R.J.Schimmelpennincklaan 3 so-to-3612+3 2506 AE Den Haag teler.cn.31<o>72312esse fax +31(o)70 36147 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen de heer dr. R.HA Plasterk Postbus 16375 2500 BJ Den Haag datum: 29 augustus 2007 ons kenmerk: mzk-2007.04041/1 onderwerp: aanvullend advies 'Innoveren, participeren!' Geachte heer Plasterk, In de door u bijgewoonde vergadering van de Raad voor Cultuur van 14 augustus jongstleden zijn enkele vragen van de Raad rondom uw nota 'Kunst van leven' aan de orde geweest. Met name over de toepassing van de nieuwe systematiek voor de sector muziek is de Raad uiterst ongelukkig en vreest hij dat door een onjuiste interpretatie van zijn advies 'Innoveren, participeren!' een verkeerd uitgangspunt wordt gekozen voor een belangrijke discipline van het cultuurbeleid. U zegde toe de overwegingen en nadere toelichting van de Raad nogmaals te willen bezien en eventuele aanpassingen in de systematiek te willen overwegen. Op pagina 41 van 'Kunst van leven' stelt u dat het niet nodig is de subsidiëring van muziekensembles onder directe ministeriële verantwoordelijkheid te houden. Hierdoor wordt een hele groep muziekgezelschappen al bij voorbaat de mogelijkheid ontnomen deel te nemen aan de aanvraagprocedure bij het rijk voor de periode 2009-2012. Dit in tegenstelling tot de theater- en danssector, waar in principe alle instellingen bij u een aanvraag kunnen indienen, mits ze aan een beperkt aantal voorwaarden voldoen. De Raad vindt dit onderscheid procedureel inconsequent en inhoudelijk onjuist. De Raad is van mening dat het rijk verantwoordelijk is voor een bloeiend professioneel muziekldimaat in Nederland. Dit komt op twee manieren tot uitdrukking: 1) door rechtstreekse ministeriële verantwoordelijkheid voor subsidiering van grote muziekgezelschappen; 2) door het fonds in fusie de opdracht te geven voor het overige een regeling te ontwerpen waarmee een goede infrastructuur op het terrein van ldassieke muziek, jazz en geïmproviseerde muziek, niet-westerse muziek en popmuziek wordt gegarandeerd. De Raad vraagt u daarom de aanvraagprocedure bij het rijk open te stellen voor grote muziekgezelschappen door een beperkt aantal voorwaarden te stellen en tegelijkertijd het fonds in fusie de opdracht te geven in een goede infrastructuur voor verschillende muziekgenres te voorzien.
pagina, Voorwaarden De Raad wil zijn advies graag nader toelichten aangezien u in 'Kunst van leven' aangeeft in het advies van de Raad geen duidelijk handvat te hebben gevonden om een scheiding aan te brengen tussen ensembles die in aanmerking zouden kunnen komen voor rechtstreekse subsidiering door het rijk en ensembles die door het fonds zouden moeten worden gesubsidieerd. De Raad is van mening dat er wel degelijk voorwaarden kunnen worden geformuleerd op basis waarvan een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt. De instellingen die op dit moment in aamnerking komen voor rechtstreekse subsidiering door het rijk in het kader van de instandhoudingsfunctie en tot het muziekbestel binnen de basisinfrastructuur worden gerekend, zijn de symfonieorkesten en de twee nationale operagezelschappen. Een aantal grote ensembles functioneert echter op een vergelijkbare wijze als de symfonieorkesten en de operagezelschappen, waardoor het relevanter is deze ensembles in samenhang met de orkesten en operagezelschappen te beoordelen. Net als de symfonieorkesten en de twee grote operagezelschappen leveren deze gezelschappen een significante en substantiële bijdrage aan het muziekleven door samen te werken met o.a. het muziekonderwijs, het muziekvakonderwijs en het amateur-muziekleven. De Raad stelt daarom voor in de basisinfrastructuur te spreken van een bestel voor grote muziekgezelschappen dat uit meer bestaat dan alleen de symfonieorkesten en de twee nationale operagezelschappen en meer recht doet aan de diversiteit van het huidige muziekaanbod. Het bestel voor grote muziekgezelschappen is vergelijkbaar met het bestel voor volwassenentheaterinstellingen. Dit geheel van instellingen garandeert een landelijk gespreid en kwalitatiefhoogwaardig aanbod, waarbij repertoire voor een grote bezetting uit verschillende muziekperioden wordt uitgevoerd. De voorwaarden voor grote muziekgezelschappen die een aanvraag willen indienen zijn: - De aanvrager geeft meer dan 50 concerten per jaar met gemiddeld 18 of meer musici per concert; - De aanvrager geeft het merendeel van zijn concerten in Nederland en de concerten zijn goed gespreid over het land; - Volgens de statuten richt de aanvrager zich op continuïteit, los van een artistiek leider. De hierboven genoemde getallen zijn gebaseerd op ervaringgegevens. Voor de taken die een groot muziekgezelschap moet uitvoeren verwijst de Raad naar zijn advies 'hmoveren, participeren!'. (zie bijlage) Hoogachtend, Els H. Swaab -- Kees Weeda Voorzitter Algemeen secretarts
Samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen l. Het behoeft dringend aandacht dat er onvoldoende afstemming is tussen de makers en de afnemers van met name kleinschalig aanbod. De Raad doet de volgende aanbevelingen om de speelmogelijkheden voor het kleinschalige aanbod in verschillende genres te verbeteren: \ ruimere programmabudgetten bij de kleine(re) podia; \ nauwere samenwerking tussen uitvoerders, ensembles en podia wat betreft programmering en marketing; \ betere dialoog tussen muziekinstellingen en programmeurs over aard, kwaliteit en toegankelijkheid van het gebodene; \ erkenning van het vak programmeur en het belang van voldoende expertise bij programmeurs op het gebied van verschillende muziekgenres. niet-westerse muziek. Bij de oprichting van een nieuw sectorinstituut dient hier zowel inhoudelijk als financieel rekening mee te worden gehouden. Basisinfrastructuur De basisinfrastructuur voor de muzieksector is het geheel van functies dat een bloeiend professioneel muziekleven in Nederland garandeert en waarvoor het rijk verantwoordelijkheid moet nemen. Dit betreft klassieke muziek (symfonische muziek, kamermuziek, opera en muziektheater, oude en hedendaagse muziek), jazz en geïmproviseerde muziek, niet-westerse muziek en popmuziek. In de basisinfrastructuur gaat het om drie functies die voor een langere periode onmisbaar zijn voor de lokale, regionale en landelijke infrastructuur: de instandhoudingsfunctiell, de ontwikkelingsfunctie (ontwikkeling van individueel en ensembletalent), en de ondersteuningsfunctie. 2. Het belang van een stevig muzikaal fundament bij grote groepen jongeren op het terrein van verschillende muziekgenres vraagt om een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van het muziekaanbod voor de jeugd door: \ muziekinstellingen te ondersteunen bij hun educatieve activiteiten en programma's; \ de kennis en interesse bij scholen te vergroten voor educatieve activiteiten en programma's op het gebied van verschillende muziekgenres; \ muziekinstellingen te vragen te participeren in lokale en/of regionale netwerken van scholen en culturele instellingen. 3. De Raad dringt bij de publieke omroep aan op een gezamenlijk plan inzake cultuurbeleid en culturele programma's waaronder op het gebied van klassieke muziek, jazz en geïmproviseerde muziek, niet-westerse muziek en popmuziek. In dit plan moet tevens een visie op publieksbereik en bereik van een mogelijk nieuw publiek voor de verschillende muziekgenres worden uitgewerkt. 4. De Raad dringt aan op meer flexibiliteit bij de orkesten, zodat zij hun nieuwe rol zowel in artistieke als in maatschappelijke zin kunnen waarmaken. De instandhoudingsfunctie betreft het garanderen van een infrastructuur voor muziek op het terrein van klassieke muziek, jazz en geïmproviseerde muziek, niet-westerse muziek en popmuziek. Omdat de dynamiek en de infrastructuur per genre verschillen, moet ook per genre worden bekeken hoe deze infrastructuur het best kan worden vorm gegeven. Het garanderen van een infrastructuur voor bepaalde muziekgenres kan zowel onder directe ministeriële verantwoordelijkheid als onder verantwoordelijkheid van het fonds. Binnen de instandhoudingsfunctie zijn er in Verschilmaken twee groepen muziekinstellingen genoemd die samen het landelijk bestel voor symfonische muziek en opera vormen." Grote operavoorzieningen, maar ook dansgezelschappen, zijn voor hun producties afhankelijk van orkestbegeleiding en het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de orkesten in deze behoefte te voorzien. De instandhoudingsfunctie wordt echter niet uitsluitend door instellingen vervuld die deel uit maken van het landelijk bestel voor symfonische muziek en opera. De geformuleerde criteria en taken bieden ruimte aan alle instellingen die deze functie vervullen en voorzien in een helder kader voor aanvragen voor meerjarige subsidies. 5. De Raad vraagt de bewindspersoon meer duidelijkheid te scheppen in de verdeling van de financiële verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van muzikaal talent tussen de beleidsterreinen onderwijs en cultuur. 6. Podia, musici en publiek ontberen een landelijk punt voor documentatie, informatievoorziening en beleidsontwikkeling op het gebied van In Verschilmaken is aangegeven dat functies die zich op de ontwikkeling van jong talent richten ook een plaats kunnen krijgen binnen de culturele basisinfrastructuur. De vorige bewindspersoon stelde dat de kern van deze functie wordt gevormd door de productiehuizen in de podiumkunsten en vraagt hoe die ook voor dans en muziek kan worden opgezet. De Raad is van mening dat de ontwikkelingsfunctie 162
van groot belang is en een plaats in de basisinfrastructuur verdient. De werkwijze in de muzieksector verschilt echter dusdanig van bijvoorbeeld die in theater, dat de productiehuizen niet de aangewezen plaats zijn om deze functie onder te brengen. Pas afgestudeerde musici hebben relatief weinig faciliteiten nodig om zelfstandig hun beroep uit te oefenen. In de muzieksector heeft een aantal productiehuizen" zich gespecialiseerd op het gebied van popmuziek, nieuwe gecomponeerde muziek en geïmproviseerde muziek en jeugdmuziek. Zij vervullen een belangrijke functie in het vergroten van kwalitatief hoogwaardig aanbod op bepaalde terreinen, maar niet per definitie bij het ontwik.kelen van jong talent. De professionele begeleiding waaraan afgestudeerde musici behoefte hebben, is in vergelijking met de theatersector zeer divers en gespecialiseerd. De initiatieven die in deze behoefte voorzien, hebben vaak het karakter van een werkplaats of een academie. Ze vervullen een brugfunctie tussen opleiding en beroepspraktijk en bieden afgestudeerde musici meer kansen om ervaring op te doen en in de praktijk in te stromen. De kern van de ontwikkelingsfunctie wordt zodoende voor de muzieksector niet door productiehuizen gevormd, maar door werkplaatsachtige voorzieningen waarvoor specifieke taken en criteria zijn geformuleerd. Een aantal ondersteunde instellingen zal voor 2008 opgaan in één nieuwe organisatie, waarvoor binnenkort een nieuw beleidsplan wordt verwacht. Daarnaast wordt een onderzoek verwacht naar de optimale ondersteuningsstructuur in de muzieksector vanaf 2009. Over zowel het beleidsplan als het onderzoek brengt de Raad te zijner tijd graag advies uit. Instandhoudingsfunctie (repertoirefunctie) Instellingen die de instandhoudingsfunctie onder directe ministeriële verantwoordelijkheid vervullen, \ hun hoofdactiviteit is het uitvoeren van muziek(repertoire); \ ze zorgen voor landelijke afstemming en spreiding van het aanbod binnen het muziekgenre; \ ze leveren een significante bijdrage aan het muziekbestel op regionaal, nationaal en bij voorkeur ook op internationaal niveau; \ ze waarborgen repertoirevernieuwing. \ op het vlak van educatie -- ontwikkelen ze educatieve programma's die bij de aard en de omvang van de instelling passen; - participeren ze in lokale en regionale netwerken van scholen en culturele instellingen. \ ze ontwikkelen talent door een bijdrage te leveren aan de in- en doorstroming van talent; \ ze ontwikkelen en voeren beleid uit om een zo groot mogelijk publiek te bereiken.; \ ze begeleiden opera en ballet (symfonieorkesten). \ ze garanderen artistieke en zakelijke continuïteit (als vitale organisatie met een stabiele bedrijfsvoering); \ hun excellerende uitvoeringskwaliteit is bewezen; \ ze hebben een uitstekende staat van dienst; \ ze zijn in staat een nader te bepalen aantal14 concerten of voorstellingen te brengen. Op dit moment vervullen de reeds door de minister genoemde symfonieorkesten en landelijke operavoorzieningen de instandhoudingsfunctie. Een aantal ensembles op het gebied van oude en hedendaagse muziek zou dit kunnen doen. Platform voor presentatie, uitwisseling en (co)productie van internationaal aanbod De instellingen die als platform voor presentatie, uitwisseling en (co)productie van internationaal p aanbod de instandhoudingsfunctie onder directe (Í9 ministeriële verantwoordelijkheid vervullen, \ hun hoofdactiviteit is het presenteren en Þ (co)produceren van exclusief, hoogwaardig Q internationaal muziekrepertoire; \ ze leveren een significante bijdrage aan het C muziekbestel op nationaal en internationaal niveau; \ ze ontwikkelen en voeren beleid uit om een zo groot mogelijk publiek te bereiken; \ ze dragen bij aan talentontwikkeling en vernieuwing binnen het vakgebied, \ ze garanderen artistieke en zakelijke continuïteit (als vitale organisatie met een stabiele bedrijfsvoering); \ hun excellerende uitvoeringskwaliteit is bewezen; \ ze hebben een uitstekende staat van dienst; Op dit moment vervullen bijvoorbeeld het Holland Festival en het Holland Festival Oude Muziek Utrecht deze functie. rj) e-t 163
Ontwikkelingsfunctie Instellingen die de ontwikkelingsfunctie onder directe ministeriële verantwoordelijkheid vervullen, \ hun hoofdactiviteit is het ontwikkelen van talent; \ ze bieden intensieve en professionele begeleiding; \ ze vervullen een brugfunctie tussen opleiding en beroepspraktijk; \ ze bieden een plaats waar jonge professionals zich kunnen specialiseren (bekwamen) in een bepaalde discipline op het hoogste niveau; \ ze scouten en/of selecteren talent; \ ze leveren een significante bijdrage aan het muziekbestel op nationaal en internationaal niveau; \ ze bieden presentatiemogelijkheden; \ ze werken intensief samen met opleidingen en de beroepspraktijk. Ondersteuningsfunctie Voor een beschrijving van de taken wordt verwezen naar de adviezen van de Raad over de ondersteuningsstructuur in 2005.15 Op dit moment wordt deze functie door verschillende culturele instellingen vervuld. \ ze bieden artistieke en zakelijke continuïteit (als vitale organisatie met een stabiele bedrijfsvoering). Op dit moment vervullen bijvoorbeeld het Nationaal jeugd Orkest en de Opera Studio Nederland de ontwikkelingsfunctie. 164