Wiskunde Correctievoorschrift VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe verstrekte optisch leesbare formulieren naar de Citogroep zenden. 000 CV3 Begin
Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 4 en 4 van het Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-94-47 van september 994) en bekendgemaakt in het Gele Katern van Uitleg, nr. a van 8 september 994. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 4 en 4 van het Eindexamenbesluit van belang: De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het procesverbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het procesverbaal en de regels voor het bepalen van de cijfers onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de normen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond. Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVOregeling van toepassing: De examinator vermeldt op een lijst de namen en/ nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn de getallen 0,,,.., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, een score minder dan 0 punten, zijn niet geoorlod. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3. indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3. indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 3.3 indien een antwoord op een vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie in de geest van het antwoordmodel; 3.4 indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring uitleg berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven; 000 CV3 Lees verder
3.7 indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord. 4 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/ tenzij in het antwoordmodel anders is vermeld. 5 Eenzelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het antwoordmodel anders is vermeld. 6 Indien de examinator de gecommitteerde meent dat in een toets in het antwoordmodel bij die toets een fout onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten als toets en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. 7 Voor deze toets kunnen maximaal 87 scorepunten worden behaald. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 8 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer (artikel 4, tweede lid, Eindexamenbesluit VWO/HAVO/MAVO/VBO). Dit cijfer kan afgelezen worden uit tabellen die beschikbaar worden gesteld. Tevens wordt er een computerprogramma verspreid waarmee voor alle scores het cijfer berekend kan worden. 3 Vakspecifieke regel Voor het vak Wiskunde VBO-MAVO-C is de volgende vakspecifieke regel vastgesteld: Voor elke rekenfout verschrijving in de berekening wordt één punt afgetrokken tot het maximum van het aantal punten dat voor dat deel van die vraag kan worden gegeven. 000 CV3 3 Lees verder
4 Antwoordmodel Kerkraam Maximumscore 9 cm komt overeen met 80 cm De schaal is : 0 Maximumscore 90 o 3 De oppervlakte van de kleine cirkel is π 45 ( 4 π 90 ) 636,7 (cm ) 636,7 De oppervlakte van het grijze stuk glas is 590 (cm ) 4 4 Het aangeven in de tekening hoe het raam van gekleurd glas voorzien kan worden door middel van kleuren ( arceren). Bijvoorbeeld: Als niet aan de voorwaarde van verschillende kleuren glas tegen elkaar is voldaan; als niet het hele raam ingekleurd is, voor deze vraag geen punten toekennen. 5 Het raam past ongeveer 6,5 keer ( een ander getal tussen 6 en 7) in de gevraagde hoogte Het raam is in werkelijkheid,80 m De gevraagde hoogte is dus ongeveer 6,5,80 (m) De gevraagde hoogte is dus ongeveer (m) Als voor de schatting gebruik is gemaakt van de persoon met een lengte tussen,60 m en,90 m van de deur met een hoogte tussen,50 m en 3,00 m, dan hiervoor geen punten aftrekken. 000 CV3 4 Lees verder
Karten Maximumscore 6 ronde 3 ronde 7 Per fout extra genoemd rondenummer één punt aftrekken. 7 Het goed plaatsen van de punten De punten verbinden met lijnstukjes 3 Per fout geplaatst punt één punt aftrekken. 465 8 De gemiddelde rondetijd van Annemarie is = 46,5 seconden 0 Dus Joost was (46,5 39,5) 0 = 7 0 = 70 (seconden) sneller dan Annemarie Joost deed er in totaal 0 39,5 = 395 seconden over Annemarie deed er in totaal 465 seconden over Dus Joost was 465 395 = 70 (seconden) sneller dan Annemarie 9 Na 5 ronden is de tijd van Annemarie 465 + 5 35 = 640 seconden Na 5 ronden is de tijd van Joost 395 + 5 47 = 630 seconden Na 6 ronden is de tijd van Annemarie 675 seconden en de tijd van Joost is dan 677 seconden Ze moeten dus minstens 6 rondjes extra rijden Het verschil tussen de laatste ronde van Joost en Annemarie is seconden Het verschil na 0 rondjes is 70 seconden 70 Na 5,83 rondjes heeft Annemarie Joost ingehaald Ze moeten dus minstens 6 rondjes extra rijden Als er bij vraag 8 een ander verschil dan 70 seconden gevonden is en bij vraag 9 hiermee doorgerekend is, dan hiervoor geen punten aftrekken. Kaarsen maken 0 hoeveelheid kaarsvet = 3 π,5 9 hoeveelheid kaarsvet 59 (cm 3 ) ( hoeveelheid kaarsvet 58,9 (cm 3 )) 000 CV3 5 Lees verder
Maximumscore 5 De inhoud van het prisma is 5 5 De inhoud van het prisma is 50 (cm 3 ) De inhoud van de piramide is 3 5 5 6 De inhoud van de piramide is 50 (cm 3 ) 50 Het aantal kaarsen dat Simone kan maken is = 3 50 Met behulp van de inhoudformules 5 5 en 3 5 5 6 opmerken dat er 3 kaarsen gemaakt kunnen worden. Beide maten omzetten naar meters centimeters 0, tan hoek = ( tan hoek = ) 5 0,5 De hoek is 78 o 0, Indien met ( ) gerekend is 50 0,5-3 Codeslot Maximumscore 3 Er zijn 0 mogelijkheden per cijfer Dus in totaal zijn er 0 0 0 = 000 verschillende mogelijkheden Er zijn net zoveel combinaties als er getallen van 0 tot en met 999 zijn Er zijn dus 000 combinaties 4 Er zijn zes combinaties: 4, 5, 7 4, 7, 5 5, 4, 7 5, 7, 4 7, 4, 5 7, 5, 4 Voor iedere foute, dubbele vergeten combinatie één punt aftrekken. Maximumscore 5 5 Het berekenen van het aantal mogelijkheden voor de eerste twee letters door bijvoorbeeld uitschrijven een boomdiagram een berekening Er zijn 9 mogelijkheden voor de eerste twee letters Er zijn (0 0 =) 00 mogelijkheden voor de twee cijfers In totaal zijn er 9 00 = 900 mogelijkheden 000 CV3 6 Lees verder
Van gulden naar euro 6 038,037 87 gulden ( ƒ 87, ) Indien de eenheid vergeten is - 7 waarde in guldens =,037 waarde in euro s Indien het linkerlid vergeten is - 8,037 = 0,037 (gulden) 0,037 00% Het antwoord is 0,% 9 0,00085 3,9 3 0,0504 De waarde is 5 eurocent ( 0,05) 0 0,00085 gewicht 3 = gewicht 3 = 35,94 gewicht 3,3 Het gewicht is dus 3 (gram) Het invullen van gewicht = 3 geeft waarde =,867 Het invullen van gewicht = 4 geeft waarde =,33 Het invullen van gewicht = 3,5 geeft waarde =,09 Het gewicht is dus 3 (gram) 000 CV3 7 Lees verder
Grasmaaien 400 Gebruik maken van de verhouding 400 45 minuten De tijd is 36 minuten Maximumscore 5 De tijd die nodig is om één keer te maaien met een maaibreedte van 3 cm is 00 60 minuten = minuten De tijd die nodig is om één keer te maaien met een maaibreedte van 40 cm is 00 35 minuten = 7 minuten De besparing per keer is 5 minuten Het aantal keren maaien in de periode van april tot oktober is 6 De totale besparing is 6 5 minuten = 30 minuten Het aantal keren maaien in de periode van april tot oktober is 6 Dat betekent dat er 600 m gemaaid moet worden De tijd die nodig is om één keer te maaien met een maaibreedte van 3 cm is 600 60 minuten = 3 minuten De tijd die nodig is om één keer te maaien met een maaibreedte van 40 cm is 600 35 minuten = 8 minuten De totale besparing is 30 minuten Maximumscore 5 3 De oppervlakte van één vierkantje is 5 (m ) Het grasveld en de vijver samen bestaan uit 9 vierkantjes De vijver bestaat uit vierkantjes Het grasveld bestaat dus uit 7 vierkantjes De oppervlakte van het grasveld is 7 5 = 45 (m ) 45 40 4 Gebruik maken van de verhouding ( ) 45 40 De opvangbak moet 7 (= 5,95) keer geleegd worden ( 7 (= 5,74)) De opvangbak moet dus 6 keer geleegd worden Bij m moet de opvangbak 7 keer geleegd worden Na 7,4 m moet de opvangbak geleegd worden 7 45 40 Het aantal keren dat de opvangbak geleegd moet worden is 5,95 ( 5,74) 7,4 7,4 De opvangbak moet dus 6 keer geleegd worden Met dank aan Einde Indoor Kartcentre Breda 000 CV3 8