LEERLINGENSTATUUT Sg SPIERINGSHOEK SCHIEDAM



Vergelijkbare documenten
LEERLINGENSTATUUT. RSG Enkhuizen

Met een leerlingenstatuut in de hand is er een prima mogelijkheid de rechten en plichten van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren.

leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut. Jac. P. Thijsse College

SINT-JANSCOLLEGE LEERLINGENSTATUUT I. ALGEMENE BEPALINGEN

Leerlingenstatuut Christelijk College Nassau-Veluwe 02FB

Leerlingenstatuut Van Lodenstein College. Augustus 2014

Leerlingenstatuut Metameer

Leerlingenstatuut Lauwers College

THYv GRT. Leerlingenstatuut Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot

Artikel De leerling heeft de plicht het aan hem opgegeven huiswerk te maken en te beschikken over alle vereiste leermiddelen voor die les.

LEERLINGENSTATUUT SCHOLENGEMEENSCHAP WERE DI

LEERLINGENSTATUUT /

het aan school verbonden personeel, hieronder begrepen de leden van de schoolleiding.

PROTOCOL GENOTMIDDELEN. St.-Jozefmavo

Leerlingenstatuut Jozefmavo

PROTOCOL GENOTMIDDELEN. St.-Jozefmavo

LEERLINGENSTATUUT STEDELIJK GYMNASIUM HAARLEM

Leerlingenstatuut Schoonhovens College. Augustus Juli 2020

LEERLINGENSTATUUT. Geldig van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2016

Leerlingenstatuut locatie CSG Beilen

A. Algemeen N.B. Overal waar hij staat, kan ook zij gelezen worden.

LEERLINGENSTATUUT ZWIN COLLEGE 2014

docenten personeelsleden met een onderwijsgevende taak (stagiair(e)s inbegrepen)

Leerlingenstatuut Maritieme Academie Harlingen

Paragraaf 1 ALGEMEEN De Boerhaave

3.1. Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen.

Inleiding 4. Begrippen 4

Alfrink College RK Scholengemeenschap voor havo, vwo en tvwo

OSG Piter Jelles Leerlingenstatuut Leerlingenstatuut

LEERLINGENSTATUUT s Gravendreef College INTERCONFESSIONELE SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VMBO (KGT) en HAVO

Leerlingenstatuut Instelling Voortgezet Onderwijs Deurne

Leerlingenstatuut LMC Voortgezet Onderwijs

Leerlingenstatuut Het Vlier 1. Paragraaf 1 ALGEMEEN Het Vlier

LEERLINGENSTATUUT VEURS LYCEUM 2013 INHOUDSOPGAVE

Leerlingenstatuten

Leerlingenstatuut. Scholengemeenschap Lelystad Kofschip EZ Lelystad

LEERLINGENSTATUUT. Vastgesteld in de vergadering van de MR in 2015 na instemming van het leerlingendeel van de MR. Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Arkelstein 1. Paragraaf 1 ALGEMEEN Arkelstein

Zaandam, augustus Beste leerling,

Inleiding Toetsen Toetsbespreking, correctie, normering, inzage Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9

Leerlingenstatuut. Kennemer College

LEERLINGENSTATUUT. St. BONIFATIUSCOLLEGE

Leerlingenstatuut DIAMANTEN VIER

lesgeven. Onderwijsgroep Buitengewoon Een gekozen groep leerlingen die mee denkt, praat en beslist over schoolzaken.

van (naam locatie) (plaats)

A. ALGEMEEN 1. Betekenis 2. Doel 3. Begripsomschrijving 4. Procedure en geldigheidsduur 5. Toepassing 6. Publicatie

Leerlingenstatuut t Atrium

Voorgenomen besluit CvB : d.d. 25 juni 2008 Instemming leerlingen/oudergeleding GMR : d.d. 7 juli 2008 Definitief besluit CvB : d.d.

Leerlingenstatuut Schooljaren en

Leerlingenstatuut Kennemer College

Leerlingenstatuut Elzendaalcollege Schooljaar

LEERLINGENSTATUUT Goedgekeurd door de MR: 19 november 2015

Leerlingenstatuut Versie september

LEERLINGENSTATUUT RSG Ter Apel. Februari Leerlingenstatuut van de RSG Ter Apel

Leerlingenstatuut De Rietlanden. april 2014

Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Stedelijk Gymnasium Schiedam. Mei 2008 Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad

Inleiding. Wettelijke context

Dit laten we zien vanuit 3 kernwaarden: RELATIE. Op het Elzendaalcollege hebben we

Leerlingenstatuut AOC Terra

Blariacumcollege Venlo

LEERLINGENSTATUUT NOVEMBER 2015 NOVEMBER 2017

Leerlingenstatuut Openbare Scholengemeenschap De Meergronden

Leerlingenstatuut Gymnasium Novum

2.2 LEERLINGENSTATUUT

Leerlingenstatuut Februari 2017

leerlingenstatuut marianum

LEERLINGENSTATUUT VAN HET BAUDARTIUS COLLEGE. december 2015

[LEERLINGENSTATUUT] Leerlingenstatuut. Scholengemeenschap de Grundel. Vastgesteld in vergadering centrale directie,

Leerlingenstatuut.

Leerlingenstatuut Vastgesteld in de MR vergadering van 12 juni 2018

ORDEREGLEMENT DR. NASSAU COLLEGE PENTA

Kennemer College. Het leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noord-Holland-Noord

Leerlingenstatuut Scholengemeenschap Reigersbos. sgreigersbos.nl. Leerlingenstatuut /

LEERLINGENSTATUUT Almere College, maart 2016

Alfrink College RK Scholengemeenschap voor havo, vwo en tvwo

Leerlingenstatuut Dollard College

Leerlingenstatuut Rijnlands Lyceum Oegstgeest Inhoud

LEERLINGENSTATUUT JUNI

Leerlingenstatuut Rijnlands Lyceum Oegstgeest 2014

Schoolreglement. Algemeen. Artikel 1: Begripsbepaling

Leerlingenstatuut PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Saenstroom opdc. Leerlingenstatuut

LEERLINGENSTATUUT VAN HET MEREWADE COLLEGE VOOR PRO, VMBO, HAVO, ATHENEUM TE GORINCHEM

LEERLINGENSTATUUT ONDERWIJSGROEP TESSENDERLANDT

leerlingenstatuut Spijkenisse, september 1998

Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Vechtdal College

Leerlingenstatuut Stad & Esch geldig van 1 augustus 2016 t/m 31 juli 2018

Dit is een voorlopige versie van de schoolregels. Over een paar maanden gaan we de schoolregels evalueren en worden ze opnieuw vastgesteld.

Leerlingenstatuut SG Dalton Voorburg

1. Algemene Bepalingen

leerlingenstatuut ds. Pierson College s-hertogenbosch

Leerlingenstatuut. OSG Piter Jelles. Vastgesteld door CvB: 16 januari 2018 Vastgesteld door MR: 21 februari 2018

Leerlingenstatuut

Inhoudsopgave I - Algemeen artikel 1 Begripsbepaling artikel 2 Leerlingenstatuut. II - Rechten

Leerlingenstatuut. Stad & Esch. geldig van. 1 augustus t/m. 31 juli Leerlingenstatuut Stad & Esch pagina 1 van 10

Transcriptie:

1 LEERLINGENSTATUUT Sg SPIERINGSHOEK SCHIEDAM Versie januari 2014

2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 INLEIDING... 3 HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Begrippen... 4 HOOFDSTUK 2: TOEPASSINGSBEREIK... 4 HOOFDSTUK 3: NORMEN EN WAARDEN... 5 HOOFDSTUK 4: RECHTEN EN PLICHTEN... 6 4.1 Algemeen... 6 4.2 Vrijheid van meningsuiting... 6 4.3 De schoolkrant... 6 4.4 Mededelingenbord/site Spieringshoek... 7 4.6 Leerlingenregistratie en privacy-bescherming... 7 HOOFDSTUK 5: ORDEREGELS... 8 5.1 Algemeen... 8 5.2 Schoolmilieu... 9 5.3 Genotmiddelen... 9 5.4 Wapenbezit... 11 5.5 Lockers... 11 5.6 Vandalisme... 11 HOOFDSTUK 6: AANWEZIGHEID... 12 HOOFDSTUK 7: HET ONDERWIJS... 13 7.1 Toelating... 13 7.2 De kwaliteit van het onderwijs... 13 7.3 Het volgen van onderwijs door leerlingen... 13 HOOFDSTUK 8: TOETSING VAN DE KENNIS EN VAARDIGHEDEN... 14 HOOFDSTUK 9: HUISWERK... 15 HOOFDSTUK 10: WERKSTUKKEN EN OPDRACHTEN... 16 HOOFDSTUK 11: RAPPORTEN... 17 HOOFDSTUK 12: OVERGAAN EN ZITTENBLIJVEN... 18 HOOFDSTUK 13: VERWIJDERING OP GROND VAN LEERPRESTATIE... 19 HOOFDSTUK 14: STRAFMAATREGELEN... 20 14.1 Algemeen... 20 14.2 Schorsing en definitieve verwijdering... 20 14.3 Herziening besluit definitieve verwijdering... 20 HOOFDSTUK 15: GELDIGHEIDSDUUR... 21 HOOFDSTUK 16: PUBLICATIE... 22 HOOFDSTUK 17: RECHTSBESCHERMING... 23 HOOFDSTUK 18: SLOTBEPALING... 24 Bijlage 1: klachtenregeling Sg Spieringshoek..26

3 INLEIDING Dit is het leerlingenstatuut van Scholengemeenschap Spieringshoek in Schiedam. SG Spieringshoek is een katholieke school die trots is op haar identiteit en daarin ook haar zingeving vindt. Leefregels in de school zijn gebaseerd op de identiteit en worden door alle leerlingen en medewerkers onderschreven. In het leerlingenstatuut staan de rechten en plichten van de leerlingen van onze school. Deze regels staan formeel geformuleerd in het statuut, omdat dit een juridisch document is. Op de site van de school staat ook dit leerlingenstatuut, Het statuut dateert uit oktober 2006 en is laatstelijk, na instemming van de MR, gewijzigd in januari 2010. Deze versie is een geactualiseerde versie die tot stand is gekomen in overleg met de leerling geleding van de MR, die op heeft ingestemd met deze herziene versie van het leerlingenstatuut. Hiermee komend eerdere versies te vervallen.. Schiedam, februari 2012 A.M. de Boer, conrector

4 HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN 1.1 Algemeen 1.1.1 Het leerlingenstatuut is opgesteld met inachtneming van wettelijke bepalingen en de gedragscode voor docenten van Sg Spieringshoek. 1.1.2 Het leerlingenstatuut is bedoeld om de rechtspositie van leerlingen te verduidelijken. 1.2 Begrippen In dit statuut wordt bedoeld met: - Leerlingen: alle leerlingen die op onze school staan ingeschreven; - Ouders: ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen die op onze school staan ingeschreven; - Docenten: het onderwijzend personeel; - Administratieve en technische medewerkers: onderwijs ondersteunend personeel; - Schoolleiding/directie: de rector, conrectoren en afdelingsleiders; - Bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting voor katholiek onderwijs Sint Liduina; - Leerlingenraad (LR): Een uit en door de leerlingen gekozen groep, die de belangen van de leerlingen in de ruimste zin van het woord behartigt. Het bestuur van de leerlingenraad heeft regelmatig overleg met de schoolleiding en vertegenwoordigt de leerlingen in de medezeggenschapsraad; -Medezeggenschapsraad: overlegorgaan voor alle in de school fungerende geledingen; -Geleding: een onderdeel van de scholengemeenschap (de leerlingen, de docenten, de onderwijs ondersteunende medewerkers, de ouders, de schoolleiding). HOOFDSTUK 2: TOEPASSINGSBEREIK 1. Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen. 2. Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door de directie. De directie gaat niet tot vaststelling over voordat de leerlinggeleding van de MR hun instemming heeft verleend. 3. Het leerlingenstatuut is van toepassing op alle aan de school ingeschreven leerlingen en geldt ten opzichte van de directie en alle aan de school verbonden organen (zoals de medezeggenschapsraad en de ouderraad) en personeelsleden. Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en terreinen, zowel onder schooltijd als daarbuiten en bij alle schoolse en buitenschoolse activiteiten, een en ander voor zover er relevantie is met de schoolsituatie. 4. Het leerlingenstatuut wordt door de schoolleiding gepubliceerd op de site van de school.

5 HOOFDSTUK 3: NORMEN EN WAARDEN 1. Leerlingen dienen zich te houden aan de heersende normen en waarden in de school en de daarbij behorende regels en afspraken. 2. Een leerling heeft er recht op als persoon tegemoet te worden getreden. Indien de leerling zich gekwetst voelt door een ongewenste benadering of intimiteit van de kant van medeleerlingen of medewerkers van Spieringshoek, dan kan hij zich wenden tot de mentor, de afdelingsleider, de schoolleiding of de vertrouwensinspecteur. Ook zijn er op Spieringshoek twee vertrouwenspersonen. 3. De belangrijkste aspecten van preventie en van bestrijding ongewenst gedrag zijn vastgelegd in twee aparte regelingen, te weten het protocol schorsen en verwijderen en de klachtenregeling. Beide regelingen staan op de site van de school. 4. Pestgedrag wordt niet getolereerd. Op Spieringshoek wordt een pestprotocol gehanteerd dat op de site is weergegeven en waarin aangegeven wordt welke gedragingen als pesten worden beschouwd, welke preventieve maatregelen worden aangewend en welke corrigerende maatregelen ten aanzien van de leerlingen genomen kunnen worden. In alle gevallen wordt contact met de ouders van de pester opgenomen. Het pestprotocol wordt op de site gepubliceerd. 5. Ook het pesten en/of bedreigen via e-mail, MSN of de elektronische omgeving is ten strengste verboden. In die gevallen kan de school een sanctie opleggen en kan aangifte worden gedaan bij de politie. 6. Het is verboden teksten en foto s van medewerkers van Spieringshoek en medeleerlingen op internet en of de elektronische leeromgeving te zetten. In zulk soort gevallen kan de dader van school verwijderd worden of kunnen andere sancties worden opgelegd. Ook kan de school aangifte doen bij de politie.

6 HOOFDSTUK 4: RECHTEN EN PLICHTEN 4.1 Algemeen 4.1.1 De leerlingen, indien deze minderjarig zijn hun ouders, genieten de rechten en zijn gehouden aan de plichten die voortvloeien uit de onderwijsovereenkomst (inschrijvingsformulier) die met de school gesloten is. 4.1.2 De leerlingen houden in hun gedrag en uitlatingen rekening met de grondslag en de doelstelling van de school. 4.1.3 De leerlingen en de personeelsleden hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie waarin goed onderwijs kan worden gevolgd en gegeven in passende sfeer. 4.1.4 De leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de regels die gelden in de school. Evenzo hebben zij het recht personeelsleden te houden aan de regels voor zover deze gelden voor personeelsleden in de school. 4.1.5 De leerlingen en de personeelsleden zijn respect verschuldigd aan elkaar, aan alle andere personen in de school en aan mensen in de directe omgeving van de school. Ook zijn zij respect verschuldigd aan alle goederen van elkaar en alle andere goederen in de school. 4.2 Vrijheid van meningsuiting 4.2.1 De in de grondwet en internationale verdragen vastgestelde vrijheid van meningsuiting wordt door iedereen gerespecteerd. 4.2.2 Wie zich door een ander (leerling of personeelslid) in woord en geschrift beledigd voelt, kan een klacht indienen bij de interne klachtencommissie van Spieringshoek. Deze commissie adviseert de rector. 4.2.3 Indien de rector de bij de interne klachtencommissie ingediende klacht gegrond acht, kan hij aan de leerling van wie de belediging afkomstig is een van de straffen opleggen, genoemd in hoofdstuk 14. 4.3 De schoolkrant 4.3.1 De schoolkrant is op de eerste plaats bestemd voor de leerlingen, maar ook beschikbaar voor andere geledingen. 4.3.2 Indien een publicatie naar de mening van de schoolleiding indruist tegen de normen en waarden die Spieringshoek hanteert, kan de schoolleiding een publicatie afwijzen.

7 4.4 prikborden, monitor en website Spieringshoek 4.4.1 Er zijn diverse mogelijkheden waarop de leerlingenraad en/of vertegenwoordigers van de medezeggenschapsraad zonder vooraf gevraagde toestemming mededelingen van niet-commerciële aard kunnen ophangen. Deze mededelingen mogen niet kwetsend zijn voor anderen. 4.4.2 De school heeft ook een eigen website. Leerlingen worden geacht elke ochtend, voordat zij naar school gaan, de site van Spieringshoek te bekijken om te zien of er (rooster) nieuws is, dat op hen betrekking heeft. 4.4.3 Bij de inschrijving van leerlingen ondertekenen de ouders een verklaring dat zij instemmen dat foto s van leerlingen voor publicitaire doelen gebruikt kunnen worden (portretrecht). Daarnaast zal op publiciteitsproducten waarop individuele leerlingen prominent zichtbaar zijn om toestemming worden gevraagd. Ouders of leerlingen kunnen altijd bezwaar maken tegen publicatie van fotomateriaal. Een oplossing wordt in onderling overleg met de verantwoordelijk schoolleider voor P.R. zaken geregeld. 4.5 Bijeenkomsten 4.5.1 De in de grondwet en internationale verdragen vastgestelde vrijheid van vergadering wordt door iedereen gerespecteerd. 4.5.2 De schoolleiding is bevoegd een bijeenkomst van leerlingen op school met opgave van redenen te verbieden. 4.5.3 De schoolleiding is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter beschikking te stellen, een en ander binnen de feitelijke mogelijkheden van de school. 4.5.6 De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke manier achter te laten. 4.5.7 De gebruikers zijn verantwoordelijk voor eventuele schade. 4.6 Leerlingenregistratie en privacy-bescherming 4.6.1 Er is op school een leerlingendossier, dat onder verantwoordelijkheid staat van de schoolleiding. 4.6.2 In het dossier zijn persoonlijke- en schoolgegevens opgenomen. 4.6.3 Een leerling heeft de bevoegdheid tot inzage van de gegevens die over hem/haar genoteerd zijn en het recht correcties te verlangen, voor geconstateerde onjuistheden. 4.6.4 Dit geldt ook voor de ouders van (minderjarige en meerderjarige) leerlingen, mits de ouders van meerderjarige leerlingen de toestemming daarvoor hebben van de betreffende meerderjarige leerling. 4.6.5 Het leerlingendossier is toegankelijk voor: - de docenten van Spieringshoek; - de mentor; - de schooldecaan; - de schoolleiding; - het bevoegd gezag; - de accountant (slechts het gedeelte met schoolgegevens). 4.6.7 Het hierboven gestelde geldt ook voor dossiers van leerlingen die de school hebben verlaten.

8 HOOFDSTUK 5: ORDEREGELS 5.1 Algemeen groepsvorming 5.1.1 Een belangrijk kenmerk van onze katholieke scholengemeenschap is vertrouwen en sfeer. Belangrijke voorwaarde daarvoor is respectvol omgaan met ieder persoon. Daarom is er ruimte voor ieders eigen culturele en religieuze achtergrond. Waarden als solidariteit, zorg en geduld staan centraal. Wij willen daarom niet dat leerlingen groepen vormen uitsluitend op basis van taal, etnische achtergrond, identiteit of geloofsovertuiging en daarmee andere leerlingen buitensluiten. Wij kiezen voor gedragsregels die mogelijke vooroordelen ten aanzien van verschillende groepen in onze samenleving proberen te voorkomen. Groepsvorming ontstaat door het a. spreken van een andere taal dan Nederlands, b. dragen van kleding met nationalistische en politieke opdruk Vanwege een gelijke behandeling en benadering van alle leerlingen zijn deze uitingen op onze school en tijdens verplichte lesvervangende activiteiten buiten de school, zoals excursies, dus niet toegestaan. Met het ondertekenen van het inschrijfformulier geven ouders aan van de regels die op de school gelden op de hoogte te zijn en dit beleid van de school te accepteren. 5.1.2. respectvol omgaan met elkaar Vanuit onze identiteit zijn wij gewend om met respect met elkaar om te gaan. Dit geldt voor de omgang tussen leerlingen, de omgang tussen leerlingen en medewerkers en de omgang tussen medewerkers. Daarom hecht de school aan goede omgangsvormen en zien het niet dragen van hoofddeksels en het niet bedekken van het gezicht als onderdeel daarvan. Beide kunnen de communicatie verstoren. 5.1.3 religieuze uitingen Spieringshoek hanteert een duidelijk, consequent en consistent beleid ten aanzien van uitingen van een religie anders dan de katholieke, zoals hoofddoekjes, keppeltjes,etc. Naast leerlingen van katholieke of protestant-christelijke huize zijn op Spieringshoek ook leerlingen welkom, van wie de ouders de grondslag en doelstelling van de school respecteren en onderschrijven. [De basis voor de verwezenlijking van de grondslag van de school is artikel 7, 2 e lid van de algemene wet gelijke behandeling (AWGB). Dit artikel bepaalt dat een instelling voor bijzonder onderwijs de mogelijkheid heeft om eisen te stellen die, gelet op het doel van de instelling nodig zijn voor de verwezenlijking van haar grondslag.] De school beschouwt een religieuze uiting anders dan een katholieke als het nemen van afstand, zowel in gedrag als handelen, van de grondslag van de school. Om die reden is het dragen hoofddoekjes, keppeltjes of andere afwijkende religieuze uitingen niet toegestaan. 5.1.4 Het gebruik van kauwgom in de les is verboden. 5.1.5 Ipod/MP3. Het gebruik van geluidvoortbrengende apparaten, zoals Ipod of MP3 zijn in de schoollokalen niet toegestaan. In het studiecentrum is het beluisteren van muziek via een Ipod of MP3 wel toegestaan. 5.1.6 Mobiele telefoons Het bellen gebruik van mobiele telefoons is in het hele gebouw is niet toegestaan. De telefoons mogen ook niet zichtbaar zijn in de school, zowel in de lokalen als in de gangen. Een uitzondering hierop is de aula en de kleine aula voor de bovenbouw. Bellen met de mobile telefoon is in het hele gebouw niet toegestaan. Bij overtreding moet de telefoon ingeleverd worden en kan aan het einde van de dag bij de afdelingsleiders worden opgehaald. De sanctie is drie uur terugkomen, in overleg met de afdelingsleider. Zowel onderwijspersoneel als onderwijsondersteunend personeel is gerechtigd mobiele telefoons in te nemen. 5.1.7 Jassen moeten bij binnenkomst in school in het persoonlijke kluisje worden opgeborgen 5.1.8 Op school mag geen rommel worden gemaakt. Afval moet gegooid worden in de overal in het gebouw staande afvalbakken.

9 5.1.9 Iedere leerling is verplicht deel te nemen aan het corveerooster. 5.1.10 Het is niet toegestaan om gesprekken met medewerkers van Spieringshoek of lessituaties in beeld of geluid op te nemen, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene. 5.1.11 Als er spullen zijn die gestolen lijken, hebben de leerlingen de plicht deze te melden (zie hiervoor de schoolgids). 5.2 Schoolmilieu De leerlingen kunnen verplicht gesteld worden om volgens een bepaald rooster de gemeenschappelijke ruimten, waar leerlingen verblijven schoon te maken. 5.3 Genotmiddelen Roken 5.3.1 In school wordt niet gerookt. Verkoop van tabaksartikelen op school is verboden. 5.3.2 Het is leerlingen van de bovenbouw toegestaan tijdens pauzes en/of tussenuren op de daartoe buiten het gebouw aangewezen plek(ken) te roken. Leerlingen van de onderbouw worden geacht niet te roken. Bij overtreding zullen zij worden aangesproken en zal melding aan ouders het gevolg kunnen zijn. 5.3.4 Tijdens feesten en andere bijeenkomsten die een gezelligheidskarakter dragen en klassenavonden wordt niet gerookt.

10 5.3.5 Wanneer iemand de regels over roken overtreedt, wordt hij/zij hierop aangesproken. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling volgt straf. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, kan deze straf bovendien uitsluiting van die activiteit(en) inhouden. Alcohol 5.3.6 Op school is het tijdens lesdagen op tijden waarop werk ten behoeve van het onderwijs wordt verricht, niet toegestaan alcohol te nuttigen of onder invloed van alcohol te zijn. 5.3.7 Volgens de wet is het verboden om alcohol te verkopen aan personen onder de 18 jaar. Op Spieringshoek wordt daarom geen alcohol verschaft en/of verkocht aan leerlingen. 5.3.8 Het is verboden om op school, klassenavonden, feesten, werkweken en andere onder de verantwoordelijkheid van de school georganiseerde bijeenkomsten, alcoholhoudende drank bij zich te dragen. Cannabis Met cannabis wordt bedoeld: marihuana, weed, hasj en alle andere producten waarin cannabis verwerkt is. 5.3.12 Het is volgens de wet verboden, cannabis in bezit te hebben, te verhandelen of te gebruiken. Op school en in de directe nabijheid van de school is het bezit van cannabisproducten verboden. 5.3.13 Op school is men niet onder invloed van cannabis. 5.3.14 Op klassenavonden, feesten, werkweken, schoolreizen en andere feestelijke bijeenkomsten verkeert men niet onder invloed van cannabis. Wanneer iemand de regels over cannabis overtreedt, volgt een gesprek. 5.3.15 Bij minderjarigheid worden de ouders ingelicht. Afhankelijk van de ernst van de overtreding volgt schorsing van maximaal een week. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, kan die bovendien uitsluiting van die activiteit(en) inhouden. Bij verdere herhaling en bij handel (dealen) in cannabisproducten kan verwijdering volgen en schakelt de schoolleiding de politie in.

11 Overige drugs 5.3.17 Het in bezit hebben, verhandelen of gebruiken van hier niet met name genoemde wettelijk verboden stoffen, is op school niet toegestaan. Op school is men niet onder invloed van drugs. Wanneer iemand de regels over overige drugs overtreedt, volgt een gesprek. Bij minderjarigheid worden de ouders ingelicht. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij eerste herhaling volgt een schorsing van maximaal een week. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, kan die bovendien uitsluiten van die activiteit(en) inhouden. Bij verdere herhaling en bij handel (dealen) in drugs kan verwijdering van school volgen en schakelt de schoolleiding de politie in. Gokken 5.3.18 Gokken om geld of goederen in welke vorm dan ook (kaartspelen, dobbelen, enz.) is verboden in de school en op het schoolterrein. Gokken op bijeenkomsten die onder verantwoording van de school worden georganiseerd, is verboden. De schoolleiding kan een uitzondering maken voor het organiseren van kansspelen waarvan de opbrengst ten goede komt aan een goed doel. Wanneer iemand de regels over gokken overtreedt, volgt een gesprek. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling volgt schorsing van maximaal een week. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, kan deze straf bovendien uitsluiting van die activiteit(en) inhouden. 5.4 Wapenbezit 5.4.1 Het dragen van wapens zoals in de wet beschreven, op het terrein van de school en in school is ten strengste verboden. Dit geldt ook voor buitenlesactiviteiten. 5.4.2 Het in bezit hebben van wapens kan leiden tot verwijdering. 5.5 Lockers 5.5.1 Iedere leerling van Spieringshoek heeft een (huur)locker. De schoolleiding heeft het recht de lockers te openen voor eventuele controle. Hiervan hoeft de schoolleiding de leerling niet in kennis te stellen. Ook kan de schoolleiding de politie vragen kluisjes te controleren. 5.6 Vandalisme 5.6.1 Moedwillige beschadiging of vernieling dan wel ontvreemding van eigendommen van medeleerlingen, personeelsleden en van de inventaris van school kan leiden tot verwijdering van Spieringshoek. 5.6.2 Ten aanzien van de aansprakelijkheid van schade door of aan leerlingen, gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 5.6.3 De schade zal worden verhaald op de leerling of zijn/haar wettelijke vertegenwoordigers.

12 HOOFDSTUK 6: AANWEZIGHEID 1. Leerlingen uit zowel onderbouw als bovenbouw zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er voor een bepaald vak een andere regeling is getroffen. 2. Leerlingen dienen zich in principe beschikbaar te houden op lesdagen van 08.00 tot 17.00 uur. 3. Tijdens pauzes, roostervrije uren en lesuitval mogen de leerlingen van de brugklas het schoolterrein niet verlaten. Leerlingen van de tweede en derde klas moeten in hun tussenuren naar de mediatheek of de aula. 4. Alle onderbouwklassen dienen in geval van lesuitval wel verplicht aanwezig te zijn volgens het zogenaamde invalrooster. 5. De leerling die te laat aanwezig is, dient zich bij de receptie te melden en zich als te laat te registreren. Hij ontvangt dan een briefje en moet zich melden bij de afdelingsleider. Indien een leerling te laat is, kan de afdelingsleider hem zonodig een passende maatregel opleggen. Bij 10 keer ongeoorloofd te laat worden de ouders schriftelijk op de hoogte gesteld. Als binnen 2 maanden de leerling wederom te laat komt volgt een schorsing. Hiervan wordt Leerplicht op de hoogte gesteld. Indien er geen verbetering plaatsvindt zal Leerplicht de zaak overnemen. Hierbij kan een proces verbaal worden opgemaakt of bureau Halt worden ingeschakeld. 6. Indien de docent bij aanvang van de les niet aanwezig is, vraagt de klassenvertegenwoordiger bij het roosterbureau of de les doorgaat. 7. Tijdens de pauzes en de roostervrije uren mogen de leerlingen alleen in de daartoe bestemde ruimten op school blijven. 8. Een leerling heeft alleen verlof om de lessen te verzuimen indien de afdelingsleider dit op verzoek van de ouders/verzorgers, heeft toegestaan. 9. Indien een leerling ziek is, wordt dit voor de aanvang van de les, doch uiterlijk tussen 07.45 uur en 08.30 uur telefonisch aan de receptie gemeld. Bij terugkeer wordt een briefje van de ouders ingeleverd bij de receptie. 10. Indien een leerling anders dan met verlof of wegens ziekte afwezig is, terwijl hij aanwezig dient te zijn, kan de afdelingsleider een passende maatregel nemen. Ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij Leerplicht.

13 HOOFDSTUK 7: HET ONDERWIJS 7.1 Toelating 7.1.1 De directie stelt de criteria vast op grond waarvan een (aspirant-) leerling kan worden toegelaten tot de school, tot een bepaalde afdeling of tot een bepaald leerjaar. 7.1.2 Indien de directie een (aspirant-) leerling weigert toe te laten, deelt zij dit aan hem, en indien hij minderjarig is ook aan zijn ouders mee, met opgave van redenen. Voorts geeft de directie aan dat er om herziening van het besluit kan worden gevraagd. 7.1.3 De (aspirant)-leerling, en indien hij minderjarig is ook zijn ouders, kunnen binnen 30 dagen nadat de weigering is ontvangen, de rector vragen om herziening van dit besluit. 7.2 De kwaliteit van het onderwijs 7.2.1 De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om goed onderwijs te geven. Het gaat hierbij om zaken als: - redelijke verdeling van de lesstof over de lessen; - goede presentatie en duidelijke uitleg van de stof; - het waarborgen van een goede en veilige werksfeer; - aansluiting van het opgegeven huiswerk bij de behandelde lesstof; - het kiezen van de geschikte schoolboeken. 7.2.2 Als een leraar naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn taak niet op een behoorlijke wijze vervult, dan kan dat door de leerling(en) aan de orde worden gesteld bij de afdelingsleider. 7.2.3 De leerlingen worden in de gelegenheid gesteld door middel van een tevredenheidonderzoek zich uit te spreken over de kwaliteit van het onderwijs van de leraar, die aan de klas/groep van de leerlingen lesgeeft. Daarvoor wordt een enquête ingevuld, die onderdeel uitmaakt van een functioneringsgesprek van de betreffende docent. 7.3 Het volgen van onderwijs door leerlingen 7.3.1 De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. 7.3.2 Een leerling die handelt in strijd met de voorschriften of die opdrachten die betrekking hebben op het te onderwijzen vak niet uitvoert, kan worden bestraft. 7.3.3 Een leerling die een goede voortgang van de les verstoort, kan worden verplicht de les te verlaten; meestal zal dit pas zijn na herhaald waarschuwen en/of straffen. Zowel de verwijderde leerling als de betreffende docent doen direct melding van het voorval bij de afdelingsleider of zijn/haar vervanger. 7.3.4 De docent kan de klas of enkele leerlingen van alle leerjaren maximaal één lesuur extra geven als strafmaatregel. Dit moet aan de leerlingen van de onderbouw tenminste één dag van te voren worden medegedeeld. Tevens dient de betrokken afdelingsleider door de docent op de hoogte te worden gesteld. 7.3.5 Als een les om de een of andere reden niet doorgaat, dan kan door het roosterbureau een onderwijsassistent worden aangewezen die de les verzorgt. Voor deze les gelden voor leerlingen dezelfde gedragsregels als voor de gewone lessen.

14 HOOFDSTUK 8: TOETSING VAN DE KENNIS EN VAARDIGHEDEN 1. Toetsing van kennis en vaardigheden kan slechts op onderstaande wijzen plaatsvinden: a. proefwerken die minimaal één week van te voren zijn opgegeven; b. schriftelijke overhoringen die al dan niet van tevoren zijn aangekondigd; c. mondelinge overhoringen die al dan niet van tevoren zijn aangekondigd; d. opdrachten zoals het schrijven van een opstel, het maken van een verslag, een tekening of een samenvatting; e. vaardigheidstoetsen, zoals practicum, luistertoetsen Schriftelijke en mondelinge overhoringen zijn controles van in de vorige lessen behandelde of opgegeven en/of daar een deel van uitmakende leerstof. 2. Van alle toetsingsmogelijkheden moet duidelijk zijn hoe het cijfer geteld wordt bij het vaststellen van een rapportcijfer. In de brugklas wordt de 1 e periode geen lager cijfer dan 3.8 toegekend. 3. Een leerling in de onderbouw mag maximaal drie geplande toetsen per dag krijgen, waarvan niet meer dan twee repetities (behalve bij een herkansing of het inhalen van toetsen). Een leerling in de bovenbouw krijgt proefwerken volgens de regeling zoals die is opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA.). Hiervoor is niet meer dan 2 proefwerken eveneens de regel, sprokkelaars uitgezonderd.tijdens de toetsweken wordt gestreefd naar een redelijke verdeling van toetsen over de dagen. Daarnaast kan er diagnostisch en tussentijds worden getoetst. 4. In de 5 werkdagen voorafgaand aan een proefwerkweek mogen geen leertoetsen worden afgenomen. Uitgestelde proefwerken vallen ook onder deze regel. Een uitzondering hierop is van toepassing voor de vakken, die niet in de proefwerkweek een proefwerk afnemen. 5. De docent moet iedere toets als bedoeld in artikel 8, lid 1 binnen maximaal 10 werkdagen nakijken,becijferen en teruggeven. Voor werkstukken en praktische opdrachten geldt een termijn van 15 werkdagen. 6. Voor het inleveren van werkstukken : zie hoofdstuk 10 7.. Een leerling heeft altijd inzage proefwerk en wordt altijd nabesproken in de les. De uitwerking van het proefwerk mag de leerling behouden. 8. Een volgend proefwerk of schriftelijke overhoring kan niet gegeven worden voordat het vorige, dezelfde vaardigheid betreffende, proefwerk of schriftelijke overhoring van dat bewuste vak is besproken en teruggegeven. 9. De normen van de beoordeling worden door de docent meegedeeld en zonodig toegelicht. 10.. Wie het niet eens is met de algemene beoordeling van een proefwerk, tekent eerst bezwaar aan bij de docent. 11. Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan kan de beoordeling aan de afdelingsleider worden voorgelegd. 12. Leerlingen, die door welke oorzaak dan ook een proefwerk hebben gemist zijn verplicht zich zo snel mogelijk na terugkeer op school bij de docent te melden met de vraag, of en zo ja wanneer dit proefwerk moet worden ingehaald. Indien een leerling met een geldige reden afwezig was, heeft hij desgewenst recht op een inhaalproefwerk. 13. De docent houdt rekening met de werkdruk van leerlingen t.a.v. toetsen bij het bepalen van een moment dat het werk moet worden ingehaald 14. Leerlingen die langdurig ziek zijn geweest, maken na terugkeer met hun mentor/afdelingsleider afspraken over het inhalen van eventuele achterstanden. 15.. Wie betrapt wordt op spieken, wordt bestraft met een één, tenzij de desbetreffende leraar andere maatregelen neemt.

15 16. Leerlingen, die tijdens een proefwerk eerder klaar zijn, mogen de klas niet voortijdig verlaten. 17. Leerlingen kunnen tijdens een invaluur een vaardigheidspakket maken die door de onderwijsassistent wordt gecorrigeerd. Daarna wordt het werk aan de vakdocent teruggegeven die het werk met de leerlingen bespreekt. Elk cijfer of o/v beoordeling wordt door de onderwijsassistent geregistreerd en kan leiden tot extra opdrachten, conform de regeling vaardigheidslessen 18. Leerlingen in de tweede fase havo en vwo hebben, waar het examendossier- toetsen aangaat, recht op een in het programma van toetsing en afsluiting opgenomen aantal herkansingen. De momenten van herkansing worden in het PTA en de jaaragenda opgenomen. 19. Indien een proefwerk van hetzelfde vak in hetzelfde leerjaar door diverse klassen wordt gemaakt, dan zijn die proefwerken in zwaarte en lengte gelijk. 20. Alle toetsen zijn getypt. De grootte van het lettertype is minimaal.12. 21. Indien een dyslectische leerling dit wil, mag hij of zij langer doorwerken (max. 20% extra tijd) of hoeft hij of zij minder opgaven te beantwoorden. De docent bepaalt dit. Voor de leerlingen in de bovenbouw is het examenreglement van toepassing. HOOFDSTUK 9: HUISWERK 1. De docenten die lesgeven aan een bepaalde klas, zorgen voor een redelijke totale belasting aan huiswerk. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het maken van werkstukken en andere opdrachten. 2. De leerling die niet in de gelegenheid is geweest huiswerk te maken, meldt dit bij bij de afdelingsleider en bij de aanvang van de les aan de leraar. 3. Na minimaal 5 lesdagen vakantie is de eerstvolgende lesdag huiswerkvrij.

16 HOOFDSTUK 10: WERKSTUKKEN/OPDRACHTEN Niet- schoolexamen werk 11.8 inleveren werkstukken Ten aanzien van het inleveren van werkstukken (niet behorend tot het examenwerk) gelden de volgende regels: inleveren van werkstukken niet in de week vóór de proefwerkweek met uitzondering van de vakken waarvoor geen repetitie in de repetitieweek worden afgenomen.. Te laat ingeleverde werkstukken: 2 punten aftrek. Elke volgende les dat het werk nog niet is ingeleverd gaat er weer een punt af.. Dit kan leiden tot het cijfer één. Docenten sturen in het geval van te laat inleveren een brief naar de ouders (format van de brief is beschikbaar op de website van de school); de administratie zorgt voor verzending van de brief op briefpapier van de school. De docent zet in SOM een 0 (cijfer nul) tot het werk is ingehaald. De docent maakt met de leerling een afspraak over het inleveren van het werk. Het mag niet opgespaard worden tot het einde van de cursus. Bevordering naar een volgend leerjaar is niet mogelijk, nadat alle werkstukken of andersoortige opdrachten zijn ingeleverd. Wel schoolexamen werk 1. Het te laat (of niet) inleveren van een praktische opdracht of handelingsdeel geldt als een onregelmatigheid. De examencommissie zal dan gepaste maatregelen nemen I. De procedure voor de docenten a. Niet gemaakt werk (proefwerken/s.o.): 0.0 in @vo tot werk is ingehaald. b. Niet gemaakte werkstukken, praktijkopdrachten: - Brief mee naar huis (zie bijlage) - Niet noteren in @vo - 2 punten aftrek bij te laat inleveren en 2 punten, elke week dat een werk te laat is ingeleverd. Dat kan leiden tot het cijfer 1 (zegge: één) - Niet ingeleverde werkstukken/praktijkopdrachten moeten binnen afzienbare tijd na een proefwerkweek alsnog worden gemaakt. Dit in overleg met de vakdocent. Opsparen tot einde cursus in niet toegestaan - Indien een leerling werkstukken of andersoortige opdrachten niet heeft ingeleverd, is bevordering naar een volgend leerjaar niet mogelijk.

17 HOOFDSTUK 11: RAPPORTEN 1. Rapportcijfers geven een beeld van de behaalde resultaten in het schooljaar tot het moment waarop de cijfers worden vastgesteld. Alle behaalde cijfers tellen mee met een aan het begin van het schooljaar vastgestelde waarde. 2. De cijfers op het eindrapport worden in tienden achter de komma weergegeven. De overgangsregeling zoals die gepubliceerd is in de schoolgids is hierop van toepassing 3. Rapportcijfers in de onderbouw moeten voor ieder vak gebaseerd zijn op het volgende Uitgangspunt: het aantal toetsen = het aantal uren voor het vak + 1. (bijv. 2 uur les per week = minstens 3 cijfers. Voor de bovenbouw geldt het aantal toetsen zoals in het PTA opgenomen.

18 HOOFDSTUK 12: OVERGAAN EN ZITTENBLIJVEN 1. Aan het begin van het schooljaar dient duidelijk te worden aangegeven aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar. 2. Ouders van leerlingen hebben het recht in revisie te gaan over het oordeel van de docentenvergadering. Zij geven dit aan bij de afdelingsleider. De afdelingsleider bespreekt het verzoek met de docentenvergadering.

19 HOOFDSTUK 13: VERWIJDERING OP GROND VAN LEERPRESTATIE 13.1 Een advies aan de leerling een geheel andere vorm van onderwijs te gaan volgen, dient te worden gesteund door meerderheid van de docenten van wie de leerling les krijgt. 13.2 Als er een meerderheid is (zie 13.1) dan wordt het advies meegedeeld aan de ouders. 13.3 Een leerling die twee achtereenvolgende jaren in dezelfde leerjaar van dezelfde afdeling niet is bevorderd, wordt niet toegestaan het onderwijs aan dezelfde of een hogere afdeling van Spieringshoek voort te zetten. 13.4 Een instromer Vmbo-tl die in Havo-4 doubleert, moet de school verlaten. 13.6 In bijzondere gevallen kan de vergadering van docenten die les geven aan de betreffende leerling van het gestelde in dit artikel afwijken. De voorzitter stelt de betrokken leerling zo spoedig mogelijk op de hoogte. 13.7 Bij een gelijke stemming over een advies, beslissing of voortgang schoolcarrière, beslist de afdelingsleider.

20 HOOFDSTUK 14: STRAFMAATREGELEN 14.1 Algemeen 14.1.1 De volgende straffen, opklimmend in zwaarte, kunnen aan leerlingen worden opgelegd: a. een waarschuwing; b. een berisping; c. het verrichten van strafwerk; d. het ontzeggen van de toegang tot bepaalde lessen of bepaalde activiteiten voor een korte tijd; e. verplichte aanwezigheid buiten lestijd; f. schorsing; g. definitieve verwijdering. 14.1.2 Voor een zelfde overtreding kan niet twee keer een straf worden uitgedeeld 14.1.3 De maximale straf die een docent de leerling kan opleggen, mag niet meer dan één klokuur in beslag nemen. De afdelingsleider kan hiervan afwijken. 14.1.4 Bij het opleggen van de straf dient een zekere verhouding te bestaan tussen de aard van de overtreding en de soort straf. 14.1.5 Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt. 14.1.6 Bij de praktische uitvoering van de straf, wordt met de mogelijkheden van de leerling rekening gehouden (bijvoorbeeld in verband met bindende afspraken van de leerling elders). 14.1.7 Mocht een leerling zich herhaaldelijk schuldig maken aan dezelfde overtreding, dan kan de afdelingsleider de strafmaat per overtreding opvoeren. 14.1.8 Strafwerk mag niet beoordeeld worden met een cijfer. 14.1.9 Tegen een opgelegde straf kan een leerling nog diezelfde dag in beroep gaan bij de afdelingsleider, of indien de afdelingsleider de straf heeft opgelegd, bij de conrector. 14.1.10 De straf wordt zolang er nog geen beslissing is genomen door de afdelingsleider of de conrector niet uitgevoerd. 14.2 Schorsing en definitieve verwijdering Op Spieringshoek geldt sinds 1 januari 2006 een protocol schorsing en verwijdering. Dit protocol is als bijlage bij dit statuut gevoegd. 14.3 Herziening besluit definitieve verwijdering 14.3.1 Het besluit tot definitieve verwijdering van een leerling wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de leerling en, indien deze minderjarig is, ook aan diens ouders, medegedeeld, waarbij tevens de inhoud van het tweede lid wordt vermeld. 14.3.2 Binnen dertig dagen na dagtekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling kan de leerling en, indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, kunnen ook diens ouders, voogden of verzorgers het bestuur schriftelijk om herziening van het besluit verzoeken. 14.3.3 Het bestuur neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig dagen na de ontvangst van het verzoek, na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen, een beslissing op het verzoek om herziening, doch niet eerder dan nadat de leerling en, indien deze nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, ook diens ouders, voogden en verzorgers in de gelegenheid is/zijn gesteld, te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op die besluiten betrekking hebbende adviezen of rapporten. 14.3.4 De rector kan de desbetreffende leerling, gedurende de behandeling van het verzoek herziening van een besluit tot definitieve verwijdering de toegang tot de school ontzeggen.

21 HOOFDSTUK 15: GELDIGHEIDSDUUR 1. Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee jaar vastgesteld. Daarna wordt het in alle geledingen opnieuw besproken en weer al dan niet gewijzigd voor een periode van twee jaar vastgesteld. Tijdens de besprekingen zal dit statuut blijven gelden. 2. Het leerlingenstatuut kan tussentijds worden gewijzigd op voorstel van hetzij *de leerlingenraad; *10 leerlingen; *10 personeelsleden; *10 ouders; *de directie; Een voorstel tot wijziging wordt aan de rector aangeboden. 3. Een voorstel tot wijziging moet uiterlijk een maand voor het verstrijken van de geldingsduur van het statuut door de rector zijn ontvangen. De rector laat binnen een maand weten wat er met een wijzigingsvoorstel gebeurt. 4. De leerlingengeleding van de MR heeft instemmingbevoegdheid over de wijziging van het statuut.

22 HOOFDSTUK 16: PUBLICATIE 1. Het leerlingenstatuut wordt op de website van de school gepubliceerd..

23 HOOFDSTUK 17: RECHTSBESCHERMING 1. Elke leerling, die rechtstreeks in zijn/haar belang is getroffen door besluiten van het personeel met betrekking tot inhoudelijk bij of krachtens dit leerlingenstatuut geregelde aangelegenheden heeft het recht een klacht in te dienen bij de interne klachtencommissie van Spieringshoek. 2. Het adres van de interne klachtencommissie is: Interne Klachtencommissie van Sg Spieringshoek, Postbus 255, 3100 AG Schiedam. 3. De klacht zal verder worden afgehandeld zoals beschreven in de Interne Klachtenregeling Spieringshoek. 4. Andere documenten die van belang kunnen zijn bij dit statuut zijn: - pestprotocol - regeling schorsen en verwijderen

24 HOOFDSTUK 18: SLOTBEPALING In alle gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist de rector.

25