December 2015 - Jaargang 2 Josine, Rubén en Eva s Tips&Tricks #8 APP: een ziekteverwekker en opportunist
Lung Health APP: EEN ZIEKTEVERWEKKER EN OPPORTUNIST De bacterie Actinobacillus pleuropneumoniae, afgekort als APP, is de veroorzaker van eenzijdige bloederige longontsteking en borstvliesontsteking bij varkens. Afhankelijk van het type APP-bacterie en de omstandigheden kan een infectie hyperacuut, acuut of chronisch verlopen (tabel 1). Tabel 1 Verloop van infectie Hyperacuut Acuut Chronisch Waar zit APP en hoe verspreidt het? Klinisch beeld Sterfte zonder voorafgaandelijke symptomen Koorts, (zware) hoest, pompende ademhaling Aanhoudende hoest, verminderde groei, veel slachtvarkens met pleuritis /borstvliesontsteking Op varkensbedrijven waar APP aanwezig is, zijn zeugen vaak drager van APP ter hoogte van de tonsillen (keel). Via direct contact kan een zeug de bacterie overdragen naar haar biggen. Het is een klein deel van de biggen (<20%) dat geïnfecteerd wordt tijdens de zoogperiode. De grootste verspreiding van APP vindt plaats door neus-neus contact in de biggenbatterij en vleesvarkensstal. Factoren die leiden tot ziekte Het is belangrijk om te weten dat veel varkens drager zijn van APP zonder ziektesymptomen te vertonen. De verspreiding binnen het bedrijf of de insleep via aangekochte dieren gebeurt vaak onopgemerkt. Het is wanneer de weerstand van een varken verzwakt dat de bacterie de mogelijkheid heeft om door te breken. De APP bacterie is in feite een opportunist die zich schuilhoudt in de keel van het varken en wacht totdat de omstandigheden gunstig voor hem zijn. De APP bacterie spreidt dan van de keel naar de longen en richt daar grote schade aan via de productie van gifstoffen, de zogenaamde APX toxines (APX1, APX2, APX3 en APX4). Hoe meer gifstoffen er geproduceerd worden door de APP bacterie, hoe sneller de ziekte verloopt.
APP is een multifactoriële aandoening. Dat wil zeggen dat verschillende factoren bijdragen tot het ontstaan van ziekte. Het stalklimaat is een belangrijke trigger voor APP. Met name in de overgangsseizoenen (herfst en lente) zijn er grote temperatuurschommelingen mogelijk tussen dag en nacht met risico op tocht in de stal. De voornaamste risicofactoren en gepaste preventieve maatregelen zijn samengevat in tabel 2. Tabel 2. Voornaamste risicofactoren voor een APP uitbraak Risicofactor Stalklimaat Stress Co-infecties Insleep van een bedrijfsvreemde APP-bacterie Preventieve maatregel vergeet niet na de zomer de luchtinlaat te verkleinen vermijd windinvloed ter hoogte van de luchtinlaat zorg voor een correct werkende temperatuursensor in elke afdeling zorg dat de ventilator stabiel draait bij minimum-ventilatie (minimum toerental, referentie: 350 t/min) laat bij twijfel de klimaatinstellingen nakijken door de installateur correcte bezettingsdichtheid zo weinig mogelijk verhokken rustige omgang met de varkens Bijkomend onderzoek van longen/bloedstalen kan uitsluitsel geven over een gelijktijdige infectie met M. hyopneumoniae, PRRSv of griep. Na het stellen van een diagnose kunnen gerichte preventieve maatregelen genomen worden. Vermijd de insleep van APP bacteriën waar de zeugen nog geen weerstand tegen hebben. eigen aanfok van gelten, aankoop van APP-vrije gelten of aankoop van dieren met een gekende gezondheidsstatus. zorg voor een quarantaine - en acclimatisatieperiode neem preventieve maatregelen voordat APP-negatieve gelten geïntroduceerd worden in een APP-positief bedrijf Tot welke leeftijd reikt de bescherming via de moederzeug? De rol van de zeug in het APP verhaal is tweeledig. Enerzijds kan zij de APP bacterie overdragen naar haar biggen (= negatief aspect) maar anderzijds geeft een APP-positieve zeug bescherming aan haar biggen via antistoffen in de biestmelk (= positief aspect). De concentratie aan APP-antistoffen in de biestmelk is afhankelijk van de mate waarin de zeug in contact kwam met APP. Een gelt die nog niet met de APP bacterie in contact gekomen is (en ook niet gevaccineerd werd tegen APP) zal geen antistoffen doorgeven aan haar biggen. Er is daardoor een grote variatie tussen tomen en tussen bedrijven. Figuur 1 toont de gemiddelde hoeveelheid APP-antistoffen in het bloed volgens leeftijd van biggen (MSD database 2014-2015, 15 Vlaamse bedrijven). Uit de analyse van de MSD database kunnen we afleiden dat beschermende antistofniveaus gemiddeld aanhouden tot 6 à 8 weken leeftijd.
log 2 14 13 Verloop van APP-antistoffen na biestopname APX1 APX2 12 APX3 11 10 OMP bescherming 9 8 7 6 4 6 8 10 12 14 Leeftijd (weken) Figuur 1. Het gemiddeld niveau van antistoffen tegen drie gifstoffen van de APP-bacterie: APX1, APX2 en APX3 in het bloed (MSD database 2014-2015, 15 Vlaamse bedrijven). Groene lijn = drempelwaarde voor bescherming. Op 2/3 van de bedrijven dalen de APP-antistofniveaus tussen 6 wkn en 9 wkn leeftijd onder de drempelwaarde voor bescherming. Op enkele bedrijven houdt de bescherming aan tot 10 wkn leeftijd. Er zijn duidelijk verschillen tussen bedrijven. De hoeveelheid antistoffen in de biestmelk en de biestopname bepalen tot welke leeftijd de bescherming via de moederzeug reikt. Aandachtspunten voor een goede bescherming via de biestmelk zijn: Zorg voor een homogene immuunstatus bij zeugen en gelten Besteed veel zorg aan een goede biestopname Vermijd insleep van bedrijfsvreemde APP (zie tabel 2) De hoekstenen van een goede preventieve aanpak Omdat een APP infectie zeer acuut kan verlopen, is het zaak om sterk in te zetten op preventie. Dat is in eerste instantie het (h)erkennen van risicofactoren en deze proberen zo goed mogelijk uit te schakelen. In aanvulling daarop kan men via een preventieve vaccinatie de symptomen en sterfte ten gevolge van APP infecties verminderen. Het gemiddeld niveau van APP antistoffen in het bloed bepaalt wanneer de vaccinatie het beste kan gebeuren. Hoe langer de antistofniveaus op een hoog niveau blijven, hoe verder het optimaal vaccinatiemoment verschuift naar een latere leeftijd. Om het correct inzetten van vaccinatie te ondersteunen, heeft MSD Animal Health een service ontwikkkeld ( APP VensterCheck ). Deze service bestaat uit het onderzoek van APP-antistoffen bij biggen van 6 t/m 14 wkn leeftijd, het in kaart brengen van de gemiddelde antistofniveaus (zoals in Fig.1) en het opstellen van een vaccinatieschema op maat van het bedrijf.
Om te onthouden 1. Waar zit APP en hoe spreidt het? Op varkensbedrijven waar APP aanwezig is, zijn zeugen vaak drager. Overdracht van APP gebeurt van zeug naar big en vervolgens van big naar big. De grootste spreiding vindt plaats aan het einde van de batterijperiode en in de vleesvarkensstal. 2. Wordt ieder varken dat geïnfecteerd wordt met APP ook ziek? Neen. Varkens kunnen drager zijn van de APP bacterie ter hoogte van de keel zonder ziektesymptomen te vertonen. Op moment dat de weerstand van het varken verzwakt, heeft APP de mogelijkheid om ziekte te veroorzaken. 3. Wat zijn de voornaamste risicofactoren voor een APP uitbraak? Een ongunstig stalklimaat, stress (bv. door overbezetting of door transport), andere infecties ter hoogte van het ademhalingsstelsel en insleep van een bedrijfsvreemde APP-bacterie. 4. Tot welke leeftijd reikt de bescherming via de moederzeug? De concentratie aan antistoffen in de biestmelk en de biestopname bepalen tot welke leeftijd de bescherming via de moederzeug reikt. Uit de analyse van de MSD database kunnen we afleiden dat de bescherming gemiddeld aanhoudt tot 6 à 8 weken leeftijd. 5. Zijn er grote verschillen tussen bedrijven wat betreft de bescherming via de moederzeug? En welke gevolgen heeft dat? Ja. Onderzoek van APP-antistoffen laat zien dat de duur van bescherming varieert van 5 tot 10 wkn leeftijd. De leeftijd waarop biggen gevoelig worden voor een APPinfectie kan dus sterk verschillen. Het niveau van APP-antistoffen in het bloed van biggen is ook van belang wanneer men biggen wil gaan vaccineren. Hoe langer de antistofniveaus op een hoog niveau blijven, hoe verder het optimaal vaccinatiemoment tegen APP verschuift naar een latere leeftijd. MSD Animal Health heeft een service ontwikkkeld, APP VensterCheck, waarbij er via bloedonderzoek een vaccinatie schema bepaald wordt op maat van het bedrijf.
PUB2015_256 Parasite Control Reproductive Performance Intestinal Health Lung Health Neonatal Health MSD Animal Health - Lynx Binnenhof 5, 1200 Brussel, Belgium Tel: +32 2 370 94 01 - E-mail: MSD.AH.Info@merck.com - www.msd-animal-health.be Inschrijven via http://www.tipsentricksvarkens.be/ THE SCIENCE OF HEALTHIER ANIMALS