Gewasbeschermingsmiddelen. Vademecum voor de landbouwer

Vergelijkbare documenten
Gearchiveerd op 09/06/2011

Gearchiveerd op 01/03/2012

PRI 3017 Loonwerk met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - Pesticiden [3017] v4

Bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. Vademecum voor de landbouwer. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

PRI 3017 Loonwerk met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - Pesticiden [3017] v1

Omzendbrief betreffende de technische keuring van spuittoestellen

Vademecum voor de landbouwer

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs.

TRA 3179 Gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen : bezit en verhandeling - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3179] v2

Handleiding voor het registreren of wijzigen van uw activiteiten in de voedselketen via Foodweb

Feitelijke verenigingen: Geldigheid van audits

Scholen. en het FAVV. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs.

Omzendbrief betreffende de technische keuring van spuittoestellen

Gearchiveerd op 15/12/2010

Omzendbrief betreffende de controles uitgevoerd door het FAVV op de verpakking en etikettering van gewasbeschermingsmiddelen

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Omzendbrief betreffende de controles uitgevoerd door het FAVV op de verpakking en etikettering van gewasbeschermingsmiddelen

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

GIDS FYTOLICENTIE - DEEL 6 BEWARING

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Het FAVV tot uw dienst

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Omzendbrief betreffende het bezit van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen waarvan de verkoop of het gebruik verboden is

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Omzendbrief betreffende de vooroogstcontrole

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Voor de operatoren uit de primaire plantaardige en de primaire dierlijke sector. Een FAVV-controle zonder zorgen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Ik dank u voor uw medewerking. Hoogachtend.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Transcriptie:

Vademecum voor de landbouwer Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Versie 2012

Verantwoordelijke uitgever : Herman Diricks, Gedelegeerd bestuurder Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel D/2011/10413/16 Revisie juli 2012 V040215

Inhoud Inleiding 5 Definities 6 Indeling van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen 7 Erkende gebruikers en speciaal erkende gebruikers 8 Erkenning van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen 10 Opslag van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen 13 Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen 15 Traceerbaarheid en gebruiksregister 17 Afvoer van verpakkingen en van niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen 19 Keuring van spuittoestellen 20 en randvoorwaarden 22 Is mijn bedrijf in orde? 23 Overzicht rechtsgrondslagen 25 Nuttige adressen 27

4

Inleiding In de meeste landbouwbedrijven worden courant gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Deze producten hebben hun stempel gedrukt op de recente landbouwgeschiedenis. Vlak na de tweede wereldoorlog stond de Europese landbouw voor een grote uitdaging: genoeg voedsel voortbrengen voor de hele bevolking. De gewasbeschermingsmiddelen droegen bij aan de sterke ontwikkeling van een productievere landbouw. Toen die uitdaging wegviel, ging de moderne landbouw andere uitdagingen aan waarvan het produceren van kwaliteitsproducten die tegelijk rekening houden met de gezondheid van mensen en dieren en met de milieueisen, zeker niet de geringste is. De wettelijke voorschriften met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen zijn de jongste jaren sterk veranderd. Of het nu gaat om de splitsing van erkenningen in België, de nieuwe Europese verordening betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen of de kaderrichtlijn ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden, de voorwaarden met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zijn veranderd en zullen in de nabije toekomst nog veranderen. Het is duidelijk dat het voor mensen op het terrein niet altijd eenvoudig is om alle nieuwe toe te passen voorschriften te kennen en zo aan de verschillende opgelegde voorwaarden te voldoen. Dit vademecum waarin alle na te leven federale voorschriften over gewasbeschermingsmiddelen zijn samengebracht, is bedoeld als een eenvoudig en praktisch hulpmiddel voor de landbouwer. Het geeft duidelijke en beknopte informatie over de maatregelen die u in uw bedrijf moet toepassen en bevat tevens een overzicht van de recente of toekomstige wijzigingen van de wetgeving. Let op. Het is mogelijk dat daarnaast ook wettelijke voorschriften van de gewesten moeten worden nageleefd. Deze zijn niet expliciet in deze brochure vermeld, maar in de mate van het mogelijke zijn wel links weergegeven naar websites waar de betreffende informatie te vinden is. De vermelde informatie is deze die geldt op de datum waarop dit document is gedrukt. 5

Definities : zijn middelen zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1107/2209 die hoofdzakelijk worden gebruikt om planten te beschermen en om ongewenste gewassen te vernietigen. Zij omvatten fungiciden, insecticiden, herbiciden, groeiregelaars, Toevoegingsstoffen: zijn producten zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1107/2009 die bestemd zijn om te worden vermengd met een gewasbeschermingsmiddel (uitvloeiers, schuimremmers, ) Biociden: zijn producten zoals omschreven in het KB van 22 mei 2003 die bestemd zijn om schadelijke organismen te vernietigen, af te schrikken of onschadelijk te maken, om de effecten ervan te voorkomen of om ze op één of andere wijze te bestrijden. Tot deze groep behoren zeer uiteenlopende producten zoals insecticiden en rodenticiden voor huishoudelijk of industrieel gebruik, houtbeschermingsproducten, ontsmettingsmiddelen, NBGM (niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen): zijn gewasbeschermingsmiddelen die niet meer worden gebruikt. Er zijn hiervoor verschillende redenen: De erkenning werd ingetrokken en de toegelaten gebruikstermijn is verstreken; Er bestaat onzekerheid over het product (etiket ontbreekt, is onleesbaar...); De fysisch-chemische toestand is aangetast (door vorst, neerslag...) of de vervaldatum is overschreden. Professioneel gebruiker: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die gewasbeschermingsmiddelen gebruikt in het kader van zijn beroepsactiviteit: operatoren, technici, werkgevers en zelfstandigen uit de landbouwsector of andere sectoren. 6

Indeling van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen Door de splitsing van de erkenningen in voege vanaf 18 augustus 2012 worden gewasbeschermingsmiddelen ingedeeld in producten voor professioneel gebruik en producten voor niet-professioneel gebruik (hobbytelers). Deze nieuwe indeling heeft als doel aan de gebruikers producten beschikbaar te stellen die aangepast zijn aan hun noden. Producten voor hobbytelers moeten daarbij voldoen aan strikte criteria op het vlak van samenstelling, verpakking (voor de behandeling van een oppervlakte van 5 are aangepaste hoeveelheid, aanwezigheid van een veiligheidsdop en van een meetinstrument, ) en etikettering. Producten voor 18 augustus 2012 op de markt gebracht, waren op grond van hun effect op de gezondheid ingedeeld in drie klassen : 1. Klasse A: producten die behoren tot de gevarencategorie Zeer giftig, Giftig of Corrosief 2. Klasse B: deze klasse omvat de producten die niet behoren tot klasse A en thuishoren in de categorie Schadelijk, Irriterend of Sensibiliserend 3. Klasse met de niet-ingedeelde producten: deze categorie bevat de producten die niet zijn ingedeeld in klasse A of klasse B. Op het etiket op de verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen staat een symbool dat de gevarencategorie aanduidt. Symbolen Klasse Zeer giftig, Giftig, Corrosief Klasse A producten Schadelijk, Irriterend, Sensibiliserend Klasse B producten 7

U vindt deze symbolen nog terug op gewasbeschermingsmiddelen, maar zij komen niet meer overeen met een indeling in klassen. De aanpassing van de verpakkingen kan uiteraard niet van de ene op de andere dag gebeuren. Er zijn momenteel dus twee soorten etiketten op de markt. De wetgever heeft daarom voorzien in een overgangsperiode waarbij zowel producten uit de oude indeling als producten uit de nieuwe indeling op de markt mogen zijn. Volgens de oude indeling verpakte en geëtiketteerde producten mogen nog gedurende twee jaar worden verkocht, dus tot 18 augustus 2014. Zij mogen nog tot 18 maanden na het einde van de overgangsperiode worden gebruikt, dus tot 18 februari 2016. Erkende gebruikers en speciaal erkende gebruikers Niet om het even wie mag om het even welk gewasbeschermingsmiddel gebruiken. De indeling van de producten in drie klassen (A, B en niet ingedeeld) bepaalde de voorwaarden voor de verkoop en het gebruik ervan: Niet-ingedeelde producten mogen vrij worden verkocht en gebruikt; Producten van klasse B mogen alleen worden verkocht door erkende verkopers maar mogen door iedereen worden gebruikt; Producten van klasse A (waarvan een werkzame stof niet is vermeld in bijlage X van het KB van 28 februari 1994) mogen alleen worden verkocht door erkende verkopers en alleen worden gebruikt door erkende gebruikers. Er worden van ambtswege uitzonderingen op dat principe toegestaan ten aanzien van bepaalde beroepscategorieën zoals landbouwers, op voorwaarde dat de producten niet worden gebruikt bij derden. Een landbouwer die producten van klasse A uitsluitend in zijn eigen bedrijf gebruikt komt dus in aanmerking voor deze uitzondering. Anderzijds mogen producten waarvan een werkzame stof wel is vermeld in bijlage X bij het KB van 28 februari 1994 (sulfurylfluoride, aluminium- of magnesiumfosfide, chloorpicrine) alleen worden gebruikt door speciaal erkende gebruikers. 8

Oude indeling Gebruik Verkoop Klasse A Erkende gebruikers of landbouwers die aanspraak kunnen maken op een Erkende verkopers uitzondering Klasse A (met in bijlage X vermelde werkzame stof) Speciaal erkende gebruikers Erkende verkopers Klasse B vrij Erkende verkopers Niet ingedeeld vrij vrij Na de splitsing van de erkenningen (18 augustus 2012) mogen voor professioneel gebruik bestemde producten alleen worden verkocht door erkende verkopers en mogen zij alleen nog worden gebruikt door erkende of speciaal erkende gebruikers. De uitzondering voor landbouwers die dergelijke producten alleen in hun eigen bedrijf gebruiken blijft van toepassing. mogen voor niet-professioneel gebruik bestemde producten door iedereen worden verkocht en gebruikt. Nieuwe indeling Gebruik Verkoop Producten voor professioneel gebruik (met in bijlage X vermelde werkzame Speciaal erkende gebruikers Erkende verkopers stof) Producten voor professioneel gebruik Erkende gebruikers of landbouwers die aanspraak maken op een uitzondering Erkende verkopers Producten voor niet-professioneel gebruik vrij vrij De erkenningen als erkend gebruiker en speciaal erkend gebruiker worden afgegeven door de Federale overheidsdienst Volksgezondheid. Meer informatie op : FOD Volksgezondheid DG Leefmilieu Dienst Risicobeheersing : info.biocides@environment.belgium.be http://www.fytoweb.fgov.be > Informatie voor de gebruiker 9

10 Vanaf 25 november 2015 mogen producten voor professioneel gebruik alleen nog worden gebruikt door gebruikers die beschikken over een fytolicentie. Deze fytolicentie maakt deel uit van de maatregelen voorzien in de Europese richtlijn 2009/128 met het oog op een verantwoord en duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het verkrijgen van de fytolicentie zal bepaald worden door de kennis over het correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en deze kennis zal moeten onderhouden worden door bijscholingen. Het systeem van uitzonderingen voor landbouwers zal niet langer bestaan. Nieuwe indeling Gebruik Verkoop Producten voor professioneel gebruik Gebruikers die beschikken over een fytolicentie Verkopers die beschikken over een fytolicentie Producten voor niet-professioneel gebruik vrij Verkopers die beschikken over een fytolicentie Erkenning van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen Alhoewel de toelating van nieuwe werkzame stoffen onder de bevoegdheid van de Europese Commissie valt, moet een Nationaal Erkenningscomité instaan voor het onderzoek naar de toelaatbaarheid van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen (commerciële producten). De experts van het Erkenningscomité gaan eerst na of de werkzame stof door Europa werd toegelaten en nemen vervolgens de studies over de toxicologische, milieutoxicologische en fysisch-chemische eigenschappen grondig door vooraleer over de erkenning van het aangeboden product te beslissen. Pas wanneer het product erkend is 1 mag het op het nationale grondgebied worden gebruikt en in bezit gehouden. Dit is officieel vastgelegd in artikel 28 van verordening (EG) nr. 1107/2009 en in artikel 7 van het koninklijk besluit van 28 februari 1994. Een erkend middel kan men herkennen aan zijn erkenningsnummer. Dat nummer moet absoluut vermeld zijn op het etiket op de verpakking. Vanaf 18 augustus 2012 bestaat het erkenningsnummer uit 4 of 5 cijfers gevolgd door de letters P/B of G/B waarmee wordt verwezen naar het professionele (P= Professional) of niet-professionele 1 Behalve enkele uitzonderingen in verband met wetenschappelijk onderzoek,

(G = Garden) gebruik van het product. Voor parallelinvoer toegelaten producten hebben een erkenningsnummer van 3 of 4 cijfers gevolgd door de hoofdletters P/P of G/P. Producten op de markt gebracht voor 18 augustus 2012 hebben een erkenningsnummer dat bestaat uit of 5 cijfers gevolgd door de letters /B of /P. Voor 18 augustus 2012 Vanaf 18 augustus 2012 Nummer Gebruik Nummer Gebruik xxxxx/b Voor professioneel of ander gebruik erkende producten xxxxxg/b xxxxxp/b Voor niet-professsioneel gebruik bestemde producten Voor professioneel gebruik bestemde producten Voor niet-professioneel xxx/p Voor parallelinvoer toegelaten voor professioneel of ander gebruik bestemde producten xxxxg/p xxxxp/p gebruik bestemde producten uit de parallelinvoer Voor professioneel gebruik bestemde producten uit de parallelinvoer Erkende producten met een etiket dat de oude erkenningsnummers vermeldt, mogen worden verkocht tot 18 augustus 2014 en worden gebruikt tot 18 februari 2016. Na die data mogen alleen nog producten worden verkocht en gebruikt die erkend zijn volgens het nieuwe klassificeringssysteem. De erkenning van een product kan, indien nodig, worden ingetrokken. De erkenning kan volledig worden ingetrokken of alleen voor een aantal specifieke toepassingen van het product. Dit wordt bekendgemaakt op de website www.fytoweb.fgov.be en doorgaans ook via de vakpers. Goed om weten is bovendien dat een beroepsvereniging aan het Erkenningscomité kan vragen om het toepassingsgebied van een reeds voor andere doeleinden erkend gewasbeschermingsmiddel uit te breiden. Het Erkenningscomité doet uitspraak over de aanvraag en zal eventueel het product voor het nieuwe gebruik erkennen. Deze procedure geldt voor minder belangrijke gewassen. Meer informatie op www.fytoweb.fgov.be 11

12

Opslag van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen Vanwege het potentiële gevaar dat de meeste gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen inhouden, is het belangrijk dat deze producten op de juiste manier worden opgeslagen en bewaard. Een eerste gouden regel is dat ze altijd moeten worden bewaard in de oorspronkelijke verpakking en dat men het op de verpakking aangebrachte etiket niet mag beschadigen of losmaken. Op die manier kunnen gevaarlijke vergissingen worden vermeden. De leverancier mag u trouwens geen producten aanbieden die zich niet in de onbeschadigde oorspronkelijke verpakking bevinden. Hij mag de producten ook niet in kleinere hoeveelheden verdelen vooraleer ze aan de gebruikers af te leveren. Het KB van 28 februari 1994 verbiedt het bezit van gewasbeschermingsmiddelen die niet of niet langer erkend zijn. Deze producten moeten dan ook gescheiden van de andere producten worden bewaard en moeten duidelijk geïdentificeerd zijn als producten die niet meer gebruikt mogen worden (bijvoorbeeld bij middel van een bordje met de vermelding NBGM, vervallen, ). Als een landbouwer percelen heeft in een buurland moeten daar de in dat land toegelaten producten worden gebruikt. De landbouwer mag deze producten in zijn bedrijf bewaren als hij beschikt over een toelating van het FAVV voor de import/export van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. In voorkomend geval moeten de producten duidelijk (bijvoorbeeld bij middel van een bordje) geïdentificeerd zijn als bestemd voor export. Het KB van 28 februari 1994 legt de voorwaarden vast waaraan het opslaglokaal moet voldoen. Deze voorwaarden verschillen al naargelang de gebruiker een erkend gebruiker is of in aanmerking komt voor een uitzondering (zie hierboven). De voorwaarden zijn weergegeven in onderstaande tabel: 13

Lokaal van een erkend gebruiker Lokaal van een gebruiker die in aanmerking komt voor een uitzondering Het lokaal is bestemd voor het bewaren van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen. Er mogen echter ook biociden, chemische producten, vloeibare meststoffen,. in worden bewaard in gesloten verpakking slotvast afgesloten naar behoren verlucht droog en goed onderhouden zo zijn ontworpen dat de producten er goed in kunnen bewaard worden (vorstvrij, beschermd tegen te grote hitte, ) enkel toegankelijk in aanwezigheid van de erkende persoon De speciaal erkende gebruiker moet de gevaarlijkste producten, namelijk die met een in bijlage X bij het KB van 28/02/1994 vermelde werkzame stof, bewaren buiten gebouwen waarin dieren of mensen zijn gehuisvest. Het is steeds belangrijk dat de minimale hygiënenormen worden nageleefd, met name dat verontreiniging van voor mensen of dieren bestemde voedingsmiddelen door gewasbeschermingsmiddelen wordt vermeden. Die opmerking geldt uiteraard voor de opslagperiode, maar speciale aandacht moet worden besteed wanneer producten uit de opslag worden genomen, de spuitvloeistof wordt klaargemaakt en het spuittoestel wordt gevuld. Let op! De hier aangehaalde voorschriften zijn de federale voorschriften waarvan de naleving door het FAVV wordt gecontroleerd. Het is mogelijk dat nog meer voorwaarden van toepassing zijn in het kader van de wetgeving van de gewesten. Voor meer informatie: Comité Régional Phyto: www.crphyto.be Vlaamse Overheid - Landbouw en Visserij www.vlaanderen.be/landbouw. 14

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen Gebruik van erkende producten Een gewasbeschermingsmiddel of toevoegingsstof mag alleen worden ingezet voor een gebruik waarvoor het erkend is. Men moet dus niet alleen nagaan of het middel wel erkend is maar ook of het erkend is voor een bepaalde toepassing (soort gewas, soort bestrijding, verplichte wachttijden tussen laatste behandeling en oogst, ) die u wil uitvoeren. Voorbeeld: onkruidverdelger X kan erkend zijn voor gebruik in tarwe maar niet voor gebruik in wintergerst en mag in dat laatste gewas dan ook niet worden gebruikt. Het is, ongeacht of het gaat om redenen in verband met de volksgezondheid, het leefmilieu of economische gronden, belangrijk dat de door de houder van de erkenning voor de beoogde toepassing aanbevolen dosissen nauwgezet in acht worden genomen. Deze dosissen werden immers vastgesteld op basis van proeven en wetenschappelijk onderzoek. Gebruik van een grotere dosis dan deze op het etiket vermeld zal de werking van het bestrijdingsmiddel niet verbeteren, maar zou wel schade kunnen veroorzaken aan het milieu, een risico van overschrijding van de maximumgehalten aan residuen in levensmiddelen kunnen met zich meebrengen en leiden tot een financieel verlies voor de teler. De professionele gebruiker mag echter wel lagere dosissen toedienen dan de in de erkenningsakte vermelde dosering. Om overschrijdingen van de in de wetgeving vastgelegde maximumgehalten aan residuen (MRL) te vermijden, moet ook de op het etiket van de producten vermelde wachttijd (tijd tussen behandeling en oogst) in acht worden genomen evenals de toedieningsfrequentie (maximum aantal toedieningen per teelt), die in geen geval mag overschreden worden. 15

Om de waterlopen te beschermen worden bij de erkenning van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen bufferzones bepaald die overeenstemmen met de afstand tussen de laatste spuitdop van het spuittoestel en de oever van het wateroppervlak. Die afstand schommelt tussen 2 en 200 meter naargelang van het risico dat het product inhoudt voor in het water levende organismen. De bufferzones zijn aangegeven op de etiketten van de producten en moeten uiteraard in acht worden genomen. Een brochure met uitleg over de bufferzones is beschikbaar op de website van Fytoweb (www.fytoweb.fgov.be > Info voor de gebruiker > Maatregelen ter beperking van verontreinigen van oppervlaktewater). Let op: ook de gewesten kunnen bijkomende bufferzones opleggen met het oog op de bescherming van het leefmilieu. Wanneer de erkenning van een product wordt ingetrokken wordt soms een periode vastgelegd waarin de producten nog kunnen gebruikt worden. Meestal MOGEN die producten nog gedurende 6 tot 18 maanden door de landbouwer worden gebruikt. Is deze termijn verstreken dan mag het bestrijdingsmiddel in geen geval nog worden gebruikt. De berichten met informatie over de vervaldata zijn terug te vinden op de website www.fytoweb.fgov.be of in de landbouwbladen. Voorzorgen bij het gebruik van de producten Gelet op de soms hoge toxiciteit van deze producten moeten bijzondere voorzorgen worden genomen bij het hanteren ervan. Sommige producten kunnen ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken wanneer zij met de huid in aanraking komen of worden ingeademd, De bij het hanteren van de producten na te leven goede landbouwpraktijken vindt u op de volgende websites: Comité Régional Phyto www.crphyto.be Vlaamse Overheid - Landbouw en Visserij www.vlaanderen.be/landbouw. 16

Vooroogstcontrole Op sommige gewassen (bepaalde soorten in kassen geteelde kropsla, veldsla en selderij) wordt een vooroogstcontrole uitgevoerd om na te gaan of zij voldoen aan de in de wetgeving vastgelegde maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen. Naargelang van het analyseresultaat wordt de oogst dan toegestaan of moet de oogst worden uitgesteld om het residugehalte van het gewas te verlagen. De vooroogstcontroles worden verricht door de erkende telersverenigingen (veilingen) of door het FAVV indien het gaat om telers die niet zijn aangesloten bij een erkende telersvereniging. De provinciale controle-eenheid moet in dat laatste geval 10 dagen voor de geplande oogstdatum in kennis worden gesteld van het oogsten van een teelt waarop een vooroogstcontrole moet worden verricht. Het FAVV contacteren? Zie www.favv.be > Provinciale controle-eenheden. Traceerbaarheid en gebruiksregister Om de traceerbaarheid te garanderen en zo de negatieve gevolgen bij gebruik van probleemproducten (gewasbeschermingsmiddel van slechte kwaliteit, levensmiddel dat MRL overschrijdt, ) te beperken moeten telers een aantal registers bijhouden in het bedrijf: IN-register De in het bedrijf aangevoerde gewasbeschermingsmiddelen (en biociden) moeten worden geregistreerd. De volgende gegevens moeten daarbij worden genoteerd: handelsnaam van het product, hoeveelheid, datum van ontvangst en identificatie van de vestigingseenheid die het product heeft geleverd. Gebruiksregister voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden Er zijn verschillende wetgevingen die het bijhouden van een register over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden verplicht stellen. De in het bedrijf gebruikte producten moeten binnen 7 dagen na gebruik ervan worden ingeschreven met het oog op een optimale traceerbaarheid. De volgende gegevens moeten worden genoteerd: 17

Gebruikt product (volledige handelsnaam)* Toedieningsdatum product * Omschrijving van de behandelde teelt * Ligging van de behandelde teelt (nummer van de kas, het perceel of de opslagruimte, partijnummer ) Gebruikte dosis * Behandelde oppervlakte of hoeveelheid* Plantdatum* Oogst- of verkoopdatum Bemonsteringsdatum en eventuele analyseresultaten. Met betrekking tot de vooroogstcontrole moet naast de analyseresultaten ook een situatieplan van de percelen (of kassen) aan het register worden toegevoegd. * Biociden Gebruikt product (volledige handelsnaam) * Toedieningsdatum* Type behandelde uitrusting (machines, kratten-laadborden en andere recipiënten, opslagruimte, voertuigen, infrastructuur, )* Gebruikte concentratie en toegediende hoeveelheid* Producenten die rechtstreeks kleine hoeveelheden onbewerkte plantaardige producten 2 aan de eindgebruiker verkopen mogen een afgeslankte versie van het register over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden bijhouden: dat register moet alleen de gegevens met een * uit bovenstaande tabel vermelden. De vorm waarin de gegevens moeten worden bewaard is niet vastgelegd. Leveringsbonnen, borderellen, enz mogen hiervoor worden gebruikt op voorwaarde dat deze documenten alle vereiste gegevens bevatten. De registers moeten gedurende 5 jaar worden bewaard. Voorbeelden zijn te vinden in de sectorgids primaire productie: www.favv.be > Professionelen > Autocontrole > Autocontrolegidsen. 2 Onder kleine hoeveelheden moet worden verstaan: de jaaropbrengst van een areaal van 50 are aardappelen en/of de jaaropbrengst van een areaal van 10 are per geteelde groente- of fruitsoort met een maximum van in totaal 50 are. 18

Afvoer van verpakkingen en van niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen Vanuit een streven naar milieubescherming maar ook naar bescherming van de gezondheid van mensen en dieren, is het noodzakelijk om op een verantwoorde manier om te gaan met verpakkingen, productresten en niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen (NBGM). Phytofar-Recover is een vzw die lege verpakkingen en NBGM van alle professionele gebruikers inzamelt. Lege verpakkingen: elk jaar vraagt Phytophar-Recover aan de landbouwers om hun lege verpakkingen (van september tot december) naar een welbepaald inzamelpunt te brengen. Die verpakkingen worden daarna op passende wijze behandeld om te worden vernietigd. Het gaat bij die inzamelingen om primaire verpakkingen, dit zijn verpakkingen die rechtstreeks met de producten in contact komen (vaten, bussen, aluminiumpapier, karton, ). Die verpakkingen moeten uiteraard worden gesorteerd en uitgespoeld voordat ze naar het inzamelpunt van Phytophar-Recover worden gebracht. Parallel met die eerste activiteit organiseert Phytofar-Recover ook inzamelingen van NBGM. Dit zijn producten waarvan de erkenning werd ingetrokken en waarvan de toegelaten gebruikstermijn verstreken is, aangetaste producten (door vorst, neerslag, ), producten waaromtrent onzekerheid bestaat (geen of onleesbaar etiket, ) of producten die de gebruiker niet meer nodig heeft. Er wordt om de twee jaar (van september tot december in de onpare jaren) een gratis inzameling georganiseerd. Phytophar-Recover haalt ook op aanvraag (tegen betaling) producten en verpakkingen op. De wetgeving verbiedt het bezit en het gebruik van gewasbeschermingen die in België niet erkend zijn of waarvan de erkenning niet meer geldig is. Dit verbod kan in de praktijk echter soms moeilijk worden nageleefd door de gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen omdat de lijst van erkende producten zo vaak wordt gewijzigd. 19

Het FAVV is zich daarvan bewust en hanteert, mits bepaalde voorwaarden worden nageleefd, een zekere tolerantie om de gebruikers de kans te geven zich in orde te stellen. De basisvoorwaarde is dat de gebruiker zijn NBGM afzonderlijk moet bewaren in het opslaglokaal en dat hij ze duidelijk moet identificeren (bijvoorbeeld met een bordje). Soms moet het FAVV tijdens haar controles producten in beslag nemen waarvan de erkenning werd ingetrokken. De betrokken landbouwer kan in dat geval deze producten tegen ontvangstbewijs overdragen aan Phytophar-Recover. Meer informatie: www.phytofarrecover.eu Keuring van spuittoestellen Omdat de voorwaarden betreffende het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik steeds strenger worden en de prijs van deze producten hoog oploopt, is het belangrijk dat ze met een zo groot mogelijke nauwkeurigheid worden gebruikt. Dat kan alleen als de spuitapparatuur in perfecte staat is en op correcte wijze wordt gebruikt. Terwijl het correcte gebruik een factor is die alleen van de gebruiker afhangt, heeft België sinds 1995 een rechtsgrondslag die de technische keuring van spuittoestellen verplicht stelt en het gebruik van toestellen die niet aan de eisen voldoen verbiedt. Er zijn twee erkende keuringsdiensten die de keuringen uitvoeren : 1. het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) in Gent voor de Vlaamse provincies en het Brusselse Gewest 2. het Centre wallon de Recherches agronomiques de Gembloux (CRA-W) voor de Waalse provincies Om de werking van het toestel te controleren voeren die diensten een reeks tests uit, gaande van het meten van de druk in de delen van de spuitboom tot het controleren van elk stel spuitdoppen. Als het toestel aan de eisen voldoet wordt op de spuittank een zelfklever aangebracht als bewijs dat het spuittoestel de technische keuring heeft ondergaan. Bij niet-goedkeuring wordt de eigenaar verzocht de nodige afstellingen of herstellingen uit te voeren en zijn toestel later opnieuw ter keuring aan te bieden. 20

De technische keuring is drie jaar geldig. Tegen het einde van die termijn wordt aan de verantwoordelijke een nieuwe uitnodiging toegezonden om zijn spuittoestel opnieuw ter keuring aan te bieden. Spuittoestellen die in België met gunstig gevolg werden gekeurd mogen op het Belgische grondgebied worden gebruikt, en dit zolang het keuringsattest geldig is. Ze mogen ook in de buurlanden worden gebruikt (Frankrijk, Nederland, Duitsland en het Groothertogdom Luxemburg). Het koninklijk besluit van 13 maart 2011 bepaalt dat wanneer een landbouwer geen uitnodiging krijgt om zijn toestel te laten keuren, hij de voor hem bevoegde keuringsdienst zelf op de hoogte moet brengen. Daarenboven moeten, wanneer een toestel wordt aangekocht, verkocht of buiten gebruik wordt gesteld zowel de koper als de verkoper de keuringsdienst (ILVO of CRA-W, naargelang welke dienst bevoegd is) daarvan op de hoogte brengen. Als een toestel buiten gebruik wordt gesteld moet de eigenaar de spuitboom van het toestel of de spuitkrans, in het geval van een boomspuit, demonteren. Het FAVV gaat bij zijn inspecties na of de spuittoestellen voorzien zijn van een geldige als bewijs van een gunstige technische keuring aangebrachte zelfklever. Als een spuittoestel niet door de eigenaar voor de technische keuring wordt aangeboden, melden de bevoegde diensten dit aan het FAVV, dat daarop overgaat tot een onderzoek ter plaatse. Een Europese richtlijn zal de keuring van spuittoestellen in de Europese Gemeenschap verplicht stellen tegen eind 2016. Tegen die tijd moeten alle door professionele gebruikers gebruikte spuittoestellen in alle lidstaten gekeurd zijn. 21

22 en randvoorwaarden De randvoorwaarden stellen de betaling van sommige soorten Europese steun afhankelijk van het al of niet voldaan zijn aan een aantal basisvoorschriften, onder meer op het gebied van milieu en gezondheid. Bij niet-naleving van de in de randvoorwaarden opgenomen eisen passen de gewestelijke autoriteiten een sanctie toe (een deel van de premies wordt ingehouden). De randvoorwaarden omvatten ook enkele aspecten in verband met gewasbeschermingsmiddelen die door het FAVV worden gecontroleerd: In het bedrijf aanwezige gewasbeschermingsmiddelen moeten in België erkend zijn of zijn toegelaten voor parallelinvoer; Spuittoestellen moeten in orde zijn met de technische keuring; De voorwaarden voor opslag en bewaring van gewasbeschermingsmiddelen moeten worden nageleefd; Landbouwers die producten van klasse A toedienen bij derden moeten erkende gebruikers zijn; De traceerbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen en biociden moet gegarandeerd zijn. De identificatie, de hoeveelheid van de producten en de datum van ontvangst ervan moeten worden geregistreerd. Daarnaast moet ook een register worden bijgehouden over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het FAVV en de gewestelijke autoriteiten hebben een samenwerkingsprotocol ondertekend waardoor het FAVV de gewestelijke autoriteiten in kennis moet stellen wanneer het bij zijn controles vaststelt dat een landbouwer niet voldoet aan een van de hierboven vermelde voorwaarden. Meer informatie: Vlaamse Overheid - Agentschap voor Landbouw en Visserij www.vlaanderen.be/landbouw --> Subsidies Service Public de Wallonie DGO3 - Agriculture, Ressources naturelles et Environnement http://agriculture.wallonie.be

Is mijn bedrijf in orde? Onderstaande checklist vermeldt de wettelijke voorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen die op federaal niveau moeten worden nageleefd. Na te leven wettelijke voorschriften Als ik gewasbeschermingsmiddelen van klasse A toedien bij derden heb ik een erkenning als erkend gebruiker. Alle gewasbeschermingsmiddelen die ik in mijn bezit heb zijn erkend of toegelaten voor parallelinvoer 3 Alle gewasbeschermingsmiddelen worden in de oorspronkelijke verpakking bewaard en zijn voorzien van het etiket. Alle gewasbeschermingsmiddelen die ik in mijn bezit heb zijn opgeslagen in een geschikt en slotvast lokaal. Als ik erkend gebruiker ben, neem ik de in de erkenning opgelegde opslagvoorwaarden in acht Ik gebruik de gewasbeschermingmiddelen conform de erkenning (met betrekking tot gewassen, dosering, wachttijd voor de oogst, ) Corrigerende maatregel De FOD Volksgezondheid contacteren om een erkenning als erkend gebruiker te verkrijgen. Producten die niet meer mogen worden gebruikt gescheiden van de andere producten bewaren en duidelijk identificeren als NBGM. Die producten moeten tijdens de inzamelcampagne aan Phytophar Recover worden overgedragen. Producten die niet in de oorspronkelijke verpakking worden bewaard of waarvan het etiket ontbreekt of onleesbaar is moeten worden beschouwd als NBGM, worden geïdentificeerd en gescheiden van de andere producten worden bewaard om ze mee te geven met Phytofar Recover. Opslaglokaal in orde brengen Nuttige link www.fytoweb. Fgov.be > informatie voor gebruikers www.fytoweb.fgov.be > lijst van in België erkende producten www.phytofarrecover.eu www.fytoweb.fgov.be Etiket van de producten + www.fytoweb.fgov.be 3 Uitzondering: als ik percelen in een buurland bewerk moet ik daarop producten gebruiken die in dat land erkend zijn. Ik mag ze wel in mijn bedrijf bewaren als ik een toelating van het FAVV heb voor het invoeren/uitvoeren van gewasbeschermingsmiddelen. 23

Ik zorg ervoor dat de gewasbeschermingsmiddelen en biociden die mijn bedrijf binnenkomen traceerbaar zijn en hou een register bij over het gebruik van de producten die ik gebruik Alle spuittoestellen worden aangeboden voor technische keuring en zijn voorzien van een geldige zelfklever De keuringsdienst contacteren om een afspraak te maken voor het keuren van het spuittoestel www.favv.be > Professionelen > Plantaardige productie > Omzendbrieven plantaardige productie: omzendbrief van 20 september 2011betreffende het bijhouden van registers over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de professionele gebruikers en de distributeurs van gewasbeschermingsmiddelen naar aanleiding van de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1107/2009 www.favv.be > Professionelen > Plantaardige productie > Omzendbrieven plantaardige productie: omzendbrief van 5 maart 2012 betreffende de technische keuring van spuittoestellen Bij de controles van het FAVV worden controlechecklists gebruikt. Deze checklists zijn beschikbaar op de website van het FAVV www/favv.be > Professionelen > Checklists Inspecties. 24

Overzicht rechtsgrondslagen Indeling en erkenning van gewasbeschermingsmiddelen Koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (art.28) Koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik (art. 7) Vooroogstcontrole Koninklijk besluit van 22 december 2005 betreffende levensmiddelenhygiëne Ministerieel besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvullende maatregelen die getroffen worden in het kader van de controle op de aanwezigheid van nitraten en van residuen van gewasbeschermingsmiddelen in en op sommige groente- en fruitsoorten. Traceerbaarheid en gebruiksregisters Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (art.67) Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen Europese verordening (EG) nr. 852/2004 inzake levensmiddelenhygiëne Koninklijk besluit van 22 december 2005 betreffende levensmiddelenhygiëne 25

Bestrijdingsmiddelenresiduen Verordening (EG) nr. 396/2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad Opslag van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik Koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik (art.77) Keuring van spuittoestellen Koninklijk besluit van 13 maart 2011 betreffende de verplichte keuring van spuittoestellen 26

Nuttige adressen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) AC-Kruidtuin, Food Safety Center, Kruidtuinlaan 55, 1000 Brussel T 02 211 82 11 Provinciale Controle-eenheden PCE Antwerpen AMCA-gebouw, 6 e verdieping, Italiëlei 4 Bus 18, 2000 Antwerpen T 03/202 27 11 - F 03/202 27 90 - Info.ANT@favv.be PCE Brussel AC-Kruidtuin - Food Safety Center - Kruidtuinlaan 55-1000 Brussel T 02/211 92 00 - F 02/211 91 80 - Info.BRU@favv.be PCE Henegouwen Avenue Thomas Edison 3, 7000 Mons T 065/40 62 11 - F 065/40 62 10 - Info.HAI@favv.be PCE Limburg Kempische Steenweg 297 bus 4, 3500 Hasselt T 011/26 39 84 - F 011/26 39 85 - Info.LIM@favv.be PCE Luik Bd Frère Orban 25, 4000 Liège T 04/224 59 11 - F 04/224 59 01 - Info.LIE@favv.be PCE Luxemburg Rue des Alliés 11, 6800 Libramont T 061/21 00 60 - F 061/21 00 79 - Info.LUX@favv.be PCE Namen Chaussée de Hannut 40, 5004 Bouge T 081/20 62 00 - F 081/20 62 02 - Info.NAM@favv.be 27

PCE Oost-Vlaanderen Zuiderpoort, blok B, 10 e verdieping Gaston Crommenlaan 6/1000, 9050 Gent T 09/210 13 00 - F 09/210 13 20 - Info.OVL@favv.be PCE Vlaams-Brabant Greenhill campus, Interleuvenlaan 15 - Blok E, Researchpark Haasrode 1515, 3001 Leuven T 016/39 01 11 - F 016/39 01 05 - Info.VBR@favv.be PCE Waals-Brabant Espace Coeur de Ville 1, 2 ème étage, 1340 Ottignies T 010/42 13 40 - F 010/42 13 80 - Info.BRW@favv.be PCE West-Vlaanderen AIPM Koning Albert I laan 122, 8200 Brugge T 050/30 37 10 - F 050/30 37 12 - Info.WVL@favv.be 28

Erkenning van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG4 Dienst pesticiden en meststoffen Eurostation Blok II 7de verdieping Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel fytoweb@health.fgov.be www.fytoweb.fgov.be Erkenning van verkopers en gebruikers van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG5 Dienst Risicobeheersing Eurostation Blok II Victor Hortaplein 40 bus 10 1060 Brussel info.biocides@environment.belgium.be Technische keuring van spuittoestellen Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) - Eenheid Technologie & Voeding Agrotechniek Burgemeester Van Gansberghelaan 115 9820 Merelbeke-Lemberge keuringspuit@ilvo.vlaanderen.be www.ilvo.vlaanderen.be Centre wallon de Recherches agronomiques (CRA-W) - Unité Machines et infrastructures agricoles Chaussée de Namur 146 5030 Gembloux servicepulverisateur@cra.wallonie.be www.cra.wallonie.be 29

Vlaamse Overheid - Landbouw en Visserij Ellipsgebouw - Koning Albert II-Laan 35, bus 40-1030 Brussel www.vlaanderen.be/landbouw Comité Régional Phyto Université Catholique de Louvain Croix du Sud 2, L7.05.03 1348 Louvain-La-Neuve crphyto@uclouvain.be Service Public de Wallonie Direction Générale Agriculture, Ressources naturelles et Environnement (DGO 3) Avenue Prince de Liège 15 5100 Namur (Jambes) agriculture.dgarne@spw.wallonie.be http://agriculture.wallonie.be/ vzw Phytophar-Recover Diamant building August Reyerslaan 80 1000 Brussel T 02 238 98 56 www.phytofarrecover.eu Info@phytofarrecover.eu 30

31

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AC-Kruidtuin - Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel Tel. : 02 211 82 11 Fax : 02 211 82 00 www.favv.be