De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,



Vergelijkbare documenten
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

ADVIES Nr 25 / 2001 van 9 augustus 2001.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op het verslag opgesteld door de heer L. GOLVERS en de heer B.

Advies uit eigen beweging betreffende identificatiebadges waarop naam en/of foto van de houder van de badge vermeld staan.

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 20 juni 2006;

ADVIES Nr 38 / 2000 van 14 december 2000.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de V.Z.W. Braille-Liga toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

ADVIES Nr 10 / 2001 van 25 APRIL 2001

BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005

ADVIES Nr 31 / 2002 van 12 augustus 2002.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Betreft: aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 39/2007 (RN-MA )

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

ADVIES Nr 41 / 2002 van 14 oktober 2002

Hof van Cassatie van België

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Gelet op de aanvraag ingediend door het RIZIV op 24 augustus 1998; Gelet op het verslag van de Kruispuntbank van 3 september 1998;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 03 / 2004 van 15 maart 2004

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 014 / 2004 van 26 april 2004

ADVIES Nr 37 / 2003 van 28 augustus 2003.

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004

Gelet op de aanvraag van de Waalse regering van 23 februari Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 30 mei 2006;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

Gelet op de aanvraag van de Minister van Maatschappelijke Integratie van 27 april 2005; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 16 maart 2006;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties.

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

ADVIES Nr 46 / 2002 van 4 november 2002

Gelet op de aanvraag van Leuvens Instituut voor Criminologie van de K.U.Leuven ontvangen op 09/08/2011;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

BETREFT : Advies uit eigen beweging betreffende de sociale identiteitskaart

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

PRIVACY EN BESCHERMING VAN DE PERSOONSGEGEVENS

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

1.3. Klager heeft op 9 april 2003 een verweerschrift ingediend.

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

II. Verloop van de rechtspleging

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

AMERICAN EXPRESS SAFE ONLINE SCHADE AANGIFTE FORMULIER ALGEMENE GEGEVENS

I. Voorwerp van het advies

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'.

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 29 oktober 2015 in de zaak A /VII

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

TC/01/82. Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 8 maart 2006;

5 Op grond van art 23p ROW 1995 overweegt de voorzitter van de Raad het volgende:

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE, DERTIENDE KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 14 FEBRUARI 2011

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/401

Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

Privacy beleid Mon3aan

8.50 Privacyreglement

Gelet op Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Privacyreglement versie 1.2, d.d

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Transcriptie:

KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : 10 / KP / 96 / 001 ADVIES Nr 15 / 97 van 4 juni 1997 ------------------------------------------- BETREFT : Klacht van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende de opvragingen bij het Rijksregister door een gerechtsdeurwaarder. -------------------------------------------------------------------------- De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, in het bijzonder artikel 31, Gelet op de getekende en gedateerde klacht van 12 december 1995, door de Commissie ontvangen op 14 december 1995, Gelet op de beslissing nr. 96/01 van 31 januari 1996 waarbij de klacht ontvankelijk werd verklaard, Gelet op het verslag van dhr. C. VOET, verslaggever Brengt op 4 juni 1997 het volgende advies uit :

I. RETROAKTEN : ------------------ 1. In het weekblad " HUMO ", dd. 17 oktober 1995, verscheen een artikel onder de titel "Met informatie is veel geld gemoeid, dus gaat men over lijken " ( journalist Koen Van Wichelen ) 2. Daarin stond de volgende passus : "Een onderzoek begint steevast met het opvragen van de gegevens die in het Rijksregister over het "target" worden bijgehouden. Privé-detectives hebben in principe geen toegang tot dat bestand, maar ik heb een connectie die me die informatie binnen de tien minuten doorfaxt. Geloof je me niet? No problem, dan vraag ik wel even jouw gegevens op. Een telefoontje en nauwelijks 8 minuten later rolt er een fax het kantoor van detective Janssens binnen die netjes alle "wettelijke informatie" uit het Rijksregister over ondergetekende vermeldt..." 3. Bij brieven van 12 december 1995 heeft dhr. J. VAN DE LANOTTE, Minister van Binnenlandse Zaken klacht ingediend, bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bij de Procureur des Konings te Antwerpen en bij de Voorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. 4. De klacht van de Minister van Binnenlandse Zaken werd, bij beslissing van de Commissie van 31 januari 1996, ontvankelijk verklaard. 5. Met toepassing van art. 31 van de wet van 8 december 1992 werd aan dhr. VOSSEN de mogelijkheid gegeven zich te verdedigen. Hij werd uitgenodigd op de vergadering van 3 mei 1996. Op deze vergadering was zijn raadsman mr. COVELIERS, aanwezig. Deze stelde dat, vermits de zaak lastens zijn cliënt reeds werd onderzocht door het Parket te Antwerpen, deze niet tegelijkertijd voor de Commissie wenste te verschijnen. Tevens argumenteerde mr. COVELIERS, wat de grond der zaak betreft, dat zijn cliënt het slachtoffer was van bedrieglijke manoeuvers van dhr. VAN WICHELEN, journalist. 6. Door de heer Procureurs des Konings te Antwerpen werd, op 20 februari 1997, de zaak zonder gevolg gerangschikt. II. TEN GRONDE : ------------------ 1. Uit de gegevens en stukken van het strafdossier kan worden afgeleid dat, in voorbereiding van een interview tussen dhr. Koen VAN WICHELEN, journalist en dhr. Georges VAN HAEREN, privé-detective, laatstgenoemde op 30 mei 1995 schriftelijk heeft gevraagd aan dhr. VOSSEN : "Gelieve U te willen beschikbaar te houden inzake een vaststelling te verrichten half juni e.k. op verzoek van mijn cliënt VAN WICHELEN K. Thibautstraat 19 te 2100 DEURNE. Verder gegevens inzake Uw opdracht, de aard van de vast te stellen feiten alsook verdere gegevens omtrent de verzoeker zijn thans nog onbekend. Ik weet enkel dat de vaststelling dient te gebeuren in de woning van betrokkene. Ik hou AD97-15 / 2

U uiteraard verder op de hoogte van de zaak zodra ons kantoor de concrete aard van de opdracht kent." AD97-15 / 3

Op 2 juni 1995 heeft dhr. HELLEMANS, bediende op het kantoor van dhr. VOSSEN, ingaand op een "dringende telefoon" van dhr. VAN HAEREN, een volledige print van de gegevens in het Rijksregister, betrekking hebbend op dhr. Koen VAN WICHELEN, per fax doorgestuurd aan dhr. VAN HAEREN, die deze in zijn computer heeft ontvangen, en aldus op het scherm vertoond aan de journalist. 2. Ofschoon dhr. Procureur des Konings te Antwerpen van oordeel was dat de zaak zonder gevolg geklasseerd diende te worden, en uiteraard zonder zich met het strafvervolgingsbeleid in te laten, is de Commissie van oordeel dat in casu schending is gebeurd van artikel 5 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, alsmede artikel 11 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. a. Schending van artikel 5 van de wet 8 december 1992 Artikel 5 van voornoemde wet bepaalt : "Persoonsgegevens mogen slechts worden verwerkt voor duidelijk omschreven en wettige doeleinden en mogen niet worden gebruikt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. Zij dienen, uitgaande van die doeleinden, toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn ( 1 )." Hiernavolgende bestanddelen van de tekst zijn van belang : 1E "duidelijk omschreven en wettige doeleinden" - in de brief van de privé-detective is de opdracht niet duidelijk omschreven. Er werd enkel gevraagd : "gelieve U ter beschikking te willen houden inzake een vaststelling..." Welke vaststelling wordt bedoeld is geenszins duidelijk. In het PVB AN-00.01.031603/96 diende dhr. VOSSEN dit te bevestigen. "Ten eerste is het niet zo duidelijk dat in de "opdracht" dd. 30.5.95 van PRIVON sprake is van een overspelvaststelling. Wanneer men deze brief leest kan men evengoed besluiten dat het gaat om een andere vaststelling of inventaris bijvoorbeeld..." - bovendien is het absurd dat identiteitsgegevens worden gevraagd over de aanvrager zelf. "logischer is inderdaad dat ik identiteitsgegevens zou vragen van de te betrappen of te bewaken partij" (zie verklaring in pv AN.00.01.021603/96, zijnde verklaring van dhr. VAN HAEREN onder punt 5) 1 Strafbaar gesteld door art. 39 van de wet AD97-15 / 4

2E wettig doeleinde Vermits het doeleinde niet was omschreven, en zeker niet duidelijk was omschreven, is de wettigheid van het doeleinde niet bewezen. Zelfs indien men zou aannemen dat de overdracht van gegevens moest dienen voor een zaak van overspel, dan nog dient vastgesteld dat dhr. VAN HAEREN geen wettelijke bevoegdheid had om het overspel vast te stellen. De vaststelling van overspel behoort inderdaad tot de bevoegdheid van een gerechtsdeurwaarder, en deze bevoegdheid is uiteraard niet overdraagbaar. Bovendien dient er op gewezen te worden dat dhr. VAN HAEREN zijn erkenning als privédetective pas heeft ontvangen op 16 oktober 1995, zijnde dus na de kwestieuze overdracht van gegevens. 3E "zij dienen, uitgaande van de doeleinden, toereikend, terzake dienend en niet overmatig te zijn" Het zonder enig voorbehoud overmaken van een volledig print van de bij het Rijksregister bekende gegevens inzake dhr. Koen Van WICHELEN, voldoet niet aan die voorwaarde. b. Schending van art. 11, al. 2 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen ( 2 ). Dit artikel bepaalt : "Zij moeten alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen teneinde de veiligheid van de opgenomen gegevens te verzekeren en te beletten in het bijzonder dat zij vervormd of beschadigd worden of meegedeeld worden aan personen die geen machtiging hebben gekregen om inzage ervan te nemen." Dit artikel is manifest overtreden. Immers, de gerechtsdeurwaarder heeft een volledig print van het Rijksregister, die betrekking heeft op dhr. Koen VAN WICHELEN, zonder meer overgemaakt aan dhr. VAN HAEREN, die geen machtiging tot toegang tot het Rijksregister had. De gerechtsdeurwaarder verschafte aldus een onrechtstreekse toegang tot het Rijksregister. 2 strafbaar gesteld door art. 13 AD97-15 / 5

OM DEZE REDENEN Stelt de Commissie vast dat dhr. VOSSEN inbreuk heeft gepleegd op art. 5 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, alsmede op art. 11 van de wet van 8 augustus 1983 op het Rijksregister. Deelt zij dit advies mee aan : 1. de klager, dhr. Minister van Binnenlandse Zaken; 2. de houder van het bestand, het Rijksregister; 3. dhr. VOSSEN, gerechtsdeurwaarder; 4. de Voorzitter van de Kamer der Gerechtsdeurwaarders; 5. dhr. Procureur des Konings te Antwerpen, ter informatie. Deelt zij een afschrift van het advies mede aan dhr. Minister van Justitie. De secretaris, De voorzitter, (get.) J. PAUL. (get.) P. THOMAS. AD97-15 / 6