Elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten: nieuwe T 013/IA. Marc Grondelaers



Vergelijkbare documenten
AREI art. 104 vitale stroombanen

HD ZLVS - Zeer Lage Veiligheids-Spanning ZLBS - Zeer Lage Beschermings-Spanning

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken

L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus Vac installaties in voertuigen

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008)

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

ELEKTRICITEITSKEURING

YOUR REPUTATION IS MINE.

DIFFERENTIEELSTROOMINRICHTINGEN

Inhoud van de presentatie

NEN Werken met de. Pluspakket NEN 1010:2015. MBO Elektrotechniek. Meer ie. verder in technisch vakmanschap

2015 Eaton. All Rights Reserved.

MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM

2. Beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking

KEURINGSVERSLAG. Adres eigenaar: VVB 4 x 10 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 4 x 25 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A.

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

NEN1010:2015 NEN1010:2015. Elektrische installaties voor laagspanning. Belangrijke wijzigingen Algemeen. NEN Training & Advies. Wat is er anders?

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen

TAD: Technologische AdviesDienst

Werking isolatiewachters

Keuringen en verplichtingen, specifiek inzake huishoudelijke elektrische installaties

BADKAMERS OF STORTBADRUIMTEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM

MEDEDELING Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 20 A. Max. beveiliging: # verdeelborden: Bescherming:

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

INHOUD INLEIDING 19. Metingen en thermografie - 13

Scheidingstransformatoren. ZX ronde 27 september 2015

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I Algemeen

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

INHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT STROOMGROEPEN MET THERMISCHE MOTOR

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op

Van harte welkom! Gebruikerstraining MES keten NEN 1010:2007+C1:2008/A1:2011+C1: Elektriciteit en het menselijk lichaam

De nieuwe regel voor branddetectie DTD S Inhoudelijke verschillen

VERSLAG VAN PERIODIEKE CONTROLE VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

Huisinstallatie K.U.Leuven Department of Electrical Engineering ELEN - Electrical Energy

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 6 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 2 x 20 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A.

Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 25 A. Max.

VERSLAG VAN PERIODIEKE CONTROLE VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

Transformatoren. Wisselspanning (50Hz) (V) zeer lage spanning (ZLS) U < 50 U < 75 U < e categorie 50 < U < < U < < U < 750

Elektrische veiligheid

Fiche 10 (Analyse): Belangrijkste punten uit het AREI

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

AREI art Isolatiebewaking voor vitale stroomkringen. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena

Nieuwigheden in verband met elektriciteit en veiligheid. G.Laridaen PAC Zuid Gent

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

Fiche 23 (Expertise): Artikels van het AREI aangaande het explosie gevaar

Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden:

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDEN- STAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

Merk op: de ppt die voorzien is voor veiligheid is voorzien van notities die men in powerpoint kan bekijken in de editor.

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Laden van elektrische wagens. Oktober 2015

VERSLAG VAN ONDERZOEK

KB van 25 april 2013 Wijziging art. 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200, 207 van het AREI * uitbreiding preventiemaatregelen ter voorkoming van brand

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

(On)voldoende spanningskwaliteit kost geld!

Isolatiebewaking. Medische IT-netten met hoge bedrijfszekerheid. Een nieuwe totaaloplossing van EREA en Dossena

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

Elektriciteit ELEKTRICITEIT

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Veiligheid bij werken aan elektrische installaties

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

Wilfried Mariën Demowerkplaatsen voor Veilig Werken Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

KONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem

Presentatie: Peter Coninckx / Rik Hofmans

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

KB van 4 december Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen

Highlights uit nieuwe HS norm:

De nieuwe NEN medisch gebruikte ruimten

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Rubriek 710 Medisch gebruikte ruimten

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

ELEKTRISCHE INSTALLATIE

WAAROM KIEZEN VOOR ELECTROTEST?

GELEIDERS. 3.- de elektrodynamische invloeden die kunnen voorkomen in geval van kortsluiting, de veiligheid niet in gevaar brengen;

VSK Zonne-energie en NEN1010. Zonne-energie en NEN1010. Voorstellen André Derksen. André Derksen Projectcoördinator ISSO

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Transcriptie:

Elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten: nieuwe T 013/IA Marc Grondelaers 16 December

Elektrische installaties medisch gebruikte ruimtes

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

T 013/IA - INHOUD Regels Voorschriften voor de elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Wetgeving: KB 06/11/1979 (BS 11/01/1980) Codex op het welzijn op het werk (en alle uitvoeringsbesluiten) AREI KB 04/12/2012 (BS 21/12/2012) Regel van goed vakmanschap: T 013/IA

T 013/IA T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Technische nota van het BEC Tweetalig FR/NL Praktijkgids voor België Conform het AREI Gebaseerd op het harmonisatiedocument van CENELEC: HD 60364-7-710

T 013/IA T 013 Deel IA Overgangsperiode van T 013/IA ( 1993) naar T 013/IA ( ) tot 09/01/2015: datum waarop nationale regelgeving niet meer in tegenstrijd verondersteld is met HD 60364-7-710

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

Hoofdstuk 1 Onderwerp, toepassingsgebied en fundamentele uitgangspunten (710.1)

T013 1 Toepassingsgebied van deze technische nota Gekende omgevingen Ziekenhuizen Verplaatsbare eenheden mammografie; tbc-onderzoek; MR-onderzoek; PET-onderzoek. Minder gekende Tandartsen Artsenpraktijk Bedrijfsgeneeskundige ruimte Cosmetica behandelingen Dierenkliniek Thuisbehandeling Thuisdyalyse Thuisbeademing

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

Hoofdstuk 2 Termen en definities (710.3)

2 Termen en definities (710.3) 2.1 Medisch gebruikte ruimte (710.3.1) 2.2 Patiënt (710.3.2) 2.3 Elektromedische uitrusting (710.3.3) 2.4 Aanwendingsdeel (710.3.4) 2.5 Groep 0 (710.3.5) 2.6 Groep 1 (710.3.6) 2.7 Groep 2 (710.3.7) 2.8 Elektromedisch systeem (710.3.8) 2.9 Patiëntengebied (710.3.9) 2.10 Medisch IT-systeem (710.3.10) 2.11 Hoofdverdeelbord (710.3.11) 2.12 Behandelplaats 2.13 Vitale stroombaan

2.4 - Aanwendingsdeel T013 2.4 Deel van een elektromedische uitrusting dat bij normaal gebruik: noodzakelijkerwijze in fysisch contact komt met de patiënt, of redelijkerwijze in contact met de patiënt kan worden gebracht; of door de patiënt moet worden aangeraakt opdat de elektromedische uitrusting of het elektromedische systeem zijn functie kan uitvoeren

2.4 - Aanwendingsdeel T013 2.4 Type B Type BF Type CF Aanwendingsdeel dat bescherming biedt tegen elektrische schokken. Aanwendingsdeel van het type F dat een hogere graad van bescherming tegen elektrische schokken biedt dan de aanwendingsdelen van het type B. Aanwendingsdeel van het type F dat een hogere graad van bescherming tegen elektrische schokken biedt dan de aanwendingsdelen van het type BF.

2.5 Groep 0 (710.3.5) Medisch gebruikte ruimte niet bedoeld voor het gebruik van aanwendingsdelen en waar een discontinuïteit (uitval of storing) van de elektrische voeding niet levensbedreigend is.

2.6 Groep 1 (710.3.6) Medisch gebruikte ruimte waar een discontinuïteit (uitval of storing) van de elektrische voeding de veiligheid van de patiënt niet in het gedrang brengt en waar aanwendingsdelen als volgt gebruikt worden: uitwendig Hierdoor kan de patiënt gevoeliger worden voor stroomdoorgang. bv. fototherapie (PUVA), niet-interventionele radiologie, uitwendige echografie, elektrocardiografie met uitwendige elektroden,... Invasief in enig deel van het lichaam, behalve in medisch gebruikte ruimten waar groep 2 van toepassing is; Hierdoor zal de patiënt gevoeliger worden voor stroomdoorgang. Bovendien verhoogt deze medische handeling ook het bloedings-, embolie- en besmettingsgevaar. bv. infuuspomp, elektromyografie, vaginale echografie, (diagnostische) endoscopie, voedingspomp,

2.7 Groep 2 (710.3.7) Medisch gebruikte ruimte bedoeld voor het gebruik van aanwendingsdelen: bij intracardiale handelingen; of bij vitale handelingen en bij heelkundige ingrepen waarbij een discontinuïteit (uitval of storing) van de elektrische voeding levensbedreigend kan zijn. bv. operatiezalen (operatielampen, ), beademing, hemodynamische bewakingsapparatuur intensieve eenheid, endoscopische chirurgie, coronaire angiografie, thoraxchirurgie, cardiac outputmeting met thermodilutiemethode, invasieve stimulatie met uitwendige pacemaker, Handelingen tot aan of in het hart zijn handelingen waarbij een elektrische geleider geplaatst wordt in het hart van een patiënt of in contact kan komen met het hart en waarbij deze geleider bereikbaar is buiten het lichaam van de patiënt. In deze context worden geïsoleerde geleiders, zoals cardiale pacing elektroden en intracardiale ECG-elektroden, of leidingen gevuld met een geleidende vloeistof of gas, beschouwd als elektrische geleiders.

Classifikatie Medisch gebruikte ruimte T013 2.5 T013 2.6 T013 2.7 Handeling Geen gebruik elektromedische uitrusting Batterijgevoede Elektromedische uitrusting met huidkontakt Elektromedische uitrusting met galvanisch kontakt intakte huid Elektromedische uitrusting met galvanisch kontakt slijmvliezen of lichaamsvloeistoffen Elektromedische uitrusting met galvanisch kontakt in of in omgeving van hart + OP zaal T013 (1993) T013 () S0 Groep 0 S0 Groep 1 S1 Groep 1 S2 + E0-1 Groep 1 S2 + E2-3-4 Groep 2 S3 Groep 2

2.9 Patiëntengebied T 013/IA 2.9 Elk volume waarin gewild of ongewild contact is of kan ontstaan tussen een patiënt en delen van de elektromedische uitrusting of elektromedisch systeem of tussen een patiënt en andere personen die delen van elektromedische uitrusting of elektromedische systeem kunnen aanraken.

2.9 Patiëntengebied T 013/IA 2.9 In deze technische nota is het patiëntengebied minimaal een omhullende van 2,5 m rond de positie van de patiënt (zie figuur) in de hoogte beperkt tot 1,5 m t.o.v. de positie van de patiënt. Dit is van toepassing wanneer de positie van de patiënt vooraf is vastgelegd. Wanneer dat niet het geval is moeten alle mogelijke posities van de patiënt in aanmerking worden genomen.

Patiëntengebied figuur T 013/IA 2.9

Patiëntengebied (1/3)

Patiëntengebied (2/3)

Patiëntengebied (3/3) - verplaatsbaar

2.10 Medisch IT-systeem T 013/IA 2.10 T 013/IA 5.1.2.4.1 T 013/IA 6.4.1.2 Bewaking temperatuur F1 T1 Vermogen 0.5 kva P 10 kva NBN EN 61558-2-15 Totale lekstroom systeem max 5 ma Isolatiebewaking ingesteld min 50 kω F1.1 F1.2 F1.3 F1.4 F1.5 Maximaal 5 kringen waarvan 1 voorbehouden voor de isolatiebewaking IMD

2.11 Hoofdverdeelbord T 013/IA 2.11 Verdeelbord in het gebouw dat alle functies vervult van een elektrische hoofdverdeelinrichting voor de voeding van het daaraan toegewezen gebouwdeel en waar de spanningsval wordt gemeten om de elektrische installatie voor veiligheidsvoorzieningen te kunnen activeren. Hoofdverdeelbord 1 G

2.12 Behandelplaats De plaats waar een individuele patiënt wordt behandeld, wordt in deze technische nota als een behandelplaats beschouwd. In een ruimte waarin meerdere patiënten kunnen worden behandeld, is het aantal behandelplaatsen gelijk aan het aantal gelijktijdig te behandelen patiënten. Een behandelplaats is bv. een bed, een operatietafel, een zetel,...

2.13 Vitale stroombaan Stroombaan die een installatie voedt die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moet blijven.

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

Hoofdstuk 3 Classificatie van medisch gebruikte ruimten (710.30)

3 Classificatie van medisch gebruikte ruimten (710.30) 3.1 Algemeenheden 3.2 Het beheer van de veiligheidsvoorzieningen van medisch gebruikte ruimten 3.2.1 Identificatiefiche 3.2.2 Bouwen en renoveren 3.2.3 Ingebruikname 3.2.4 Bestendiging van het juiste gebruik

3 Classificatie van medisch gebruikte ruimten (710.30) 3.1 Algemeenheden De classificatie van medisch gebruikte ruimten omvat het toekennen van de groep en het toekennen van de klasse van de veiligheidsvoorzieningen (zie 6.5.2.1) van een medisch gebruikte ruimte op basis van een risicoanalyse. Deze moet plaatsvinden in samenspraak met de medisch verantwoordelijke en met deskundigen ter zake, al dan niet verbonden aan de gezondheidsinstelling (bv. technische dienst voor medische uitrusting of medisch instrumentele dienst, technische dienst, preventiedienst, erkend organisme hiervoor geaccrediteerd, )

Elektrische installaties medisch gebruikte ruimtes PRAKTIJK

Toekennen van de groep T 013/IA Bijlage C

Toekennen van de klasse (1/2) T 013/IA Bijlage C t F = Maximaal toelaatbare tijd van functieverlies van het medisch toestel in seconden (opgegeven door de medische verantwoordelijke en de deskundigen ter zake) t S = Opstarttijd van het medisch toestel in seconden (informatie van fabrikant)

Toekennen van de klasse (2/2) T 013/IA Bijlage C t F = max toelaatbare tijd van functieverlies medisch toestel in sec. t S = opstarttijd van het medisch toestel in sec.

Klasse van veiligheidsvoorzieningen T 013/IA 6.5.2.1 Klasse 0 (Class 0) geen onderbreking Automatische omschakeling van de voeding zonder onderbreking Klasse 0,15 (Class 0,15) zeer korte onderbreking Automatische omschakeling van de voeding met een omschakeltijd 0,15 s Klasse 0,5 (Class 0,5) korte onderbreking Automatische omschakeling van de voeding met een omschakeltijd 0,5 s Klasse 15 (Class 15) gemiddelde onderbreking Automatische omschakeling van de voeding met een omschakeltijd 15 s Klasse > 15 (Class > 15) lange onderbreking Automatische omschakeling van de voeding met een omschakeltijd > 15 s

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

Hoofdstuk 4 Doelstellingen, voedingen en installaties (710.31)

4 Doelstellingen, voedingen en installaties (710.31) 4.1 Netstelsels (systemen van verbindingen met de aarde) (710.312.2) 4.2 Elektrische voeding (710.313) 4.2.1 Algemeen (710.313.101) 4.2.2 Het netstelsel van de voeding voor veiligheidsvoorzieningen

4 Doelstellingen, voedingen en installaties (710.31) 4.1 Netstelsels (systemen van verbindingen met de aarde) (710.312.2) M M M M

4 Doelstellingen, voedingen en installaties (710.31) 4.1 Netstelsels (systemen van verbindingen met de aarde) (710.312.2) Het TN-C-netstelsel is niet toegelaten in medisch gebruikte ruimten en in gebouwen waarin zich medisch gebruikte ruimten bevinden stroomafwaarts van het hoofdverdeelbord. Het is aanbevolen om het TN-C-netstelsel niet toe te passen in het gehele ziekenhuiscomplex. Het toepassen van het TN-C-netstelsel is ongunstig in het kader van de EMC-problematiek en verhoogt ook het brandrisico (stroomvoerende PEN-geleider). Voor de omschrijving van het TN-C-netstelsel zie AREI art. 79 & 80.

Het netstelsel voor de voeding van veiligheidsvoorzieningen T 013/IA 4.2.2 Het is verboden de stroombanen van de voeding voor veiligheidsvoorzieningen bij de eerste isolatiefout te onderbreken. Automatische onderbreking VERBODEN bij eerste fout Mogelijke maatregelen zijn: Toepassing van ZLVS of ZLBS Materieel van klasse II Voeding door IT-net (met isolatiebewaking) Veiligheidsscheiding van stroombanen

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

Hoofdstuk 5 Beschermingsmaatregelen

5 Beschermingsmaatregelen 5.1 Bescherming tegen elektrische schokken (710.41) 5.1.1 Algemene eisen (710.410.3) 5.1.2 Automatische onderbreking van de voeding (710.411) 5.1.3 Beschermingsmaatregel: zeer lage veiligheidsspanning: ZLVS (SELV) en zeer lage beschermingsspanning ZLBS (PELV) (710.414) 5.1.4 Bescherming door bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding (710.415.2) 5.2 Bescherming tegen spanningsvervorming en elektromagnetische interferentie (710.44) 5.2.1 Algemeenheden 5.2.2 Maatregelen tegen elektromagnetische interferentie (710.444)

Beschermingsmaatregelen T 013/IA 5.1.2.1 In het algemeen mag de grenswaarde van de contactspanning niet groter zijn dan 25 V wisselspanning. Dit wordt gerealiseerd met passieve en actieve maatregelen (uitschakeling van de voeding). In medisch gebruikte ruimten groep 1 en groep 2 is het volgende van toepassing: de absolute conventionele grenswaarde van de contactspanning U L mag voor IT-, TN- en TT-netstelsels niet groter zijn dan 25 V wisselspanning

5.1.2 Automatische onderbreking van de voeding Het gelijktijdig gebruik van veel toestellen die op dezelfde eindstroombaan zijn aangesloten, mag niet leiden tot het ongewenst aanspreken van de automatische differentieelstroominrichting. Het aantal automatische differentieelstroominrichtingen moet voldoende groot zijn om te vermijden dat een groot aantal toestellen gelijktijdig uitvallen bij een isolatiefout. Per behandelplaats dient minstens één automatische differentieelstroominrichting te worden voorzien. In medisch gebruikte ruimten waar volgens deze bepaling automatische differentieelstroominrichtingen zijn toegelaten, mag, afhankelijk van de foutstroom die mogelijk kan optreden, alléén type A of type B zijn gekozen.

TN-netstelsels T 013/IA 5.1.2.2 In medisch gebruikte ruimten van groep 1 is elke eindstroombaan met een nominale beveiliging kleiner dan of gelijk aan 63 A voorzien van een automatische differentieelstroominrichting met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 ma. In medisch gebruikte ruimten van groep 1 is elke eindstroombaan met een nominale beveiliging groter dan 63 A voorzien van een automatische differentieelstroominrichting met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 300 ma.

TN-netstelsels T 013/IA 5.1.2.2 In medisch gebruikte ruimten van groep 2 (behalve voor het medisch IT-systeem) zijn alleen voor de volgende eindstroombanen automatische differentieelstroominrichtingen met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 ma toegelaten: eindstroombanen voor de voeding van vast opgestelde operatietafels; eindstroombanen voor röntgentoestellen; eindstroombanen voor toestellen waarvan het nominale vermogen groter is dan 5 kva. Per eindstroombaan dient in dit geval een automatische differentieelstroominrichting met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30 ma te worden voorzien.

Toestel voor permanente isolatiecontrole Signalering fouten Groen signaal voor aanduiden normaal bedrijf Geel signaal voor aanduiden te lage isolatiewaarde Dit signaal mag niet kunnen uitgeschakeld worden of afgezet Acoustisch alarm voor te lage isolatiewaarde Dit signaal mag worden onderdrukt Signalering onderbreking aarding T 013/IA 5.1.2.4.1

Bescherming door bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding T 013/IA 5.1.4.1 Algemeenheden In elke medisch gebruikte ruimte van groep 0 moet ten minste één potentiaalvereffeningspunt zijn aangebracht per behandelplaats. Potentiaalvereffeningspunten moeten zijn aangesloten op de beschermingsgeleider (met minimale kerndoorsnede van 2,5 mm 2 ) van het dichtstbijzijnde stopcontact.

Bescherming door bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding T 013/IA 5.1.4.2 In groep 1 en groep 2 moet het aantal potentiaalvereffeningspunten ten minste gelijk zijn aan de helft van de bijhorende stopcontacten. Het aantal potentiaalvereffeningspunten dient voldoende in aantal te zijn om de apparatuur te kunnen aansluiten. De potentiaalvereffeningspunten worden geplaatst in de onmiddellijke nabijheid van de bijhorende stopcontacten De beschermingscontacten van de vaste stopcontacten zijn met de potentiaalvereffening verbonden door middel van beschermingsgeleiders. De beschermingsgeleiders van bij elkaar gegroepeerde enkelvoudige contactdozen en de potentiaalvereffeningsgeleider van de bijhorende vereffeningspunten mogen worden samengevoegd tot één enkele geleider.

Bescherming door bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding T 013/IA 5.1.4.2 Deze bepaling geldt niet voor vreemde geleidende delen met een aanraakbaar oppervlak kleiner dan 0,1 m² en een grootste afmeting van ten hoogste 1 m zoals: deurknoppen; scharnieren; ophanghaken. Delen van de installatie (inclusief elektrisch materieel en toebehoren) waarvan vaststaat dat deze zich ten allen tijde buiten het patiëntengebied bevinden, mogen op grond van risicoanalyse worden uitgevoerd volgens een lagere classificatie. De ruimte boven een verlaagd plafond is geen medisch gebruikte ruimte in zoverre er geen elektrische verbinding kan ontstaan tussen deze ruimten.

Bescherming door bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding T 013/IA 5.1.4.3 In medisch gebruikte ruimten van groep 1 mag de impedantie van de bijkomende beschermingsgeleiders niet groter zijn dan 0,7 Ω. In medisch gebruikte ruimten van groep 2 mag de impedantie van de beschermingsgeleiders niet groter zijn dan 0,2 Ω.

T 013/IA Bijlage F Bijlage F voorbeeld potentiaalvereffeningsverbinding 1 Aardingsklem in verdeelbord medisch gebruikte ruimte 2A Centrale potentiaalvereffeningsstrip 2B Potentiaalvereffeningsstrip 3 Deurkader uit geleidend materiaal opgesteld binnen het patiëntengebied 4 Verwarmingselement uit geleidend materiaal opgesteld binnen het patiëntengebied 5 Vensterraam uit geleidend materiaal opgesteld binnen het patiëntengebied 6 Pendel(s) 7 Operatielamp(en) 8 Stopcontacten met vereffeningspunt 9 Aansluitpunt(en) van de vloer (DIFF of ECF) 10 Geleidenden delen zoals wandhouders, metalen wastafels,.

Voorbeeld situatieplan van de aardverbindingen

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

Hoofdstuk 6 Keuze en installatie van elektrisch materieel

6 Keuze en installatie van elektrisch materieel 6.1 Algemene bepalingen (710.51) 6.1.1 Algemeenheden 6.1.2 Verdeelborden (710.510.101) 6.1.3 Ruimten van de elektrische dienst (710.510.102) 6.1.4 Bedrijfsomstandigheden en uitwendige invloeden (710.512) 6.1.4.1 Bedrijfsomstandigheden (710.512.1) 6.1.4.1.1 Transformatoren voor medische IT-systemen (710.512.1.101) 6.1.4.1.2 Voeding van medisch gebruikte ruimten van groep 2 (710.512.1.102) 6.1.4.2 Uitwendige invloeden (710.512.2) 6.1.4.2.1 Algemeenheden 6.1.4.2.2 Ontploffingsgevaar (710.512.2.1) 6.1.5 Identificatie (710.514) 6.1.5.1 Schema s, documentatie en instructies (710.514.5) 6.1.5.1.1 Schema s en documentatie (710.514.5.1) 6.1.5.1.2 Instructies voor gebruik en onderhoud (710.514.101)

Stopcontacten T 013/IA 6.4.1 Om de continuïteit van de beschermingsgeleider te verzekeren (verbinding tussen stopcontact en stekker) moeten stopcontacten met penaarde worden geïnstalleerd.

Voeding voor veiligheidsvoorzieningen T 013/IA 6.5.1 Wanneer de spanning van de normale voeding van het hoofdverdeelbord kleiner is dan 90 % van de nominale spanning gedurende meer dan 0,5 s, dient het voedingssysteem voor veiligheidsvoorzieningen de normale voeding automatisch over te nemen. De elektrische installatie voor veiligheidsvoorzieningen is onafhankelijk aangelegd van alle andere elektrische installaties opdat een defect, ingreep of wijziging in de normale voeding de goede werking van de elektrische installatie voor veiligheidsvoorzieningen niet nadelig beïnvloedt. In verband met de bepaling van de selectiviteit van de stroombanen, dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan de selectiviteit van de vitale stroombanen en de stroombanen voor de voeding van de veiligheidsvoorzieningen.

Vitale stroombanen voor veiligheidsvoorzieningen T 013/IA 6.5.4 T 013/IA 6.5.4.1 T 013/IA 6.5.4.2 De vitale stroombanen voor veiligheidsvoorzieningen die afzonderlijk van de stroombanen van de normale voeding zijn aangelegd, lopen rechtstreeks van de voeding voor veiligheidsvoorzieningen tot aan het verdeelbord. Zij zijn thermisch en dynamisch kortsluitvast voor de te verwachten maximale kortsluitstroom.

Vitale stroombanen voor veiligheidsvoorzieningen T 013/IA 6.5.4 T 013/IA 6.5.4.1 T 013/IA 6.5.4.2 De vitale stroombanen zijn derwijze uitgevoerd, aangelegd of door bouwelementen afgeschermd dat ze bij een uitwendige brand gedurende tenminste 1 uur operationeel blijven Verdeelborden met vitale stroombanen voor de voeding van andere verdeelborden worden niet geplaatst in lokalen met brandgevaar (BE2), of met ontploffingsgevaar (BE3).

Vitale stroombanen voor veiligheidsvoorzieningen T 013/IA 6.5.4 T 013/IA 6.5.4.1 T 013/IA 6.5.4.2 Minimaal 1 uur Functiebehoud

Voeding van medisch gebruikte ruimte van groep 2 T 013/IA 6.5.4 T 013/IA 6.5.4.1 T 013/IA 6.5.4.2 Het totale verlies van de voeding in een medisch gebruikte ruimte van groep 2 door een enkele fout dient voorkomen te worden. Ongeacht de toepassing van een medisch IT-systeem en het borgen van de totale selectiviteit van de beschermingsinrichtingen, kan dit bereikt worden door: het voorzien van twee onafhankelijke voedingen (zie 710.536.101), of het voorzien van een ringstructuur, met de mogelijkheid om de hoofdvoeding te waarborgen, of het voorzien van een lokale bijkomende voedingsbron (bv. UPS), of het voorzien van een bijkomende voedingsbron voor meerdere medisch gebruikte ruimten van groep 2, of het voorzien van andere gelijkwaardige effectieve technische maatregelen om de continuïteit van de hoofdvoeding te verzekeren.

Algemene eisen voor de voedingsbronnen voor veiligheidsvoorzieningen voor groep 1 en groep 2 T 013/IA 6.5.3.5 Een bijkomende aansluiting op het openbare distributienet kan niet als voedingsbron voor veiligheidsvoorzieningen worden toegepast ALSB Verdeelbord medisch gebruikte ruimte Verdeelbord hulpdiensten, lift,

Voedingsbron veiligheidsvoorzieningen Algemene omschakeling totale vermogen VOORDELEN Lage kostprijs Eenvoudig in uitvoering Eenvoudig in onderhoud Overgang TN naar IT mogelijk G NADELEN Verlies van grote delen installatie bij enkele fout Moeilijk om selektief te blijven Testen enkel met onderbreking ALSB Verdeelbord medisch gebruikte ruimte Verdeelbord hulpdiensten, lift, Voldoet NIET aan de voorschriften veiligheidsvoorzieningen

Voorbeeld van installatie

Voorbeeld Voeding van ALSB Kritisch Q0 Door enkele fout op de voeding vanaf ALSB is totaal verlies mogelijk F1 T1 F2 T2 F1.1 F1.2 F1.3 F1.4 F1.5 F2.1 F2.2 F2.3 F2.4 F2.5

Voorbeeld Voeding van ALSB Kritisch Waarborging door lokaal UPS te voorzien Q0 UPS F1 T1 F2 T2 F2.1 F2.2 F2.3 F2.4 F2.5 F1.1 F1.2 F1.3 F1.4 F1.5

Voorbeeld van installatie

Voorbeeld Voeding van ALSB Kritisch Kabels volgen afzonderlijk traject Voeding van ALSB Minder Kritisch F1 T1 Omschakeling F2 T2 F1.1 F1.2 F1.3 F1.4 F1.5 F2.1 F2.2 F2.3 F2.4 F2.5

Voorbeeld Voeding van ALSB Kritisch Kabels volgen afzonderlijk traject Voeding van ALSB Minder Kritisch UPS F1 T1 Omschakeling F2 T2 F2.1 F2.2 F2.3 F2.4 F2.5 F1.1 F1.2 F1.3 F1.4 F1.5

T 013/IA 6.4.1.2 Keuze en installatie van elektrisch materieel Eindstroombanen met stopcontacten van een medisch IT-systeem voor medisch gebruikte ruimten van groep 2 Stopcontacten bedoeld voor de voeding van medische uitrustingen, zijn uitgerust met een aanduiding voor aanwezigheid van de spanning. NOTA 1: De aanduiding voor aanwezigheid van de spanning gebeurt bij voorkeur met een groen licht.

T 013/IA 6.5.3.3 Keuze en installatie van elektrisch materieel Indien stopcontacten worden gevoed uit een voedingsbron voor veiligheidsvoorzieningen dienen deze duidelijk, conform hun classificatie van veiligheidsvoorzieningen, herkenbaar te zijn.

T 013/IA 6.5.3.3 Keuze en installatie van elektrisch materieel Kleurcode stopcontacten i.f.v. de klasse voor Veiligheidsvoorzieningen GROEP 0 1 2 0 GROEN GROEN GROEN + spanningsaanduiding met groen licht 0,15 0,5 GEEL GEEL GEEL + spanningsaanduiding met groen licht KLASSE 15 ORANJE ORANJE > 15 ROOD ROOD Geen veiligheidsvoorziening WIT WIT ORANJE + spanningsaanduiding met groen licht ROOD + spanningsaanduiding met groen licht WIT + spanningsaanduiding met groen licht

T 013/IA INHOUD PRESENTATIE T 013 Deel IA Voorschriften voor het ontwerp en de realisatie van veilige elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten Situering Toepassingsgebied Termen en definities Classifikatie Doelstellingen voedingen en installaties Beschermingsmaatregelen Keuze en installatie van elektrisch materieel Controle

Hoofdstuk 7 Controle (710.6)

7 Controle (710.6) 7.1 Algemeenheden 7.2 Controle door erkend organisme hiervoor geaccrediteerd (710.6.01) 7.3 Controle door vakbekwaam persoon (BA5 voor medisch gebruikte ruimten) (710.6.02) 7.4 Gelijkvormigheidscontrole (710.61) 7.5 Periodieke controle (710.62) 7.5.1 Algemeenheden (710.62.01) 7.5.2 Periodieke controle door erkend organisme hiervoor geaccrediteerd (710.62.02) 7.5.3 Periodieke controle door vakbekwaam persoon (BA5 voor medisch gebruikte ruimte) (710.62.03)

Bijlage A Beperken en afvoeren van elektrostatische ladingen

Beperken en afvoeren van elektrostatische ladingen Inleiding Het is aanbevolen om opbouw van elektrostatische lading te vermijden. De bescherming tegen de gevolgen van elektrostatische ladingen wordt bekomen door een combinatie van volgende materiële voorzieningen toe te passen: antistatische materialen (wielen, kledij, schoeisel, ) aangepaste vloeren luchtbevochtiging

Vloeren in medische ruimten: indeling - classificatie IEC 61340 art. 4.1 IEC 61340.4.1 T013 10 6 Ω - 10 9 Ω 10 6 Ω 10 6 Ω 50k<R<M Ω V 2 kv

Beperken en afvoeren van elektrostatische ladingen Beperken en afvoeren van elektrostatische ladingen in medisch gebruikte ruimten Groep 0:minimaal antistatische vloer (ASF) Groep 1:minimaal antistatische vloer (ASF) en bijkomende materiële voorzieningen (antistatische materialen)

Beperken en afvoeren van elektrostatische ladingen Beperken en afvoeren van elektrostatische ladingen in medisch gebruikte ruimten Groep 2: tenminste één van de volgende maatregelen: antistatische vloer (ASF) en luchtvochtigheid (RH ten minste 55 %) en bijkomende materiële voorzieningen (antistatische materialen) dissipatieve vloer (DIF) en luchtvochtigheid (RH tussen 35 en 45 %) en bijkomende materiële voorzieningen (antistatische materialen) elektrisch geleidende vloer (ECF) en bijkomende materiële voorzieningen (antistatische materialen)

Bijlage D Wijzigingen, uitbreidingen of instandhouding van medisch gebruikte ruimten

Wijzigingen, uitbreidingen of instandhouding van medisch gebruikte ruimten in gebouwen MET oude elektrische installaties T 013/IA Bijlage D Indien er wijzigingen of uitbreidingen van medisch gebruikte ruimten van groep 2 in gebouwen met oude elektrische installaties (KB 04/12/2012) worden uitgevoerd: waarvan de maatregelen van voormeld actieplan voor deze oude elektrische installatie volledig zijn uitgevoerd, dient de nieuwe elektrische installatie te beantwoorden aan de voorschriften van deze technische nota. waarvan de maatregelen van voormeld actieplan voor deze oude elektrische installatie niet volledig zijn uitgevoerd, dient de nieuwe elektrische installatie te beantwoorden aan de voorschriften van deze technische nota, aangevuld met een geïsoleerde opstelling (Zie BIJLAGE E) als bijkomende veiligheidsvoorziening voor deze medisch gebruikte ruimten.

Wijzigingen, uitbreidingen of instandhouding van medisch gebruikte ruimten uitgevoerd conform T 013/IA (editie 1993) T 013/IA Bijlage D Bij wijzigingen of uitbreidingen van bestaande elektrische installaties in een medisch gebruikte ruimte die zijn uitgevoerd conform de bepalingen van de technische nota T 013 (1 ste editie 1993) met geïsoleerde opstelling, kan het toevoegen van delen van de elektrische installatie die niet geïsoleerd zijn opgesteld, de reeds geïsoleerde opstelling in het gedrang brengen. Eén van volgende maatregelen dient genomen te worden: ofwel behoud van de geïsoleerde opstelling voor de nieuwe installatie (zie BIJLAGE E); ofwel aanpassing van de installatie van deze medisch gebruikte ruimte met betrekking tot bijkomende potentiaalvereffeningsverbinding conform deze technische nota, 5.1.4.

Bijlage E Uitvoering van een geïsoleerde opstelling

Uitvoering van een geïsoleerde opstelling Deze bijlage is enkel van toepassing voor bestaande medisch gebruikte ruimten die zijn uitgevoerd conform de bepalingen van de technische nota T 013 (1 ste editie 1993). Bij een geïsoleerde opstelling dienen de vreemde geleidende delen en vaste aanraakbare metalen delen van de elektrische installatie geïsoleerd te zijn opgesteld ten opzichte van de gebouwconstructie. De impedantie van al deze delen tezamen moet ten minste 3 kω zijn. Deze bepaling geldt niet voor vreemde geleidende delen met een aanraakbaar oppervlak kleiner dan 0,1 m² en waarvan geen enkele afmeting groter is dan 1 m. Metalen leidingen voor gassen moeten zijn voorzien van isolatiekoppelingen op die plaatsen waar deze leidingen de ruimte binnenkomen of verlaten. De isolatie-impedantie van voormelde vreemde geleidende delen en metalen leidingen ten opzichte van de lokale centrale potentiaalvereffeningsstrip is > 3 kω. Meet de impedantie met een meetstroom van ten minste 1 ma en een meetspanning van 500 V. Indien de meting met gelijkstroom wordt uitgevoerd, meet de impedantie dan ook met tegengestelde polariteit.

Elektrische installaties in medisch gebruikte ruimten: nieuwe T 013/IA Marc Grondelaers December