Oogstjaar 2019 Raad voor plantenrassen (Rvp) en Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR)

Vergelijkbare documenten
Oogstjaar 2017 Raad voor plantenrassen (Rvp) en Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR)

PROTOCOL BESLISSINGEN TOELATING EN AANBEVELING VAN LOKGEWASSEN EN GROENBEMESTERS

PROTOCOL BESLISSINGEN TOELATING EN AANBEVELING VAN CICHOREIRASSEN

PROTOCOL BESLISSINGEN TOELATING EN AANBEVELING VAN SNIJ- EN KORRELMAïSRASSEN

PROTOCOL BESLISSINGEN OPNAME, RUBRICERING, VOLGORDE EN AFVOER AANBEVELENDE RASSENLIJST VAN ENGELS RAAIGRAS VOEDER

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN ZOMERGERSTRASSEN

Nieuwe aanbevolen rassen van wintertarwe

Nieuwe aanbevolen rassen van wintertarwe

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN ZOMERTARWERASSEN

Rassenbulletin suikerbieten 2011 Aangepaste uitgave augustus 2012

Nieuwe cijfers wintertarwerassen

Zomergerstrassen EH 0110 KW Door: ing. H.W.G. Floot (SPNA), ing. A.Venhuizen (ACM)

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Wintertarwe-areaal 2016 in hectare. Gemiddelde tarweopbrengst ton/hectare

Den Haag, 14 september 2009

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN ZOMERGERSTRASSEN

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix

Rassenonderzoek grasland

Protocol voor het Cultuur- en Gebruikswaarde Onderzoek van Japanse haver, Avena strigosa

Nieuwe aanbevolen rassen van suikerbieten

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Ton Wouda commercieel manager akkerbouw Limagrain Nederland

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN ZOMERTARWERASSEN

Builenbrandresistentie Helminthosporiumtolerantie. grondbedekking. Plantlengte. Snelheid

Wintergranen Resultaten, ras- en zaaiadviezen

INDUSTRIELE CICHOREI

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN RODE KLAVER

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix (incl. rassen in onderzoek)

Rassengids

Basisrapport Prestatiemeten Deel A: Ingeneursbureaus

Eindelijk een nieuw. SUIKERBIETENTELERS hebben voor komend. In elk segment een ras met aanvullende rhizomanie-resistentie

Wintergranen Resultaten, ras- en zaaiadviezen

MAGNET FAO 210. Rasomschrijving (bron: KWS Benelux ) Geschikte teeltdoelen. Teeltadvies MAGNET

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Rassengids

Rassenadvies: Wintertarwe

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN CICHOREIRASSEN

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Wintertarwe Zuid-Nederland

Rassenadvies: Wintertarwe

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE ONDERZOEK VAN WINTERTARWERASSEN. Oogst 2014

RASSENADVIES: WINTERTARWE

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix

Maïsrassen 2016 Resultaten, ras- en zaaiadviezen

RASSENADVIES: WINTERTARWE

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Inhoudsopgave. Artikel 1 Algemene bepalingen. Artikel 2 Aanmelding en toelating tot het lidmaatschap

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix (incl. rassen in onderzoek)

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix

RASSENADVIES: WINTERTARWE

Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR) en Raad voor plantenrassen (Rvp) maart 2016

1.2 Amstelveenhuurtin.nl is het inhuurplatform van de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN GRASSEN

Weidemengsels 2017 Informatie en productenoverzicht

Huishoudelijk reglement

Raseigenschappen. Alleen rhizomanierassen scoren beter. akkerbouw. Zaaien van suikerbieten.

RASSEN DICHT BI. OP de rassenlijst van 2018 staan acht nieuwe. Vooruitgang in aanvullende resistentie

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Richtlijn R3.6 N0JK Competitievorm en Inschrijfvoorwaarden

Rekenregels KNSB-Seniorenrating

COMITE VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN VEZELVLASRASSEN

NIEUWE AANBEVOLEN RASSEN VAN SNIJMAÏS, KORRELMAÏS EN CORN COB MIX

Uitvoeringsregeling Toegestane Shuttles 2015/2016

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix (incl. rassen in onderzoek)

Vooruitgang bietenrassen gaat gestaag door

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE ONDERZOEK VAN WINTERTARWERASSEN. Oogst 2016

In formule: N t R n := max(100;r l + (Σ (W W e ). K)+ R b ) 1

HUISHOUDELIJK REGLEMENT RIJVERENIGING ANY DALE

ILVO Mededeling 227. Belgische beschrijvende en aanbevelende rassenlijst voor industriële cichorei 2017

Reglement voor de Permanente Educatie van in het NFFI ingeschreven deskundigen 23 oktober 2015

Toelichting bij examengegevens VAVO Middelbaar Beroeps Onderwijs Examens 2014, 2015 en 2016 Externe versie 2.0

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Rassenadvies Wintertarwe Noordwest-Nederland

Algemene aanmeldings- en betalingsvoorwaarden RAS-Examenbureau

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Uitvoeringsregeling Toegestane Shuttles 2018/2019

Notitie V4 (maart 2012) Procedure voor evaluaties van sportevenementen volgens WESP richtlijnen

BEVORDERINGSNORMEN ALLE LEERJAREN

Reglement voor de Permanente Educatie van in het LRGD ingeschreven deskundigen 7 december 2015

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

Vereniging voor senioren

Bevorderingsnormen. Atheneum 4 en 5

De leerling is bevorderd naar een volgend jaar indien:

UITVOERINGSREGLEMENT VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ WERKLOOSHEID 1999 DE STICHTING FINANCIERING VOORTZETTING PENSIOENVERZEKERING

Bevorderingsnormen. Atheneum 4 en 5

2. bij vier of meer onvoldoendes op de hele lijst; 2. bij vier of meer onvoldoendes op de hele lijst;

De leerling is bevorderd naar een volgend jaar indien:

Brochure Suikerbietenzaad 2018

Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats.

COMPETITIE- EN KLASSERINGSREGLEMENT VAN DE NPSA (V1.1) 13/02/2016

Huishoudelijk reglement van Alliantie van Baptisten en CAMA Gemeenten

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.

Rassenadvies Wintertarwe Midden-Nederland

Transcriptie:

PROTOCOL BESLISSINGEN TOELATING EN AANBEVELING VAN ZOMERGERSTRASSEN Oogstjaar 2019 Raad voor plantenrassen (Rvp) en Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR)

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Indexsysteem... 3 3. Toelating tot het CGO... 4 4. Voortgang gedurende de Regionale beproeving... 4 5. Opname... 6 6. Rubricering en volgorde... 6 7. Afvoer... 7 8. Evaluatie beslisregels... 7 9. Publicatie van gegevens... 7 10. Flowschema CGO data... 8 Protocol beslissingen zomergerst juli 2018 2

1. Inleiding De in dit hoofdstuk weergegeven regels hebben tot doel de voortgang van nieuwe zomergerstrassen in het CGO en de beslissingen over verkeerstoelating en aanbeveling van zomergerstrassen te reguleren. Centraal hierin staat een indexsysteem, dat in elke fase van de regionale beproeving een éénduidige besluitvorming geeft inzake doorgang dan wel stopzetting van het CGO, alsmede een duidelijke besluitvorming inzake opname, afvoer en rubricering van de Nationale en/of Aanbevelende lijst. 2. Indexsysteem 2.1 Indexsysteem betreffende aanmeldingen voor opname op de Aanbevelende lijst De eindindex van een zomergerstras is opgebouwd uit verschillende subindices, te weten een opbrengst-, agronomie- en ziektenindex. Het nulpunt van de subindices wordt gevormd door het gemiddelde van de referentierassen. Bij de berekening van de verschillende indices worden de op 2 decimalen afgeronde onderzoeksgegevens gebruikt. Vanwege de complexiteit van de mout- en brouweigenschappen van zomergerst is de waardering van deze eigenschappen buiten beschouwing gelaten in het indexsysteem. Het NIBEM heeft hiervoor haar eigen maatstaven, die los van dit protocol worden gehanteerd. Referentierassen voor de indexberekening zijn alle nog in onderzoek zijnde A- en N- rassen. De opbrengstindex is opgebouwd uit het gewogen gemiddelde van de behandelde opbrengst (klei:zand/dal = 1:1) en het gewogen gemiddelde van de onbehandelde opbrengst (klei:zand/dal = 1:¾) in de verhouding behandeld : onbehandeld van 3:1. De opbrengstindex wordt afgerond op 2 decimalen. Voor de agronomie- en ziektenindex wordt een bonus-malussysteem gehanteerd met een knikpunt, waardoor de situatie van een afnemende meeropbrengst ontstaat. Het nulpunt wordt gevormd door de geldende minimumnorm of, bij het ontbreken van een minimumnorm, door het gemiddelde van de referentierassen. De berekeningswijze voor deze indices is als volgt: ( waarde van het ras voor eigenschap A minimumnorm of gemiddelde van de referentierassen voor eigenschap A) * gewicht van eigenschap A. De gesommeerde waarden voor de verschillende eigenschappen geven de waarde voor de betreffende index. Deze indices worden afgerond op 2 decimalen. Ontbrekende waarnemingen, bijvoorbeeld omdat een ziektenaantasting niet waargenomen kon worden, worden index-neutraal in de berekening meegenomen. Hiertoe worden de ontbrekende waarden gesteld op het gemiddelde van de referentierassen. Deze indexneutrale cijfers worden niet gebruikt om een gemiddelde waarde over jaren per ras te berekenen. De agronomie-index wordt berekend uit de eigenschappen: 1. Stevigheid 2. Vroegrijpheid (hiervoor is geen knikpunt ingesteld en het nulpunt is gesteld op het gemiddelde van de maximale en minimale score van alle rassen). De ziektenindex wordt berekend uit de volgende eigenschappen: 1. Meeldauwresistentie 2. Netvlekkenziekteresistentie 3. Bladvlekkenziekteresistentie 4. Dwergroest Protocol beslissingen zomergerst juli 2018 3

Berekening van de eindindex geschiedt door de verschillende indices via een weegfactor bij elkaar op te tellen, in de verhouding 1 : 0,67 : 0,67 voor respectievelijk de opbrengst-, agronomie- en ziektenindex. De eindindex wordt afgerond op 2 decimalen. 2.2 Indexsysteem betreffende aanmeldingen voor opname op de nationale lijst Aanmeldingen voor opname van rassen op de nationale lijst berust op dezelfde index als aanmeldingen voor opname op de aanbevelende lijst. 3. Toelating tot het CGO 3.1 Toelating tot het CGO betreffende aanmeldingen voor de Aanbevelende lijst Voor toelating tot het CGO dient de kweker/vertegenwoordiger resultaten aan te leveren van minimaal twee opbrengstproeven (minimaal in tweevoud), uitgevoerd op kleigrond en op zandgrond in Nederland, met minimaal 3 vrij te kiezen standaarden uit de A- en N-rassen van de nieuwe rassenlijst. 3.2 Toelating tot het CGO betreffende aanmeldingen voor de Nationale lijst Er zijn geen nadere specifieke eisen gesteld betreffende aanmeldingen voor opname op de nationale lijst. Specialties kunnen worden opgenomen in het rassenonderzoek buiten de gangbare rassen om. 4. Voortgang gedurende de Regionale beproeving 4.1 Voortgang gedurende de regionale beproeving betreffende aanmeldingen voor opname op de Aanbevelende lijst De voortgang van een ras in beproeving van RL1 naar RL2 en van RL2 naar RL3 wordt bepaald door de indexberekening over de meerjarige cijfers én door minimumnormen die van kracht zijn. De gebruikte indexberekening is het indexsysteem betreffende aanmeldingen voor opname op de aanbevelende lijst. Voor de opname op de Aanbevelende lijst gelden de volgende minimumnormen: Eigenschap Minimum norm Aanbevelende lijst Strostevigheid 6,5 Meeldauwresistentie 6 Dwergroestresistentie 5,5 Netvlekkenziekteresistentie 6 Bladvlekkenziekteresistentie 5,5 De Raad voor Plantenrassen stelt zo nodig een schaal vast, wanneer er geen bruikbare referentie meer is. Dit gebeurt nadat de CGO Gewaswerkgroep Granen om een advies is gevraagd. Voor de voortgang van RL1 naar RL2 moet voldaan worden aan bovengenoemde normen minus 0,5 punt. Een ras kan slechts doorgaan van RL2 naar RL3 als voldaan wordt aan de geschetste minimumnormen. Protocol beslissingen zomergerst juli 2018 4

De minimumnormen zijn bij tussentijdse beslissingen pas van kracht als het gemiddelde cijfer berust op minimaal drie proeven. Voor eigenschappen waarvan het gemiddelde van die eigenschap berust op waarnemingen uit slechts 1 onderzoeksjaar, geldt een verlaging van de minimumnorm met 0,5 punten. Dit geldt slechts voor de eigenschappen welke onder de agronomie-index of ziektenindex vallen. Index Een ras kan slechts doorgaan in de beproeving als de eindindex > 0,00 is. 4.2 Voortgang gedurende de regionale beproeving betreffende aanmeldingen voor opname op de Nationale lijst De voortgang van een ras in beproeving van RL1 naar RL2 en van RL2 naar opname wordt bepaald door de indexberekening over de meerjarige cijfers én door minimumnormen die van kracht zijn. Voor de opname op de Nationale lijst gelden de volgende minimumnormen: Eigenschap Minimum normen Nationale lijst Strostevigheid 5 Meeldauwresistentie 6 Dwergroestresistentie 5 Netvlekkenziekteresistentie 6 Bladvlekkenziekteresistentie 5,5 De vermelde normen zijn de afgeronde waarden. De (hele en halve) cijfers worden afgerond volgens de regels die worden gehanteerd bij de vaststelling van de Rassenlijstcijfers. De Raad voor Plantenrassen stelt zo nodig een schaal vast, wanneer er geen bruikbare referentie meer is. Dit gebeurt nadat de CGO Gewaswerkgroep Granen om advies is gevraagd. Voor de voortgang van RL1 naar RL2 moet voldaan worden aan bovengenoemde normen minus 0,5 punt. Een ras kan slechts doorgaan van RL2 naar opname als voldaan wordt aan de geschetste minimumnormen. De minimumnormen zijn bij tussentijdse beslissingen pas van kracht als het gemiddelde cijfer berust op minimaal drie proeven. Voor eigenschappen waarvan het gemiddelde van die eigenschap berust op waarnemingen uit slechts 1 onderzoeksjaar, geldt een verlaging van de minimumnorm met 0,5 punten. Dit geldt slechts voor de eigenschappen welke onder de agronomie-index of ziektenindex vallen. Index Een ras kan slechts doorgaan in de beproeving als de eindindex > -3,00 is. Protocol beslissingen zomergerst juli 2018 5

5. Opname 5.1 Opname op de Aanbevelende lijst Een ras kan, na het beëindigen van de driejarige regionale beproeving, worden opgenomen op de Aanbevelende Rassenlijst als, naast de in hoofdstuk 4 gestelde eisen inzake de minimumnormen, de eindindex > 0,00 is. De beslissing tot opname in de Aanbevelende Rassenlijst valt altijd na 3 jaar onderzoek. Een Aanbevelenswaardig ras wordt vervolgens opgenomen in de N-rubriek en als N1-ras verder beproefd. Als het RKO-onderzoek na 3 jaar niet is afgerond, blijven de CGO resultaten van de overeenkomende 3 jaar CGO onderzoek, inclusief de indexberekening na 3 jaar, bepalend voor de opname. De resultaten van het vierde jaar spelen daarbij geen rol. Als het RKO is afgerond, kan alsnog opname plaatsvinden. Het betreffende ras wordt in het vierde jaar als 4 e jaars verder beproefd. Als na maximaal 2 jaar extra DUS onderzoek het ras nog geen verkeerspositie heeft, dan zijn de gemaakte totale kosten van het CGO-onderzoek voor dat ras voor de aanmelder. Vermelding in de Aanbevelende Lijst is alleen mogelijk als een ras een verkeerspositie heeft. 5.2 Opname op de Nationale lijst Een ras kan, na het beëindigen van de tweejarige regionale beproeving, worden opgenomen op de Nationale lijst als, naast de in hoofdstuk 4 gestelde eisen inzake de minimumnormen, de eindindex + opbrengstindex > -3,00 zijn. 6. Rubricering en volgorde 6.1 Rubricering en volgorde van de Aanbevelende lijst Een ras gaat van de A- naar de B-rubriek wanneer het aangemelde vermeerderingsareaal C1+C2 tijdens het lopende beproevingsjaar minder dan 2% van het totale aangemelde vermeerderingsareaal van de A- en N-rassen (C1+C2) bedraagt. Een ras gaat na maximaal 2 jaar in de N-rubriek automatisch naar de A-rubriek wanneer het aangemelde vermeerderingsareaal C1+C2 tijdens het lopende beproevingsjaar tenminste 2% van het totale aangemelde vermeerderingsareaal van de A- en N-rassen (C1+C2) bedraagt. Rassen in de N2-rubriek worden direct in de B-rubriek ingedeeld wanneer het aangemelde vermeerderingsareaal C1+C2 tijdens het lopende beproevingsjaar minder dan 2% van het totale aangemelde vermeerderingsareaal van de A- en N-rassen (C1+C2) bedraagt. Een A- of N-ras dat door de kweker/vertegenwoordiger uit de beproeving teruggetrokken wordt, wordt als B-ras geclassificeerd. Het terugtrekken moet voor 16 januari gebeuren. De volgorde van vermelding van rassen in de Aanbevelende lijst is als volgt: 1. Sortering op A, N2, N1 en B. 2. Als laatste alfabetische sortering op rasnaam. 6.2 Rubricering en volgorde van de Nationale lijst De Rvp past geen rubricering toe. Protocol beslissingen zomergerst juli 2018 6

7. Afvoer 7.1 Afvoer van de Aanbevelende lijst Een ras kan maximaal 3 jaar als B-ras worden gerubriceerd en wordt vervolgens afgevoerd. 7.2 Afvoer van de Nationale lijst Een ras kan van de nationale lijst worden afgevoerd, wanneer de kweker / vertegenwoordiger van een ras dit aangeeft. 8. Evaluatie beslisregels Evaluatie van de beslisregels en de werking van het indexsysteem geschiedt jaarlijks (bij voorkeur in januari) na de besluitvorming omtrent voortgang, opname/afvoer en rubricering van de zomergerstrassen of tussentijds als besluiten van de Raad voor plantenrassen of de Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst daartoe noodzaken. Indien het noodzakelijk wordt geacht, kan het indexsysteem worden aangepast. 9. Publicatie van gegevens Resultaten van de indexberekening worden niet gepubliceerd. Een overzicht van alle berekeningen wordt alleen verstrekt aan de kweker/vertegenwoordiger van een ras in beproeving. De onderzoeksinstelling stelt direct na goedkeuring van de Rvp betreffende de onderzoeksresultaten tabellen op voor het persbericht met daarin: een overzicht van de raseigenschappen bij zomergerst (agronomische kenmerken, resistenties, brouwkwaliteit) gewaardeerd in rassenlijst cijfers (gemiddelde van de laatste 4 jaar), een overzicht van de korrelopbrengsten bij zomergerst per regio in verhoudingsgetallen (gemiddelde van de laatste 6 jaar). Zowel zonder als met ziektebestrijding. De tabellen worden naar CSAR gestuurd, die op basis hiervan het persbericht opstelt waarin bekend gemaakt wordt welke rassen voor het eerst zijn opgenomen op de Aanbevelende Rassenlijst. Het persbericht omvat de resultaten van alle A-, N- en B-rassen en van de rassen die 2 of meer jaren zijn onderzocht. Resultaten van de 1 e -jaars rassen worden niet gepubliceerd. Protocol beslissingen zomergerst juli 2018 7

10. Flowschema CGO data Data CGO proefvelden (ruw) 3 WUR-OT 2 Rvp CSAR 4 5 6 der Werkgroep 1 5 4 PUBLICEREN Aanmel- Pijl: 1 Tussentijdse data (onder voorbehoud) van WUR-OT aan aanmelders. Betreft gemiddelde waarnemingen per locatie. 2 Data verkeer tussen WUR-OT en Rvp: Analyses van WUR-OT naar Rvp en vice versa. 3 Door Rvp goedgekeurde resultaten worden verstuurd naar CSAR. 4 WUR-OT: Na goedkeuring Rvp overzicht resultaten. (index, jaarcijfers, analyse over jaren) versturen naar aanmelders / werkgroep 5 CSAR: Concept-persbericht aan aanmelders / werkgroep ter beoordeling toezenden. 6 CSAR: Na goedkeuring persbericht publiceren. Protocol beslissingen zomergerst juli 2018 8