Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

Vergelijkbare documenten
Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

27 juli 2010 / rapportnummer

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo

Varkensbedrijf Broekkantsestraat 7-9, Beek en Donk

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Pluimveehouderij Annahof BV te Rouveen, gemeente Staphorst

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum

Dijkversterking Hellevoetsluis

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport

Uitbreiding agrarisch bedrijf Winschoterweg Groningen

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Uitbreiding kuikenmesterij Haan VOF in Nieuw Weerdinge, gemeente Emmen

Havenkwartier Zeewolde

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Herinrichting Neherkade Den Haag

Uitbreiding pluimveehouderij Harmes BV te Klazienaveen, gemeente Emmen

Uitbreiding pluimveebedrijf Wegdam BV, gemeente Hof van Twente

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Vleeskuikenhouderij F.A.M. uit het Broek, Verlengde Elfde Wijk 8 te Dedemsvaart

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten

Anna's Hoeve RWZI, gemeente Hilversum

Varkenshouderij Straathof Koningsbosch BV, gemeente Echt-Susteren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

LOG Graspeel. Toetsingsadvies over het geactualiseerde milieueffectrapport. 4 maart 2013 / rapportnummer

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016

Varkenshouderij Welvaarts te Tholen Toetsingsadvies over de aanvulling op het milieueffectrapport

Bedrijfsverplaatsingen Cortenoeverseweg Brummen

Eiland van Schalkwijk en 't Goy eo

Varkenshouderij Maatschap Relou-Gloudemans te De Rips Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Uitbreiding varkensbedrijf aan de Servennenstraat in Moergestel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam

Motorcrossterrein Arnhem

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Lingewaard

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport

Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge

Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht

VOORLOPIG. Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren. Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bedrijventerrein Larserknoop te Lelystad

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014

N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn

Holland Casino Utrecht

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Structuurvisie Noord-Holland

Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan buitengebied, gemeente Harlingen

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

Pluimveebedrijf Jofra-Poultry, Houtbroekstraat 8 te Someren

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren

Waterbeheerplan Aa en Maas

Zeugenhouderij De Jong te Lunteren, gemeente Ede

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland

Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam

Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren

Windpark Wieringermeer

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad

Buitengebied Salland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 1 juli 2010 / rapportnummer

Bestemmingsplan buitengebied Halle Heide

N266, Randweg Nederweert

Bestemmingsplan Nauernasche Polder en omgeving, gemeente Zaanstad

Omgevingsvisie provincie Groningen

Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Transcriptie:

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31

Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland BV heeft het voornemen om een varkenshouderij aan de Voederheil 18 in Zeeland te verplaatsen naar de locatie Schuifelenberg 3 te Zeeland, in het primaire landbouwontwikkelingsgebied LOG Graspeel. De varkenshouderijtak van de locatie Voederheil 18 wordt geheel beëindigd. De bestaande varkensstallen op de locatie Schuifelenberg 1 worden gesloopt en vervangen door vier nieuwe, geschakelde stallen. De stallen zijn voorzien van biologische, gecombineerde luchtwassers. Het aantal te houden dieren in de nieuwe bedrijfssituatie bedraagt 10.896 vleesvarkens en 6.160 gespeende biggen. Voor deze activiteit wordt bij het bevoegd gezag, het college van burgemeester en wethouders van Landerd, een vergunning aangevraagd in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Voor besluitvorming over deze vergunning wordt de procedure van milieueffectrapportage doorlopen (project-mer). 2 In dit advies spreekt de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna de Commissie ) 3 zich uit over de juistheid en de volledigheid van het MER. De Commissie vindt het een prettig leesbaar en overzichtelijk MER. Het geeft een heldere beschrijving van de alternatieven, de onderlinge afweging en de daaruit volgende conclusies. De Commissie is van oordeel dat het MER, tezamen met de verkregen toelichting, de essentiele informatie bevat om een besluit te kunnen nemen over de omgevingsvergunning waarin het milieubelang volwaardig wordt meegewogen. Mede naar aanleiding van een ontvangen aanvullend memo van 17 juni 2013 4 en een ingediende zienswijze over de verhouding tussen de aantallen gespeende biggen en vleesvarkens merkt de Commissie het volgende op. De Commissie constateert dat de verhouding tussen beide diercategorieën afwijkt van de verhouding die normaliter zou worden aangehouden bij het te hanteren doorschuifsysteem zoals dat is beschreven in paragraaf 5.1 van het MER. 5 Uit de toelichting op de oplegstrategie in het genoemde memo blijkt dat deze strategie op jaarbasis leidt tot een hoge, structurele onderbezetting en dus leegstand van een deel van de dierplaatsen voor gespeende biggen in stal 1. In het MER is uitgegaan van een volledige bezetting van de gespeende biggenplaatsen in deze stal. Gelet op het aantal dierplaatsen en de beschikbare oppervlakte per dierplaats 6 in stal 1, is het mogelijk om in deze stal, in afwijking van de beschreven oplegstrategie, dieren te huisvesten met een gewicht van 25 kg of meer. 1 Voor locatie Schuifelenberg gold een vergunning voor 1.550 vleesvarkens en 600 gespeende biggen. 2 Het MER wordt betrokken bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning voor de activiteiten milieu en afwijking van het bestemmingsplan. 3 De samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r., haar werkwijze en verdere projectgegevens vindt u in bijlage 1 bij dit advies of op www.commissiemer.nl. 4 Dit memo heeft niet ter inzage gelegen. De Commissie adviseert dit memo openbaar te maken. 5 Uit het MER blijkt niet waarom er verhoudingsgewijs veel dierplaatsen voor gespeende biggen zijn ten opzichte van het aantal dierplaatsen voor vleesvarkens. 6 Gelet op de oppervlaktenormen uit het Varkensbesluit (pag. 59 MER) kunnen in stal 1 dieren worden gehouden tot een gewicht van 30 kg. -3-

In dat geval moeten de dieren niet langer als gespeende biggen worden aangemerkt, maar als vleesvarkens. Deze situatie zou leiden tot grotere milieugevolgen dan beschreven in het MER. Indien de oplegstrategie deel uitmaakt van de vergunningaanvraag geeft het MER de milieueffecten van het voornemen correct weer. Het MER is niet samen met het ontwerp-besluit ter visie gelegd. Daardoor is nog niet te beoordelen of het MER aan het besluit ten grondslag kan liggen. Voorafgaand aan de besluitvorming zal het bevoegd gezag moeten beoordelen of het MER ten grondslag kan liggen aan het besluit. De ammoniakdepositie op Natura 2000-gebieden vanwege de te beëindigen varkenshouderij op Voederheil 18 wordt als mitigerende maatregel gebruikt voor externe saldering met de uitbreiding op de locatie Schuifelenberg 3. Genoemd wordt dat voor beide varianten van het voorkeursalternatief en alternatief 2 in het kader van de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant een geringe hoeveelheid depositie vanuit de provinciale depositiebank gesaldeerd dient te worden. Voor alternatief 3 is geen aanvullende saldering vanuit de depositiebank nodig. Geconstateerd wordt dat alternatief 3 het beste scoort voor de ammoniakemissie- en depositie. Vanwege een recente wijziging van de Brabantse Verordening stikstof en Natura 2000, op 29 maart 2013, is voor alle alternatieven niet langer een aanvullende saldering uit de depositiebank noodzakelijk. Naar aanleiding van vragen van de Commissie over de vergunde situatie (referentie) voor de locatie Voederheil 18 op de verschillende relevante peildata in het kader van de passende beoordeling, is in het reeds genoemde memo van 17 juni 2013 een toelichting hierop gegeven. De Commissie constateert op grond van de informatie in het MER en het genoemde memo dat op de peildatum 7 december 2004 de milieuvergunning van 27 juli 2004 vigerend was (Habitatrichtlijngebieden). Op de peildata voor de Vogelrichtlijngebieden (10 juni 1994 en 24 maart 2000) was de milieuvergunning van 17 februari 1993 vigerend. In hoofdstuk 7 van het MER is in diverse tabellen alleen de peildatum 10 juni 1994 genoemd. Deze tabellen hebben echter ook betrekking op de peildatum 24 maart 2000. Dit betekent dat in het MER voor die peildatum aan de juiste referentiesituatie is getoetst. Uit het MER blijkt dat in de quickscan Flora- en fauna is geconstateerd dat de te slopen gebouwen buiten de winter mogelijk als verblijfplaats voor vleermuizen dienen en dat de te kappen houtsingel mogelijk als vaste vliegroute voor verschillende soorten vleermuizen functioneert. Om de daadwerkelijke aanwezigheid van vleermuizen te bepalen is aanvullend onderzoek nodig conform het vleermuisprotocol, zo is in het MER onder verwijzing naar de quickscan (bijlage 11 bij het MER) aangegeven. Uit het MER en het memo dat de Commissie van het bevoegd gezag heeft ontvangen blijkt dat het aanvullende vleermuisonderzoek eerst in de zomerperiode kan plaatsvinden en daarom nog geen deel kon uitmaken van het MER. Het aanvullende vleermuisonderzoek wordt in juni 2013 uitgevoerd. Met de sloop van de gebouwen dient gewacht te worden totdat het onderzoek is afgerond. Indien blijkt dat er vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen in de te slopen gebouwen aanwezig zijn, wordt door het treffen van maatregelen de functionaliteit daarvan gewaarborgd. De Commissie constateert aldus dat er in het MER op zorgvuldige wijze invulling is gegeven aan de bescherming van vleermuizen bij de voorgenomen activiteit. -4-

BIJLAGE 1: Projectgegevens toetsing MER Initiatiefnemer: Van Deijne Zeeland B.V. Bevoegd gezag: Burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd Besluit: Omgevingsvergunning Categorie Besluit m.e.r.: C14 Activiteit: het veranderen van een varkenshouderij Procedurele gegevens: kennisgeving MER in De Omroeper van: 11 april 2012 ter inzage legging MER: 11 april tot en met 23 mei 2013 aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.: 5 april 2013 toetsingsadvies uitgebracht: 19 juni 2013 Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. Bij dit project bestaat de werkgroep uit: ing. R. Aagten B. Lowijs ir. N.G. Ketting (voorzitter) ing. P.M. Stroeken (werkgroepsecretaris) Werkwijze Commissie bij toetsing: Tijdens de toetsing gaat de Commissie na of het MER voldoende juiste informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te kunnen wegen in het besluit. De Commissie gaat bij het toetsen uit van de wettelijke eisen voor de inhoud van een MER, zoals aangegeven in artikel 7.7 dan wel 7.23 van de Wet milieubeheer, en van eventuele documenten over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Indien informatie ontbreekt, onvolledig of onjuist is, beoordeelt de Commissie of zij dit een essentiële tekortkoming vindt. Daarvan is sprake als aanvullende informatie in de ogen van de Commissie kan leiden tot andere afwegingen. In die gevallen adviseert de Commissie de ontbrekende informatie alsnog beschikbaar te stellen, vóór het besluit wordt genomen. Opmerkingen over niet-essentiële tekortkomingen in het MER worden in het toetsingsadvies opgenomen voor zover ze kunnen worden verwerkt tot duidelijke aanbevelingen voor het bevoegde gezag. De Commissie richt zich in het advies dus op hoofdzaken die van belang zijn voor de besluitvorming en gaat niet in op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. Omdat de Commissie niet is geraadpleegd bij de voorbereiding op het MER heeft ze een locatiebezoek afgelegd om zich goed op de hoogte te stellen van de situatie. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie www.commissiemer.nl op de pagina Commissie m.e.r.

Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advies: (2787-02) Milieueffectrapport Varkenshouderij Van Deijne Zeeland B.V., 21 maart 2013; (2787-27) Memo MER Van Deijne Zeeland B.V., 17 juni 2013. De Commissie heeft kennis genomen van 5 zienswijzen en adviezen, die zij tot en met 29 mei 2013 van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Zij heeft deze, voor zover relevant voor m.e.r., in haar advies verwerkt.

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd ISBN: 978-90-421-3774-5