Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201713556 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het wijzigen van de bestemming van het perceel Saturnusstraat ongenummerd (voorheen bekend als nummer 81) van industrie naar kantoor Adres: Geen adres/lokatieaanduiding Datum Besluit (P) (GG): 20-12-2017 Documenten bij besluit: Document: Besluit (P) Bestandsnaam: A6574653.out.pdf Documentid: 33110897 Bestandsgrootte: 98879
Retouradres Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Datum zie documentenlijst Contactpersoon Telefoonnummer E-mailadres Aantal bijlagen - Onderwerp verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Saturnusstraat ongenummerd (voorheen bekend als nummer 81) Geachte mevrouw/mijnheer, Op 20 juli 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het wijzigen van de bestemming van het perceel Saturnusstraat ongenummerd (voorheen bekend als nummer 81) van industrie naar kantoor. Uw aanvraag omvat de activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. Tijdens de behandeling van uw aanvraag hebben wij vastgesteld dat op basis van de beoordeling en de ingewonnen adviezen de omgevingsvergunning voor voornoemde activiteit kan worden verleend. Voor de motivering van onze beslissing verwijzen wij naar de bij deze beschikking behorende bijlage waarin per activiteit de beoordeling, advisering en de van toepassing zijnde voorschriften zijn opgenomen. Deze bijlage moet hier als herhaald en ingelast worden beschouwd. Besluit: Gelet op het bepaalde in artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht besluiten wij de gevraagde omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1, onder a van deze wet te verlenen met de daarbij behorende in de documentenlijst genoemde bescheiden. Burgemeester en wethouders van Den Haag, namens dezen: Postbus 12600 T Spui 70 2500 DJ Den Haag www.denhaag.nl Den Haag WABO123
Deze omgevingsvergunning treedt op grond van het bepaalde in artikel 6.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking op de dag na de bekendmaking ervan. Wij wijzen u erop dat deze vergunning aan u wordt verleend behoudens rechten van derden en dat door het verlenen van deze vergunning niet wordt vooruitgelopen op enige andere door de gemeente krachtens de wet of een gemeentelijke verordening, dan wel krachtens eigendomsrecht van de gemeente met betrekking tot de onderhavige aanvraag eventueel te nemen beslissing. Tot slot maken wij u er op attent dat u op eigen risico handelt als u gebruik maakt van de verleende vergunning voordat deze onherroepelijk is. Bent u het niet eens met dit besluit? En bent u belanghebbende? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Stuur dit bezwaarschrift binnen zes weken na de bekendmaking naar: Burgemeester en wethouders van Den Haag, AWB/bezwaar, Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag. Voor het indienen van een bezwaarschrift gelden de volgende regels. a. Uw naam, adres en telefoonnummer vermeldt u in het bezwaarschrift. b. U zet uw handtekening onder het bezwaarschrift. c. U stuurt een kopie van het besluit mee. Heeft u of kunt u dit niet, dan geeft u een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt. d. U vermeldt het kenmerk en de datum van het besluit. e. De argumenten voor bezwaar schrijft u in de brief. f. Dient u namens iemand anders het bezwaar in? Stuur dan een volmacht mee. Indien u schriftelijk bezwaar maakt, wordt u verzocht om een kopie van het besluit waartegen het bezwaar is gericht mee te zenden en in de linkerbovenhoek van de envelop de woorden 'AWB/BEZWAAR' te vermelden. De indiener van het bezwaarschrift kan, als onverwijlde spoed dat - gelet op de betrokken belangen - vereist, eveneens een voorlopige voorziening (bijvoorbeeld een schorsing van het besluit) vragen bij de president van de rechtbank, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Op www.denhaag.nl/bezwaar vindt u meer informatie. 2/6
Bijlage Beoordeling activiteiten De aanvraag heeft betrekking op het perceel, kadastraal bekend als gemeente s-gravenhage, sectie AP, nr 1798. Op basis van de aard en inhoud van deze aanvraag is volgens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen de gebruiksdoelen Industriefunctie en Kantoorfunctie vastgesteld. Het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft is niet gelegen in het gemeentelijk of Rijks beschermd stadsgezicht. De aanvraag heeft ook geen betrekking op een bouwwerk dat vermeld wordt in het Rijks of gemeentelijk monumentenregister. Activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Voor zover van toepassing is deze activiteit getoetst aan: - het bestemmingsplan Binckhorst 1989, waar ter plaatse van uw initiatief de bestemming Bedrijfsdoeleinden (B) is opgenomen; Binnen de bestemming is de grond bestemd voor bedrijven waaronder groothandelsbedrijven en laboratoria begrepen. Er is geen andere functie-aanduiding opgenomen en tevens is geen bestaand afwijkend gebruik bekend. Het bouwperceel mag ten hoogste 80% worden bebouwd. Hierop vindt geen wijziging plaats. De aanvraag betreft een wijziging van het gebruik Gebleken is dat de aanvraag niet voldoet aan de gebruiksregels van het bestemmingsplan voor wat betreft het gebruik van het pand als creativiteitscentrum annex kantoor. Het bestemmingsplan biedt geen toereikende afwijkingsmogelijkheid voor de geconstateerde strijdigheid in het gebruik als volledig kantoor. Wij zijn bereid de afwijking van de desbetreffende bestemmingsplanregels toe te staan op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, juncto artikel 4, lid 9 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) op grond van de volgende motivering: Plan heeft betrekking op de revitalisering van de bestaande bedrijfspanden waarbij wordt aangestuurd op nieuwe ontwikkelingen. Deze opwaardering past in het gevoerde beleid ten aanzien van de transformatie van de Binckhorst naar een gemengde gebied. Hiertoe is het ontwerp omgevingsplan Binckhorst in procedure gebracht. Het betreft een wijziging van de activiteit industrie naar creatieve industrie. De huidige bedrijfsvoering van Secrid valt binnen de kaders van deze functie, waardoor een transformatie naar deze functie akkoord is. Gelet op de gestelde parkeernormen in het bestemmingsplan en overeenkomstig het meest recente parkeerbeleid is de parkeerbehoefte berekent op 43,7 parkeerplaatsen. Dit is een toename van 14,9 parkeerplaatsen. Aanvrager heeft een huurovereenkomst met de gemeente ten aanzien van een grondperceel naast het gebouw Saturnusstraat 63 waarbij het verhuurde stuk grond wordt gebruikt als parkeerterrein. Hiermee wordt voorzien in de benodigde 15 parkeerplaatsen. 3/6
Eindoordeel activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Op basis van de beoordeling van de aanvraag en de daaraan verbonden advisering bestaat er geen bezwaar tegen het, met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, verlenen van de vergunning voor de activiteit Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening. Aan deze vergunning voor bovengenoemde activiteit verbinden wij de volgende voorschriften: Voor de verdere ontwikkeling van bouwplannen op de kavel dient vooraf afstemming te worden bereikt met de gemeente. Hiertoe wordt aanvrager verzocht een totaalplan te presenteren waarop naast het beoogde gebruik ook de gewenste nieuwbouw op het perceel is meegenomen. Voorschriften op basis van het Bouwbesluit Afdeling 2.10 Beperking van uitbreiding van brand. Voorschrift: Artikel 2.85 juncto art. 1.3 Gelijkwaardigheid. Het oppervlakte van het brandcompartiment voldoet niet aan het niveau van eisen voor een bestaand bouwwerk waarin een kantoorfunctie is ondergebracht. Er is middels een gelijkwaardige invulling, te weten een watermistinstallatie, voldoende aannemelijk gemaakt dat wordt voldaan aan de functionele eis van afdeling 2.10 van bouwbesluit 2012. De technisch inhoudelijke beoordeling van de installatie, evenals een beoordeling van al dan niet eenduidig omschreven norm afwijkingen, zijn onverminderd ter beoordeling en verantwoording van adviseur en inspectie instelling. Noot: Het doel van de watermistinstallatie betreft geen gelijkwaardigheid voor wat betreft sterkte bij brand. Conform paragraaf 3.1 van het rapport van Flameteq vindt aan de hand van de bouwkundig situatie een motivatie betreffende het bezwijken van bouw constructieplaats. Hoewel de watermist in belangrijke mate bijdraagt aan de condities bij brand in relatie tot de constructie betreft dit geen doelstelling op zich van de installatie. Dit dient eenduidig te worden verwerkt in het uitgangspuntendocument. Afdeling 2.12 Vluchtroutes Voorschrift: Artikel 2.109 Opmerking: Een vluchtroute leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg. De vluchtwegen aan de achterzijde van het bouwwerk (stramien M) hebben in huidige toestand voldoende mogelijkheid om de openbare weg te bereiken. Indien veranderingen van enige aard plaatsvinden naast dit bouwwerk (ter plaatse van stramien 4) zullen mogelijk additionele maatregelen getroffen moeten worden. Voorschrift: Artikel 2.109 juncto regeling bouwbesluit 2012 en art. 6.25 lid 3 Opmerking: Het maximaal personen dat gelijktijdig gebruik mag maken van het bouwwerk dient in overeenstemming te zijn met de uitgangspunten conform de regeling bouwbesluit 2012. 4/6
Afdeling 6.5 Tijdig vaststellen van brand Voorschrift: Artikel 6.20 lid 1, lid 3 en lid 5 Gelijkw: Het bouwwerk is, op basis van bijlage 1 van bouwbesluit 2012, voorzien van een brandmeldinstallatie met bewakingsomvang niet-automatische bewaking en wordt uitgevoerd conform NEN2535. Op basis van bijlage 1 van bouwbesluit 2012 is doormelding naar de RAC door de brandmeldinstallatie niet vereist, de watermistinstallatie dient een brandalarm door te melden naar de RAC. Afhankelijk van de verwevenheid van de brandmeldinstallatie, ontruimingsalarminstallatie en watermistinstallatie kan het zijn dat de systemen gedeeltelijk of geheel gecertificeerd moeten zijn. Dat is primair ter beoordeling van de inspectie-instelling. Afdeling 6.6 Vluchten bij brand Voorschrift: Artikel 6.25 lid 8 juncto art. 7.12 lid 1 Opmerking: Een voorziening voor toegangs- of uitgangscontrole in een vluchtroute mogen het vluchten niet belemmeren. Een deur op een vluchtroute is bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend gesloten indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel onmiddellijk over de volledige breedte kan worden geopend. Voorschrift: Artikel 6.23 lid 1 Opmerking: De gebruiksfunctie moet voorzien zijn van een ontruimingsalarminstallatie conform de NEN2575. Voorschriften op basis van de Regeling omgevingsrecht (Mor) Nader in te dienen gegevens en bescheiden De volgende gegevens en bescheiden dienen uiterlijk drie weken voor de aanvang van de desbetreffende handeling, onder vermelding van ons referentienummer, alsnog te worden overgelegd: Gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat het te bouwen bouwwerk voldoet aan de gestelde eisen in relatie tot de vereiste brandbeveiliging installaties, te weten: Een uitgangspuntendocument van de brandmeldinstallatie, Een uitgangspuntendocument van de watermistinstallatie, Bijlage 2, aanvullend brandveiligheid advies ten behoeve van de aanvrager Aanvullende toelichting brandveiligheid Op een tegen de vluchtrichting in draaiende deurconstructie in een bestaand bouwwerk mogen, conform bouwbesluit 2012, maximaal 60 personen zijn aangewezen. Indien vele personen nagenoeg gelijktijdig die deurconstructie kunnen bereiken, zal het zeer lastig zijn de deur te openen daar deze in de richting van de mensenmassa opent. De aanvrager wordt geadviseerd additionele maatregelen te treffen. Een voorbeeld hiervan kan zijn deurconstructies toe te passen welke (enkel) in nood met de vluchtrichting mee te openen zijn. Aanvullende toelichting brandveilig gebruik Voor het brandveilig gebruiken van het bouwwerk zijn rechtstreeks werkende voorschriften en artikelen op het brandveilig gebruik van toepassing overeenkomstig hoofdstuk 7 van het bouwbesluit. 5/6
Daarnaast is voor het brandveilig in gebruik nemen van het bouwwerk een toereikende melding brandveilig gebruik noodzakelijk conform artikel 1.18 van het bouwbesluit. Hierop zijn de volgende voorwaarden van toepassing: De indiening van de melding brandveilig gebruik dient te voldoen aan de indieningsvereisten zoals omschreven in artikel 1.19 van het bouwbesluit. 6/6