Inspectierapport Dorpsschool, De (BSO) Schoolstraat 11 7437AE BATHMEN Registratienummer 385045293 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Deventer Datum inspectie: 22-01-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 03-02-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht met name op het gebied van de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio en de pedagogische kwaliteit. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde jaarlijkse inspectie. Na de feiten over BSO De Dorpsschool en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport verder uitgewerkt. Feiten over BSO De Dorpsschool De BSO maakt deel uit van stichting DOK13. De BSO heeft 20 kindplaatsen, maar in de praktijk maken er niet meer dan 10 kinderen gebruik van deze opvang. In verband met de terugloop van BSO kinderen wordt de BSO regelmatig samengevoegd met een andere buurt BSO's van Doc13. Ook wordt de BSO vaak samengevoegd met enkele peuters van KDV De Dorpsschool. Insectiegeschiedenis jaarlijkse inspectie 09-04-2013: geen tekortkomingen jaarlijkse inspectie 28-01-2014: geen tekortkomingen Bevindingen op hoofdlijnen Er zijn bij deze inspectie op 22 januari 2015 geen tekortkomingen geconstateerd. Op dit moment zijn er twee plaatsen vacant bij de oudercommissie van KDV/BSO De Dorpsschool waardoor er geen ouders van de peutergroep in zijn vertegenwoordigd. De houder zal daarom het werven van nieuwe leden in samenwerking met de oudercommissie versneld oppakken. De oudercommissie geeft tijdens het telefoongesprek aan tevreden te zijn over de informatievoorziening, het adviesrecht en over de kwaliteit van de geboden opvang van de kinderen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Uitvoeren van het pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan en werkplan. Tijdens het teamoverleg, dat periodiek plaats vindt, komt het pedagogisch beleidsplan en werkplan aan de orde. Het pedagogisch beleid van de BSO is afgestemd op het beleid van de basisschool De Dorpsschool. Pedagogische observatie Tijdens de observatie zijn met behulp van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk (januari 2015) de emotionele veiligheid, de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties en de aandacht voor de normen en waarden beoordeeld. Emotionele veiligheid Indicator veldinstrument: De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. Observatie: Tijdens vrij spelen en als de kinderen gezamelijk aan tafel fruit eten en drinken reageren de beroepskrachten op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. Ze geven complimentjes en helpen de kinderen als ze het moeilijk vinden om een keuze te maken waar ze mee willen spelen. Om kwart over drie wordt één kind opgehaald van de Rythmeen basisschool. De beroepskracht staat op een vaste en zichtbare plek in de school. Het kind wordt persoonlijk en vriendelijk begroet. De beroepskracht vraagt hoe het op school is gegaan en wat hij straks op de BSO wil gaan doen. Omdat het kind alleen van de Rythmeen basisschool komt mag het vaak een vriendje van school meenemen naar de BSO. Dit gebeurt dan in overleg met de ouders en alleen als het kan in verband met het aantal aanwezige BSO kinderen. Na schooltijd worden er nog maar 3 peuters op de peutergroep opgevangen. De peuters worden daarom samengevoegd met de BSO kinderen. De beroepkracht van de peutergroep blijft na de samenvoeging nog een tijdje op de samengestelde groep zodat de kinderen kunnen wennen aan de nieuwe situatie. Ontwikkeling persoonlijke competentie Indicator veldinstrument: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie: Kinderen hebben de mogelijkheid om zich na de schooldrukte eerst buiten uit te razen, daarna worden de kinderen uitgenodigd om aan tafel met elkaar wat te drinken en fruit te eten. De kinderen kunnen dan hun verhaal over school kwijt. Ook zijn er leuke interacties tussen de beroepskrachten en de kinderen en tussen de kinderen onderling, bijvoorbeeld over het drinken en eten. Er wordt met elk kind overlegd waarmee en met wie ze willen spelen. Er is gelegenheid voor uitdagend spel met gelijkgestemden in kleine groepjes van 2 of meer kinderen. Enkele kinderen hebben vooraf al bedacht wat ze willen gaan doen, enkele andere kinderen krijgen hulp bij hun keuze. Een kind mag van de BSO ruimte op de eerste verdieping materiaal ophalen om mee te spelen. Ontwikkeling sociale competentie Indicator veldinstrument: De kinderen zijn deel van de groep. Observatie: De beroepsrachten stimuleren de interactie tussen de kinderen met dezelfde interesse. Enkele kinderen gaan met elkaar met de grote blokken een kasteel bouwen. Een groepje speelt in in de houten boot en het speelhuisje en enkele kinderen zitten aan tafel met de loom eleastiekjes. 4 van 10
Als een kindje aangeeft dat het niet mee mag doen dan overlegt de beroepskracht met de betrokken kinderen en zegt dat het natuurlijk mee mag doen, we gaan samen spelen. Overdracht van norm en waarden Indicator veldinstrument: Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. Observatie: Er zijn duidelijke groepsregels die bij de beroepskrachten en bij de kinderen bekend zijn en die worden herhaald op de momenten dat de situatie zich voordoet. Tijdens het inspectiebezoek was er in de praktijk aandacht voor de volgende huisafspraken: Samen spelen, samen delen Eerst vragen of je iets mag lenen en dan pas meenemen Als ik met een spelletje stop, ruim ik alles netjes op Handen wassen na de wc, daar blijft iedereen gezond mee Conclusie: het pedagogische klimaat voldoet aan de voorwaarden van de wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (telefonisch contact na afloop van de inspectie) Interview anderen (met de beroepskracht op de groep) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent gedrag van de beroepskrachten en van de stagiaire zijn op de locatie door de toezichthouder beoordeeld. De verklaringen omtrent gedrag van de beroepskrachten voldoen aan de voorwaarden van de wet kinderopvang. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft tijdens het inspectiebezoek de diploma's van de beroepskrachten beoordeeld. De diploma's voldoen aan de beroepskwalificaties uit de CAO kinderopvang. Opvang in groepen BSO De Dorpsschool heeft één basisgroep van maximaal 10 kinderen. In verband met de terugloop van BSO kinderen wordt de BSO regelmatig samengevoegd met een andere buurt BSO's van Doc13. Ook wordt de BSO vaak samengevoegd met enkele peuters van KDV De Dorpsschool. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie waren de 5 BSO kinderen van De Dorspschool samengevoegd met: 3 peuters van KDV De Dorpsschool 1 kind van BSO Rythmeen De beroepskracht kindratio is als volgt: 9 kinderen (3 peuters van 3 jaar en 6 BSO kinderen van de onderbouw) met één beroepskracht (en een stagiare die boventallige is ingezet) Bij de inzet van personeel wordt gebruik gemaakt van de rekentool van de overheid. Uit de praktijk en uit de plannings- en personeelslijsten blijkt dat op deze locatie aan de BKR wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (telefonisch contact na afloop van de inspectie) Interview anderen (met de beroepskracht op de groep) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Dorpsschool, De Website : http://www.dok13.info Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Stichting DOK13 Adres houder : Koedijk 20 Postcode en plaats : 7241CL LOCHEM Website : www.dok13.info KvK nummer : 08224017 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : W. Bergsma Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Deventer Adres : Postbus 5000 Postcode en plaats : 7400GC DEVENTER Planning Datum inspectie : 22-01-2015 Opstellen concept inspectierapport : 28-01-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 03-02-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 04-02-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 04-02-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 18-02-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10