NGB Artikel 11 dinsdag 4 juni De Heilige Geest is waarachtig God Zijnde waarachtig en eeuwig God, gelijk ons de Heilige Schriften leren. De Heilige Geest is waarachtig God. Dit zien we heel duidelijk in de geschiedenis van Ananias en Saffira. Ze liegen en onttrekken van de prijs van het land, zonder dat zij het eerlijk aan de apostelen meedelen. Wanneer Ananias het geld brengt, zegt Petrus tot hem: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld dat gij de Heilige Geest liegen zoudt en onttrekken van de prijs des lands? Zo het gebleven ware, bleef het uwe, en verkocht zijnde, was het niet in uw macht? Wat is het dat gij deze daad in uw hart hebt voorgenomen? Gij hebt de mensen niet gelogen, maar Gode. Dat de Heilige Geest waarachtig God is, komt ook daarin uit dat Hij Goddelijke eigenschappen heeft. Hij is alwetend, zoals blijkt uit Handelingen 5, maar ook uit 1 Korinthe 2 vers 10 en 11. Hij is ook alomtegenwoordig, zoals staat in Psalm 139 vers 7. Zijn werken in de schepping en in de herschepping zijn Goddelijk. Hij ontvangt ook Goddelijke eer. Dit laatste komt zo mooi en duidelijk naar voren, als bij de Heilige Doop het kindje wordt gedoopt in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Lezen: Handelingen 5:1-11 OPDRACHT: Ananias en Saffira worden zwaar gestraft. Lees kanttekening 12 waarom dit gebeurde.
NGB Artikel 11 woensdag 5 juni De Heilige Geest is een persoon Welke in orde is de derde Persoon der Drievuldigheid, van éénzelfde wezen, majesteit en heerlijkheid met de Vader en de Zoon. De Heilige Geest is niet maar een kracht, maar een Persoon. Velen zien in de Heilige Geest niet anders dan een Goddelijke kracht. Als in de Bijbel gesproken wordt over de kracht des Geestes, ziet dat op Zijn werk. Dat de Heilige Geest een Persoon is, blijkt onder andere uit plaatsen in de Schrift waar aangegeven wordt dat de Heilige Geest spreekt, leert, onderzoekt, in de waarheid leidt, enzovoort. Ook heeft de Heilige Geest verstand en wil. Hij heeft ook Namen. In Johannes 14 en 16 lezen we dat Hij door de Heere Jezus de Trooster wordt genoemd. De Heere Jezus had een innige omgang met Zijn discipelen en heeft hen onderwezen in de waarheid. Hij kondigde aan dat Hij zou heengaan van de aarde, maar dat Hij Zijn discipelen niet als wezen zou achterlaten. In Zijn plaats zou Hij de Heilige Geest zenden. De naam Trooster betekent letterlijk: de erbij geroepene. Laat daarom ons dagelijks gebed zijn: 'Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest.' En: 'Zend, Heer', Uw licht en waarheid neder.' Lezen: Johannes 16:5-15 VRAAG: Wat is het belangrijkste werk van de Heilige Geest als je dit Bijbelgedeelte leest?
NGB Artikel 11 donderdag 6 juni De uitgang van de Heilige Geest Wij geloven en belijden ook dat de Heilige Geest van eeuwigheid van de Vader en de Zoon uitgaat. Dit artikel begint met: 'Wij geloven en belijden'. De uitgang van de Heilige Geest is niet met ons verstand te begrijpen. We geloven dit omdat Gods Woord ons dat leert. En we belijden het eerbiedig in navolging van de vroege kerk, die dit al beleden heeft in de Geloofsbelijdenis van Nicea en van Athanasius. De uitgang van de Heilige Geest ziet op de personele eigenschap van de Heilige Geest, Die van eeuwigheid tot eeuwigheid God is, samen met de Vader en de Zoon. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn één in Wezen, maar drie in Personen. De belijdenis van de Drie-eenheid, in Artikel 11 'Drievuldigheid' genoemd, hangt nauw samen met de belijdenis van de uitgang van de Heilige Geest. Deze uitgang is wat anders dan de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag. Is deze belijdenis nu zo belangrijk? Het antwoord geeft Athanasius aan het einde van zijn geloofsbelijdenis: 'Dit is het algemeen geloof; hetwelk, indien iemand dit niet getrouw en vast gelooft, die zal niet kunnen zalig worden.' Lezen: Johannes 15:18-27 OPDRACHT: Wijs in vers 26 het verschil aan tussen de uitgang en de zending of uitstorting van de Heilige Geest.
NGB Artikel 11 vrijdag 7 juni En van de Zoon... van de Vader en de Zoon... De Heilige Geest gaat uit van de Vader en van de Zoon. Om deze laatste woorden (in het Latijn is dat 'filioque') is in de kerkgeschiedenis fel gestreden. Deze paar woorden, of dit ene Latijnse woord, hebben in 1054 tot een grote kerkscheuring geleid. Toen is de Oosterse Kerk ontstaan, met als hoofdzetel Constantinopel en de Westerse Kerk met als hoofdzetel Rome. De Oosterse Kerk leerde dat de Heilige Geest alléén uitging van de Vader, en niet van de Zoon. Dit is een dwaling waartegen de Westerse Kerk zich fel heeft verzet. Als de Heilige Geest niet ook uitgaat van de Zoon, doet dat afbreuk aan het grote werk van de Heere Jezus als Borg en Zaligmaker. Christus Zelf heeft gezegd dat de Heilige Geest het 'uit het Zijne' zal nemen. Als we de woorden 'en van de Zoon' schrappen, wordt de band tussen Christus en de Heilige Geest losgemaakt. Dan is de Heilige Geest niet meer de Toepasser van het heil dat Christus verworven heeft voor Zijn kinderen. Dit is totaal in strijd met wat Gods Woord ons leert. Lezen: Romeinen 8:1-17 VRAAG: Hoe kun je uit Romeinen 8 vers 1 tot en met 17 leren dat de Heilige Geest zowel van de Vader als de Zoon uitgaat, als je let op de namen die de Heilige Geest daar heeft?
NGB Artikel 11 zaterdag 8 juni De uitstorting van de Heilige Geest Als de Heere Jezus Zijn werk op aarde volbracht heeft en ten hemel zal varen, roept Hij Zijn discipelen op om te wachten op de uitstorting van de Heilige Geest. In Lukas 24 vers 49 zegt Hij: En zie, Ik zend de belofte Mijns Vaders op u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte. In Handelingen 1 vers 8 zegt Hij op de Olijfberg bij Zijn hemelvaart tot Zijn discipelen: Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn. Het toebrengen van alle uitverkorenen, wereldwijd, zal door de uitstorting van de Heilige Geest op de pinksterdag voortgaan. Als de Heilige Geest wordt uitgestort, lezen we in Handelingen 2 vers 11 dat de discipelen, vervuld met de Heilige Geest, de grote werken Gods spreken. Dezelfde Heilige Geest gebruikt de preek van Petrus om drieduizend mensen tot bekering te brengen. In Handelingen 2 vers 37 staat: En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de anderen: Wat zullen we doen, mannenbroeders? Is deze vraag ook al jouw levensvraag geworden? Lezen: Handelingen 2:1-13 VRAAG: De discipelen spreken de grote werken Gods. Wat betekent dit als je denkt aan de prediking?
NGB Artikel 11 zondag 9 juni Het werk van de Heilige Geest De Heilige Geest is waarachtig God. Zijn werk is scheppen. De dingen die niet zijn, roepen alsof ze er waren. In de Geloofsbelijdenis van Nicea staat van de Heilige Geest: 'Die Heere is en levend maakt'. Het belangrijkste werk van de Heilige Geest is de levendmaking van zondaren. Levendmaking, daarover gaat het gesprek tussen de Heere Jezus en Nicodemus in Johannes 3. Levendmaking is hetzelfde als wedergeboorte. Een wonderlijk en Goddelijk werk, waardoor een natuurlijk mens een nieuw leven ontvangt. Wedergeboorte noemt de Heere Jezus in dat gesprek uit de Geest geboren worden. Hij zegt erbij dat niemand het Koninkrijk Gods kan ingaan als hij dit mist. De Dordtse Leerregels (hoofdstuk 3 en 4, paragraaf 12) schrijven ervan: 'Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke in haar kracht niet minder is noch geringer is dan de schepping of opwekking uit de doden.' De wedergeboorte is een Goddelijk werk in een zondaarshart, dat de zaligheid doet zoeken in Christus, Die het Leven is. Wedergeboorte is nodig bij ons allen en mogelijk, omdat de Heilige Geest dit kan en wil werken. Lezen: Johannes 3:1-16 VRAAG: Waarom was Nicodemus zo van zijn stuk toen hij Jezus hoorde spreken over de noodzaak van de wedergeboorte?
NGB Artikel 11 maandag 10 juni De zonde tegen de Heilige Geest Over de zonde tegen de Heilige Geest lezen we in Mattheüs 12. De Heere Jezus heeft een bezetene, die blind en stom was, genezen. Al de scharen ontzetten zich daarover. Maar de farizeeën gaan Hem lasteren. Ze zeggen: Deze werpt de duivelen niet uit dan door Beëlzebul, de overste der duivelen. De farizeeën, die heel goed in de Schriften thuis waren, durven het werk van Christus, dat Hij verricht door de Heilige Geest, te bestempelen als een werk van de satan. De Heere Jezus antwoordt op deze ontzaglijke lastering: Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden; maar de lastering tegen de Geest zal de mensen niet vergeven worden. De zonde tegen de Heilige Geest is het toppunt van de verharding. Het gaat hier niet zomaar om de zonde van onbekeerlijkheid en ongeloof. Daarvoor is vergeving mogelijk. Het gaat hier om de zonde van iemand die in aanraking is gekomen met het Woord van God en, tegen beter weten in, zich totaal verhardt en in vreselijke vijandschap ontsteekt. Die verharding en vijandschap gaat zover dat hij Gods werk durft uit te maken voor duivelswerk. Lezen: Mattheüs 12:22-32 VRAAG: Waarom hoeft iemand die bang is dat hij een onvergeeflijke zonde begaan heeft, toch niet bang te zijn dat er geen vergeving mogelijk is?