Inspectierapport De Zon (BSO) Frankentaler 73 6851VP HUISSEN Registratienummer 893273612 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: LINGEWAARD Datum inspectie: 01-09-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 23-09-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Tijdens de inspectie zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing Buitenschoolse opvang De Zon, onderdeel van Kinderopvang Zonnekinderen, biedt opvang aan maximaal 40 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar, verdeeld over 2 groepen. De buitenschoolse opvang is gevestigd in de wijk Bloemstraat te Huissen. In hetzelfde pand is ook kinderdagverblijf de Zon gevestigd. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. De inspectie is in een open en prettige sfeer verlopen. De toezichthouder heeft gesproken met de teamcoördinator van het kinderdagverblijf mevr Glorie en de aanwezige beroepskrachten. Zij hebben de toezichthouder van alle benodigde informatie voorzien. Er is een observatie uitgevoerd van de pedagogische praktijk. Als onderdeel van deze inspectie heeft de oudercommissie een vragenlijst toegestuurd gekregen. De toezichthouder heeft deze vragenlijst niet retour ontvangen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Instrument observatie pedagogische praktijk, versie september 2013. De schuingedrukte teksten zijn letterlijke teksten uit het observatie-instrument. De observatie heeft plaatsgevonden op het moment dat de kinderen uit school kwamen. Er werd eerst buiten gespeeld en daarna binnen in de eigen basisgroep gegeten en gedronken. Vervolgens konden de kinderen uit verschillende activiteiten kiezen. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het pedagogische beleidsplan. Op het kindercentrum wordt pedagogisch verantwoord gehandeld. Emotionele veiligheid Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Op de dag van het onderzoek is er een invalkracht aanwezig en er start een nieuwe stagiaire. De beroepskracht zegt:"er is vandaag een nieuwe stagiaire gestart. Wie zou willen vragen hoe ze heet?" Vervolgens vertellen de kinderen zelf hoe ze heten. Op de andere groep wordt de invalkracht aan de kinderen voorgesteld. Op beide groepen wordt er door de beroepskrachten aandacht besteed aan de aanwezigheid van de toezichthouder. Er wordt vertelt wat de toezichthouder komt doen. Er zijn deze middag dus een aantal nieuwe gezichten aanwezig op de locatie, maar door het handelen van de beroepskrachten wordt er voldoende emotionele veiligheid geboden aan de kinderen. Persoonlijke competentie De activiteiten zijn redelijk gevarieerd en stimuleren de verschillende ontwikkelingsgebieden. Op de dag van het onderzoek kunnen de kinderen kiezen tussen de volgende activiteiten: - hutten bouwen - in het slingerbos sporten - top 5 maken (knutselen) - het lievelingsgerecht van de ouders kiezen. Er wordt nagedacht wat je daar voor nodig hebt en een boodschappenbriefje gemaakt. (Voor volgende week staat als activiteit gepland dat het lievelingsgerecht gemaakt kan worden) Kinderen kunnen ook kiezen voor vrij spel. Sociale competentie Kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Wanneer de kinderen uit school komen wordt er in groepjes buiten gespeeld. Een groepje speelt een balspel, een paar kinderen zijn druk met een kruiwagen met zand en gras en 2 jongens zijn aan het voetballen. De kinderen praten, lachen en hebben zichtbaar plezier. 4 van 11
Als de kinderen naar binnen gaan en iets gaan drinken verzorgen 2 kinderen het drinken. Zij schenken het drinken in en brengen de bekers naar de andere kinderen die aan tafel zitten. Na het drinken wordt er nog een spel gespeeld. De kinderen krijgen daarbij de mogelijkheid van de beroepskracht om zelf over de regels en de afspraken te overleggen. Ook de kinderen die niet zelf om een beurt vragen krijgen een beurt van de beroepskracht tijdens het spel. Overdracht van waarden en normen Beroepskrachten betrekken de kinderen bij het nadenken over en het maken van afspraken, regels en omgangsvormen. Kinderen leren verantwoordelijkheid krijgen en dragen. De kinderen hebben samen met de beroepskrachten regels opgesteld. De regels zijn op schilderijen geschilderd en hangen in de groepsruimte. Er hangen regels bij de trap over het gebruiken van de trap, wat mag wel en wat mag niet. Kinderen worden ook aangesproken over afspraken, zoals; Gaan jullie even op je billen zitten? Wil je je voeten van de stoel halen? Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (pedagogische observatie groep Oranaje en Paars) 5 van 11
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van presentielijsten en personeelroosters. Verklaring omtrent het gedrag Op basis van een steekproef zijn van 3 beroepskrachten, 3 stagiaires en 1 kantoormedewerker de verklaringen omtrent het gedrag ingezien. Allen beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Op basis van een steekproef is van 6 beroepskrachten het diploma ingezien, zij beschikken allen over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er wordt opvang geboden in 2 basisgroepen, te weten groep Oranje en groep Paars. Beide groepen vangen maximaal 20 kinderen op in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke eisen. Beroepskracht-kindratio Op alle groepen is de beroepskracht-kindratio beoordeeld op de dag van de inspectie. Op alle groepen worden voldoende beroepskrachten ingezet in verhouding met het aantal aanwezige kinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef van 3 beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (steekproef van 3 beroepskrachten) Presentielijsten (dd 01-09-2014) Personeelsrooster 6 van 11
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder maakt gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van de branche Kinderopvang. Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij op de hoogte zijn van observeerbare signalen en weten hoe zij in dergelijke situaties dienen te handelen. Over de wettelijke meldplicht zijn de beroepskrachten geïnformeerd door de houder. Zij hebben het document ontvangen en hebben dit gelezen. In de teamvergadering is nogmaals aandacht besteed aan de belangrijkste wijzigingen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Meldcode kindermishandeling (branche Kinderopvang, versie juli 2013) 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Zon Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Zonnekinderen Adres houder : Postbus 201 Postcode en plaats : 6900AE ZEVENAAR Website : www.zonnekinderen.nl KvK nummer : 09127903 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Sandra van Eck Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : LINGEWAARD Adres : Postbus 15 Postcode en plaats : 6680AA BEMMEL Planning Datum inspectie : 01-09-2014 Opstellen concept inspectierapport : 15-09-2014 Zienswijze houder : 22-09-2014 Vaststelling inspectierapport : 23-09-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 23-09-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 23-09-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 30-09-2014 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 1 september 2014 vond een onaangekondigd inspectiebezoek plaats op de BSO van onze locatie de Zon in Huissen. Wij delen het beeld van de toezichthouder dat het bezoek op prettige wijze is verlopen en herkennen ons in de inhoud van het rapport. 11 van 11