Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 32a, zesde en achtste lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

Vergelijkbare documenten
Artikel 2 De locatie en omvang van de opstelling voor zonne-energie

De planologie van zonne-energie

Ruimtelijke spelregels voor zon op de grond in Noord-Holland

Gelet op artikel 19, zesde lid, aanhef en onderdeel b van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Leijgraaf, De Mortel Gemert-Bakel

Het Instellingsbesluit Adviescommissie Schade Grondwater 2015 wordt als volgt gewijzigd:

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Gemengd gebied, Waalwijk

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Gelet op artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord- Holland;

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Ontwerp wijziging PRVS

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Rol provincie bij nieuwbouw. Klik op de kavels voor meer informatie. De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever.

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; De Uitvoeringsregeling groen Noord-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

Gelet op artikel 1.2 van de Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord- Holland;

Overwegende dat het gewenst is om de regels te actualiseren omtrent de toepassing van artikel 16 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

Overwegende dat bij de laatste wijziging abusievelijk een aantal bevoegdheden niet zijn opgenomen en dit hersteld moet worden;

Beleidsregel bebouwde kommen De Fryske Marren

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling ruimte voor ruimte 2015

Inventarisatie WOB verzoek. Documenten

overwegende dat het noodzakelijk is dit besluit op onderdelen in verband met technische wijzigingen aan te passen;

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Locht 125, Veldhoven. vastgesteld

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte ivm plan Sportpark Zegenwerp, Sint-Michielsgestel

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

Gelet op artikel 32, zesde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt:

Particuliere zonneakkers in het buitengebied van de gemeente Lingewaard

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

R-RE/2013/224 R-RE. reg.nr.: UH. Ingek. 2 2 FEB 2013

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; 2. In het derde lid wordt vierde vervangen door: derde.

Beleidsregel bebouwde kom Wet milieubeheer/wet geurhinder en veehouderij

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

lil PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad Eerste wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Waterverordening waterschap Rivierenland

Kennis te nemen van de getekende cao provincies

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; wijziging van de Uitvoeringsregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL )

gelet op het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens,

Overwegende dat het gewenst is om een regeling op te stellen om subsidies te kunnen verstrekken voor bodemsaneringsprojecten in Noord-Holland 2015;

Provincie Noord-Holland

onderwerp Regeling financiële compensatie ruimte voor ruimte en lintbebouwing 201 1

MEMORIE VAN TOELICHTING AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

Gemeente Someren lngekomen 2 5 OKT I Nr.

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Overwegende dat het om uitvoeringstechnische redenen gewenst is de Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval Noord-Holland 2016 te wijzigen;

Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Hoek ongenummerd Bergeijk

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Beknopte beleidsnotitie voor zonne-energie gemeente Leeuwarderadeel Versie : ontwerp Datum : 1 februari 2016

VERZONDEN 2 6 MEI 20U. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Provinciale Staten van Noord-Holland; Besluiten: Artikel I

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Effenseweg tussen nr 45 en 49, Breda

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten: Artikel I De Verordening stedelijke vernieuwing Noord- Holland 2011wordt als volgt gewijzigd:

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rond Deel 12, Bladel. vastgesteld

Provincie Noord-Holland

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan De Ploeg 2016 Bergeijk

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant;

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

PS2010RGW Datum : 9 november 2010 Nummer PS: PS2010RGW26 Afdeling : AVV Commissie : RGW Registratienummer : 80873DBF Portefeuillehouder : Krol

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2017

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie groen Noord-Holland 2013.

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie. Provinciale structuur: (Bebouwings-) linten. Twisk, Dorpsweg Theo Baart

Aanwijzingsbesluit Uniforme bebouwde kom Heemskerk 2014

Geconsolideerde versie Beleidsregel bescherming landschap 2008, inclusief wijziging januari 2014

Ruimtelijke onderbouwing

Gedeputeerde staten van Noord-Holland; Besluiten vast te stellen:

Provincie Noord-Holland

Provinciaalblad 20 maart 2019 nr. 2078

PROVINCIAAL BLAD. De ambtenaar en zijn leidinggevende houden periodiek een planningsgesprek en een voortgangsgesprek.

Transcriptie:

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 oktober 2017, nr. 985797/1008248, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonneenergie in het landelijk gebied (dorpslinten en stimuleringsgebieden zonne-energie) Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Overwegende dat het wenselijk is de Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonne-energie in het landelijk gebied aan te vullen met de relevante verstedelijkingsstructuur dorpslinten en te voorzien van een specifieke regeling voor stimuleringsgebieden zonneenergie; Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 32a, zesde en achtste lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening; Besluiten: ARTIKEL I De Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonne-energie in het landelijk gebied als volgt te wijzigen: A In artikel 1, eerste lid, wordt met verlettering van het daarna volgende onderdeel een nieuw onderdeel b ingevoegd luidende: b. dorpslint: langgerekte lijn van aaneengesloten of op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing ten behoeve van overwegend stedelijke functies; B In artikel 2, eerste lid, worden na bestaand stedelijk gebied de woorden of een dorpslint ingevoegd. C In artikel 2 wordt het tweede lid geschrapt en vervangen door het woord (vervallen) D In artikel 2, derde lid, worden in de onderdelen a, b en c steeds na bestaand stedelijk gebied de woorden of een dorpslint ingevoegd. E Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: - De titel van dit artikel wordt vervangen door Artikel 3 Eisen aan de inpassing van de opstelling voor zonne-energie

- een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende: 4. De afstand tussen de opstelling voor zonne-energie en woonbebouwing bedraagt minimaal 50 meter. F Na artikel 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3a Stimuleringsgebieden zonne-energie G 1. Stimuleringsgebieden zonne-energie zijn geometrisch begrensde gebieden zoals aangeduid in bijlage 1. 2. In stimuleringsgebieden zonne-energie is voor een opstelling voor zonne-energie artikel 2 niet van toepassing. 3. In stimuleringsgebied zonne-energie Groene Hoek zoals opgenomen in bijlage 1 onder a, geldt in afwijking op artikel 3, eerste lid, dat de hoogte van een opstelling voor zonne-energie niet meer bedraagt dan 2,00 m gemeten vanaf het maaiveld. Aan deze regeling wordt een bijlage 1 Stimuleringsgebieden zonne-energie toegevoegd. ARTIKEL II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst. Haarlem, 31 oktober 2017 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, J.W. Remkes, voorzitter. R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

BIJLAGE 1 Stimuleringsgebieden zonne-energie A. Stimuleringsgebied zonne-energie Groene Hoek

Toelichting Algemeen De Provincie Noord-Holland heeft opstellingen voor zonne-energie in het landelijk gebied onder voorwaarden ruimtelijk mogelijk gemaakt met artikel 32a van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (vastgesteld door Provinciale Staten op 27-06-2016). Dit artikel 32a van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) bevat in het zesde lid een delegatiebepaling aan Gedeputeerde Staten (GS) om nadere regels te stellen over in ieder geval locatie, omvang en inpassing. GS hebben hieraan uitvoering gegeven met de Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonne-energie in het landelijk gebied (vastgesteld op 12-07-2016). Beide regelingen tezamen vormen de ruimtelijke spelregels voor zonne-opstellingen in Noord- Holland. GS willen met deze uitvoeringsregeling onder voorwaarden ruimte bieden voor opstellingen voor zonne-energie in het landelijk gebied. Uit het onderzoek in het kader van de beleidsnota Perspectief voor Zon in Noord-Holland blijkt namelijk, dat binnen bestaand stedelijk gebied in ieder geval op korte en middellange termijn onvoldoende ruimte beschikbaar is voor de ambities in de provincie ten aanzien van zonne-energie. Deze wijziging van de uitvoeringsregeling betreft 2 aanvullingen op de in 2016 vastgestelde regeling: 1. een aanpassing van de situering van opstellingen, zodat deze ook aansluitend op dorpslinten kunnen worden toegelaten. 2. een aanpassing van de omvang van een opstelling voor specifieke locaties, zogenoemde stimuleringsgebieden zonne-energie. Beide aanvullingen worden hierna toegelicht. 1. Dorpslinten GS vullen hun bevoegdheid in de huidige uitvoeringsregeling in door onder meer te borgen dat een opstelling voor zonne-energie altijd aansluitend op bestaand stedelijk gebied (BSG) dient te worden gerealiseerd. Hiermee wordt geborgd dat zonneparken aan de rand van bestaande verstedelijking, daar waar de energiebehoefte binnenstedelijk in onvoldoende mate kan worden gerealiseerd, tot ontwikkeling komen. Doel is de karakteristieke openheid van het landschap te behouden en de economische (agrarische) structuur van het landelijk gebied zo min mogelijk aan te tasten. Gelet op dit doel en de genoemde ambities zijn GS van mening dat ook aansluitend aan een dorpslint een opstelling voor zonne-energie kan worden toegelaten. Een dorpslint is een langgerekte reeks van bebouwing ten behoeve van stedelijke functies. Vanuit de ambities ten aanzien van energietransitie (het zoveel mogelijk voorzien in lokaal opgewekte energie) gelden hier vergelijkbare argumenten als bij echt stedelijk gebied. Dit terwijl de openheid van het landschap en de agrarische structuur ook bij deze dorpslinten niet of slechts beperkt wordt aangetast. Om deze redenen is het vanuit het beleid voor zon wenselijk om voor dorpslinten een vergelijkbaar regime te hanteren als voor (regulier) bestaand stedelijk gebied. Deze argumenten om voor opstellingen voor zonne-energie voor dorpslinten een vergelijkbare mogelijkheid te bieden als voor bestaand stedelijk gebied geldt specifiek voor zonne-energie in het landelijk gebied. Het is niet de bedoeling van GS dat deze verruiming naar analogie wordt toegepast voor andere regelingen die het begrip bestaand stedelijk gebied hanteren. Het begrip bestaand stedelijk gebied is opgenomen in het (landelijk geldende) Besluit ruimtelijke ordening (artikel 1.1.1, eerste lid onder h, Bro). Hoewel er op dit moment nog

geen jurisprudentie is of dorpslinten of andere lintbebouwing behoren tot bestaand stedelijk gebied, gaan GS er om navolgende redenen van uit dat dit niet het geval is voor los van een dorpskern in het buitengebied gelegen dorpslinten. Onderdeel van de begripsomschrijving bestaand stedelijk gebied is namelijk dat sprake moet zijn van een stedenbouwkundig samenstel van bebouwing. Dit veronderstelt een concentratie van (op korte afstand van elkaar gelegen) bebouwing met een samenhangende structuur. In de jurisprudentie over het met bestaand stedelijk gebied vergelijkbare begrip bebouwde kom, zoals dat wordt gehanteerd in de milieuregelgeving (onder andere het Activiteitenbesluit en de Wet geurhinder veehouderijen), komen deze elementen concentratie van bebouwing en samenhangende structuur terug 1. Uit deze jurisprudentie volgt dat lintbebouwing op zichzelf geen bebouwde kom kan zijn 2. Er is geen sprake van een samenhangende structuur en de bebouwingsconcentratie is hiervoor op gebiedsniveau te laag. Alleen indien een bebouwingslint is gelegen direct aansluitend op een dorps- of stadskern, kan dit ertoe leiden dat dit bebouwingslint bestaand stedelijk gebied is omdat zij onderdeel is van de dorps- of stadskern. Ook in dit geval is het overigens niet het bebouwingslint zelf dat de aard van het gebied bepaald. Deze wijziging voegt een nieuw begrip dorpslint toe aan de uitvoeringsregeling. Een dorpslint is langgerekte lijn van aaneengesloten of op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing ten behoeve van overwegend stedelijke functies. In de praktijk is een dergelijk dorpslint gelegen aan een weg of een watergang. Het gaat dus om een lange reeks van meerdere hoofdgebouwen die tezamen een herkenbare lijn vormen in het landschap. De gebouwen zijn daarbij aaneengesloten of zodanig dicht bij elkaar gelegen, dat de lijn vanuit stedenbouwkundige en landschappelijke optiek niet wordt onderbroken. In dat geval is immers sprake van verspreid langs een weg gelegen gebouwen. Een concrete maximale afstand die hierbij in acht moet worden genomen is moeilijk te geven. Dit hangt af van de locatie, onder andere de schaal van het landschap en de schaal van de bebouwing. Een dorpslint bevat hoofdzakelijk stedelijke functies. Dit zijn functies die verband houden met wonen, bedrijven en voorzieningen (zie ook artikel 2 onder oo PRV). Met het woord hoofdzakelijk willen GS niet uitsluiten dat binnen een dergelijk dorpslint een enkele agrarische bedrijfswoning is opgenomen (mits deze ook aaneengesloten of op korte afstand van andere bebouwing is gelegen). 2. Stimuleringsgebieden zonne-energie Zoals in de beleidsnota `Perspectief voor Zon in Noord-Holland is aangekondigd, kunnen er op bepaalde locaties redenen zijn om van de vastgestelde ruimtelijke spelregels voor zonne-opstellingen af te wijken en parken groter dan 25 hectare mogelijk te maken. Deze locaties worden stimuleringsgebieden zonne-energie genoemd. In de beleidsnota wordt nader omschreven aan welke voorwaarden een stimuleringsgebied moet voldoen om potentieel passend te zijn binnen de provinciale ruimtelijke belangen. Het gaat om gebieden met een grote ruimtelijke dynamiek nabij bijvoorbeeld green- en mainports, waar meer grootschalige zonne-opstellingen passen in het regionale ruimtelijke- en energetische verhaal. Deze wijziging van de Uitvoeringsregeling voorziet in een specifieke regeling om deze stimuleringsgebieden zonne-energie mogelijk te maken in de vorm van een nieuw artikel 3a met een bijlage 1. Het gaat daarbij om specifieke locaties die geometrisch begrensd worden aangeduid in bijlage 1 van deze Uitvoeringsregeling. Door deze geometrische begrenzing is het niet nodig tekstuele regels te stellen aan locatie en omvang van de opstelling (artikel 2 van de Uitvoeringsregeling). Dit artikel wordt voor deze stimuleringsgebieden dan ook niet van toepassing verklaard. De regels ten aanzien van de inpassing van de opstelling voor zonne-energie (artikel 3 van de Uitvoeringsregeling) zijn wel van toepassing. Specifiek voor Stimuleringsgebied zonne-energie Groene Hoek geldt 1 Zie bijvoorbeeld ABRvS 18 februari 2015 ECLI:NL:RVS:2015:450 en ABRvS 10 april 2013 ECLI:NL:RVS:2013:BY9178 2 ABRvS, 20 juni 2012 ECLI:NL:RVS:2012:BW8839 en ABRvS 23 juni 2010ECLI:NL:RVS:2010:BM8792

op artikel 3 een uitzondering ten aanzien van de maximale hoogte van de opstelling. Dit wordt inhoudelijk toegelicht onder het kopje Stimuleringsgebied zonne-energie Groene Hoek. De regel ten aanzien van de minimale afstand tussen woonbebouwing en de opstelling voor zonne-energie wordt met deze wijziging verplaatst van artikel 2 naar artikel 3. Inhoudelijk betreft dit ook een regel ten aanzien van inpassing, zodat plaatsing in artikel 3 logisch is. Deze verplaatsing leidt er ook toe dat deze regel ten aanzien van de minimale afstand tussen woonbebouwing en de opstelling voor zonne-energie van toepassing is op opstellingen in stimuleringsgebieden. Een verzoek tot stimuleringsgebied wordt aangedragen door de betrokken gemeente. Vervolgens zullen GS dit verzoek toetsen aan de PRV, die uiteraard onverkort van toepassing is. Dit betekent dat ook een stimuleringsgebied alleen via een omgevingsvergunning voor een periode van maximaal 25 jaar kan worden vergund en dat ook stimuleringsgebieden niet zijn toegestaan binnen Natuurnetwerk Nederland (vml. EHS), binnen het werelderfgoed Stelling van Amsterdam, binnen bufferzones of binnen weidevogelleefgebied. Vervolgens zullen GS het betreffende verzoek toetsen aan de kaders voor wat betreft locatie in de beleidsnota `Perspectief voor Zon in Noord-Holland. GS leggen de locatie en de omvang vervolgens vast door de geometrische begrenzing van de locatie op te nemen in bijlage 1 bij deze Uitvoeringsregeling. Indien noodzakelijk kan GS daarbij nog een uitzondering opnemen voor het betreffende stimuleringsgebied ten aanzien van de inpassing (artikel 3 Uitvoeringsregeling). Stimuleringsgebied zonne-energie Groene Hoek Op 5 april 2017 heeft het college van de gemeente Haarlemmermeer per brief een verzoek tot stimuleringsgebied aangedragen voor de locatie Groene Hoek. Het plan voor een zonnepark op de locatie Groene Hoek, Hoofddorp stamt al uit 2015. In maart 2016 heeft de gemeente omgevingsvergunning verleend voor een ontwikkeling van een zonnepark van 26,5 hectare in dit gebied. Op dat moment was er nog geen formeel provinciaal afwegingskader. Later is de wens ontstaan voor een uitbreiding tot 50 hectare. Groene Hoek ligt in het dynamische deel van de Haarlemmermeer, tussen Schiphol, Rijksweg A4 en Hoofddorp. Vanuit de gemeente Haarlemmermeer is er brede steun voor deze locatie. Onder andere vanwege haar geïsoleerde ligging ten opzichte van ander landelijk gebied; in dezen het gemeentelijk aangewezen agrarisch kerngebied van de Haarlemmermeer. Bovendien past dit initiatief binnen de lokale en regionale ambities voor duurzame energie. De wijze waarop het plan zal worden gerealiseerd voldoet verder - op de hoogte van de opstelling na - aan de randvoorwaarden die de provincie aan zonneparken stelt. Bovendien is het plan onderbouwd met een uitgebreid landschapsplan waarin een goede ruimtelijke inpassing in de omgeving is voorzien. De hoogte van 2 meter is strikt genomen strijdig met het beleid voor zon, maar de initiatiefnemer geeft in het landschapsplan overtuigend aan dat door de specifieke verlaagde ligging van het perceel ten opzichte van de omliggende wegen en bebouwing het met de hoogtebeperking bedoelde effect wél wordt gerealiseerd. Doordat het maaiveld van de agrarische percelen zo n 40 cm onder straatniveau van de Rijnlanderweg ligt, blijft vanuit de woningen het zicht over de opstellingen op ooghoogte behouden.

Bijlage: Geconsolideerde versie van de Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonneenergie in het landelijk gebied na wijziging Artikel 1 Begripsbepalingen en toepassingsbereik 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestaand stedelijk gebied: bestaand stedelijk gebied als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder h van het Besluit ruimtelijke ordening; b. dorpslint: langgerekte lijn van aaneengesloten of op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing ten behoeve van overwegend stedelijke functies; c. verordening: Provinciale Ruimtelijke Verordening. 2. Deze regeling is van toepassing op een opstelling voor zonne-energie die wordt mogelijk gemaakt op grond van artikel 32a, eerste lid, van de verordening. Artikel 2 De locatie en omvang van de opstelling voor zonne-energie 1. De locatie voor de opstelling voor zonne-energie is aan minimaal één zijde aansluitend op bestaand stedelijk gebied of een dorpslint. 2. (vervallen) 3. De omvang van de opstelling voor zonne-energie is: a. op een locatie die aan één zijde aansluitend is op bestaand stedelijk gebied of een dorpslint: maximaal 5 hectare; b. op een locatie die aan minimaal één zijde aansluitend is op bestaand stedelijk gebied of een dorpslint en daarnaast aan nog een andere zijde aansluitend op bestaand stedelijk gebied of een dorpslint, een rijksweg, provinciale weg of spoorweg: maximaal 10 hectare, of; c. op een locatie die aan minimaal één zijde aansluitend is op bestaand stedelijk gebied of een dorpslint en daarnaast aan nog twee andere zijden aansluitend op bestaand stedelijk gebied of een dorpslint, een rijksweg, provinciale weg of spoorweg: maximaal 25 hectare; met dien verstande dat van de maximale oppervlakten onder a tot en met c kan worden afgeweken tot niet meer dan 10% van die oppervlakten indien dat noodzakelijk is uit overwegingen van ruimtelijke kwaliteit. 4. Onverminderd het derde lid kan de oppervlakte van de opstelling voor zonne-energie niet groter zijn dan dat passend is binnen de uitgangspunten als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de verordening. 5. De locatie voor de opstelling voor zonne-energie is niet aansluitend op een reeds bestaande opstelling voor zonne-energie, tenzij sprake is van het aanvullen van een bestaande opstelling voor zonne-energie tot de maximale oppervlakte als bedoeld in het derde en vierde lid. Artikel 3 Eisen aan de inpassing van de opstelling voor zonne-energie 1. De hoogte van een opstelling voor zonne-energie bedraagt maximaal 1,50 meter gemeten vanaf het maaiveld. 2. De bodem onder de opstelling wordt niet verhard of verdicht. 3. De terreinafscherming is passend in de omgeving en faunavriendelijk.

4. De afstand tussen de opstelling voor zonne-energie en woonbebouwing bedraagt minimaal 50 meter.

Artikel 3a Stimuleringsgebieden zonne-energie 4. Stimuleringsgebieden zonne-energie zijn geometrisch begrensde gebieden zoals aangeduid in bijlage 1. 5. In stimuleringsgebieden zonne-energie is voor een opstelling voor zonne-energie artikel 2 niet van toepassing. 6. In stimuleringsgebied zonne-energie Groene Hoek zoals opgenomen in bijlage 1 onder a, geldt in afwijking op artikel 3, eerste lid, dat de hoogte van een opstelling voor zonne-energie niet meer bedraagt dan 2,00 m gemeten vanaf het maaiveld. Artikel 4 Slotbepaling en citeertitel 1. Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst. 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling opstellingen voor zonneenergie in het landelijk gebied. Uitgegeven op 7 november 2017 Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.