College van burgemeester en schepenen van 07 januari 2019 Uittreksel uit het notulenboek

Vergelijkbare documenten
Deontologische code lokaal bestuur Alveringem

DAGORDE PUNT 3 : DEONTOLOGISCHE CODE VOOR OCMW-MANDATARISSEN - VASTSTELLING.

Deontologische code voor de lokale mandatarissen van Sint- Pieters-Leeuw

Deontologische code. Toepassingsgebied

Deontologische code voor lokale mandatarissen

DEONTOLOGISCHE CODE VAN DE MANDATARISSEN Goedkeuring gemeenteraad 23 mei 2019

GEMEENTE ASSENEDE DEONTOLOGISCHE CODE GEMEENTERAAD EN COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

STAD LEUVEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

DEONTOLOGISCHE CODE. mandatarissen van Waregem

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET BIJZONDER COMITÉ SOCIALE DIENST

Deontologische code vast bureau (goedgekeurd in zitting van 7 juni 2019)

OCMW LEUVEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VAST BUREAU

Huishoudelijk reglement van de deputatie (Artikel 55 Provinciedecreet)

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Gemeente en OCMW Kuurne

Uittreksel uit de notulen van de OCMW raad van Jabbeke, dd. 06 mei 2019

Deontologische code voor de lokale mandatarissen van de Stad/OCMW Roeselare

Gedragscode voor wethouders van de gemeente Venray Gedragscode voor wethouders van de gemeente Venray

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 31 januari 2019 AFDELING INTERNE ZAKEN - Juridische zaken

Besluit van de Deputatie

Gedragscode voor de burgemeester van de gemeente Venray. Gedragscode voor de burgemeester van de gemeente Venray

van het OCMW Maldegem voor de legislatuur

Gedragscode voor raadsleden van de stad Antwerpen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

Artikel 1. Artikel 2

Deontologische code voor lokale mandatarissen

Deel 1. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

GEDRAGSCODE VOOR DE ADVIESCOMMISSIES VAN DE GEMEENTE VALKENSWAARD

Deontologische code GEMEENTERAAD EN COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN KOKSIJDE

Gedragscode voor collegeleden van de stad Antwerpen

Huishoudelijk reglement gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

Regels voor een zuivere besluitvorming

Verslag van de OCMW-raad van 11 april 2019

Gemeenteraadsvoorzitter

2. Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van Linter

Deontologische commissie huishoudelijk reglement

Deontologische code OCMW-raad Zitting van 24/1/2019

DEONTOLOGISCHE CODE VOOR LOKALE MANDATARISSEN

verslag college van burgemeester en schepenen dinsdag 8 januari :00 uur

Besluitenlijst van het vast bureau van 15 januari 2019

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE STEKENE. Gemeenteraad van 27 maart Openbare vergadering

2. Huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn van Linter

De commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, de ondervoorzitter.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

VAST BUERAU VERGADERING VAN 4 MAART 2019

Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk

Statuten Ouderenadviesraad Gemeente Brecht

Huishoudelijk reglement voor de gemeente- en OCMW-raad van Hulshout

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 18 FEBRUARI 2019 TOELICHTINGSNOTA DIENST SECRETARIE

DE GEMEENTERAAD. Gelet op de artikelen 3, 43 2, 14 en 199 en 200 van het gemeentedecreet;

Aan de slag. Aan de slag als gemeenteraadslid Introductiesessies voor gemeenteraadsleden avond 2. Inhoud van deze avond 7/02/2013

(art. 18, volgens art. 74 DLB) (art. 19 en 20, volgens art. 74 DLB)

Gedragscode voor de leden van het Europees Parlement inzake financiële belangen en belangenconflicten

Vrije Basisschool De Papaver Adegemdorp 16a 9991 Adegem. Ouderraad: huishoudelijk reglement

GEDRAGSCODE VOOR DE BURGEMEESTER EN DE WETHOUDERS

VERGADERING VAN 28 JANUARI 2019 Aanwezig : MM. EVRARD Sandy, burgemeester-voorzitter; DEVELTER Kim, HELLEM Maïté, VERDRU Melanie, schepenen; TANCRE

BIJEENROEPING van de GEMEENTERAAD

Gedragscode gemeenteraad. (Schijn van) belangenverstrengeling. (Schijn van) corruptie. Deze gedragscode geldt voor raadsleden en fractie-assistenten.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

GO-raM. Gemeenteraadsagenda OCMW-raadsagenda Merksplas

1902 ( ) Nr. 1 5 februari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet. van de heer Filip Dewinter

van De raad voor maatschappelijk welzijn is vergaderd in de vergaderzaal van het sociaal huis in openbare zitting.

MOTIVERING Context, relevante voorgeschiedenis en fasen Juridische grond Argumentatie BESLUIT Juridische grond

In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.

Aan de slag als raadslid

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG GLABBEEK

Sint-Donatusinstituut Middenschool Bovenbouw Merchtem

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK

Deontologische code voor mandatarissen Regels voor een zuivere besluitvorming

Goedgekeurd door de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 27 mei 2019 DEONTOLOGISCHE CODE LOKALE MANDATARISSEN

Deontologische code voor Ranstse mandatarissen Regels voor een zuivere besluitvorming

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Huishoudelijk reglement directiecomité AGB

Gedragscode. Voor de bestuurders van de gemeente Zandvoort

Deontologische code voor lokale mandatarissen

Seniorenadviesraad Galmaarden

GEMEENTE LINTER Deontologische code voor lokale mandatarissen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN STAD HASSELT

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Uittreksel uit de pocket Het statuut van de lokale mandataris. 4.1 De cumulatie van een lokaal politiek mandaat met een parlementair mandaat 1

Huishoudelijk reglement vast bureau

Corporate governance comité. Huishoudelijk. Reglement ELIA SYSTEM OPERATOR NV

Gecoördineerde versie van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris 1

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING STAD NIEUWPOORT

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Gemeente Heist-op-den-Berg

goedkeuring door gemeenteraad

Gemeente-, OCMW- en provinciedecreet gewijzigd voor meer efficiënte Vlaamse lokale besturen

HOE WERK IK ALS GEMEENTERAADSLID?

Raad van bestuur 2 mei 2019

GECORO WAREGEM Huishoudelijk reglement

Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden. Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013.

DECREET. houdende oprichting van de naamloze vennootschap Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VAST BUREAU OCMW HASSELT

DEONTOLOGISCHE CODE VOOR LOKALE MANDATARISSEN

Deontologische code voor lokale mandatarissen Gemeenteraad

Transcriptie:

College van burgemeester en schepenen van 07 januari 2019 Uittreksel uit het notulenboek Aanwezig Afwezig Stany De Rechter: burgemeester; Kris Van Duyse, Lorette De Permentier, Gunter Van Campenhout, Pieter De Witte, Dirk Backaert: schepenen; Dirk de Vetter: algemeen directeur Besloten vergadering 3. Secretariaat / Vaststellen huishoudelijk reglement en deontologische code van het college van burgemeester en schepenen UDC-code - 2.075.2: COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN : ALGEMEENHEDEN :samenstelling,rangorde, reglement van inwendige orde, taakverdeling, handtekeningen, vergaderingen, agenda, notulen, registers der notulen Het college Motivering voorgeschiedenis Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen neemt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement aan waarin het nadere regels vaststelt over zijn werking. Het college van burgemeester en schepenen heeft dezelfde deontologische code als die welke aangenomen is voor de gemeenteraad met toepassing van artikel 39. Juridische grond Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 50, 54 en 83 over het huishoudelijk reglement Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2018, artikel 55 en 83 over de deontologische code. Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2018, artikel 286 en 287 over de bekendmakingsplicht. Omzendbrief KB/ABB/2018/4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2018 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 1. Na beraadslaging Gaat over tot de mondelinge stemming. Besluit met eenparigheid van stemmen Artikel 1 Het huishoudelijk reglement van het college vast te stellen als volgt : Bijeenroeping van het college Art. 1 - Het college van burgemeester en schepenen vergadert wekelijks of zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen. De oproeping wordt ten minste 2 dagen voor de vergadering elektronisch ter beschikking gesteld van de collegeleden. De oproeping vermeldt de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten worden voldoende duidelijk omschreven.

Art. 2 - De burgemeester kan in spoedeisende gevallen buitengewone vergaderingen bijeenroepen, op de dag en het uur die hij bepaalt. Aanwezigheidsquorum Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen kan alleen beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de leden aanwezig is. Art. 4 - Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de burgemeester de vergadering voor geopend. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de burgemeester vast dat de vergadering niet kan doorgaan. De zitting wordt dan geannuleerd. Wijze van vergaderen Art. 5 - De vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen niet openbaar. Art. 6 - De burgemeester zit het college van burgemeester en schepenen voor en opent en sluit de vergaderingen. Art. 7 - Het is voor de burgemeester en schepenen verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarbij zij belang hebben waarvan zij niet met voldoende zekerheid kunnen geacht worden afstand te kunnen nemen, zoals bepaald in artikel 27 van het Decreet lokaal bestuur. Wijze van stemmen Art. 8 - Vóór elke stemming omschrijft de burgemeester het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken. De besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Onder volstrekte meerderheid van stemmen wordt verstaan meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen verdaagt het college van burgemeester en schepenen de zaak tot een volgende vergadering. Als de meerderheid van het college van burgemeester en schepenen de zaak vóór de behandeling ervan echter spoedeisend heeft verklaard, is de stem van de voorzitter van het college van burgemeester en schepenen beslissend. Hetzelfde geldt als er op twee achtereenvolgende vergaderingen over dezelfde zaak een staking van stemmen is. In afwijking van het voorgaande lid is het voorstel, in geval van staking van stemmen, verworpen, als het college van burgemeester en schepenen optreedt als tuchtoverheid. Art. 9 - De stemmingen zijn niet geheim, behalve over de volgende aangelegenheden: a) de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen; b) de aanwijzing van de leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen; c) de beëindiging van een mandaat als vermeld in punt b); d) individuele personeelszaken. Art. 10 - Er zijn drie mogelijke werkwijzen van stemmen: - stemming bij handopsteking - mondelinge stemming - geheime stemming

De collegeleden stemmen bij mondelinge stemming. De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming. Art. 11 - Voor elke benoeming in ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt een afzonderlijke stemming gehouden. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur. Notulen Art. 12 - Overeenkomstig artikel 104 van de Nieuwe Gemeentewet worden alleen de beslissingen opgenomen in de notulen, en kunnen alleen die beslissingen rechtsgevolgen hebben. Elk lid van het college van burgemeester en schepenen heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de burgemeester en de algemeen directeur ondertekend. De notulen worden uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen die volgt op de vergadering van het college van burgemeester en schepenen waarop de notulen zijn goedgekeurd via het extranet ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. Werking Art. 13 - Het college van burgemeester en schepenen beslist collegiaal. Collegiale besluitvorming impliceert dat het college van burgemeester en schepenen een beraadslagende vergadering is die haar bevoegdheden alleen op een collectieve wijze kan uitoefenen. Er is dus geen delegatie door het college mogelijk aan de individuele schepenen. Onder de collegeleden wordt een taakverdeling vastgelegd bij afzonderlijk collegebesluit. Dit besluit verleent geen enkele macht, maar houdt louter een werkindeling in met het oog op de voorbereiding van zaken waarover het college collegiaal heeft te beslissen. Het college van burgemeester en schepenen is in het algemeen bevoegd voor beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. Het college van burgemeester en schepenen oefent de bevoegdheden uit die hem door de gemeenteraad zijn gedelegeerd of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen zijn toevertrouwd. Bevoegdheden Art. 14-1. Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor. Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

2. Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van het decreet lokaal bestuur, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen. 3. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: 1 de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels; 2 het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel, met behoud van de toepassing van de bevoegdheid van de gemeenteraad, vermeld in artikel 41, tweede lid, 6, van het decreet lokaal bestuur en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de gemeenteraad is opgedragen; 3 het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad; 4 het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten; 5 de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in artikel 41, tweede lid, 8 van het decreet lokaal bestuur; 6 de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten voor de opdrachten waarvoor de gemeenteraad dat nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd; 7 de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt; 8 de daden van beschikking: a) over roerende goederen, met uitzondering van het aangaan van de dadingen; b) over verhuring, concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de gemeenteraad bevoegd blijft; 9 het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente, behalve in geval van toepassing van artikel 297, 1, tweede lid; 10 de burgerlijke stand en de politie over de vertoningen overeenkomstig artikel 125, 126, 127, 130 en 132 van de Nieuwe Gemeentewet; 11 het opleggen van administratieve sancties overeenkomstig artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet; 12 de vaststelling van de rooilijnen van de wegen, met inachtneming van de algemene plannen als dergelijke plannen bestaan; 13 het afsluiten van een afsprakennota als vermeld in artikel 171, 2 van het decreet lokaal bestuur. 4. Als de gemeenteraad geen delegatie gegeven heeft voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten, met toepassing van artikel 41, 1 van het decreet lokaal bestuur, kan het college van burgemeester en schepenen in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden op eigen initiatief die bevoegdheden uitoefenen. 5. Het college van burgemeester en schepenen is verantwoordelijk voor de zorg voor het gemeentearchief waaronder de titels. 6. Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van: 1 alle extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente, hun statuten en de overeenkomsten die ze hebben gesloten met de gemeente; 2 alle verenigingen, stichtingen en vennootschappen waarin de gemeente deelneemt; 3 alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt, hun statuten en de overeenkomsten die ze hebben gesloten met de gemeente.

Minstens eenmaal per jaar wordt de gemeenteraad op de hoogte gebracht van het geactualiseerde overzicht met een toelichting van alle wijzigingen die zich sinds de vorige toelichting hebben voorgedaan. Wedden Art. 15 De burgemeester en de schepenen, uitgezonderd de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst die met toepassing van artikel 42, 1, derde lid van het decreet lokaal bestuur, schepen is, krijgen ten laste van de gemeente een wedde, een vakantiegeld, een eindejaarspremie en een uittredingsvergoeding. De voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, vermeld in artikel 42, 1, derde lid van het decreet lokaal bestuur, krijgt ten laste van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een wedde, een vakantiegeld, een eindejaarspremie en een uittredingsvergoeding. De wedde, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de uittredingsvergoeding van de burgemeester en van de schepenen omvatten de vergoeding voor hun opdracht als voorzitter of als lid van het vast bureau en, in voorkomend geval, als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst. De wedde, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de uittredingsvergoeding van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, vermeld in artikel 42, 1, derde lid van het decreet lokaal bestuur, omvatten de vergoeding voor zijn opdracht als schepen. De Vlaamse Regering stelt het bedrag, de wijze van betaling en de toekenningsvoorwaarden van de wedde, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de uittredingsvergoeding, vermeld in het eerste en het tweede lid, vast, rekening houdend met het inwonersaantal van de gemeente. De wedde van de burgemeester wordt uitgedrukt als een percentage van de parlementaire vergoeding van de leden van het Vlaams Parlement, met uitsluiting van de forfaitaire onkostenvergoeding, de eindejaarspremie en het vakantiegeld. De wedde van de schepenen en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, vermeld in artikel 42, 1, derde lid van het decreet lokaal bestuur, wordt vastgesteld op basis van de wedde van de burgemeester. De uittredingsvergoeding wordt toegekend binnen de volgende grenzen: 1 een maand uittredingsvergoeding per gepresteerd jaar, met een maximum van twaalf maanden; 2 de vergoeding wordt niet uitgekeerd aan een lid van de deputatie, een provinciegouverneur, een ambassadeur, een lid van het parlement, een lid van een gemeenschaps- of gewestregering, een minister of een staatssecretaris, een lid van het Grondwettelijk Hof en evenmin aan uittredende mandatarissen die een bezoldigd ambt hebben aanvaard in een internationale of parastatale instelling; 3 de uittredingsvergoeding vervalt als de betrokkene een beroepsinkomen verwerft. De betrokkene kan vragen om het verschil bij te passen als dat inkomen lager is dan de uittredingsvergoeding. Art. 16-1. In een gemeente met minder dan 50.000 inwoners vult de gemeente de wedde van de burgemeester, van de schepen die of het gemeenteraadslid dat de burgemeester vervangt, van een schepen die of van een gemeenteraadslid dat een schepen vervangt, die wettelijke of reglementaire bezoldigingen, pensioenen, vergoedingen of toelagen krijgen, aan met een bedrag ter compensatie van het inkomensverlies dat de betrokkene lijdt, op voorwaarde dat de mandataris daar zelf om verzoekt en het geen onderwerping aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders of aan de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden betreft. De algemeen directeur stelt vast of aan de voorwaarden is voldaan. Die wedde, aangevuld met het bedrag ter compensatie van het inkomensverlies, kan nooit hoger zijn dan de wedde van, naargelang het geval, de burgemeester of een schepen van een gemeente met 50.000 inwoners. 2. Als ten gevolge van de toekenning van de bezoldiging, vermeld in artikel 149 van het decreet lokaal bestuur, andere wettelijke of reglementaire bezoldigingen, vergoedingen of toelagen

verminderd worden of vervallen, vermindert de gemeenteraad, op verzoek van de burgemeester of de betrokken schepen, die bezoldiging overeenkomstig dat verzoek. Hetzelfde geldt voor de schepen die of het raadslid dat de burgemeester vervangt, of voor het raadslid dat een schepen vervangt. Dragen van de sjerp Art. 17 - De burgemeester en schepenen dragen hun sjerp alleen naar aanleiding van en bij de openbare uitoefening van hun bevoegdheid ter gelegenheid van evenementen of plechtigheden die uitsluitend op het grondgebied van de gemeente plaatsvinden. De burgemeester en de schepenen dragen hun sjerp over hun rechterschouder, met de knoop in hun linkerzijde, waarbij het zwart zich het dichtst bij de hals bevindt. Bij de beëindiging van hun ambt of bij een tuchtrechtelijke schorsing is de betrokken mandataris niet gerechtigd om zijn sjerp te dragen. Deontologische code voor de lokale mandatarissen Toepassingsgebied Art. 18 - De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen. Voor de gemeente worden hieronder begrepen: - de voorzitter van de gemeenteraad - de gemeenteraadsleden, - de burgemeester, - de schepenen. Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt. Belangenvermenging en de schijn ervan Art. 19 - Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft. Art. 20 - Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt. Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 1, 3 en 4 Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8 Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596 Art. 21 - Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces. Art. 22 - Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

Art. 23 - Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen. Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10 Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11 Art. 24 - Een lokale mandataris mag de in artikel 27 2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan. Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 2 en 3 Art. 25 - Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur. Art. 26 - Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Art. 27 - De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen, conform het BVR van 30 november 2018 houdende het gebruik van open standaarden door de lokale besturen en tot nadere regeling van de databank van de lokale mandatarissen en van de databank van de leidende ambtenaar. Corruptie en de schijn ervan Art. 28 - Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden. Art. 29 - Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan. Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245 Het aannemen van geschenken Art. 30 - Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar mandaat worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt: - Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen. - De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats. - Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar. - Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit. Art. 31 - Als geschenken in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur. Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.

Art. 32 - De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid. Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten Art. 33 - Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt: - Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar. - De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal. Art. 34 - Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden. Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties) Art. 35 - Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt: - De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk. - De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, ). - De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal. Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken Art. 36 - Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad. Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur Art. 37 - Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur. Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 1 Art. 38 - Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement. Art. 39 - Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn over onkostenvergoedingen. Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38 Omgaan met informatie Art. 40 - De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

Art. 41 - Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft. Art. 42 - Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt. Art. 43 - Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen ). Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458 Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 4 Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28 Art. 44 - Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie. Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 2 Art. 45 - Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen. Art. 46 - Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd. Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen Art. 47 - Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente. Art 48 - Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie. Art. 49 - Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op. Art. 50 - Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden. Naleving en handhaving van de deontologische code Art. 51 - De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen. Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk: - het voorkomen van mogelijke schendingen - het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

- het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code - het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code 1. Het voorkomen van mogelijke schendingen Art. 52 - Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. Art. 53 - Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. 2. Het signaleren van vermoedens van schendingen Art. 54 - Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad, die dan meteen doorverwijst naar de daartoe aangewezen persoon of instantie om een vooronderzoek te doen. 3. Het onderzoeken van vermoedens van schendingen Art. 55 - Wanneer er na vooronderzoek door de aangewezen instantie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan opdracht gegeven worden tot het verrichten van een uitgebreid onderzoek hiernaar. 4. Het zich uitspreken over schendingen Art. 56 - Wanneer vaststaat dat er sprake is van overtreding van een regel van de deontologische code, kan dit leiden tot een uitspraak van de gemeenteraad over de betreffende mandataris die de schending heeft begaan. Artikel 2 De burgemeester maakt het besluit en de inhoud ervan bekend via de webtoepassing van de gemeente in uitvoering van artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur. Namens het college (get) Dirk de Vetter algemeen directeur VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT (get) Stany De Rechter burgemeester Stekene, Dirk de Vetter algemeen directeur Stany De Rechter burgemeester