PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Vergelijkbare documenten
Sociaal- Economische Raad

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Gelet op de artikelen 92 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; 1 Beleggen van vergaderingen van het bestuur

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Gelet op de artikelen 92 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; 1 Beleggen van vergaderingen van het bestuur

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ),

INLEIDENDE BEPALINGEN

2 Voorbereiding van vergaderingen van (dagelijks) bestuur, sectorcommissie en sociaaleconomische

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren

VERORDENING TIJDELIJKE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN IN DE PLUIMVEESECTOR (PPE) 2012

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010.

Sociaal- Economische Raad

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Productschap Diervoeder

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Overeenkomst inzake de toepassing van de AV IKB Vleeskalveren 2008 Rosé Vleeskalveren. Certificerende Instantie. Kalverhouder (=UBN houder)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2. In afwijking van het eerste lid, onder a, bedraagt de retributie indien het de invoercontrole betreft van:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Reglement op het gebruik en toezicht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De onderdelen d tot en met h worden geletterd e tot en met i.

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HUISHOUDELIJK REGLEMENT SKV 1991

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

BIJLAGE 4: KEURMERKREGLEMENT IKB KIP

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 december 2015, VGP;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

wijziging van de Wet op het bevolkingsonderzoek in verband met actuele ontwikkelingen op het terrein van preventief medisch onderzoek

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Model Leegstandverordening

REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP HET COLLECTIEVE EI-KEURMERK IKB

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector

Reglement van Orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk & Inkomen Lekstroom

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 22 februari 2008 nummer 19 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees 2 Productschap Vis 18 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 20 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE 19 tot en met PPE 21) 20 RECTIFICATIE 33 Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten (GZP 3) 33

Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Vee en Vlees Ontwerp- Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008 Verordening van het bestuur van het Productschap Vee en Vlees van tot het instellen van een onderzoeksplicht met betrekking tot kritische stoffen bij varkens (Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 00) Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op de artikelen, tweede lid, onder b, 10, tweede lid, onder a en b en 10 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en de artikelen, 10 en 11 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees, Besluit: BEGRIPSBEPALINGEN Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder: a. Productschap : Productschap Vee en Vlees; b. Bestuur : bestuur van het productschap; c. Voorzitter : voorzitter van het bestuur van het productschap; d. kritische stoffen : stoffen met anabole werking en niet-toegestane stoffen alsmede residuen van diergeneesmiddelen en contaminanten, genoemd in de bijlage van deze verordening; e. in de handel brengen : voorhanden of in voorraad hebben, ge- en verbruiken, vervoeren, aanvoeren, ontvangen, afleveren, te koop aanbieden, kopen of vervreemden van varkens, ongeacht de herkomst of de bestemming van deze varkens; f. Varken : dier behorende tot de familie der Suidae; g. Bedrijf : vestiging met een Uniek Bedrijfsnummer als bedoeld in de Regeling identificatie en registratie van dieren 00, waar, anders dan voor educatieve doeleinden, vijf of meer varkens worden gehouden dan wel een locatie die voor het zodanig houden bestemd is; h. be- of verwerker : ondernemer die zich toelegt op het slachten van varkens of de be- of verwerking van varkensvlees;

i. Ondernemer : natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; j. Houder : natuurlijke of rechtspersoon die belast is met de dagelijkse verzorging van de dieren; k. regelinghouder : rechtspersoon of natuurlijke persoon die bij het productschap een erkenningsaanvraag heeft ingediend dan wel op grond van de aanvraag een erkenning heeft verkregen; l. erkend kwaliteitssysteem : kwaliteitssysteem dat voldoet aan de criteria, welke door het bestuur ter zake bij besluit zijn vastgesteld; m. basismonitoring : periodieke bemonstering en onderzoek kritische stoffen volgens een door het productschap opgezet programma monitoring kritische stoffen bij varkens; n. Certificeren : toelaten van een deelnemer aan een erkend kwaliteitssysteem; o. Gecertificeerd bedrijf : bedrijf dat deelneemt aan een erkend kwaliteitssysteem; p. Wachttermijn : tijd die, overeenkomstig de bij of krachtens de wet gestelde regels ten minste na de laatste toediening van dat diergeneesmiddel aan een dier moet verstrijken alvorens tot productie van levensmiddelen, afkomstig van dat dier, kan worden overgegaan, mits de gebruiksvoorwaarden die op een diergeneesmiddel van toepassing zijn, zulks toelaten. ONDERZOEK EN REGISTRATIE 1. Deze verordening is van toepassing op ondernemers die varkensvlees be- of verwerken, varkens of varkensvlees verhandelen of varkens houden.. De in het vorige lid bedoelde ondernemers zijn verplicht de desbetreffende varkens of varkensvlees te doen onderzoeken op de afwezigheid van kritische stoffen, volgens de voorschriften gesteld in deze verordening.. De in de vorige leden bedoelde ondernemers kunnen aan de in het tweede lid bedoelde verplichting voldoen door: a. deel te nemen aan een erkend kwaliteitssysteem, dat de basismonitoring en de individuele machtiging van de deelnemers aangaande melding van de onder artikel, tweede lid, bedoelde gegevens, heeft opgenomen in dat systeem, dan wel; b. deel te nemen aan de basismonitoring die door het productschap wordt uitgeoefend. 1. Het productschap houdt een register waarin de in artikel genoemde ondernemers worden geregistreerd. Het register is openbaar.. Het bestuur stelt bij besluit nadere regels omtrent de wijze waarop dit register wordt gehouden, de gegevens welke dienen te worden geregistreerd en onder welke voorwaarden en aan wie gegevens uit dit register worden verstrekt. 1. De be- of verwerker van varkensvlees is verplicht zich bij het productschap aan te melden voor registratie in het register monitoring kritische stoffen.

. Indien de be- of verwerker is gecertificeerd, geldt de melding door de regelinghouder als een melding, bedoeld in het vorige lid. 1. De ondernemer die varkens houdt of in de handel brengt of producten, afkomstig van varkens, in de handel brengt, is verplicht zich bij het productschap aan te melden voor registratie in het register monitoring kritische stoffen.. Indien de ondernemer als bedoeld in het eerste lid is gecertificeerd geldt de melding door de regelinghouder als een melding, bedoeld in het vorige lid. 1. Het is verboden varkens af te voeren van een bedrijf dat de varkens niet heeft doen onderzoeken op de afwezigheid van kritische stoffen, volgens de voorschriften gesteld in deze verordening, dan wel varkens aan te voeren, afkomstig van een bedrijf dat de varkens niet heeft doen onderzoeken op de afwezigheid van kritische stoffen, volgens de voorschriften gesteld in deze verordening.. Het in het vorige lid bedoelde verbod is niet van toepassing op levende varkens, afkomstig uit andere lidstaten, voor zover niet langer dan drie maanden in Nederland aanwezig. 1. De aanmelding, bedoeld in de artikelen en, geschiedt op de wijze zoals bepaald in het Besluit aanmelding monitoring kritische stoffen.. De kosten met betrekking tot de aanmelding voor registratie in het register monitoring kritische stoffen en de uitvoering van de gemeenschappelijke monitoring, zijn voor rekening van de be- of verwerker, dan wel de houder van varkens, dan wel de regelinghouder. KWALITEITSSYSTEMEN 1. Een kwaliteitssysteem als bedoeld in artikel, derde lid, onder a, wordt door de voorzitter namens het bestuur erkend indien het kwaliteitssysteem, op basis van een rapportage van een instantie die door de Raad voor Accreditatie is geaccrediteerd volgens de norm NEN-EN-011, blijkt te voldoen aan de erkenningscriteria. Aan de erkenning kunnen voorwaarden worden verbonden.. Erkende kwaliteitssystemen moeten de relevante onderdelen van rapportages van de Raad voor Accreditatie met betrekking tot de reikwijdte van de monitoring, als bedoeld in deze verordening, binnen twee maanden aan de voorzitter overleggen.. De voorzitter kan een of meerdere personen en instantie(s) aanwijzen die word(en)t belast met het toezicht op de naleving van de erkenningscriteria.. De erkenningscriteria en de aanvraagprocedure, alsmede de controle- en analysestrategie voor de monitoring kritische stoffen van kwaliteitssystemen worden door het bestuur bij besluit vastgesteld. Dit besluit wordt afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.. Indien blijkt dat een kwaliteitssysteem niet aan de voorwaarden voldoet, kan de voorzitter de erkenning, als bedoeld in het eerste lid, schorsen of intrekken.

BASISMONITORING 1. Het bestuur stelt jaarlijks, gehoord de Wetenschappelijke Raad Varkens, een programma monitoring kritische stoffen vast.. De voorzitter is belast met de uitvoering van de basismonitoring.. Het bestuur wijst bij besluit bevoegde laboratoria aan voor de analyse van de genomen monsters in het kader van de basismonitoring.. Tot het in het eerste lid bedoelde programma behoort tevens een controle- en analysestrategie monitoring kritische stoffen. 0 1. De voorzitter voert de monitoring kritische stoffen uit conform het programma monitoring kritische stoffen, als bedoeld in artikel, eerste lid.. De overeenkomstig de artikelen en geregistreerde ondernemer verleent medewerking ten behoeve van de uitvoering van de onderzoeken.. De kosten met betrekking tot het doen onderzoeken van varkensvlees of varkens, of producten daarvan, als bedoeld in het programma monitoring kritische stoffen, zijn voor rekening van de desbetreffende ondernemers. 1 1. De regelinghouder stelt het productschap op de hoogte van alle onderzoeksresultaten in het kader van het programma monitoring kritische stoffen.. Indien naar het oordeel van het productschap verdachte onderzoeksresultaten zijn gevonden, afkomstig uit erkende kwaliteitssystemen, dan wel bij de basismonitoring, stelt het productschap, de Voedsel en Waren Autoriteit en de Algemene Inspectiedienst daarvan terstond op de hoogte. 1. Er is een Wetenschappelijke Raad Varkens. WETENSCHAPPELIJKE RAAD VARKENS. De Wetenschappelijke Raad Varkens bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en ten minste vier deskundigen. Het bestuur benoemt de voorzitter van de Raad.. De taken en bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad Varkens worden door het bestuur bij besluit vastgelegd.

BIJZONDERE BEPALINGEN Het bestuur kan de artikelen en buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van productkwaliteit en productveiligheid zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. TOEZICHT 1. Het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften wordt namens het productschap uitgeoefend door een door het bestuur bij besluit aangewezen dienst of de door het bestuur bij besluit aangewezen personen. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.. Ondernemers zijn verplicht: a. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen al die gegevens te verstrekken of te doen verstrekken, die nodig zijn voor de vervulling van hun taak; b. aan de door het bestuur aangewezen dienst en personen te allen tijde toegang te geven of te doen geven tot hun bedrijfsruimten en tot die plaatsen of vervoermiddelen, waar dan wel waarin voorraden, waaronder begrepen varkens, karkassen, monsters en verpakkingsmateriaal, tot het bedrijf van de ondernemer behorende, zijn opgeslagen dan wel worden vervoerd; c. te gedogen dat controleurs van de door het bestuur aangewezen dienst en de door het bestuur aangewezen personen monsters nemen uit de voorraden van het bedrijf van de ondernemer, waaronder begrepen varkens, karkassen, monsters en verpakkingsmateriaal, ongeacht de plaats waar of waarin zich die voorraden bevinden. De ondernemer zal alsdan de van hem gevorderde medewerking verlenen overeenkomstig de aanwijzingen van de door het bestuur aangewezen dienst en personen.. De in het eerste lid bedoelde personen zijn bevoegd berechtingsrapporten ten behoeve van tuchtrechtelijke afhandeling op te maken. HANDHAVING Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld zoals voorzien in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 00. KRITISCHE STOFFEN 1. De monitoring betreft de stoffen, als genoemd in groep A van de bijlage.. Vanaf een nader te bepalen datum omvat de monitoring tevens de stoffen, als genoemd in groep B van de bijlage.

OVERIGE BEPALINGEN 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 00.. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, voorzitter secretaris BIJLAGE GROEP A - Stoffen met anabole werking en niet-toegestane stoffen 1. Stilbenen, derivaten, zouten en esters daarvan. Antithyreogene stoffen. Steroïden. Resorcylic Acid Lactones (met inbegrip van zeranol). ß-agonisten. Stoffen die vermeld staan in bijlage IV bij Verordening (EEG) nr. /0 van de Raad van juni 10 GROEP B - Diergeneesmiddelen (1) en contaminanten 1. Antibacteriële stoffen met inbegrip van sulfonamiden, quinolonen. Andere diergeneesmiddelen a) Wormmiddelen b) Anticoccidia, met inbegrip van nitroïmidazolen c) Carbamaten en pyrethroïden d) Tranquillizers e) Niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca (NSAIF) f) Andere stoffen met farmacologische werking

. Andere in het milieu aanwezige stoffen en contaminanten a) Organische chloorverbindingen met inbegrip van PCB's b) Organische fosforverbindingen c) Scheikundige elementen d) Mycotoxinen e) Kleurstoffen f) Overige (1) Met inbegrip van niet-geregistreerde diergeneesmiddelen die eventueel voor veterinaire doeleinden kunnen worden gebruikt. TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING MONITORING KRITISCHE STOFFEN BIJ VARKENS (PVV) 00 Algemeen De varkenssector is van oordeel, dat een intensieve controle op het voorkomen van kritische stoffen in varkensvlees en varkens bijdraagt aan het consumentenvertrouwen. Zij is zich zeer bewust van de invloed van het imago van de varkenssector op de afzet van varkensvlees in Nederland en andere afzetlanden. Eén van de belangrijkste aspecten bij de beeldvorming is het vertrouwen van de professionele afnemers en de consumenten, dat er een garantie is, dat het vlees vrij is van ongewenste stoffen. Dat vertrouwen is doorgaans meer gebaseerd op beeldvorming dan op basis van harde feiten. De Rijksoverheid voert ter zake van de volksgezondheid op grond van Richtlijn //EG een nationaal plan uit voor onderzoek naar verboden stoffen. De monitoringsregeling, zoals neergelegd in de onderhavige verordening, ziet op de veiligstelling van het consumentenvertrouwen ter ondersteuning van de productie en afzet van varkensvlees en varkensvleesproductie. Hierover zal gecommuniceerd worden door de marktpartijen. Men acht het van groot belang, dat de sector door middel van verplichte regelgeving aangeeft ook zelf de verantwoordelijkheid te willen nemen voor de zuiverheid van het eigen product. De monitoring zal zich in belangrijke mate richten op de naleving van de normen, die zijn neergelegd in Europese en nationale regelgeving, ter zake van het voorkomen van verboden stoffen in varkens of producten daarvan. Of ter zake van het voorkomen van residuen van diergeneesmiddelen en contaminanten boven het toegelaten maximale gehalte. Beide categorieën verboden stoffen en residuen vormen tezamen het verzamelbegrip kritische stoffen. Juridische basis Gelet op de economische doelstelling van de verordening wordt de juridische basis gevonden in een autonome verordening op grond van artikel van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Deze verordening behoeft de goedkeuring van de Sociaal-Economische Raad. De tuchtrechtelijke handhaving is gebaseerd op de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 00, alsmede de derde tranche van de Algemene Wet Bestuursrecht, waar het betreft de bevoegdheden van toezichthouders.

Wijze van monitoring De varkenssector kiest voor het instrument van een monitoringssysteem, waarbij alle bedrijfsgenoten gehouden zijn hun varkens te doen controleren op de afwezigheid van kritische stoffen. Voor het overgrote deel van de bedrijfsgenoten in de varkenssector leidt dit niet tot additionele administratieve en andere lasten, omdat zij reeds aangesloten zijn bij een onafhankelijk privaatrechtelijk kwaliteitssysteem. Het ligt dan ook voor de hand de deelname aan deze systemen, onder voorwaarden, te erkennen als het voldoen aan de monitoringsplicht. Belangrijke voorwaarden zijn, dat deze systemen gecertificeerd zijn en dat de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het productschap. Bedrijfsgenoten die niet deelnemen aan gecertificeerde kwaliteitssystemen overigens een beperkte groep dienen de monitoringsplicht op een alternatieve wijze te vervullen. Deze bedrijfsgenoten zijn gehouden zich te melden bij het productschap. Op het niet melden zijn tuchtrechtelijke sancties gesteld. Deze bedrijfsgenoten worden in een bestand opgenomen. Een Wetenschappelijke Raad Varkens bepaalt aan de hand van een risicoanalyse de frequentie van monsterneming per deelsector en bedrijfstype. Ook de individuele bedrijfshistorie is hierbij een relevant risicocriterium De onderhavige bedrijfsgenoten kunnen de monsterneming doen verrichten door een door het productschap erkende controle-instelling. Monsters worden onderzocht op een daartoe aangewezen laboratorium. Dit laboratorium is gehouden de analyseresultaten te melden aan het productschap. De kosten van de registratie en de monsterneming komen ten laste van de desbetreffende categorie niet bij een kwaliteitssysteem aangesloten bedrijfsgenoten. Terzake zal een heffing worden ingesteld. Het niet doen uitvoeren van een monsterneming, zowel binnen als buiten erkende kwaliteitssystemen, kan leiden tot het opleggen van tuchtrechtelijke sancties. Bovendien zal in een dergelijk geval de naam van de betrokken bedrijfsgenoot doorgegeven worden aan de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), alsmede de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van LNV (AID). De juridische grondslag hiervoor is, dat het feit van weigering van monsterneming de verdenking doet rijzen, dat de desbetreffende bedrijfsgenoot zich schuldig maakt aan een strafbaar feit, namelijk een vermoedelijke aanwezigheid van verboden stoffen in dieren of producten daarvan. Het productschap is op grond van het Besluit ex artikel 1 Wetboek van Strafvordering, als publiekorgaan gehouden van vermoedelijke strafbare feiten aangifte te doen bij de bevoegde autoriteiten in casu de VWA en de AID. Ten algemene zal het productschap de resultaten van de monitoring die wijzen op een vermoedelijke overtreding van strafrechtelijke bepalingen overdragen aan de bevoegde autoriteiten. Dit ongeacht het feit of een bedrijfsgenoot wel of niet deelneemt aan een erkend privaatrechtelijk kwaliteitssysteem. Resultaten van de monitoring die niet wijzen op vermoedelijk strafbare feiten kunnen gebruikt worden voor een sector intern kwaliteitsbeleid. Ter zake van importvarkens zij nog vermeld, dat de AID, gelet op EU-verordening 1/00 (de zgn. General Food Law), verantwoordelijk is voor de doormelding van positieve meetresultaten aan de bevoegde buitenlandse autoriteiten. Voorts is het van belang vast te stellen, dat de verordening geen sancties stelt ten aanzien van het voorkomen van kritische stoffen in varkens of producten daarvan. De in de verordening voorziene tuchtrechtelijke sancties zijn secundair van aard, in die zin, dat deze sancties gericht zijn op het correct functioneren van de monitoringssystematiek op zich. Het gaat dan om bv. medewerking, toegang verlenen, doorgeven van informatie en aanmeldingsplicht. Door deze afbakening met het strafrecht wordt een door artikel Wet Economische Delicten verboden samenloop van sancties voorkomen.

De door het productschap met onderhavige verordening geschapen infrastructuur zal, naast het doel van ondersteuning en veiligstellen van de afzet van varkensvlees en producten daarvan, mede, zij het beperkt, dienen ter facilitering van de correcte naleving van het EU-levensmiddelenrecht met name Veterinaire Keteninformatie en de Generaal Food Law. Door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt het productschap de mogelijkheid geboden om, na beëindiging van het medebewind zelfcontrole hormonen, te komen met een autonome productschapsverordening, op voorwaarde dat daarvoor een breed draagvlak binnen een sector bestaat. Vastgesteld kan worden dat een breed draagvlak binnen de varkenssector bestaat voor een autonome verordening monitoring kritische stoffen. Lasten bedrijfsleven De lasten ter zake van de monitoring kritische stoffen zijn voor het bedrijfsleven. Voor zover aangesloten bij erkende kwaliteitssystemen zullen er geen extra kosten voor ondernemers zijn. De kosten van aanmelding voor de basismonitoring bij het productschap zullen door de ondernemers zelf moeten worden gedragen. Voorts wordt medewerking aan de monitoring verlangd. Deze monitoring behelst periodiek onderzoek naar afwezigheid van kritische stoffen, dat op instigatie van de Wetenschappelijke Raad Varkens zal worden uitgevoerd. Handhaving De juridische waarborgen ten aanzien van tuchtrechtelijke procedures en het sanctieinstrumentarium vinden hun grondslag in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 00. Daarbij kan een berisping worden opgelegd of een geldboete, het bedrijf kan onder verscherpt toezicht worden gesteld op kosten van de ondernemer en het Tuchtgerecht kan bepalen dat de uitspraak wordt gepubliceerd op kosten van de ondernemer. Oude regelgeving De verordening treedt in plaats van de Verordening zelfcontrole varkens op het verbod gebruik van bepaalde stoffen 00. Inwerkingtreding De inwerkingtreding van de verordening is gepland in 00. Uitkomst notificatieprocedure De verordening zal bij de Europese Commissie moeten worden genotificeerd ter voldoening aan artikel, eerste lid, van richtlijn nr. //EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van juni 1 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 0), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. //EG van 0 juli 1 (PbEG L 1). De notificatie-procedure wordt, met inachtneming van de standstill periode van drie maanden, na vaststelling van de ontwerp-verordening gestart. sgewijze toelichting Dit artikel geeft de definities van de termen, welke in de verordening worden gebruikt. De onderzoeksplicht strekt zich over de hele sector uit. Derhalve is de verordening van toepassing voor bedrijfsgenoten in de primaire sector en ook bedrijfsgenoten in de handel en industrie. Aan de onderzoeksplicht kan worden voldaan door aangesloten te zijn bij een erkend kwaliteitssysteem, dan wel deel te nemen aan het programma monitoring kritische stoffen van het Productschap Vee en Vlees. 10

Ten behoeve van de uitvoering van de verordening wordt een openbaar register bijgehouden waarin de deelnemers van het programma monitoring kritische stoffen gevoeglijk zijn in te zien. Onder voorwaarden biedt dit ook de mogelijkheid aan marktpartijen om verificatie te doen van de door leveranciers verstrekte informatie. en, en, betreffen de aanmeldingsplicht met betrekking tot registratie in het register monitoring kritische stoffen. In deze artikelen is de verplichte monitoringssystematiek vormgegeven. De systematiek komt erop neer dat iedere be- of verwerker van varkens, en ondernemer die varkens houdt, dan wel producten van varkens in de handel brengt, behoort te voldoen aan de onderzoeksplicht inzake kritische stoffen. Aan de onderzoeksplicht is voldaan indien de producten worden geproduceerd volgens een erkend kwaliteitssysteem, waarin een monitoring op de in de bijlage genoemde stoffen, dan wel volgens de door het productschap ingestelde basismonitoring. Dat betekent dat alle in de handel gebrachte varkens afkomstig moeten zijn van gecertificeerde bedrijven, welke deelnemen aan een erkend kwaliteitssysteem, waarbij de monitoring van kritische stoffen is gegarandeerd. Bedrijven die niet aan een erkend kwaliteitssysteem deelnemen dienen zich bij het productschap aan te melden in het kader van een monitoringsprogramma van het productschap. Binnen de certificeringssystemen en het monitoringsprogramma van het productschap vinden controles plaats op het gebruik van kritische stoffen. Indien uit monsters blijkt dat varkens een illegale behandeling hebben ondergaan worden de resultaten gemeld aan de bevoegde instanties. Daarnaast doet het productschap melding aan betrokkenen in de keten om te voorkomen dat ongewenste producten in het voedselkanaal komen. Ook kunnen hiermee omvangrijke recall-acties worden voorkomen. Tevens zullen deze bedrijven op grond van wetenschappelijke criteria in het kader van de risico-analyse van de Wetenschappelijk Raad Varkens in een andere risico-categorie worden ingedeeld. Het is een ondernemer of handelaar niet toegestaan varkens in de handel te brengen, als deze varkens niet aan de monitoring kritische stoffen zijn onderworpen. Daarnaast is het ook niet toegestaan varkens af te nemen als deze varkens niet aan de monitoring kritische stoffen zijn onderworpen. De aanmelding voor de registratie in het register monitoring kritische stoffen geschiedt op de wijze als omschreven in het Besluit aanmelding monitoring kritische stoffen. Houders van varkens wordt de mogelijkheid geboden informatie over de status van het bedrijf waarvan het betrokken dier (varken) afkomstig is in relatie tot de verplichting tot monitoring vooraf te kunnen verifiëren. De afnemer van varkens behoort immers zekerheid te kunnen inwinnen aangaande de monitoring kritische stoffen bij de hem geleverde dieren. Volstaan kan worden met beperkte gegevens. Het spreekt voor zich dat voor deze inzage machtiging van de leverende partij vereist behoort te zijn. Deze machtiging is verankerd in het kwaliteitssysteem of bij de registratie bij het productschap. De informatie inzake monitoring kritische stoffen heeft daarmee een in beginsel openbaar karakter. Kwaliteitssystemen kunnen een erkenning aanvragen in het kader van monitoring kritische stoffen. De kwaliteitssystemen worden door het bestuur erkend aan de hand van de erkenningsvoorwaarden, welke het bestuur bij besluit heeft vastgesteld. De voorzitter stelt jaarlijks een programma monitoring kritische stoffen vast. Hij is tevens belast met de uitvoering van dit programma. Voorts stelt het bestuur bij besluit voorschriften vast met betrekking tot de controle- en analysestrategie. 11

0 Het productschap heeft een basismonitoringsprogramma ontwikkeld voor bedrijven die niet bij een erkend kwaliteitssysteem zijn aangesloten. De kaders waarbinnen het basismonitoringsprogramma wordt uitgevoerd worden in dit artikel gegeven onder verwijzing naar de risico-analyse en het controleplan van de Wetenschappelijke Raad Varkens. De monitoring heeft betrekking op varkens, en producten van varkens, waaronder vlees en andere zaken, als ogen, haar, urine, mest, et cetera. 1 De resultaten van de monsteranalyse worden door de regelinghouder aan het productschap gerapporteerd. Ingeval van verdachte onderzoeksresultaten stelt het productschap, gelet op artikel 1 Wetboek van Strafvordering, juncto Besluit ex artikel 1 Wetboek van Strafvordering, van 1 maart 1, de VWA en AID daarvan onmiddellijk op de hoogte. In geval van het gevaar voor verspreiding van verdachte producten stelt het productschap uit voorzorg relevante betrokkenen in de varkensketen op de hoogte van de verdenking. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de verplichtingen voortvloeiend uit de General Food Law (EU-verordening nr. 1/00). De doormelding aan de bevoegde autoriteiten en relevante marktpartijen wordt geregeld in een meldingsprotocol. Tot de taken van de Wetenschappelijke Raad Varkens behoren: 1. Uitvoeren van risico-analyse voor de varkenssector met betrekking tot kritische stoffen in de boerderijfase en slachtfase;. Advies over intensiteit van bemonstering en analyse voor de PVV-basismonitoring en de monitoring in de erkende kwaliteitssystemen, bewaartermijnen van monsters e.d., te analyseren matrici, etc.; Een en ander afhankelijk van financiële randvoorwaarden;. Beoordelen inhoudelijkheid van monitoringsactiviteiten in relatie tot 1 en en advies geven aan de voorzitter van het productschap. In het advies wordt rekening gehouden met extra waarborgen welke het kwaliteitssysteem biedt (o.a. GMP+, GVP, gebruik indicatoren bij selectie van bedrijven voor bemonstering, bemonstering diervoeder, etc);. Opstellen van criteria voor inspectie-organisaties en laboratoria. Grotendeels zullen deze mede worden bepaald door bestaande criteria voor inspectie-organisaties (EN-100) en laboratoria (Sterlab, EG/00/ en dergelijke);. Verrichten van additioneel onderzoek bij calamiteiten voortkomend uit de monitoring. Dit type onderzoek wordt slechts uitgevoerd op verzoek van het bedrijfsleven, dat hiervoor additionele middelen beschikbaar dient te stellen;. Opstellen van operationele rapportage achteraf van uitgevoerde werkzaamheden van kwaliteitssystemen en basismonitoring tezamen. In dit artikel is de bevoegdheid van de voorzitter opgenomen om in noodgevallen of calamiteiten ontheffing of vrijstelling van het bepaalde in deze verordening te geven. Bij noodgevallen of calamiteiten moet gedacht worden aan in nood geslachte dieren, een natuurramp of de uitbraak van een dierziekte. Voor haar handhavingstaak is het voor het productschap van belang via gegevensanalyses te kunnen controleren of voldaan is aan de verplichtingen van de verordening. Hiertoe is door LNV aan het productschap toestemming gegeven om de I&R-varkens informatie te gebruiken. Producenten die onder de monitoringsplicht vallen, maar niet deelnemen aan een erkend kwaliteitssysteem en zich niet bij het productschap hebben aangemeld, moeten bij het productschap in het vizier komen. 12

Toezicht wordt uitgeoefend door aangewezen toezichthouders. Deze zijn door het bestuur bij besluit aangewezen. bevat voorschriften voor de ondernemers met betrekking tot het verlenen van medewerking aan controles die door de toezichthouders worden uitgevoerd. Dit artikel bepaalt de tuchtrechtelijke handhaving van de verordening uit hoofde van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 00. De juridische waarborgen ten aanzien van tuchtrechtelijke procedures en het sanctie-instrumentarium vinden hun grondslag in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 00. Daarbij kan een berisping worden opgelegd of een geldboete, het bedrijf kan onder verscherpt toezicht worden gesteld op kosten van de ondernemer en het Tuchtgerecht kan bepalen dat de uitspraak wordt gepubliceerd op kosten van de ondernemer. De verordening treedt in plaats van de Verordening zelfcontrole varkens op het verbod gebruik van bepaalde stoffen 00. In artikel 1 wordt geregeld dat de monitoring vanaf het moment van inwerkingtreding van de verordening betrekking heeft op de stoffen, genoemd in groep A van de bijlage. Vanaf een later te bepalen datum worden tevens de stoffen, genoemd in groep B van de bijlage in de monitoring betrokken. In dit artikel wordt de citeerwijze en de inwerkingtreding geregeld. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening tot wijziging van de Verordening varkensleveringen (PVV) 2007 (2008-I) Verordening van het Productschap Vee en Vlees van tot wijziging van de Verordening varkensleveringen (PVV) 00 (00-I) Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op de artikelen,, 10 en 10 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, de artikelen 10 en 11 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees; Besluit: I De Verordening varkensleveringen (PVV) 00 wordt gewijzigd als volgt: A komt te luiden: 13

1. De voorzitter wijst op aanvraag van de ondernemer diens varkenshouderijbedrijf aan als een A- bedrijf, indien de ondernemer bij de aanvraag een conform bijlage III opgemaakt bedrijfsrapport van een geaccrediteerde keuringsinstantie waaruit blijkt dat het varkenshouderijbedrijf voldoet aan de in de onderdelen a. tot en met i. gestelde voorwaarden, alsmede een verklaring als bedoeld in het derde lid kan overleggen. a. Op het varkenshouderijbedrijf worden vrouwelijke varkens gehouden voor het bedrijfsmatig produceren van biggen; b. Varkens die op het varkenshouderijbedrijf worden aangevoerd, worden gehuisvest in een van de rest van het varkenshouderijbedrijf afgescheiden toevoegstal, waarvan inrichting en gebruik voldoen aan de in bijlage I bij deze verordening opgenomen voorschriften, totdat uit een door een dierenarts na vier weken na aanvoer overeenkomstig bijlage II uitgevoerd serologisch onderzoek blijkt dat in de toevoegstal geen varkens zijn aangetroffen waarvan het bloed antilichamen tegen klassieke varkenspest of ge-antilichamen tegen de Ziekte van Aujeszky bevat; c. Bij het ontbreken van een toevoegstal als bedoeld in onderdeel b., tot zes weken na de laatste aanvoer van varkens worden geen varkens afgevoerd anders dan, hetzij rechtstreeks, hetzij via een verzamelcentrum, naar het slachthuis; d. Op het varkenshouderijbedrijf is een voorziening voor reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen voor varkens aanwezig; e. De ondernemer van het varkenshouderijbedrijf verleent alle medewerking aan de reiniging en ontsmetting van het vervoermiddel waarmee de varkens zijn vervoerd; f. De ondernemer voldoet aan alle, de herkomst van de op het varkenshouderijbedrijf aanwezige varkens betreffende, krachtens artikel van de wet gestelde regels; g. Op het varkenshouderijbedrijf is een douche aanwezig, die is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de ingang van het varkenshouderijbedrijf, waarvan bezoekers van het varkenshouderijbedrijf voorafgaand aan het betreden van de stallen gebruik maken; h. Het varkenshouderijbedrijf is voorzien van een erfafscheiding waardoor het betreden van het varkenshouderijbedrijf zonder de medewerking van de ondernemer niet mogelijk is; i. De ondernemer legt de gegevens met betrekking tot groepsmedicatie in het logboek, bedoeld in artikel 0, tweede lid, van de Diergeneesmiddelenwet vast.. De ondernemer overlegt tenminste eenmaal per jaar een conform bijlage III opgemaakt bedrijfsrapport van een geaccrediteerde keuringsinstantie aan de voorzitter.. De ondernemer overlegt eenmaal per maand een verklaring van een dierenarts waarin deze verklaart dat het in bijlage II bepaalde aantal op het varkenshouderijbedrijf aanwezige varkens serologisch is onderzocht en dat geen varkens zijn aangetroffen waarvan het bloed antilichamen tegen klassieke varkenspest of ge-antilichamen tegen de Ziekte van Aujeszky bevat, dan wel, in geval van leegstand, een verklaring van een geaccrediteerde keuringsinstantie dat de stallen van het varkenshouderijbedrijf ten tijde van de aanvraag leegstaan. In artikel, onderdelen a. en b. wordt onderdelen d. tot en met j. vervangen door: aanhef en onderdelen d. tot en met i.. In artikel, onderdeel b. wordt onderdelen d. tot en met j. vervangen door: aanhef en onderdelen d. tot en met i.. B C 14

D 1 komt te luiden: 1 Indien na aanvang van het transport van varkens naar een lidstaat of een derde land, ingevolge artikel, tweede lid, onderdeel e., van de wet in samenhang met artikel, eerste lid, van het Besluit dierenvervoer 1 geen certificaat wordt afgegeven, is het de ondernemer in afwijking van artikel toegestaan, deze varkens op de dag dat dit certificaat geweigerd wordt weer op zijn bedrijf te ontvangen of aan te voeren en, na gedeeltelijke lossing, de niet geloste varkens vervolgens wederom van zijn bedrijf te vervoeren, af te voeren of te doen afvoeren., derde lid, komt te luiden: E. De ondernemer die een A-bedrijf exploiteert kan in een periode van twaalf maanden eenmaal een ander adres voor de aanvoer van varkens kiezen ter vervanging van het adres, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a., onderscheidenlijk b.. De ondernemer doet hiervan schriftelijk mededeling aan het meldingsbureau., vierde lid, komt te luiden: F. De ondernemer die een B-bedrijf exploiteert kan in een periode van twaalf maanden eenmaal een ander adres voor de aanvoer van varkens kiezen ter vervanging van het adres, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a., onderscheidenlijk b.. De ondernemer doet hiervan schriftelijk mededeling aan het meldingsbureau. In artikel 1, tweede lid wordt na voor zover in een periode van vier maanden toegevoegd de tekst: te rekenen vanaf de dag van aanvoer. G H In artikel 1, tweede lid, onderdeel b. wordt in een periode van maanden vervangen door: in een periode van vier maanden., derde lid, komt te luiden:. Een kopie van het transportdocument wordt door de ondernemer die de melding, als bedoeld in het eerste lid, heeft gedaan, bewaard tot twee jaar na de datum waarop de varkens van het varkenshouderijbedrijf zijn afgevoerd. Het transportdocument wordt door de ontvanger van de varkens op het varkenshouderijbedrijf bewaard tot twee jaar na de datum waarop de varkens op het varkenshouderijbedrijf zijn ontvangen. 0, tweede lid, vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid. I J 15

K komt te luiden: 1. De voorzitter kan, voor zover het belang van preventie en bestrijding van dierziekten zich daartegen niet verzet, namens het bestuur op schriftelijk verzoek van belanghebbende, ontheffing verlenen van het gestelde in artikel. Aan de ontheffing kunnen bijzondere voorwaarden worden gesteld. De ontheffing kan te allen tijde worden ingetrokken.. Voor de verlening van een ontheffing is de aanvrager een retributie verschuldigd.. Het bestuur stelt bij besluit nadere voorwaarden aan het verlenen van ontheffingen. Na artikel wordt een nieuw artikel a ingevoegd, welke komt te luiden: a L Leveringen van varkens door of aan een varkenshouderijbedrijf of aan een verzamelcentrum waarvan de exploitatie nadien blijvend is gestaakt, worden niet begrepen onder de op grond van de artikelen 1, eerste lid, onderdelen a. en b., 1, eerste lid, onderdelen a. en b., en tweede lid, 1, eerste lid, en tweede lid, onderdeel b., en 1, eerste en tweede lid, toegestane leveringen, indien door de levering door of aan het bedrijf waarvan de exploitatie blijvend is gestaakt het in genoemde artikelen opgenomen maximum aantal toegestane leveringen wordt bereikt. Bijlage III wordt als volgt gewijzigd: 1. De aanhef van bijlage III komt te luiden: M Bijlage III. Procedure en inhoud bedrijfsrapport voor aanvangscontrole en structurele controle als bedoeld in artikel 2, aanhef en tweede lid, artikel 4, onderdeel b., en artikel 5, onderdeel b.. De eerste alinea onder de aanhef vervalt. II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, voorzitter secretaris 16

TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING VARKENSLEVERINGEN (PVV) 00 (00-I) Algemeen In het kader van de goedkeuringsprocedure na de definitieve vaststelling van de verordening zijn nog enkele redactionele verbeteringen in de tekst van de verordening voorgesteld. Daarnaast geeft de voorgenomen wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE s van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aanleiding om de verwijzingen naar deze regeling in de verordening opnieuw te regelen. Met de wijzigingsverordening worden de hiervoor bedoelde aanpassingen doorgevoerd. sgewijze toelichting I Onderdeel A tot en met C In de onderdelen d. en e. van artikel zijn, onder verwijzing naar de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE s, voorschriften opgenomen met betrekking tot de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen voor varkens. De verwijzing naar de regeling komt hierbij te vervallen en de desbetreffende voorschriften worden zelfstandig geformuleerd. Een bedrijfsrapport als bedoeld in artikel, aanhef, wordt opgemaakt ten behoeve van de statusaanvraag. In de praktijk wordt daarnaast jaarlijks een bedrijfsrapport overgelegd ter controle van de statusvoorwaarden. Dit is thans in artikel, tweede lid, geregeld. Onderdeel D tot en met L De tekst van artikel 11 is opnieuw geformuleerd. In artikel 1 is toegevoegd dat de periode van vier maanden waarin varkens kunnen worden aangevoerd, aanvangt op de dag van de aanvoer, bedoeld in de eerste zinsnede. De bewaarplicht van een kopie van het transportdocument na het varkenstransport is neergelegd bij de ondernemer die de varkens heeft afgevoerd, of doet afvoeren. De bewaartermijn, geregeld in artikel 1, derde lid, is gesteld op jaar, zodat adequate controle achteraf, ten behoeve van de handhaving mogelijk is. De ontvanger van de varkens bewaart het transportdocument tot twee jaar na de ontvangst van de varkens waarop het transportdocument betrekking heeft. Het tweede lid van artikel 0 is komen te vervallen. De reden hiervoor is dat eventuele onduidelijkheid omtrent de verantwoordelijkheid van de normadressaat van de verordening, de varkenshouder, op voorhand uitgesloten moet worden. De opzet van artikel is thans geconformeerd aan andere, overeenkomstige artikelen. Omwille van de duidelijkheid is de bepaling, die is opgenomen in het vierde lid, in een zelfstandig artikel a opgenomen. Omdat vrijstellingen in het kader van de onderhavige verordening niet aan de orde zijn, is dit begrip in dit artikel komen te vervallen en wordt alleen gesproken van ontheffingen. Onderdeel M Tot slot is in bijlage III in de aanhef het tweede lid van artikel genoemd. De eerste alinea is komen te vervallen, aangezien zij een doublure bevat. 17

II In dit artikel wordt de inwerkingtreding en de wijze van publicatie vermeld. Zoetermeer, voorzitter secretaris Productschap Vis Ontwerp- Verordening I tot wijziging van de Verordening dagvers gerookte paling 2007 Verordening van het Productschap Vis van. tot wijziging van de Verordening dagvers gerookte paling 00 1. Het bestuur van het Productschap Vis; Gelet op: -, zesde lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen; - de artikelen en van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Besluit: I, derde lid onderdeel m, van de Verordening dagvers gerookte paling 00¹ komt te luiden: m. erkend laboratorium : een laboratorium dat voldoet aan de relevante accreditatienorm en in bezit is van een accreditatie voor het relevante werkgebied, welke is verleend door de Raad voor Accreditatie of door een andere ondertekenaar van de EA multilateral agreement (MLA) dan wel een vergelijkbaar instituut. II 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Verordening dagvers gerookte paling 00.. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin de Verordening dagvers gerookte paling 00 wordt geplaatst eerder is uitgegeven, treedt deze wijzigingsverordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Verordeningenblad 1 Nog niet goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, teneinde eerst deze technische aanpassing in de regeling te doen voorafgaande aan de notificatie van deze regeling ingevolge artikel, eerste lid, van de richtlijn nr. //EG (PbEG L 0), zoals gewijzigd bij richtlijn //EG van 0 juli 1 (PbEG L 1). 18

Rijswijk, voorzitter secretaris Bedrijfsorganisatie en werkt deze terug tot en met de datum van inwerkingtreding van de Verordening dagvers gerookte paling 00. TOELICHTING Deze wijzigingsverordening betreft een wijziging in de omschrijving van de definitie van erkend laboratorium, aangezien de organisatie die de Sterlab erkenningen uitgaf inmiddels is opgegaan in de Raad voor Accreditatie. Administratieve lasten De onderhavige wijzigingsverordening bevat een technische aanpassing en geen nieuwe verplichtingen, zodat er geen nieuwe of verhoogde administratieve lasten uit voort vloeien. Rijswijk, voorzitter secretaris 19

Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 001, 00 EA Den Haag. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Pluimvee en Eieren PPE 19 Besluit vaststelling geslacht gewicht pluimveevlees (PPE) 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 1 november 00 tot vaststelling van het geslacht gewicht ter uitvoering van de Verordening bestemmingsheffingen pluimveevleessector (PPE) 00 (Besluit vaststelling geslacht gewicht pluimveevlees (PPE) 00). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel, derde lid, van de Verordening huishoudelijke heffingen pluimveesector (PPE) 00 en artikel 10, derde lid, van de Verordening bestemmingsheffingen pluimveevleessector (PPE) 00; Besluit: Dit besluit neemt de begripsbepalingen over van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 00. Het geslacht gewicht is ten minste gelijk aan een percentage van het door de slachterij aan de leverancier van het geslachte pluimvee uitbetaalde aantal kilogrammen, welk percentage voor - vleeskuikens % - kalkoenen 0% - eenden 0% - parelhoenders 0% - oude kippen en hanen % en voor - ganzen 0% bedraagt. 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling geslacht gewicht pluimveevlees (PPE) 00. Mbbo Vbbo 00, nr. 1 20

. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 00. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 00, treedt het in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt het terug tot en met 1 januari 00. Zoetermeer, 1 november 00 J.J. Ramekers voorzitter B.M. Dellaert secretaris TOELICHTING BIJ HET BESLUIT VASTSTELLING GESLACHT GEWICHT PLUIMVEEVLEES (PPE) 00 Voor de ondernemer die pluimvee slacht voorzien de heffingsverordeningen Verordening huishoudelijke heffingen pluimveesector (PPE) 00 en Verordening bestemmingsheffingen pluimveevleessector (PPE) 00, in een stelsel van heffingen met als grondslag het geslacht gewicht in kilogrammen pluimveevlees. Ter uitvoering van deze verordeningen dienen, uit hoofde van artikel, derde lid, van de Verordening huishoudelijke heffingen pluimveesector (PPE) 00 en artikel 10, derde lid, van de Verordening bestemmingsheffingen pluimveevleessector (PPE) 00, nadere regels te worden vastgesteld ten aanzien van de vaststelling van het geslacht gewicht. Onderhavig besluit voorziet daarin. Met het besluit wordt voor de onderscheiden soorten pluimvee bepaald welk percentage van het aantal door de slachterij uitbetaalde kilogrammen het geslacht gewicht ten minste uitmaakt. Zoetermeer, 1 november 00 J.J. Ramekers voorzitter B.M. Dellaert secretaris PPE 20 Verordening Reglement van Orde (PPE) 2007 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 1 februari 00, tot vaststelling van een reglement van orde voor de vergadering van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren (Verordening Reglement van Orde (PPE) 00). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen en van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Besluit: Mbbo Vbbo 00, nr. 1 21

1 Beleggen van vergaderingen van het bestuur De voorzitter belegt, met inachtneming van de besluiten van het bestuur, de vergaderingen zo dikwijls hij dit nodig oordeelt of ten minste drie leden van het bestuur hem dit onder opgave van redenen verzoeken. 1. De secretaris doet een voorstel aan de voorzitter ter vaststelling van de te behandelen onderwerpen, zulks met inachtneming van de besluiten van het bestuur.. De voorzitter houdt bij het vaststellen van de agenda rekening met verzoeken van individuele leden van het bestuur, bedrijfsgenoten of hun organisaties om onderwerpen op de agenda te plaatsen. Zodanige verzoeken worden gericht aan de secretaris.. Het dagelijks bestuur, een commissie uit het bestuur of ten minste drie leden van het bestuur zijn mede bevoegd een voorstel omtrent een te nemen besluit of uit te brengen advies bij de voorzitter ter plaatsing op de agenda in te dienen. 1. De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar. Indien zwaarwegende belangen van het productschap, zijn medewerkers, of van derden geschaad zouden kunnen worden, kan het bestuur besluiten een geheel of gedeeltelijk besloten vergadering te houden.. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist het bestuur of omtrent de inhoud van de stukken en het besprokene geheimhouding zal gelden. 2 Voorbereiding van vergaderingen en bekendmakingen 1. De secretaris staat de voorzitter terzijde bij zijn in de artikelen 1 en genoemde taken.. De secretaris is belast met de voorbereiding van de vergaderingen van het bestuur. Hij draagt in dit verband zorg voor de rondzending van uitnodigingsbrieven, de agenda en de daarbij behorende stukken. In de uitnodigingsbrief worden het tijdstip van aanvang en de plaats van de vergadering vermeld. Hij zendt de agenda met stukken aan de plaatsvervangende leden ter kennisneming toe en draagt zorg voor de gelijktijdige aankondiging van de vergadering en plaatsing van de agenda en de daarbij behorende stukken op de internetsite van het productschap. Mbbo Vbbo 00, nr. 1 22

De secretaris draagt zorg voor de bekendmaking van ontwerpverordeningen, als bedoeld in artikel 100, lid 1, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, zomede de naleving van artikel 11, leden en, en van de tweede en derde volzin van artikel 1, lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. De bekendmaking van ontwerpverordeningen en de openbare kennisgevingen vinden plaats in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie en op de internetsite van het productschap. De ontwerpbegroting en ontwerpjaarrekening worden eveneens op de internetsite van het productschap gepubliceerd. 3 Aanwezigen ter vergadering 1. De secretaris woont de vergaderingen van het bestuur bij en staat de voorzitter ter vergadering bij.. De secretaris heeft ter vergadering een raadgevende stem.. De voorzitter of de secretaris kan andere medewerkers van het productschap opdragen het bestuur ter vergadering bij te staan. 1. De voorzitter kan niet-leden van het bestuur uitnodigen een vergadering bij te wonen.. Indien ingevolge artikel, tweede lid, op verzoek van bedrijfsgenoten of hun organisaties onderwerpen op de agenda zijn geplaatst, kan de voorzitter besluiten hen deze onderwerpen mondeling te laten toelichten. 1. De leden en degenen, die bevoegd zijn aan de vergadering deel te nemen, tekenen de presentielijst.. De voorzitter is bevoegd de vergadering te openen zodra blijkens de presentielijst het wettelijk quorum aanwezig is.. De voorzitter is bevoegd een vergadering af te gelasten, indien een half uur na het aanvangstijdstip het wettelijk quorum nog niet aanwezig is.. Indien bij het houden van een stemming blijkt, dat het wettelijk quorum niet meer aanwezig is, verdaagt de voorzitter de vergadering.. Het bepaalde in de leden, en is niet van toepassing op een vergadering, als bedoeld in artikel 0, tweede volzin, juncto artikel, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. 4 Beraadslaging ter vergadering De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering. Hij opent, schorst of sluit de vergadering, opent en sluit de beraadslaging en brengt de aanhangige onderwerpen zonodig in stemming. Mbbo Vbbo 00, nr. 1 23