VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0198/

Vergelijkbare documenten
VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0341/

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0815(NLE)

TWEEDE VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0276/

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0336/

Commissie begrotingscontrole ONTWERPVERSLAG

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC)

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0344/

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

TWEEDE VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0291/

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/2114(INI) van de Commissie begrotingscontrole

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0095/

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2104(DEC)

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0105/

EUROPEES PARLEMENT Commissie begrotingscontrole. aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

TWEEDE VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0275/

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0084/

Advies nr. 6/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325 VWEU)

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0114/

TWEEDE ONTWERPVERSLAG

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0105/

VERSLAG (2016/C 449/35)

VERSLAG (2016/C 449/07)

VERSLAG (2016/C 449/02)

VERSLAG (2016/C 449/23)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0121/

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

VERSLAG (2016/C 449/19)

VERSLAG (2016/C 449/41)

ISSAI 30 Ethische code

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Dienst

INHOUD INLEIDING BETROUWBAARHEIDSVERKLARING OPMERKINGEN OVER HET BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER

VERSLAG. over de jaarrekening van het pensioenfonds van Europol betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van het Fonds

VERSLAG (2016/C 449/18)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2080(DEC)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2111(DEC)

AANGENOMEN TEKSTEN DEEL III. van de vergadering van. donderdag 23 april 2009 P6_TA-PROV(2009)04-23 VOORLOPIGE UITGAVE PE

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0180(COD) van de Commissie begrotingscontrole. aan de Begrotingscommissie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie begrotingscontrole

Commissie begrotingscontrole ONTWERPVERSLAG

AANGENOMEN TEKSTEN. Kwijting 2013: Europese Stichting voor opleiding (ETF)

DEBAT OVER HET JAARVERSLAG 2006 IN HET EUROPEES PARLEMENT

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Stichting

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0411/1. Amendement. Peter Jahr namens de PPE-Fractie

VERSLAG (2016/C 449/29)

Werken bij de Europese Rekenkamer

Werken bij de Europese Rekenkamer

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

Publicatieblad van de Europese Unie C 366/145

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0113/

Hoedster van de EU financiën

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 17 november tot vaststelling van het kader voor de gezamenlijke aanbesteding van het Eurosysteem

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

VERSLAG (2016/C 449/11)

Mandaat van het Auditcomité

ONTWERPPROGRAMMA. Hoorzitting. De situatie van de grondrechten in de Europese Unie

TWEEDE VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0300/

VERSLAG (2016/C 449/25)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

EUROPEES PARLEMENT. Commissie begrotingscontrole

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2234(DEC)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Gedragscode voor de leden van het Europees Parlement inzake financiële belangen en belangenconflicten

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0115/

VERSLAG (2016/C 449/20)

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België

Kwijting 2008: Communautair Bureau voor visserijcontrole

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI))

Beginselen voor de openbare dienst

ONTWERPBESLUIT. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0745/ ingediend overeenkomstig artikel 198 van het Reglement

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

ISSAI 20 Principes van transparantie en rekenschap

Reglement voor de Audit Commissie Woonstichting Vooruitgang

C 366/52 Publicatieblad van de Europese Unie

Een nieuwe start voor sociale dialoog

Nederlandse Brandwonden Stichting

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

ISSAI 12 De waarde en voordelen van rekenkamers een verschil maken in het leven van de burger. Vertaling

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V.

VERSLAG (2016/C 449/36)

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de Dienst

Rede van Vítor Caldeira, president van de Europese Rekenkamer

AANGENOMEN TEKSTEN. P8_TA(2016)0419 Kwijting 2014: Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0095/

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

VERSLAG (2017/C 417/07)

INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ

EUROPESE CENTRALE BANK

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0232(COD) van de Commissie juridische zaken

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0212/

*** ONTWERPAANBEVELING

Transcriptie:

Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0198/2015 22.6.2015 VERSLAG over de voordracht van Bettina Michelle Jakobsen voor de benoeming tot lid van de Rekenkamer (C8-0122/2015 2015/0803(E)) Commissie begrotingscontrole Rapporteur: Igor Šoltes RR\1066238.doc PE557.313v02-00 In verscheidenheid verenigd

PR_E_MembersECA INHOUD ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT... 3 BIJLAGE 1: CURRICULUM VITAE VAN BETTINA MICHELLE JAKOBSEN... 4 BIJLAGE 2: ANTWOORDEN VAN BETTINA MICHELLE JAKOBSEN OP DE VRAGEIJST... 10 UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE... 20 Blz. PE557.313v02-00 2/20 RR\1066238.doc

ONTWERPBESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT over de voordracht van Bettina Michelle Jakobsen voor de benoeming tot lid van de Rekenkamer (C8-0122/2015 2015/0803(E)) (Raadpleging) Het Europees Parlement, gezien artikel 286, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C8-0122/2015), gezien artikel 121 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A8-0198/2015), A. overwegende dat zijn Commissie begrotingscontrole de kwalificaties van de voorgedragen kandidate heeft onderzocht, met name gelet op de in artikel 286, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermelde voorwaarden; B. overwegende dat de Commissie begrotingscontrole de door de Raad voorgedragen kandidate voor het lidmaatschap van de Rekenkamer op 17 juni 2015 heeft gehoord; 1. brengt positief advies uit over de voordracht van de Raad voor de benoeming van Bettina Michelle Jakobsen tot lid van de Rekenkamer; 2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en, ter informatie, aan de Rekenkamer, alsmеde aan de overige instellingen van de Europese Unie en de controle-instellingen van de lidstaten. RR\1066238.doc 3/20 PE557.313v02-00

BIJLAGE 1: CURRICULUM VITAE VAN BETTINA MICHELLE JAKOBSEN Opleiding Master of Public Governance (MPG), Universiteit van Kopenhagen en Copenhagen Business School, 2012 Diverse Djøf-gecertificeerde managementcursussen (Djøf - Deense beroepsvereniging van juristen en economen) KIOL - opleiding bestuurskunde, 2004-2005 Diploma bedrijfskunde - modules, Copenhagen Business School, 1993-1995 Diploma rechtsgeleerdheid, Universiteit van Kopenhagen, 1990 Toelatingsexamen voor de universiteit - specialisatie moderne talen, Espergærde Amtsgymnasium, 1982 Werkervaring Adjunct-auditor-generaal (salarisschaal 39), Deense nationale rekenkamer, sinds 1 oktober 2009 Adjunct-auditor-generaal (salarisschaal 38), Deense nationale rekenkamer, vanaf 17 mei 2005 Directeur (salarisschaal 37), Deense nationale rekenkamer, vanaf 1 juni 2002 Auditor, International Board of Auditors van de NAVO, NAVO-hoofdkwartier, Brussel, België, 1997-2002 Bijzonder adviseur, Deense nationale rekenkamer, 1996 Afdelingshoofd, Deense nationale rekenkamer, 1 mei 1990 Administrateur, gemeenteraad Kopenhagen, februari-mei 1990 Tijdens de studie: Student-assistent, secretariaat van de gemeenteraad Kopenhagen Vrijwilliger, kantoor commissaris van politie, Frederikssund Student-assistent, advocatenkantoor Bredgade 3, Kopenhagen PE557.313v02-00 4/20 RR\1066238.doc

Beroepservaring 2013 heden Adjunct-auditor-generaal bij de afdeling burgerzaken, die zich bezighoudt met de uitvoering van controles op belangrijke gebieden die betrekking hebben op de burgers, zoals het Ministerie van Werkgelegenheid, het Ministerie van Kinderbeleid, Gendergelijkheid, Integratie en Sociale Zaken, het Ministerie van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken, het Ministerie van Volksgezondheid, het Ministerie van Kerkzaken en het Ministerie van Cultuur. Financiële, nalevings- en doelmatigheidscontroles van zes ministeries, controle van terugbetalingen van de centrale overheid aan de gemeenten en regionale doelmatigheidscontroles. Leidinggevende over vier directeuren en ongeveer 50 personeelsleden. Lid van de directie van de Deense nationale rekenkamer (raad van bestuur). Als adjunct-auditor-generaal ben ik onder andere verantwoordelijk voor de verslagen aan de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense parlement over diverse op de burgers betrekking hebbende onderwerpen, zoals: opvanghuizen voor vrouwen, maatregelen ten behoeve van daklozen, afhandelingstermijnen bij overheidsinstanties, onjuiste betaling van sociale uitkeringen, integratiemaatregelen, toezicht op de geestelijke gezondheid in de werkomgeving en onderzoeksmiddelen in ziekenhuizen. Als adjunct-auditor-generaal ben ik verantwoordelijk voor het opstellen van verslagen aan de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense parlement over de controle van de overheidsrekeningen 2013 en 2014. 2010-2013 Adjunct-auditor-generaal voor Sectie A (sectie verslagen) met verantwoordelijkheid voor de voorbereiding van grote controles van het Ministerie van Bedrijfsleven en Groei, het Ministerie van Werkgelegenheid, het Ministerie van Voedsel, Landbouw en Visserij, het Ministerie van Huisvesting, Stedenbeleid en Plattelandszaken, het Ministerie van Sociale Zaken en Integratie, het Ministerie van Volksgezondheid, het Ministerie van Vervoer, het Ministerie van Klimaat, Energie en Bouw, het Ministerie van Milieu, alsmede voor doelmatigheidscontroles in de vijf nationale regio's. Leidinggevende over vier directeuren en ongeveer 40 personeelsleden. Lid van de directie van de Deense nationale rekenkamer (raad van bestuur). Als adjunct-auditor-generaal was ik onder meer verantwoordelijk voor verslagen aan de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense parlement over de volgende onderwerpen: de doelstellingen, resultaten en follow-up van kankertherapieën, overheidsmaatregelen ter bescherming van het grondwater tegen verontreiniging door pesticiden, de bouw van ziekenhuizen, de verlening van een staatsgarantie aan Amagerbanken en de effecten van stimuleringsmaatregelen ten behoeve van personen die bijstand ontvangen en die nog niet klaar zijn voor integratie op de arbeidsmarkt. RR\1066238.doc 5/20 PE557.313v02-00

2005-2009 Adjunct-auditor-generaal voor Sectie C (sectie controle jaarrekeningen) met verantwoordelijkheid voor de financiële en nalevingscontroles van het kabinet van de premier, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Economische en Handelszaken, het Ministerie van Wetenschap, Technologie en Innovatie, het Ministerie van Vervoer, het Ministerie van Klimaat, Energie en Bouw, alsmede voor nationale loonaudits, uitgevoerd door de Deense nationale rekenkamer. Leidinggevende over vijf directeuren en ongeveer 55 personeelsleden. Lid van de directie van de Deense nationale rekenkamer (raad van bestuur). Als adjunct-auditor-generaal was ik verantwoordelijk voor het opstellen van verslagen aan de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense parlement over de controle van de overheidsrekeningen 2007 en 2008. Als adjunct-auditor-generaal was ik verantwoordelijk voor het onderhouden van de contacten met het Ministerie van Financiën, waarvoor omvattende kennis van de ontwikkelingen op het gebied van financieel beheer, financiële administratie en kasmiddelenbeheer een absolute vereiste was. 2002-2005 Als directeur van afdeling C3 van de Deense nationale rekenkamer was ik verantwoordelijk voor de financiële en nalevingscontroles van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Vervoer en Energie, het Ministerie van Economische en Handelszaken en de helft van de controles van het Ministerie van Wetenschap. Ik was rechtstreeks verantwoordelijk voor 17 personeelsleden. 1997-2002 Auditor bij de International Board of Auditors van de NAVO, Brussel. Ik was de eerste vrouwelijke auditor die bij de NAVO werd aangenomen en de eerste Deen sinds 27 jaar. Mijn werkzaamheden omvatten de uitvoering van financiële, nalevings- en doelmatigheidscontroles van de verschillende NAVO-organisaties en projecten. Daarnaast voerde ik controles uit van infrastructuurprogramma's van de NAVO (NSIP-projecten), waarvoor ik veelvuldig in alle NAVO-lidstaten heb gereisd. Goede kennis van internationale standaarden voor jaarrekeningen en financiële verslaggeving, met Engels en Frans als werktalen. Ruime praktische en professionele ervaring in een internationale organisatie. 1993-1997 Financiële, nalevings- en doelmatigheidscontroles van het Ministerie van Onderwijs en het Ministerie van Wetenschap. 1990-1993 Afdelingshoofd, Deense nationale rekenkamer. Financiële, nalevings- en doelmatigheidscontroles van het Ministerie van Cultuur en de instellingen van de Noordse Raad. Deelname aan Noordse samenwerking tussen nationale rekenkamers. PE557.313v02-00 6/20 RR\1066238.doc

Februari - mei 1990: Administrateur bij de gemeente Kopenhagen Diverse juridische werkzaamheden, waaronder de registratie van hypotheken en leningen. Internationale ervaring 2014 2017: Benoeming door de Europese Investeringsbank (EIB) als lid van het auditcomité van het Europees Investeringsfonds (EIF) in Luxemburg. Het EIF had in 2014 een balanstotaal van meer dan 2 miljard EUR en houdt zich bezig met de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen in Europa door middel van garanties en durfkapitaal. Het auditcomité moet nagaan of de activiteiten van het fonds op de juiste wijze zijn georganiseerd en naar behoren worden gecontroleerd. Het auditcomité werkt bij de controle van de verschillende projecten enz. samen met de Europese Rekenkamer. Zie voor verdere informatie: www.eif.org. Mei 2013: Hoofdspreker tijdens de conferentie van de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank in Abu Dhabi. Thema: ontwikkelingen op het gebied van het beheer van overheidsfinanciën in de Arabische regio. 2012 2016: Benoeming door de auditor-generaal tot voorzitter van de PSC (Professional Standards Committee) van INTOSAI, een commissie die normen vaststelt voor de controle van openbare financiën die gelden voor nationale rekenkamers in de hele wereld. Naast de taken die ik heb als vicevoorzitter van deze commissie, werk ik mee aan de ontwikkeling van INTOSAI (International Organization of Supreme Audit Institutions) tot een duurzame organisatie met een professionele en robuuste structuur voor de ontwikkeling van normen voor de controle van openbare financiën. De werkzaamheden van de PSC worden gedetailleerder beschreven in de nota van de Deense nationale rekenkamer aan de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense parlement van november 2012 (in bijlage). 2011 2017: Benoeming door de minister van Economische en Handelszaken als Deens lid van het auditcomité van de Europese Investeringsbank (EIB) in Luxemburg. De EIB, de bank van de Europese Unie, had in 2014 een balanstotaal van ruim 542 miljard EUR. Het auditcomité heeft een governancefunctie en toetst onder meer of de activiteiten van de EIB op transparante en passende wijze worden uitgevoerd, of de EIB toereikende risicobeheers- en internecontrolesystemen heeft en of zij de beginselen van een goede bankpraktijk naleeft. Het auditcomité werkt bij de controle van projecten enz. samen met de Europese Rekenkamer. Zie voor verdere informatie: www.eib.org. 2008 2011: Deens lid en verkozen voorzitter van een nieuw opgericht auditcomité bij de Raad van Europa in Straatsburg, waarvan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg een van de instellingen is. Mijn taken omvatten onder meer advisering van de Raad van Europa en de secretaris-generaal over auditgerelateerde onderwerpen, het waarborgen van een doeltreffend en betrouwbaar bestuur en financieel beheer, alsmede verbetering van de coördinatie tussen interne en externe audits. RR\1066238.doc 7/20 PE557.313v02-00

2007 2012: Voorzitter van de PSC. Ik vertegenwoordigde de auditor-generaal als voorzitter van de jaarlijkse vergaderingen van de PSC-stuurgroep in Bahrein (2007), Brazilië (2009), Kopenhagen (2010), Nieuw-Zeeland (2011), Stockholm (2012), Beijing (2013) en Bahrein (2014). Mijn taken omvatten het voorzitten van vergaderingen van 50-60 internationale gedelegeerden, waarbij de strategie van de PSC werd bepaald en internationale standaarden (ISSAI), auditnormen en beginselen voor de controle van overheidsuitgaven werden ontwikkeld. 2007: Spreker tijdens het seminar van de Wereldbank voor ontwikkelingslanden in Washington betreffende transparantie van overheidsrekeningen en een goed beheer van overheidsmiddelen. 2006: Spreker tijdens het wereldcongres van de IFAC in Istanboel in 2006. Presentatie over de controlestandaarden voor overheidsfinanciën van INTOSAI. 2003 2005: Vertegenwoordiger van INTOSAI tijdens de ontwikkeling van internationale controlestandaarden in samenwerking met de IFAC (Internationale Federatie van Accountants), met bijzondere aandacht voor financiële overzichten (bijv. ISA 700). PE557.313v02-00 8/20 RR\1066238.doc

Overige ervaring: 2014 2015: Voorzitter van een gezamenlijke werkgroep van de FSR (brancheorganisatie van Deense accountants) en de Deense nationale rekenkamer, belast met het opstellen van gemeenschappelijke richtsnoeren voor het beheer van en de controle op overheidssubsidies en een standaard goedkeuringsprocedure voor projectsubsidies. 2009 en 2011: Organisator van twee landelijke conferenties over controle van overheidsuitgaven, gehouden door de Deense nationale rekenkamer in 2009 en 2011. De conferentie van 2011 ging vooral over de waarde van controle van overheidsuitgaven en de bijdrage die deze controle kan leveren aan ontwikkeling en innovatie in die sector. 2008 2010: Lid van de Deense Raad voor financiële verslaglegging, die onder meer fungeert als klankbord voor de minister van Financiën voor vragen met betrekking tot de ontwikkeling van nationale boekhoudkundige normen. Jarenlange ervaring als mentor binnen het mentorprogramma van Djøf, waarbij ik mijn ervaringen en vaardigheden deelde met anderen, met name nieuwe afdelingshoofden. Vloeiend Engels, goede praktische beheersing van het Frans, redelijk niveau Duits. Vroeger actief parachutist, nu toeschouwer, opera, literatuur en tuinieren. Referenties Lone Strøm, auditor-generaal. Jørgen Mohr, voormalig auditor-generaal, voormalig lid van de Europese Rekenkamer. RR\1066238.doc 9/20 PE557.313v02-00

BIJLAGE 2: ANTWOORDEN VAN BETTINA MICHELLE JAKOBSEN OP DE VRAGEIJST Beroepservaring 1. Licht de belangrijkste aspecten van uw beroepservaring op het vlak van overheidsfinanciën, management of management auditing toe. Ik ben in 1990 in dienst getreden bij de Deense nationale rekenkamer (NAOD) en ik heb meer dan 25 jaar ervaring op het gebied van financiële controle in de publieke sector. Ik heb in de loop der jaren veel kennis verworven op het gebied van financiële, nalevings- en doelmatigheidscontroles, de drie belangrijkste vormen van financiële controle in de publieke sector. Ik ben reeds een aantal jaren verantwoordelijk voor het jaarverslag over de financiële controle van de Deense overheidsrekeningen aan de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense Parlement. Deze jaarverslagen bevatten opmerkingen en aanbevelingen inzake financieel beheer, interne controle en risicobeheer in de publieke sector. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor diverse verslagen over nalevings- en doelmatigheidscontroles en memoranda aan deze commissie. Deze verslagen bestrijken vele terreinen en geven aan wat volgens de NAOD essentieel is om te komen tot een goed financieel beheer van overheidsmiddelen en een doeltreffend openbaar bestuur. Sommige verslagen beperken zich tot specifieke activiteitengebieden binnen een bepaald ministerie en sommige verslagen zijn sectoroverschrijdend. De onderwerpen van deze verslagen variëren van gezondheidszorg (bijv. doeltreffendheid van ziekenhuizen, de aanschaf van geneesmiddelen, kankertherapieën), diensten ten behoeve van burgers (bijv. opvang van daklozen, immigranten en subsidies voor verschillende op burgers gerichte projecten) en milieukwesties tot prudentieel toezicht op banken in de nasleep van de financiële crisis. Ik heb twee mastertitels. Ik ben master in de rechten (titel behaald aan de Universiteit van Kopenhagen) en master of public governance (Universiteit van Kopenhagen en Copenhagen Business School). Daarnaast beschik ik over aanzienlijke managementervaring, omdat ik al ruim tien jaar adjunct-auditor-generaal ben. In 1997 werd ik auditor bij de International Board of Auditors van de NAVO in Brussel. Ik was de eerste vrouwelijke auditor die door de International Board of Auditors werd aangenomen. Ik ben tijdens mijn carrière een aantal keren de enige vrouw in een team geweest, bijvoorbeeld in auditcomités. Werken in een door mannen gedomineerde omgeving is mij dus niet vreemd. Mijn werk voor de NAVO heeft mijn belangstelling voor een carrière op het gebied van financiële controle in de publieke sector op internationaal niveau aangewakkerd. In dit kader heb ik deelgenomen aan talloze internationale samenwerkingsprojecten op het gebied van financiële controle, variërend van standaardisering van controlenormen voor de particuliere sector en de overheid tot het lidmaatschap van diverse internationale auditcomités. PE557.313v02-00 10/20 RR\1066238.doc

De afgelopen jaren heb ik INTOSAI (International Organization of Supreme Audit Institutions) vertegenwoordigd bij de ontwikkeling van ISA-boekhoudnormen in samenwerking met de IFAC (International Federation of Accountants). Momenteel ben ik voorzitter van de PSC (Professional Standards Committee) van INTOSAI en als zodanig verantwoordelijk voor de ontwikkeling van ISSAI's (International Standards of Supreme Audit Institutions), gericht op de bevordering van onafhankelijke en doeltreffende financiële controle door rekenkamers (Supreme Audit Institutions - SAI's). Verder heb ik ervaring opgedaan door mijn deelname aan drie internationale auditcomités, onafhankelijke organen met een governancefunctie. Eén van die comités was het auditcomité van de Raad van Europa in Straatsburg, waarvan ik drie jaar voorzitter ben geweest. Daarnaast was ik tot voor kort lid van het auditcomité van het Europees Investeringsfonds (EIF) en lid van het auditcomité van de Europese Investeringsbank (EIB) in Luxemburg. Ik geloof dat ik met mijn ruime ervaring op het gebied van controle van overheidsuitgaven, mijn managementervaring en mijn internationale auditervaring een waardevolle bijdrage kan leveren aan de werkzaamheden van de Europese Rekenkamer. 2. Wat zijn de drie belangrijkste beslissingen waarbij u tijdens uw carrière betrokken bent geweest? Naar mijn mening speelt financiële controle in de publieke sector een belangrijke rol, omdat daardoor wetgevings- en toezichthoudende organen, bestuursorganen en het grote publiek toegang krijgen tot een onafhankelijke en objectieve beoordeling van het beheer en de doeltreffendheid van overheidsbeleid, -programma's of -activiteiten. Ik heb tijdens mijn carrière altijd geprobeerd om mijn ervaring op het gebied van financieel toezicht in de publieke sector in te zetten voor de verbetering van controleerbaarheid en transparantie, daarbij strevend naar voortdurende verbetering van en blijvend vertrouwen van belanghebbenden in een juist gebruik van overheidsmiddelen en de werking van het openbaar bestuur. De door mij gekozen voorbeelden hebben alledrie te maken met controle van de overheidssector. 1) Positieve invloed op het leven van de burgers Controle van overheidsuitgaven is van groot belang voor het dagelijks leven van de burgers (zie resolutie A/66/209 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties). Als lid van het hoogste management van de NAOD was ik mede verantwoordelijk voor een aantal strategische besluiten, bijvoorbeeld in het kader van het opstellen van ons jaarlijkse strategische werkplan. Een aantal jaar geleden besloot de NAOD meer nadruk te leggen op doelmatigheidscontroles op terreinen die van werkelijk belang zijn voor het leven van de burgers. Na dat besluit kreeg ik de verantwoordelijkheid voor het initiëren en uitvoeren van een uiteenlopend aantal doelmatigheidscontroleverslagen, gericht op onderwerpen van belang voor de burgers, zoals opvangcentra voor vrouwen, integratie, onjuiste betaling van sociale uitkeringen, dienstverlening aan daklozen, ziektepreventie op bevolkingsniveau, en de doelstellingen, resultaten en follow-up van kankertherapieën. Veel van deze verslagen hebben na publicatie geleid tot politieke maatregelen; een gevolg van het feit dat burgers en belanghebbenden de beheerders van overheidsmiddelen ter RR\1066238.doc 11/20 PE557.313v02-00

verantwoording kunnen roepen. Het speciale verslag over opvangcentra voor vrouwen heeft bijvoorbeeld geleid tot meer aandacht van de desbetreffende gemeentes voor de opvangcentra, om ervoor te zorgen dat vrouwen de ondersteuning krijgen waar ze recht op hebben, te weten gezinstherapie en psychologische behandelingen voor kinderen. Gezien de uiteenlopende verslagen en politieke maatregelen die zijn getroffen bij wijze van follow-up denk ik dat ik, via de controle van overheidsuitgaven, echt invloed heb gehad op het leven van de burgers. 2) Verbetering van de geloofwaardigheid, kwaliteit en professionaliteit van de controle van overheidsuitgaven Sinds mijn tijd bij de NAVO ligt mijn focus op de controle van overheidsuitgaven op internationaal niveau. Van 2007 tot 2012 was ik vicevoorzitter en vanaf 2012 voorzitter van de Professional Standards Committee (PSC) van INTOSAI. De PSC ontwikkelt en beheert de internationale normen van hoge controle-instanties (ISSAI) en de richtsnoeren voor goed bestuur van INTOSAI (INTOSAI GOV). De ISSAI's zijn de professionele normen voor de uitvoering van de controle van overheidsuitgaven in de hele wereld en INTOSAI GOV biedt richtsnoeren voor overheidsinstanties. Het bestaan van dergelijke hoogwaardige professionele normen en richtsnoeren is essentieel voor de geloofwaardigheid van en professionalisme op het gebied van de controle van overheidsuitgaven. Ik heb sinds mijn benoeming tot voorzitter van de PSC dan ook vooral activiteiten gestimuleerd die gericht waren op de verbetering van de kennis over en benutting van het ISSAI-kader van professionele normen, zoals onder meer de Verklaring van Lima, waarin de grondbeginselen zijn neergelegd, en de algemene auditrichtsnoeren. Er zijn meer dan 70 SAI's (waaronder de Europese Rekenkamer) betrokken bij de PSC. Als voorzitter had ik het genoegen samen te werken met een groot aantal SAI's, die soms zeer uiteenlopende standpunten en prioriteiten hadden. Daardoor heb ik veel ervaring opgedaan op het gebied van onderhandelen met verschillende internationale partijen en heb ik geleerd dat er soms compromissen gesloten moeten worden om tot resultaten te komen. Ook heb ik mij ingezet voor het realiseren van een sterkere competentiebasis voor de standaardisering door INTOSAI. Zo zijn er tijdens mijn voorzitterschap enkele belangrijke auditnormen voor de controle van overheidsuitgaven toegevoegd aan het bestaande kader, bijvoorbeeld de nieuwe fundamentele auditbeginselen (ISSAI 100-400). ISSAI 100 legt grondbeginselen vast die van toepassing zijn op alle controleopdrachten met betrekking tot overheidsuitgaven, ongeacht de vorm of context waarin zij plaatsvinden. ISSAI 200, 300 en 400 bouwen hierop voort en bevatten de beginselen die van toepassing zijn op respectievelijk financiële, doelmatigheids- en nalevingscontroles. Ik denk dat ik een waardevolle bijdrage heb kunnen leveren aan de verbetering van de geloofwaardigheid en kwaliteit van en het professionalisme op het gebied van de controle van overheidsuitgaven in de hele wereld. 3) Het waarborgen van een duurzaam vertrouwen van belanghebbenden in het gebruik van toegewezen middelen In 2014-2015 was ik voorzitter van een gezamenlijke werkgroep, belast met het opstellen van gemeenschappelijke richtsnoeren voor het beheer van en de controle op overheidssubsidies en een standaard goedkeuringsprocedure voor projectsubsidies. Het ging hierbij om projecten met verschillende doelstellingen en van verschillende omvang en complexiteit, die soms ook op gebieden lagen die onderworpen moesten worden aan audits door particuliere accountants. PE557.313v02-00 12/20 RR\1066238.doc

Als voorzitter van deze werkgroep benadrukte ik met name het belang van specifieke richtsnoeren inzake: Duidelijke en uitvoerbare doelstellingen en strategieën voor toelagen en subsidies De wettigheid van uitgaven Een transparante selectieprocedure voor de beoordeling van aanvragers Transparante verslaglegging en openbaarmaking van bereikte resultaten Het bereiken van kosteneffectiviteit Als voorzitter van de werkgroep moest ik zorgen voor volledige betrokkenheid van alle deelnemers, alle activiteiten aansturen en heldere conclusies trekken en aanbevelingen opstellen. Het verslag van de werkgroep, dat in april 2015 werd gepubliceerd, bevatte richtsnoeren voor een grondig en correct beheer van toegewezen middelen en subsidies en een uiteenzetting van alle vereisten en bijzonderheden op het gebied van de controle van overheidsuitgaven. De werkgroep nodigde medewerkers van alle ministeries uit voor een seminar waarin het verslag werd gepresenteerd en waarin kennis werd uitgewisseld over het beheer van subsidies en toelagen. Aan dit seminar namen meer dan 130 personeelsleden van de verschillende ministeries deel. In dezelfde periode stelde ik op eigen initiatief een aantal verslagen op inzake financiële en doelmatigheidscontroles met betrekking tot het gebruik van toegewezen middelen en subsidies, bijvoorbeeld een speciaal verslag over externe onderzoeksmiddelen bij Deense ziekenhuizen. Ik geloof dat deze activiteiten en de belangrijke rol die ik daarin heb gespeeld, hebben bijgedragen aan verbetering van de transparantie en aan versterking van het duurzame vertrouwen van belanghebbenden in een juist gebruik van toegewezen overheidssubsidies en - toelagen. Onafhankelijkheid 3. In het Verdrag wordt bepaald dat de leden van de Rekenkamer hun ambt "volkomen onafhankelijk" uitoefenen. Hoe zou u invulling geven aan deze verplichting bij de uitoefening van uw toekomstige functie? De onafhankelijkheid van de leden van de Rekenkamer is voor het functioneren van deze instelling een absolute voorwaarde. Ik zou mij bij de uitoefening van mijn toekomstige taken houden aan dezelfde ethische normen als er nu binnen de NAOD voor mij gelden. Volgens de Verklaring van Lima (ISSAI 1) wordt de onafhankelijkheid van SAI's bepaald door de onafhankelijkheid van hun leden. Leden van SAI's mogen zich tijdens hun loopbaan niet laten beïnvloeden door de organisaties die zij controleren en zij mogen dus niet afhankelijk zijn van deze organisaties. ISSAI 20 (transparantie en controleerbaarheid van SAI's) bepaalt dat de SAI's strenge integriteitsnormen en strenge ethische normen moeten hanteren voor personeel op welk niveau dan ook. Transparency International heeft in haar verslag over de beoordeling van nationale integriteitssystemen onlangs aangegeven dat de NAOD in het Deense integriteitssysteem een krachtige pijler vormt. RR\1066238.doc 13/20 PE557.313v02-00

Ik zou mijn taken blijven uitvoeren met de grootst mogelijke objectiviteit, neutraliteit en onpartijdigheid. Met het oog daarop zou ik bij de uitoefening van mijn taken geen instructies aanvaarden van regeringen of andere partijen. Als zich een situatie zou voordoen waarbij ook maar de schijn van belangenverstrengeling gewekt zou kunnen worden, zou ik onmiddellijk de voorzitter van de Rekenkamer hiervan in kennis stellen. Als ik geconfronteerd zou worden met een situatie die kan leiden tot een potentieel of feitelijk belangenconflict, zou ik de voorzitter vragen mij van de desbetreffende taak te ontheffen en een ander lid van de Rekenkamer te vragen deze op zich te nemen. 4. Is u kwijting verleend voor de managementtaken die u voorheen uitvoerde, indien een dergelijke procedure van toepassing is? Een dergelijke procedure is in Denemarken niet van toepassing. 5. Heeft u zakelijke of financiële belangen of andere verplichtingen waardoor een conflict met uw toekomstige taken zou kunnen optreden? Bent u bereid om al uw financiële belangen en andere verplichtingen aan de voorzitter van de Rekenkamer te onthullen en ze openbaar te maken? Bent u momenteel bij een gerechtelijke procedure betrokken, en zo ja, kunt u daar gedetailleerde uitleg over verschaffen? Ik heb geen zakelijke of financiële belangen of andere verplichtingen waardoor een conflict met mijn toekomstige taken zou kunnen optreden. Ik heb onlangs mijn ontslag ingediend als lid van het auditcomité van de Europese Investeringsbank en het auditcomité van het Europees Investeringsfonds. Ik ben natuurlijk bereid om, in overeenstemming met de Gedragscode voor de leden van de Rekenkamer, al mijn financiële en andere belangen aan de voorzitter van de Rekenkamer mee te delen, zodat deze openbaar kunnen worden gemaakt. Ik ben momenteel niet betrokken bij enige gerechtelijke procedure. 6. Bent u bereid om een functie waarvoor u gekozen bent, of een actieve functie met verantwoordelijkheden in een politieke partij op te geven na uw benoeming als lid van de Rekenkamer? Ik bekleed geen functie waarvoor ik gekozen ben, noch een actieve functie met verantwoordelijkheden in een politieke partij. Ik ben geen lid van een politieke partij. 7. Hoe zou u optreden bij een grote onregelmatigheid of een geval van fraude en/of corruptie, waarbij personen in uw lidstaat van herkomst betrokken zijn? Auditors die belast zijn met de controle van overheidsuitgaven moeten een professioneelkritische instelling hebben en zich tijdens de controle een professioneel oordeel vormen, en daarbij in het achterhoofd houden dat zich onregelmatigheden of fraude kunnen voordoen, ongeacht eerdere ervaringen van de auditor met de eerlijkheid en integriteit van het management van de gecontroleerde entiteit of de personen die belast zijn met het beheer. PE557.313v02-00 14/20 RR\1066238.doc

Overeenkomstig artikel 287, lid 2, VWEU onderzoekt de Rekenkamer de wettigheid en de regelmatigheid van de ontvangsten en uitgaven en gaat zij tevens na of er een goed financieel beheer is gevoerd. Zij brengt verslag uit over onregelmatigheden. Persoonlijk ben ik voorstander van een zero-tolerancebeleid ten aanzien van fraude en corruptie. De Europese Rekenkamer moet bij de onderzoeken in het kader van de bestrijding van fraude, corruptie en andere illegale activiteiten die de economische belangen van de Unie schaden nauw samenwerken met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Ik zou ervoor zorgen dat elk vermoeden van fraude of corruptie, aan het licht gebracht tijdens een controle waarvoor ik verantwoordelijk ben, onverwijld aan OLAF wordt gemeld. Uitoefening van het ambt 8. Wat zijn volgens u de belangrijkste kenmerken van een cultuur van gezond financieel beheer bij overheden? Voor het realiseren van een cultuur van gezond financieel beheer is het zeer belangrijk dat regeringen en overige overheidsinstanties verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop belastinggelden en andere middelen worden ingezet voor dienstverlening aan burgers en andere begunstigden. Overheidsinstanties moeten verantwoording afleggen over hun beheer en prestaties, zowel tegenover diegenen die de middelen verschaffen, als tegenover diegenen die gebruik maken van de geboden diensten. Ik ben van mening dat een cultuur van gezond financieel beheer een belangrijke voorwaarde is om de burgers de nodige diensten te kunnen verstrekken en het toezicht door belanghebbenden zo efficiënt mogelijk te laten zijn. Op basis van mijn ervaring op het gebied van de controle van overheidsuitgaven ben ik van mening dat een cultuur van gezond financieel beheer binnen welke overheidsinstantie dan ook in ieder geval de volgende elementen dient te omvatten: Duidelijke en uitvoerbare doelstellingen en strategieën Voorlichting aan en training van werknemers Een duidelijke omschrijving van bevoegdheden en verantwoordelijkheden Focus op de wettigheid van uitgaven Een doeltreffend internecontrolesysteem Een doeltreffend managementinformatie- en verslagleggingssysteem Transparante verslaglegging en openbaarmaking van bereikte resultaten Een gezonde en ethische managementcultuur Focus op het bereiken van kosteneffectiviteit Om ervoor te zorgen dat deze belangrijke punten worden gerealiseerd en systematisch worden toegepast, moeten er degelijke regelingen voor audits gelden. Een efficiënte externe auditor voert audits uit van concrete acties, doet aanbevelingen om deze acties te verbeteren, vindt het juiste evenwicht tussen risico's en de kosten van controles en bewaakt de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de aanbevelingen. RR\1066238.doc 15/20 PE557.313v02-00

9. Volgens het Verdrag moet de Rekenkamer het Parlement bijstaan bij de controle op de uitvoering van de begroting. Hoe zou u uw taken op het vlak van de verslaglegging aan het Europees Parlement en meer bepaald aan de Commissie begrotingscontrole omschrijven? Het mandaat van de Rekenkamer, zoals vastgelegd in het Verdrag, biedt het kader waarbinnen de Rekenkamer haar rol moet spelen als onafhankelijke externe auditor van de EU-begroting. Binnen haar mandaat beschikt de Rekenkamer over een aanzienlijke mate van bewegingsvrijheid om haar taken uit te oefenen en zo doeltreffend mogelijk op te treden. Ik ben van mening dat de meerwaarde van de verslagen van de Rekenkamer afhangt van de mate waarin de belanghebbenden van die verslagen gebruikmaken. Goede en constructieve contacten met de politieke belanghebbenden van de Rekenkamer, zoals het Europees Parlement en met name de Commissie begrotingscontrole, zijn naar mijn mening van essentieel belang om te waarborgen dat de controleverslagen van de Rekenkamer tegemoetkomen aan de behoeften van de belanghebbenden. Een voorwaarde voor het verwezenlijken van een zo groot mogelijk effect is dat de ontvangers van de verslagen van mening zijn dat deze relevant zijn en tijdig worden gepubliceerd. Daarnaast kan het effect van controleverslagen worden vergroot met behulp van een doeltreffend communicatiebeleid en door met belanghebbenden in dialoog te treden over de conclusies en aanbevelingen in de verslagen. Ik geloof dat de Rekenkamer inziet dat haar speciale verslagen verbeterd kunnen worden en sneller gepubliceerd moeten worden, en bovendien streeft naar een hogere meerwaarde in haar jaarverslag, die verder gaat dan alleen het foutenpercentage. Binnen de NAOD hebben we het proces van doelmatigheidscontroles gestroomlijnd en we zijn nu in staat om binnen 12 maanden (inclusief de planningsfase) doelmatigheidscontroleverslagen te leveren aan de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense parlement. Bij mijn toekomstige taken zou ik ernaar streven om de ervaring die ik heb opgedaan bij het stroomlijnen van de procedures binnen de NAOD in te zetten ten behoeve van de Rekenkamer en het Parlement. Ik zou trachten een bijdrage te leveren aan de voortdurende verbetering van de verslagen van de Rekenkamer en in dit kader de uitwisseling van gezichtspunten met de Commissie begrotingscontrole stimuleren, om rekening te kunnen houden met de feedback van die commissie over belangrijke wijzigingen. Ik ben voornemens om mij naar mijn beste vermogen te gaan inzetten voor de bevordering en ondersteuning van een doeltreffende samenwerking tussen de Rekenkamer en het Europees Parlement, in het bijzonder de Commissie begrotingscontrole. Ik ben daarom zeer zeker bereid om de verschillende verslagen en controlebevindingen van de Rekenkamer aan de organen van het Parlement te presenteren en uit te leggen, en deel te nemen aan hoorzittingen e.d. om het Parlement in staat te stellen het toezicht op de EU-middelen zo doeltreffend mogelijk uit te voeren. PE557.313v02-00 16/20 RR\1066238.doc

10. Wat is volgens u de toegevoegde waarde van doelmatigheidscontroles en hoe moeten de bevindingen worden geïntegreerd in beheersprocedures? Een doelmatigheidscontrole is een onafhankelijk, objectief en betrouwbaar onderzoek naar de vraag of regerings- of EU-instanties, systemen, acties, programma's en activiteiten in overeenstemming zijn met de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid (Economy, Efficiency en Effectiveness - de drie E's) en of er wellicht verbeteringen wenselijk zijn. Ik ben van mening dat het bij doelmatigheidscontroles zeer belangrijk is dat beoordeeld wordt of met de goedgekeurde middelen kosteneffectiviteit bereikt is en of de beoogde resultaten of doelstellingen volledig bereikt zijn. Voor de controle van overheidsuitgaven zijn de drie E's als volgt gedefinieerd: 1) Economy/zuinigheid betekent dat de kosten van middelen zoveel mogelijk worden beperkt, rekening houdend met de kwaliteit. De ingezette middelen moeten hierbij tijdig, in passende hoeveelheid en kwaliteit en tegen de best mogelijke prijs beschikbaar worden gesteld. 2) Efficiency/efficiëntie houdt in dat met de beschikbare middelen het best haalbare resultaat wordt bereikt. Het gaat hierbij om de verhouding tussen de ingezette middelen en de verkregen resultaten, wat betreft kwantiteit, kwaliteit en timing. 3) Effectiveness/doeltreffendheid betekent dat de gestelde doelen en de beoogde resultaten worden bereikt. De ervaring heeft mij geleerd dat doelmatigheidscontroles nieuwe informatie, inzichten en analyses opleveren op basis waarvan zo nodig aanbevelingen ter verbetering kunnen worden gedaan. Tijdens een doelmatigheidscontrole onderzoekt de auditor aan de hand van passende criteria de doelmatigheid van een specifiek onderwerp. Voorts worden eventuele afwijkingen of andere problemen in kaart gebracht en de oorzaken daarvan geanalyseerd. Het doel hiervan is belangrijke controlevragen te beantwoorden en het management aanbevelingen ter verbetering te doen. Doelmatigheidscontrole staat ook wel bekend als "value for money auditing" en draagt bij aan goed beheer, controleerbaarheid en transparantie. Het is voor alle EU-burgers van belang dat de EU-middelen goed worden beheerd en de Rekenkamer speelt via haar doelmatigheidscontroleverslagen hierin een essentiële rol. Doelmatigheidscontrole kan nu, in de nasleep van de financiële crisis, een bijzonder doeltreffend instrument zijn om de EUburgers en belanghebbenden te informeren over de uitvoering van EU-programma's en beleidsmaatregelen, om te waarborgen dat met de schaarse publieke middelen een maximale impact wordt bereikt. Naar mijn mening moeten de doelmatigheidscontroles van de Rekenkamer het Europees Parlement en de Commissie begrotingscontrole een stevige basis bieden voor de besluitvorming door het Parlement over het gebruik van EU-middelen en het ter verantwoording roepen van de Commissie. Doelmatigheidscontroles moeten de belanghebbenden relevante en actuele informatie bieden over de besteding van EU-middelen en de uitvoering en tenuitvoerlegging van programma's en projecten op zowel het niveau van de Commissie als het niveau van de lidstaten. RR\1066238.doc 17/20 PE557.313v02-00

De verslagen moeten voorts duidelijke en beknopte aanbevelingen aan het management bevatten ter verbetering van programma's en projecten, met name met het oog op de bevordering van beste praktijken en het bereiken van kosteneffectiviteit. Het management is verantwoordelijk voor het verhelpen van de tijdens de controle geconstateerde tekortkomingen. Om die reden is het belangrijk dat de verantwoordelijkheden binnen managementstructuren duidelijk zijn vastgelegd en dat duidelijk is wie op welk moment waarvoor in actie moet komen. Interne-controlediensten kunnen een belangrijke rol spelen bij de versterking van deze aspecten. De ervaring heeft mij geleerd dat doelmatigheidscontroles weliswaar retrospectief zijn, maar dat de aanbevelingen in controleverslagen veel informatie bevatten die voor de toekomst bruikbaar is. 11. Hoe kan de samenwerking tussen de Rekenkamer, de nationale controle-instanties en het Europees Parlement (Commissie begrotingscontrole) worden verbeterd op het punt van de controle van de EU-begroting? In artikel 287, lid 3, is bepaald dat de Rekenkamer en de nationale controle-instanties van de lidstaten bij controle in de lidstaten in onderling vertrouwen en met behoud van hun onafhankelijkheid samenwerken. 80 % van de begroting wordt onder gedeeld beheer uitgegeven door de Commissie en de lidstaten. Samenwerking tussen de Rekenkamer en de SAI's is derhalve essentieel. Ik ben van mening dat het Contactcomité van de Rekenkamers van de Europese Unie een goed platform biedt voor deze samenwerking. Er wordt op dit moment bijvoorbeeld gesproken over samenwerking op het gebied van controle in het kader van de Europa 2020-strategie. Er is echter, net als op veel andere auditgebieden, ruimte voor verbetering van de contacten tussen de Rekenkamer, de nationale controle-instanties en het Europees Parlement inzake de controle van de EU-begroting. Dit zou naar mijn mening dan ook aangemoedigd moeten worden. Ik denk dat een intensievere samenwerking tussen de Rekenkamer en de SAI's, bijvoorbeeld door het delen van kennis over planning van en de resultaten van controles en het delen van ervaringen op dit gebied, voordelen kan opleveren. Ook zou samenwerking kunnen plaatsvinden in de vorm van uitwisseling van ervaringen op het gebied van het stroomlijnen van de procedures voor doelmatigheidscontroles, zodat de speciale verslagen aan het Parlement eerder kunnen worden ingediend. Lessen getrokken uit de ervaringen van anderen kunnen ertoe bijdragen dat belanghebbenden in een eerder stadium over relevante informatie kunnen beschikken. Binnen de NAOD hebben we onze activiteiten op het gebied van de controle van EUmiddelen uitgebreid. Als een van de weinige SAI's publiceren wij op basis van onze controlewerkzaamheden een auditoordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de in Denemarken uitgegeven EU-middelen. Daarnaast hebben wij bij de Commissie voor overheidsrekeningen van het Deense parlement een aantal speciale verslagen ingediend over de controle van EU-middelen in Denemarken, laatstelijk twee verslagen in 2014. PE557.313v02-00 18/20 RR\1066238.doc

Ik ben al een aantal jaren actief voorvechter van samenwerking tussen de SAI's, zowel met het oog op het vaststellen van gemeenschappelijke controlenormen en het delen van kennis en ervaringen, als op het gebied van de uitvoering van gezamenlijke of parallelle controles. Bij de uitoefening van mijn toekomstige taken zou ik mij blijven inzetten voor een intensievere en constructieve dialoog en voor doeltreffende samenwerking tussen de Rekenkamer, de nationale controle-instanties en het Europees Parlement, om op die manier te zorgen voor een beteren controleerbaarheid van EU-middelen. Andere vragen Zou u uw kandidatuur intrekken indien het Parlement een ongunstig advies uitbrengt over uw benoeming als lid van de Rekenkamer? Ik zou zeer graag lid worden van de Rekenkamer, om mij naar mijn beste kunnen in te zetten en nauw met het Parlement en met de Commissie begrotingscontrole samen te werken. Ik hoop dat mijn schriftelijke en mondelinge toelichting dit tot tevredenheid van de leden van het Europees Parlement aantonen. In het Verdrag wordt uitdrukkelijk bepaald dat de leden van de Rekenkamer hun functie onafhankelijk uitoefenen en dat zij over de juiste vaardigheden moeten beschikken. Als het Parlement twijfels heeft over mijn onafhankelijkheid of professionele vaardigheden en dit tot een negatief advies leidt ten aanzien van mijn benoeming, zal ik mijn kandidatuur intrekken. RR\1066238.doc 19/20 PE557.313v02-00

UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE Datum goedkeuring 17.6.2015 Uitslag eindstemming +: : 0: 18 0 0 Bij de eindstemming aanwezige leden Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 200, lid 2) Inés Ayala Sender, Ryszard Czarnecki, Dennis de Jong, Ingeborg Gräßle, Bogusław Liberadzki, Dan Nica, Georgi Pirinski, Petri Sarvamaa, Claudia Schmidt, Igor Šoltes, Bart Staes, Michael Theurer, Tomáš Zdechovský Monika Hohlmeier, Andrey Novakov, Julia Pitera, Patricija Šulin Gabriele Preuß PE557.313v02-00 20/20 RR\1066238.doc