleprotocollen. De daarin opgenomen uitgangspunten zijn specifiek gemaakt voor de OCW-situatie. Waar mogelijk zijn tekstpassages uit de handreiking in dit controleprotocol overgenomen. 1.2 Definities 1 december 2007 Onderwijssectoren Referentiekader Minimale controlewerkzaamheden Rechtmatigheid 1.2.1 Onderwijssectoren Het controleprotocol is van toepassing op de onderwijssectoren PO, VO, BVE, HO en de door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bekostigde instellingen in de onderwijssectoren BVE en HO. 10

Het controleprotocol geldt ook voor subsidies die door LNV aan instellingen worden verstrekt vanuit het vakdepartementaal onderwijsbeleid. Deze subsidies worden eventueel ook verantwoord volgens hiervoor binnen LNV geldende en met de betreffende scholen en instellingen gecommuniceerde aanvullende voorwaarden. Voorts geldt het controleprotocol voor de subsidies die door het ministerie van SZW verstrekt worden aan ROC s of hieraan gelieerde rechtspersonen, voor het verzorgen en verder ontwikkelen van Hoofdelijk Versnelde Scholing. Vanaf 2007 zijn in dit controleprotocol ook de aanwijzingen van de controle van de instellingen waarop de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (SLOA) van toepassing is, opgenomen. De SLOAinstellingen zijn gerangschikt onder de sector VO. De gangbare term voor bekostigde onderwijsinstellingen is instelling. Omdat in de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertisecentra (WEC) en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) niet de term instelling wordt gebruikt, maar school, is in dit controleprotocol daarop zo nauw mogelijk aangesloten. Met de term instelling wordt bedoeld een ROC, vakinstelling, instituut voor doven, AOC, IPC Vakinstelling, Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, Technocentrum, hogeschool of universiteit. Dit controleprotocol geldt dus niet voor gesubsidieerde instellingen voor Cultuur, voor instellingen uit de sector Onderzoek- en wetenschapbeleid (OWB) en de specifieke uitkeringen. Voor deze instellingen gelden aparte controleprotocollen. Het controleprotocol is van toepassing op de hierna per sector opgenomen bekostigde scholen en instellingen voor onderwijs en onderzoek. Sector PO 1 december 2007 Voor de sector PO zijn dit de (het): basisschool; speciale school voor basisonderwijs; school voor (voortgezet) speciaal onderwijs; Centrale Dienst (hierna te noemen CD); Regionaal Expertise Centrum (hierna te noemen REC); Instellingen voor visueel gehandicapten. Voor de sector PO is het controleprotocol een leidraad/regeling als bedoeld in artikel 171, 4e lid, van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en in artikel 157, 4e lid van de Wet op de Expertisecentra. In het hoofdstuk Controle op de bekostigingsgegevens van dit controleprotocol wordt, door een afwijkende controleprocedure voor de REC s en de overige besturen binnen de sector PO een onderscheid gemaakt tussen: REC s; de overige besturen. Dit zijn de besturen van alle overige scholen die onder de sector Primair Onderwijs vallen, inclusief de Centrale Diensten. Sector VO 1 december 2007 Voor de sector VO gaat het om: een school voor havo; een school voor vwo; een school voor vmbo; 11

een school voor praktijkonderwijs; een scholengemeenschap waarin twee of meer van deze scholen zijn samengevoegd. Voor deze sector is het controleprotocol een leidraad die ingevolge de artikel 14a, 3e lid, en artikel 18, 6e lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O. in een ministeriële regeling wordt vastgesteld. De WVO vermeldt in de hoofdstukken I, III en IV de bekostigingsvoorwaarden van een school. Op het agrarisch VBO, dat deel uitmaakt van een AOC, is voor de bekostiging de WEB van toepassing en de controle daarop dient bij de sector VO te worden meegenomen. In het controleprotocol zijn de SLOA-instellingen gerangschikt onder de sector VO, omdat de beleidsdirectie VO belast is met de coördinatie van de subsidiestroom van alle SLOA-instellingen en met uitzondering van het CINOP beleidsverantwoordelijk is voor deze instellingen. De beleidsdirectie BVE is beleidsverantwoordelijkheid voor het CINOP. De SLOA-instellingen voeren onderwijsondersteunende activiteiten uit die sectoroverstijgend zijn. Volgens artikel 5 van het Uitvoeringsbesluit Wet SLOA is het controle-object het financieel verslag dat onderdeel uitmaakt van de jaarrekening. De minimale controlewerkzaamheden zijn opgenomen ten aanzien van: Besteding van de geoormerkte subsidies 2007 van OCW (Zie Overige subsidies OCW/LNV). Richtlijnen voor de verslaggeving (zie Referentiekader). Afhandelingscorrespondentie van voorgaande jaren (zie afhandelingscorrespondentie voorgaande jaren). Aansluiting tussen rijksbijdragebrieven en jaarrekening (zie overige subsidies OCW/LNV). Europese aanbesteding (zie Europese aanbesteding). Overheidsgelden mogen worden doorbetaald of ter beschikking worden gesteld aan derden, indien daar een schriftelijk vastgelegde economische tegenprestatie tegenover staat, de doorbetaling of de terbeschikkingstelling past binnen de wettelijke taakuitvoering van de instelling en de minister daar vooraf in de beschikking toestemming voor heeft gegeven. (zie Overige baten). Voor de SLOA-instellingen vloeit dit controleprotocol voort uit artikel 5, lid 5 van het Uitvoeringsbesluit Wet SLOA en is van toepassing op: Stichting voor Leerplanontwikkeling (SLO). Stichting CITO Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO). Stichting Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS). Stichting KPC Onderwijs Innovatie Centrum (KPC Groep). Stichting Christelijk Pedagogisch Studiecentrum (CPS). Stichting Centrum voor Innovatie van Opleidingen (CINOP). Sector BVE 1 december 2007 Voor de sector BVE zijn dit: de instellingen voor educatie en beroepsonderwijs als bedoeld in de artikelen 1.3.1., 1.3.2., 1.3.2a., 1.3.3., 1.2.3.8. en 12.3.9. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB); de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven als bedoeld in artikel 1.5.1. van de WEB; de agrarische innovatie- en praktijkcentra (artikel 1.3.4. WEB); de technocentra als bedoeld in artikel 1.h van de Kaderregeling Technocentra 2006 tot en met 2010 van 28 februari 2006, kenmerk BVE/I&I/2006/7696); overige instellingen en organisaties in de BVE-sector. 12

Het controleprotocol voor deze sector vloeit voort uit artikel 2.5.7.A. van de WEB. Het controleprotocol is een leidraad, die ingevolge artikel 5.2.5. van het Uitvoeringsbesluit WEB in een ministeriële regeling wordt vastgesteld. Sector HO 1 december 2007 Voor de sector HO zijn dit: de hogescholen en universiteiten bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) zoals genoemd in de bijlage van de WHW: Instellingen voor hoger beroepsonderwijs (inclusief agrarische hogescholen. Instellingen voor wetenschappelijk onderwijs (inclusief de landbouwuniversiteit van Wageningen. Open Universiteit (OUNL) de aangewezen universiteiten bedoeld in artikel 16.21, eerste en tweede lid, van de wet: Universiteit van Humanistiek te utrecht (UvH). Protestantse Theologische Universiteit te Kampen (PThU). Theologische Universiteit Apeldoorn (ThUA). Het controleprotocol voor deze sector bevat aanwijzingen voor de controle die ten grondslag liggen aan het afgeven van de accountantsverklaring, zoals genoemd in artikel 2.9 van de WHW. 1.2.2 Referentiekader Het referentiekader voor de controle ligt vast in de wet- en regelgeving. Het controleprotocol treedt niet in de plaats van de oorspronkelijke wet- en regelgeving. Het controleprotocol verwijst expliciet naar de relevante wet- en regelgeving. Verwijzingen zijn opgenomen per post en als totaaloverzicht. Het controleprotocol verduidelijkt de in de oorspronkelijke wet- en regelgeving opgenomen criteria en geeft een limitatieve opsomming van de relevante bepalingen die in de controle moeten worden betrokken. 1.2.3 Minimale controlewerkzaamheden 1 december 2007 Per onderdeel van het controleobject zijn aanwijzingen opgenomen: een duidelijke omschrijving van het object (of onderdeel daarvan); het referentiekader: controle- en verslaggevingscriteria; reikwijdte en diepgang van de accountantscontrole: betrouwbaarheid en nauwkeurigheid de uit te voeren controles. Voor de controle van de jaarstukken en de bekostigingsgegevens zijn verplichte teksten voor de accountantsverklaring(en) en assurance-rapport(en) opgenomen. Het controleprotocol bevat: minimale controlewerkzaamheden; Waarin de minimale werkzaamheden ten aanzien van de betreffende criteria vetgedrukt zijn opgenomen; niet vetgedrukte toelichtingen op deze werkzaamheden Minimale controlewerkzaamheden genoemd in het controleprotocol worden in de controle betrokken op basis van de door de instellingsaccountant, binnen de geldende algemene controlerichtlijnen en controletoleranties, te bepalen controle-aanpak tenzij ten aanzien van de verwachte intensiteit en diepgang van de controle nadrukkelijk anders is aangegeven. 13

1.2.4 Rechtmatigheid 1 juli 2007 De instellingsaccountant moet controleren of de rijksbijdrage rechtmatig is verkregen (controle bekostigingsverantwoording) en besteed (controle jaarrekening). Hiertoe stelt hij vast dat de in de bekostigingsverantwoording van de school of instelling opgenomen aantallen en de in de jaarstukken van de school of instelling verantwoorde baten, lasten en balansmutaties voldoen aan de eisen van rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze aantallen en bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het controleprotocol OCW 2007 zijn vermeld. Wat betreft de jaarrekening is sprake van financiële rechtmatigheid en wordt het oordeel van de accountant weergegeven in een verklaring bij de jaarrekening. Wat betreft de bekostigingsverantwoording is sprake van de rechtmatigheid van niet-financiële informatie en geeft de instellingsaccountant een assurance-rapport bij de bekostigingsverantwoording af. Bij de invulling van het rechtmatigheidsbegrip gelden de volgende uitgangspunten: De bestedingsvrijheid en autonomie van de scholen en instellingen staan binnen de kaders van de wet- en regelgeving centraal. Het controleprotocol OCW 2007 geeft limitatief aan welke bepalingen van de wet- en regelgeving door de instellingsaccountant in de controle moeten worden betrokken. Dit staat overigens los van de verantwoordelijkheid van de scholen en instellingen om de wet- en regelgeving na te leven. Er wordt rekening gehouden met de beschikbare jurisprudentie en de bij de tekst van de wet- en regelgeving horende toelichtingen (die de bedoeling van de wetgever weergeven). Voorbeelden van nadere (authentieke) interpretaties van wet- en regelgeving zijn de Notities Helderheid BVE en HO en de brief die de staatssecretaris van OCW op 20 juli 2005 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. 1.3 Procedures 1 december 2007 Het controleprotocol wordt jaarlijks opgesteld en als ministeriële regeling gepubliceerd door OCW. Deze publicatie geschiedt niet dan nadat het concept is besproken met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen. Bespreking van het concept-controleprotocol met sectororganisaties c.q. hun koepelorganisaties is mede bedoeld ter voorkoming van formuleringen die onbedoeld in het nadeel van de scholen en instellingen kunnen worden uitgelegd. Op de derde woensdag van de maand november vindt het jaarlijkse afstemmingsoverleg plaats met instellingsaccountants over de uiteindelijke tekst, die de op dat moment meest actuele stand van zaken weergeeft. Nieuwe versies van het controleprotocol worden bij ministeriële regeling vastgesteld. De regeling wordt in de Staatscourant geplaatst met uitzondering van de bijlage, het controleprotocol. Het controleprotocol wordt ter inzage gelegd in de bibliotheek van het ministerie van OCW en wordt bekend gemaakt op de internetsite van CFI. De publicatie van het definitieve controleprotocol OCW 2007 vindt plaats in december 2007. 1.4 Wijzigingen 2007 1 december 2007 Algemeen Als het nodig blijkt en het gaat het om taalkundige onvolkomenheden zal OCW gaande het jaar snel aanpassingen aanbrengen in de tekst van het controleprotocol. Voor overige aanpassingen van meer ingrijpende aard wordt rekening gehouden met het feit dat het controleprotocol een stabiel document moet zijn. Deze aanpassingen worden daarom pas verwerkt in het definitieve controleprotocol dat in december van het betreffende jaar verschijnt. 14

De volgende aanpassingen zijn verwerkt: Aanpassingen in verband met wijziging wet- en regelgeving. PO In navolging van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie en het voortgezet onderwijs is per 1 augustus 2006 ook in het primair onderwijs lumpsumbekostiging ingevoerd. Bij lumpsumbekostiging hoort een verantwoording over de besteding van de rijksmiddelen die aan een bevoegd gezag ter beschikking zijn gesteld. De verantwoording over deze middelen vindt plaats op de in de desbetreffende sectorale wet- en regelgeving voorgeschreven wijze. VO Lumpsum praktijkonderwijs Financiële vermogenspositie in het voortgezet onderwijs Decentralisatie arbeidsvoorwaarden Toelichting verstrekken over de financiële vermogenspositie Mutatiedatum onderwijsnummergegevens BVE De instellingsaccountant moet bij de regeling Innovatiebox controleren of de instelling heeft voldaan aan de eis van co-financiering. De volgende controle-items zijn in 2007 vervallen: Aantal risicodeelnemers BBL Aantal deelnemers voorbereidende en ondersteunende activiteiten Telling leerbedrijven KBB HO De meeste inhoudelijke wijzigingen hangen samen met de wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008. Ook zijn er tekstuele wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van het Procesmodel WO 2008. Overige aanpassingen Algemeen In 2007 is de structuur van het controleprotocol ingrijpend gewijzigd. Ook zijn de algemene uitgangspunten verder verduidelijkt. De belangrijkste wijzigingen zijn: Het controleprotocol is teruggebracht tot 3 hoofdstukken. Na het hoofdstuk waarin de algemene uitgangspunten worden geformuleerd volgen de hoofdstukken controle op de jaarstukken en controle op de bekostigingsgegevens. In het hoofdstuk controle op de jaarstukken is voor de rubricering van de controlewerkzaamheden aansluiting gezocht bij de posten van de balans en exploitatierekening. De basis van het controleprotocol bestaat nu uit door de instellingsaccountant uit te voeren minimale controlewerkzaamheden ten aanzien van duidelijk gedefinieerd objecten, met inachtneming van controle- en verslaggevingscriteria en een gedefinieerde goedkeurings- en rapportagetolerantie. Per onderdeel wordt dit middels een tabel duidelijk gemaakt. 15

Voor een vijftal onderwerpen is een specifieke controletolerantie en rapportagetolerantie opgenomen. Dit wordt per post zichtbaar gemaakt door het opnemen van een afzonderlijke tolerantietabel. De fouten die bij deze controlewerkzaamheden worden geconstateerd worden door de instellingsaccountant ook betrokken in de foutevaluatie bij de oordeelvorming bij de jaarrekening als geheel. Het uitgangspunt om zo min mogelijk voor te schrijven is geoperationaliseerd door reeds adequaat en duidelijk in de Controle- en overige standaarden (COS), Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) en de inhoudelijk van toepassing zijnde wet- en regelgeving opgenomen bepalingen niet langer in het controleprotocol op te nemen. De passage omgaan met fouten is herschreven omdat in de praktijk bleek dat het onduidelijk was vanaf welk bedrag fouten en onzekerheden moeten worden gecorrigeerd dan wel gemeld. Ook de bijlage bij de accountantsverklaring riep vaktechnische vragen op. Daarom is het begrip rapportagetolerantie geïntroduceerd en de uitzonderingsrapportage rapport van bevindingen. De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten worden. Het controleprotocol geeft per onderdeel aan welke rapportagetolerantie van toepassing is zodra dit afwijkt van het standaardpercentage van 0,1%. Omdat het uitgangspunt wordt gehanteerd dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk moeten worden gecorrigeerd beperkt de instellingsaccountant zich tot een uitzonderingsrapportage. Om aan te sluiten bij de overige (rijks)overheden is de definitie van (financiële) rechtmatigheid aangescherpt. In het hoofdstuk controle op de bekostigingsgegevens is getracht om de minimale controlewerkzaamheden van de instellingsaccountant prominenter weer te geven. Door de wijziging van het verklaringenstelsel geeft de instellingsaccountant vanaf 2007 niet langer een accountantsverklaring af bij de bekostigingsgegevens maar een assurance-rapport. Deze laatste aanduiding wordt in het controleprotocol gehanteerd, hoewel de term accountantsverklaring (nog) in de OCW-wet- en regelgeving staat vermeld. Er is zoveel mogelijk aangesloten op de door het NIVRA uitgegeven Handreiking Controleprotocollen. PO De instellingsaccountant moet controleren of de verklaring omtrent het gedrag aanwezig is in het personeelsdossier. VO De controle of de gebruikte elementcodering voorkomt in de elementcodetabel en of de school een goedkeuring heeft om de desbetreffende opleiding aan te bieden is vervallen. De instellingsaccountant moet controleren of de verklaring omtrent het gedrag aanwezig is in het personeelsdossier. Vanaf 2007 is het controleprotocol OCW ook van toepassing op de SLOA-instellingen. BVE Vanaf 2007 is het controleprotocol OCW ook van toepassing op de Technocentra Medio 2007 zijn de HVS-subsidies definitief vastgesteld. Aangezien de regeling geen vervolg kent, komt de controle op de HVS-subsidies door de instellingsaccountant te vervallen. De instellingsaccountant moet controleren of de verklaring omtrent het gedrag aanwezig is in het personeelsdossier. 16

1.5 Informatie/documentatie 1 december 2007 Hier vindt u aanvullende informatie die bij de controle door de instellingsaccountant relevant is. Onderzoeken door de Auditdienst (AD OCW dan wel AD LNV) Overzicht short list / long list van zaken die nog zullen worden opgepakt in het kader van de herziening van het controleprotocol Overzicht wet- en regelgeving Regeling controleprotocol Notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 2004 De oorspronkelijk in 2003 uitgebrachte notitie Helderheid in de bekostiging van het Hoger Onderwijs De aanvulling in 2004 op de notitie Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs Procedure ontoereikende accountantscontrole Brief HO/CBV/05/22162 van 20 juli 2005 over de verantwoording inzet publieke middelen Informatie van Gemeenschappelijk procesmanagement over inschrijving en registratie van deelnemers Wet SLOA (Staatsblad 1997. 290) Uitvoeringsbesluit Wet SLOA (Staatsblad 1999, 357) Herziene versie subsidiëringsmodel SLOA t.b.v. uitvoering 2007 en aanvragen 2008 17

2 Controle op de jaarstukken 2.1 Doelstelling controle op de jaarstukken 1 december 2007 In dit deel van het controleprotocol staan de jaarstukken 2007 centraal. Met jaarstukken wordt in dit controleprotocol bedoeld: het bestuursverslag, de jaarrekening, de overige gegevens en de bijlagen zoals vermeld in de voor de betreffende onderwijssector relevante Richtlijn Jaarverslaggeving. Bij de technocentra wordt met jaarstukken bedoeld: het jaarverslag, bedoeld in artikel 18, en de jaarrekening, de overige gegevens en de bijlagen, zoals bedoeld in artikel 23 van de Kaderregeling Technocentra 2006 tot en met 2010. Bij de SLOA-instellingen wordt met jaarstukken bedoeld: Het financieel verslag als bedoeld in artikel 8, derde lid van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (SLOA) dat bestaat uit het verrekenformulier voorschotten en een activiteitenverslag. Het financieel verslag is onderdeel van de jaarrekening en gaat vergezeld van een vergelijking tussen de uitgaven en inkomsten die aan de projecten verbonden zijn in de periode waarop het financieel verslag betrekking heeft. Het financieel verslag beoogt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie en gaat vergezeld van een afschrift van de jaarrekening van de aanvragende instelling betreffende het kalenderjaar of eventueel kalenderjaren waarop het financieel verslag betrekking heeft. De accountantsverklaring van de instellingsaccountant bij de jaarrekening betreft de getrouwheid van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het resultaat, evenals de naleving van de wet- en regelgeving voor zover deze betrekking heeft op de toewijzing en de besteding van de rijksbekostiging door de school of de instelling. Het oordeel omtrent de naleving van wet- en regelgeving vloeit voort uit het voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. De instellingsaccountant stelt verder vast dat de overige onderdelen van de jaarstukken verenigbaar zijn met de jaarrekening. De bijlagen bij de jaarrekening zoals vermeld in de OCW-Richtlijnen Jaarverslaggeving, die ook gelden voor LNV-instellingen, zijn een toelichting op de daarmee corresponderende posten van de balans en/of exploitatierekening en maken daardoor onderdeel uit van controle van de jaarrekening met het daarvoor geldende referentiekader en de relevante toleranties. 18

De accountantscontrole en bijhorende accountantsproducten kunnen als volgt schematisch worden weergegeven: 2.2 Definities 1 december 2007 Jaarstukken Referentiekader Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole Tolerantietabel Omgaan met fouten (foutdefinities) 2.2.1 Jaarstukken Jaarstukken zijn de documenten met financiële en niet-financiële verantwoordingsgegevens, die op grond van wettelijke bepalingen door het bevoegd gezag van de bekostigde school of instelling voor onderwijs- en/ of onderzoek moeten worden opgesteld en ingediend bij het ministerie. In de sector Hoger Onderwijs omvat het begrip jaarstukken ook de onderdelen van het jaarverslag zoals beschreven in de betreffende richtlijn. Bij de andere onderwijssectoren zijn deze jaarverslagelementen thans nog optioneel. Ondanks het feit dat de vigerende wet- en regelgeving bij de verschillende onderwijssectoren niet eenduidig is waar het gaat om begripsomschrijving van het jaarverslag, is de navolgende algemene benadering te hanteren. Het jaarverslag omvat alle elementen van rapportage. Deze zijn zowel financieel als niet-financieel. Als een jaarverslag beperkt blijft tot een financiële rapportage, dan spreekt men van een financieel jaarverslag. Dit financieel jaarverslag bestaat uit het bestuursverslag, de jaarrekening, de overige gegevens alsmede de al dan niet door OCW voorgeschreven bijlagen. 19

De jaarrekening bevat de financiële verantwoording volgens een voorgeschreven model. Onder bestuursverslag wordt in dit kader verstaan: toelichtingen en achtergronden met betrekking tot het gevoerde beleid, voor zover dit gevolgen heeft voor het financiële beleid of beheer en deze informatie voor de lezer of gebruiker van het financiële jaarverslag nodig is voor het verkrijgen van een goed beeld van het gehele financiële beleid en de financiële positie. Ook bevat het bestuursverslag een analyse van de financiële positie en van het financiële beleid in relatie tot de begroting en het jaar t-1. 2.2.2 Referentiekader De instellingsaccountant heeft te maken met verschillende typen wet- en regelgeving, nl.: de onderwijswet- en regelgeving en de daarop gebaseerde normatieve bekostiging; aanvullende bekostiging waarvoor specifieke bestedingsaanwijzingen zijn verstrekt; (geoormerkte aanvullende subsidies) zoals beschreven in het overzicht wet- en regelgeving als voorgaand punt, maar dan zonder specifieke bestedingsvoorschriften (niet-geoormerkte aanvullende subsidies, ook wel bestedingssuggesties genaamd); de overige wet- en regelgeving, niet vanwege het ministerie van OCW of LNV, maar algemeen geldend (Belastingwetgeving, ARBO-wetgeving etc.). Op deze categorie wordt in het controleprotocol niet verder ingegaan. Voorschrift PO 1 juli 2007 Volgens artikel 171 in de Wet op het primair onderwijs en artikel 157 van de Wet op de expertisecentra stelt het primair onderwijs jaarlijks een jaarverslag op. Daarnaast zijn besturen voor het primair onderwijs verplicht de cijfers uit de jaarrekening elektronisch aan te leveren aan CFI. De voorschriften voor de inrichting van het jaarverslag voor de sector primair onderwijs, zijn vastgelegd in de brochure OCW-voorschrift Jaarverslaggeving voor de sector Primair Onderwijs van januari 2005. Richtlijnen VO/BVE 1 december 2007 Voor de sector VO gaat het op grond van artikel 18 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. alleen om de verplicht in te sturen jaarrekening waarin het bevoegd gezag verantwoording aflegt over het financieel beheer. Voor het bestuursverslag wordt verwezen naar pagina 10 van de brochure OCenW-Richtlijn Jaarverslaggeving sectoren VO en BVE met ingang van 2002. In de brochure OCenW-Richtlijn Jaarverslaggeving sectoren VO en BVE met ingang van het verslagjaar 2002 zijn twee regelingen opgenomen. Deze betreffen de Regeling Jaarverslag scholen voor Voortgezet onderwijs met ingang van het verslagjaar 2002 voor scholen voor voortgezet onderwijs en de Regeling Financieel Jaarverslag voor instellingen/organen in de BVE-sector met ingang van het verslagjaar 2002 voor de instellingen voor de roc s, de aoc s, Agrarische innovatie- en praktijkcentra, de vakinstellingen en de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven in de BVE-sector. De regeling voor de sector VO geldt voor het verslagjaar 2002 e.v. De regeling voor de sector BVE is voor het laatst gewijzigd met de brief van OCW gedateerd 12 januari 2004 met kenmerk F&A 2003/132762M en geldt met ingang van 2003. De regeling voor de sector VO wordt met ingang van het kalenderjaar 2007 gewijzigd. Dit houdt verband met de verplichting voor schoolbesturen om bij de jaarrekening een toelichting te verstrekken over de financiële positie. Dit betreft een nadere detaillering van de bestaande verplichting om balansposten van een toelichting te voorzien. In de brief van 23 januari 2007, kenmerk VO/F-2007/2051 is onder de kop inhoudelijk uitvoerig beschreven wat de bedoeling is. (zie Jaarverslag). 20

Technocentra De voorschriften van de Regeling Financieel jaarverslag (jaarrekening) voor instellingen/organen in de BVEsector met ingang van het verslagjaar 2002 zijn ook van toepassing op de jaarrekening van het technocentrum (artikel 23 lid 4 van de Kaderregeling Technocentra 2006 tot en met 2010). SLOA-instellingen De Regeling Jaarverslag scholen voor Voortgezet onderwijs met ingang van het verslagjaar 2002 is niet van toepassing op de SLOA-instellingen. Deze instellingen hebben als referentiekader het gestelde in de Wet SLOA, het Uitvoeringsbesluit Wet SLOA en de Handleiding subsidiëringmodel Wet SLOA. De SLOA-instellingen dienen voor het vaststellen van de subsidie jaarlijks een jaarrekening, een verrekenformulier voorschotten en het activiteitenverslag in. Richtlijnen HO 1 juli 2007 Voor het bestuursverslag wordt verwezen naar pagina 11 van de brochure OCenW-Richtlijn Jaarverslaggeving Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Volgens artikel 2.9 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek dient een instelling voor hoger onderwijs jaarlijks voor 1 juli van het jaar t+1 bij de minister een verslag in, dat bestaat uit een jaarrekening met vergelijkende begrotingscijfers, het jaarverslag en overige financiële gegevens. Voor hogescholen en universiteiten is de Richtlijn Jaarverslaggeving Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek van kracht. Deze is voor het laatst gewijzigd met de Regeling tot wijziging van de richtlijn jaarverslaggeving hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek d.d. 21 december 2004, HO/BS- 2004/61760, gepubliceerd in Gele Katern nr. 1, 2005 en met CFI/EFA-2005/130785 d.d. 18 oktober 2005 (wijziging i.v.m. de verantwoording van de topsalarissen) De brochures zijn ook elektronisch gepubliceerd, zie www.cfi.nl. Van de Richtlijn jaarverslaggeving hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is een versie beschikbaar waarin alle successievelijke wijzingen tot en met 13 maart 2004 (exclusief het model jaarrekening) zijn verwerkt. 2.2.3 Betrouwbaarheid en nauwkeuringheid van de jaarrekeningcontrole 1 december 2007 Het begrip omvangsbasis geeft aan tegen welke omvang (bedrag) het percentage goedkeuringstolerantie moet worden afgezet, bijvoorbeeld een bepaalde geldstroom of post in de verantwoording. De te hanteren omvangsbases bij de controle van de jaarstukken zijn afhankelijk van de te controleren massa de totale bijdrage OCW/LNV, bestedingen van de (geoormerkte) aanvullende subsidies/bekostiging, de balans en de exploitatierekening. Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de bekostigingsvoorwaarden streeft de instellingsaccountant naar een hoge mate van zekerheid. De instellingsaccountant richt zijn controle daartoe zodanig in, dat hij met een redelijke mate van zekerheid kan verklaren dat in de jaarrekening geen onjuistheden voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven toleranties. Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, moet uitgegaan worden van een betrouwbaarheid van 95 procent. Voor de materialiteit of goedkeuringstolerantie geldt: een accountantsverklaring met een goedkeurende strekking impliceert dat, gegeven eerder genoemde betrouwbaarheid, de meest waarschijnlijke fout niet groter is dan één procent van die verantwoording voor wat betreft de rechtmatigheid. Voor de strekking van de accountantsverklaring zijn de volgende toleranties bepalend: 21

2.2.4 Tolerantietabel 1 juli 2007 Onjuistheden (in de verantwoording Onzekerheden (in de controle) Beperking Afkeuring Beperking Oordeelonthouding Rechtmatigheid A Rechtmatigheid >1 en <3 3 >3 en <10 10 besteding (% van de totale bijdrage OCW of LNV) Getrouwheid B Balans (% van >5 en <10 10 >5 en <10 10 de (geconsolideerde) balanstelling) C Exploitatierekening >2 en <5 5 >5 en <10 10 (% van de totale baten) De toleranties onder A zijn ontleend aan het Handboek Auditing Rijksoverheid (HARo) 2006 van het Interdepartementaal Overleg Departementale Auditdiensten (IODAD). De toleranties onder B en C zijn voorgeschreven om te zorgen voor eenduidigheid in de omvang en diepgang van de door instellingsaccountants uit te voeren accountantscontrole. 2.2.5 Omgaan met fouten (foutdefinities) 1 december 2007 Van een fout in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde controle is gebleken dat een (gedeelte van) een post niet in overeenstemming is met één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin opgevat, voor zover het de naleving van de bekostigingsvoorwaarden betreft. Saldering van fouten is daarom niet toegestaan. Van een onzekerheid in het onderzoek is sprake als er onvoldoende (controle-)informatie beschikbaar is om een (gedeelte van een) post als goed of fout aan te merken. Kortom als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de bekostigingsvoorwaarden. Voor een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de instellingsaccountant fouten en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert. Het uitgangspunt is dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk door de school/instelling moeten worden gecorrigeerd. Ten aanzien van fouten in de jaarstukken geldt dat correctie veelal niet mogelijk is omdat de besteding reeds plaats heeft gevonden. Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten geldt voor de accountantscontrole van de jaarstukken: Ten aanzien van het getrouwe beeld van de jaarrekening hoeven scholen en instellingen fouten beneden de controletolerantie niet te corrigeren en de instellingsaccountant hoeft ze niet te rapporteren. Het effect op de vermogenspositie (de belangrijkste informatievraag voor OCW) is namelijk gering. 22

Met betrekking tot de rechtmatigheid van de besteding van de rijksbijdrage wordt onderscheid gemaakt tussen materiele en niet-materiële fouten. De school/instelling corrigeert voor zover mogelijk geconstateerde fouten. De school of instelling kan echter dergelijke fouten meestal niet corrigeren. De instellingsaccountant informeert het bestuur en het interne toezichthoudende orgaan hierover conform de geldende beroepsvoorschriften. Materiële fouten (dwz fouten groter dan de goedkeuringstolerantie) hebben invloed op de strekking van de accountantsverklaring en worden uit dien hoofde in de accountantsverklaring toegelicht. Ten aanzien van niet-materiële fouten (dwz fouten kleiner dan de goedkeuringstolerantie) stelt de instellingsaccountant een rapport van bevindingen op zoals opgenomen in Accountantsproducten / Rapportering met inachtneming van de geldende rapportagetolerantie. 2.3 Jaarrekening algemeen 1 december 2007 Algemeen Richtlijnen jaarverslaggeving per sector Bestuurlijke fusie Europese aanbesteding Treasurybeleid Afhandeling jaarrekeningen Afhandelingscorrespondentie voorgaande jaren 2.3.1 algemeen 1 december 2007 Dit controleprotocol geeft per post van de jaarrekening: het referentiekader: de controlecriteria De controlecriteria worden altijd gevormd door de beroepsvoorschriften voor instellingsaccountants zoals opgenomen in de Controle- en Overige Standaarden (COS). Met betrekking tot een aantal posten en/of stromen zijn in dit controleprotocol ook een aantal specifieke criteria opgenomen die voortvloeien uit wet- en regelgeving. De school/instelling dient zich te houden aan deze wet- en regelgeving. De instellingsaccountant stelt vast dat dit is gebeurd. de verslaggevingscriteria De verslaggevingscriteria vloeien voornamelijk voort uit de specifieke verslaggevingsrichtlijn per sector, maar in een aantal gevallen kan ook andere wet- en regelgeving bepalingen bevatten over de wijze waarop een school/instelling verslag doet. de toleranties Voor elke post gelden voor de foutevaluatie bij de oordeelvorming de goedkeuringstoleranties op jaarrekeningniveau zoals opgenomen in de tolerantietabel. Op basis van de goedkeuringstolerantie bepaalt de instellingsaccountant of hij al dan niet een goedkeurende accountantsverklaring af kan geven bij de jaarrekening. Voor alle posten, exclusief de hieronder opgenomen posten, geldt een standaard rapportagetolerantie van 0,1%. De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten worden. Zie verder omgaan met fouten. Voor de posten/onderwerpen: Geoormerkte aanvullende subsidies / bekostiging met een bestedingsverplichting (1% CT, 0% RT) Europese aanbesteding (1% CT, 0% RT) Treasurybeleid (0% CT, 0% RT) Topinkomens (0% CT, 0% RT) 23