Living Planet Index voor Nederland,

Vergelijkbare documenten
Trend van zoogdieren,

Trend van vleermuizen,

Aantalsontwikkeling van amfibieën

Aantalsontwikkeling van amfibieën,

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Trend vogels, reptielen en dagvlinders duinen,

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen

Dagvlinders,

Internationaal belang Nederland voor watervogels

Trend ontwikkeling van broedvogels,

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen,

Aantalsontwikkeling van vleermuizen

Trend van vleermuizen,

Flora van loof- en gemengde bossen,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Trend vogels, reptielen en dagvlinders duinen,

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Woningvoorraad, investeringen en nieuwbouwwoningen,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Libellen van de Habitatrichtlijn,

Flora van open moerassen,

Vermesting zoet oppervlaktewater,

Aantal auto's per provincie,

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Gft-afval verwerkers,

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna,

Trend van dagvlinders,

Windturbines in de groene ruimte

Huishoudens,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Biologische voedingsmiddelen,

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Werkgelegenheid en verhouding wonen en werken per gemeente, 2013

Aantal motorvoertuigen,

Trend van libellen,

Glastuinbouw,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Flora van naaldbossen,

Energieverbruik per energiedrager,

Fauna van de duinen,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2017

Bodemgebruik,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Energieverbruik per energiedrager,

Zoetwatervissen,

Energieverbruik door de industrie,

Energieverbruik per sector,

Gezondheidsklachten binnenmilieu,

Belangstelling voor maatschappelijke problemen,

Rode Lijst Indicator,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven ( )

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Windturbines in de groene ruimte,

Biologische voedingsmiddelen,

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bodemgebruik in Nederland,

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Verbruik van duurzame energie,

Woningen in buisleidingstroken,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Fint in rivieren en IJsselmeer

Algemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales,

Gezondheidsklachten binnenmilieu,

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Composteer- en vergistingsinstallaties voor gft-afval,

Watergebruik in de land- en tuinbouw,

Verbruik van elektriciteit,

Voor sloop vrijgekomen motorvoertuigen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Temperatuur oppervlaktewater,

Belangstelling voor maatschappelijke problemen,

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur,

Energieverbruik per bedrijfstak,

Ruimte per inwoner,

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit,

Zoetwatervissen,

Banen per gemeente,

Werken binnen bestaand bebouwd gebied,

Temperatuur oppervlaktewater,

Verbruik van hernieuwbare energie,

Transcriptie:

Indicator 30 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gewervelde dieren zijn gemiddeld met 22 procent toegenomen in Nederland sinds 1990. [figuurgroep] Download figuur [2] Download data (xls) [3] Pagina 1 van 6

Download figuur [4] Download data (xls) [5] Pagina 2 van 6

[/figuurgroep] Download figuur [6] Download data (xls) [7] LPI-Nederland De Nederlandse Living Planet Index (LPI) geeft de gemiddelde trend weer van zoogdieren, broedvogels, reptielen en amfibieën samen. Sinds 1990 is deze groep met 22% toegenomen. Deze toename komt door het vooruitgaan van zoogdieren, vogels en reptielen in deze periode. De amfibieën zijn als groep echter niet toegenomen. De berekeningswijze van de Nederlandse LPI komt sterk overeen met die van de Living Planet Index van het WWF, al zijn er enige verschillen (zie technische toelichting). Het meest in het oog springende verschil is de afwezigheid van de soortgroep vissen in de Nederlandse versie. LPI-mondiaal De LPI is internationaal gezien één van de meest geaccepteerde graadmeters voor de mondiale biodiversiteit. In deze graadmeter zijn gegevens van populaties van méér dan 3000 gewervelde diersoorten opgenomen (zoogdieren, broedvogels, reptielen, amfibieën en vissen), met als beginjaar 1970. De mondiale LPI is met 52% afgenomen, en ook na 1990 (het begin van de Nederlandse Pagina 3 van 6

tijdreeks) is de trend nog neerwaarts. Deze mondiale trend lijkt haaks te staan op de Nederlandse trend. LPI-naar landinkomen Als echter de LPI wordt uitgesplitst naar landengroepen met verschillend inkomensniveau (volgens Wereldbank-criteria), dan is te zien dat de LPI voor hoge inkomenslanden juist is gestegen (met 9,7%), hetgeen correspondeert met de Nederlandse trend. Volgens het WWF wijst deze toename op herstel na de zware verliezen in biodiversiteit die deels al voor 1970 optraden en is het natuurherstel mogelijk doordat in rijke landen tegenwoordig meer financiële middelen worden aangewend voor natuurherstel. Verder worden vaak goederen geïmporteerd uit lage inkomenslanden, waarbij veelal de negatieve effecten van de productie van die goederen op de biodiversiteit voor rekening komen van die lage inkomenslanden. LPI en RLI De LPI resultaten zijn goed te rijmen met die van de Rode Lijst Indicator. De RLI onderbouwt dat veel soorten bedreigd zijn geraakt tussen 1950 en 1995 en dat daarna enig herstel optreedt. De LPI rekent ook de toename en afnamen mee van soorten die niet op de Rode Lijst staan of stonden en laat zien dat sinds 1990 gewervelde dieren in Nederland in populatie-omvang toenemen. [indicator=nl1521] Referenties WWF, 2014. Living Planet Report 2014, Species and spaces, people and places. [8] WWF, Gland, Zwitserland. Relevante informatie Netwerk Ecologische Monitoring [9] Methode indexcijfers (TRIM) [10] Technische toelichting Naam van het gegeven Aantalsontwikkeling van gewervelde dieren Pagina 4 van 6

Omschrijving Ontwikkeling populatie-aantallen gewervelde dieren als groep Verantwoordelijk instituut Centraal Bureau voor de Statistiek Berekeningswijze Alle inheemse soorten broedvogels, reptielen en amfibieën zijn in de indicator opgenomen, maar niet alle zoogdieren. Van een aantal zoogdieren zijn namelijk geen jaarcijfers en trends voorhanden. Gegevens over populatie-aantallen zijn ontleend aan de landelijke meetnetten in het Netwerk Ecologische Monitoring [11] voor broedvogels (Sovon), reptielen (Ravon), amfibieën (Ravon) en dagactieve zoogdieren (Zoogdiervereniging). Met die data zijn voor elke soort jaarlijkse indexcijfers over populatie-aantallen bepaald met GLM-Poisson regressie (software TRIM; Methode indexcijfers (TRIM) [10]. Cijfers van zeehonden, bruinvis, otter, bever, das, hamster en een aantal muizen zijn gebaseerd op andere bronnen (zie de indicatoren in het CLO over deze soorten) en betreffen deels trends in verspreiding als benadering van de trend in populatie-aantal. De indicator is berekend door de jaarlijkse indexcijfers over de populatie-aantallen meetkundig te middelen over alle 166 betrokken soorten (met indexwaarde 2000 = 100 voor elke soort). Over de jaren heen is een smoothing algoritme toegepast om flexibele trends te bepalen en daaruit zijn trendklassen afgeleid. De betrouwbaarheidsintervallen van de indicator zijn gebaseerd op de betrouwbaarheidsintervallen van de indexcijfers van de afzonderlijke soorten (Soldaat et al. in voorb.). De indicatormethode komt sterk overeen met de methode van de Living Planet Index van WWF (WWF, 2014) dat de indicator de "Nederlandse LPI" is genoemd (voorheen "Soortgroep Trend Indexen"). Er zijn enige statistische verschillen, maar die hebben weinig gevolgen voor de indicatorwaarden: (1) De basisdata zijn verschillend. De basisdata bij de Nederlandse LPI zijn tellingen per meetpunt; bij WWF-LPI zijn dat tijdreeksen op basis van geaggregeerde gegevens over een aantal meetpunten. (2) De statistische methode per soort verschilt. Bij de Nederlandse LPI is een GLM toegepast, bij de WWF-LPI een GAM. (3) De betrouwbaarheidsintervallen van de indicator verschillen. Bij de Nederlandse LPI is daarin de onzekerheid van de indexen per soort opgenomen; bij de WWF-LPI niet. Zowel bij de Nederlandse LPI als bij de WWF-LPI zijn jaarlijkse indexcijfers meetkundig gemiddeld. Om te voorkomen dat zeer sterk toenemende of afnemende soorten de indicator domineren, worden indexcijfers bij de WWF-LPI boven de 1000 op 1000 afgekapt en onder de 10 op 10 gezet (pers. comm. Loh & McRae, 2014). Deze afkapregel is ook toegepast bij de Nederlandse LPI.Omdat de trendlijn niet precies op 100% begon (i.t.t. het "data-punt" op 1990), hebben we de gehele trendlijn van de Nederlandse LPI nominaal iets verhoogd. De toename tussen 1990 en 2013 blijft na deze bewerking gelijk, dus het verschuiven van de trend leidt niet tot andere conclusies. De WWF-LPI is gebaseerd op dezelfde diergroepen als de Nederlandse LPI, maar omvat tevens vissen. Basistabel De index van de betrokken soorten met hun trend staan onder het tabblad afzonderlijke soorten onder Download figuurdata. Geografisch verdeling Nederland Verschijningsfrequentie Pagina 5 van 6

Jaarlijks Achtergrondliteratuur WWF, 2014. Living Planet Report 2014, Species and spaces, people and places. WWF, Gland, Zwitserland. Opmerking De indexcijfers van de afzonderlijke soorten zijn te vinden bij de indicatoren over de LPI per soortgroep Betrouwbaarheidscodering B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is. Referentie van deze webpagina CBS, PBL, RIVM, WUR (2014). [12] (indicator 1569, versie 01, 30 september 2014 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen. Bron-URL: https://www.clo.nl/indicatoren/nl156901 Links [1] https://www.clo.nl/indicatoren/nl1569 [2] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1569_001g_clo_01_nl.png [3] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-1569-001g-clo-01-nl.xls [4] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1569_002g_clo_01_nl.png [5] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-1569-002g-clo-01-nl.xls [6] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1569_003x_clo_01_nl.png [7] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-1569-003x-clo-01-nl.xls [8] http://www.wnf.nl/nl/wat_wnf_doet/thema_s/voetafdruk/onderzoek living_planet_report/ [9] http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/natuur-milieu/methoden/dataverzameling/overigedataverzameling/netwerk-ecologische-monitoring.htm [10] http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/natuur-milieu/methoden/trim/default.htm [11] http://www.netwerkecologischemonitoring.nl/home [12] https://www.clo.nl/indicatoren/nl156901 Pagina 6 van 6