GEMEENTE Overzichtslijst overgemaakt op 26 JUNI 2012 KNOKKE-HEIST UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAADZITTING VAN donderdag, 21 juni 2012 Aanwezig : Afwezig : Verontschuldigd: Graaf L. Lippens, Burgemeester; M. Willems, I. Reubens, D. De Vlamynck, L. Lierman, P. De Groote, Schepenen; J. Vandepitte, M. Rombout, A. Desutter, D. Despiegelaere, W. Deceuninck, A. Vervarcke-Pattyn, A. Vandenbussche, S. Obreno, F. De Smet, F. Naert, L. De Waele, A. Van Hoof, P. Vlietinck, J. Verbouw, V. Engelrelst, J. Vansteenkiste, L. Sabbe, S. Devlieger, I. Goeminne, O. Bodyn, Raadsleden; M. Gobert, Wd. Secretaris K. Demeyere, Raadslid D. Lannoy, P. Geerinckx, Schepenen; K. van der Hooft, A. Bosschaerts, Raadsleden De Gemeenteraad in openbare zitting, Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder op de artikelen 119, 119bis en 135; Gelet op het Gemeentedecreet, inz. art. 42 3; Gelet op het Gemeenteraadsbesluit van 16 februari 2012 houdende de politieverordening op de ingebruikname van de openbare weg bij bouwwerken; Overwegende dat er zich enkele beperkte aanpassingen aan de politieverordening opdringen en bijgevolg de politieverordening betreffende de ingebruikname van de openbare weg bij bouwwerken dient te worden hervastgesteld; HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. BESLUIT : Artikel 1. Toepassingsgebied en begripsbeschrijving 1. Onder "Openbare weg" wordt verstaan: de wegen die feitelijk voor het verkeer open staan of door het publiek worden gebruikt (o.a. rijbanen, fietspaden, parkeerstroken, trottoirs, wandelweg Zeedijk, wandelpaden en al dan niet gelijkgrondse bermen), de openbare pleinen, parken en plantsoenen. 2. De bepalingen van deze verordening zijn eveneens van toepassing voor de zones non-aedificandi gelegen in gesloten bebouwing, en die het karakter hebben van openbare weg. 3. "Privatieve ingebruikname" is elke tijdelijke ingebruikname, hetzij door het plaatsen van om het even welke voorwerpen of inrichtingen, hetzij door het achterlaten van machines, werktuigen of materialen. 4. Onder Bouwwerken wordt verstaan deze werkzaamheden waarvoor, binnen het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een stedenbouwkundige vergunning nodig is; alsook de werkzaamheden voor o.m. verbouwings- en instandhoudingswerken die alhoewel niet stedenbouwkundig vergunningsplichtig - het noodzaken om delen van de openbare weg in te nemen om tijdelijk materialen te stapelen en/of materieel, stellingen, toestellen te plaatsen. Art. 2. Algemene verbodsbepaling 1. Elke privatieve ingebruikname van de openbare weg voor uitvoering van bouwwerken is verboden.
2. Dit verbod geldt onder meer voor het plaatsen van kranen, machines, werfketen, stellingen, kalksilo's, containers en cementmolens, alsook voor het stapelen van bouwmaterialen en materieel op de openbare weg. 3. Dit verbod doet geen afbreuk aan de rechten die op dit stuk door wetten of besluiten aan de openbare overheden worden verleend. 4. Het is verboden, bij bouwwerken of verbouwings- en herstellingswerken, op de openbare weg voorbereidende handelingen voor het verwerken van bouwmaterialen uit te voeren. Iedereen is verplicht alle vuilnis en afval, veroorzaakt door die bouwwerkzaamheden, op te ruimen. Art. 3. - Volledig bouwverbod in de toeristische zone vanaf 1 juli tot en met 31 augustus 1. Binnen de toeristische zone geldt een volledig bouwverbod vanaf 1 juli tot en met 31 augustus. Indien minstens 2 dagen van juni in dezelfde werkweek van 1 juli vallen mag in die week nog doorgewerkt worden tot en met de vrijdag 17 uur. 2. Dit geldt niet alleen voor alle werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, maar ook voor deze werken die alhoewel niet stedenbouwkundig vergunningsplichtig- hinder en overlast (door o.m. geluid, stof, trillingen, reukhinder, ) kunnen veroorzaken. 3. Ook is in die periode, alle aanvoer en het verwerken van (bouw)materialen, het stapelen ervan, het plaatsen of laten staan van materialen op de openbare weg verboden. 4. Werken die tot doel hebben het herstellen, in stand houden, verbeteren, afbreken of uitbreiden van openbare gebouwen of gebouwen van openbaar nut kunnen in elk geval wel worden uitgevoerd, ongeacht de periode of zone waarin deze werken plaatsvinden. 5. De toeristische zone waarvan sprake in deze politieverordening wordt als volgt gedefinieerd en is van toepassing op de hierna volgende straten, pleinen en wegen: a) alle straten van Knokke-Heist gelegen ten noorden van de lijn gevormd door (van west naar oost): Elizabetlaan (inbegrepen), Nicolas Mengélaan (inbegrepen), Elizabetlaan (inbegrepen), Arcadelaan (inbegrepen), Acacialaan (inbegrepen), Eeuwfeestlaan (inbegrepen), Meerlaan (inbegrepen), Koningslaan (inbegrepen), Pastoor Opdedrinckplein (inbegrepen), Maurice Lippensplein (inbegrepen), Lippenslaan (inbegrepen), Boudewijnlaan tussen Lippenslaan en Piers de Raveschootlaan (niet inbegrepen), Piers de Raveschootlaan (niet inbegrepen), Verweeplein noord (niet inbegrepen), Helmweg (inbegrepen), Keuvelhoekstraat (niet inbegrepen), Magere Schorre (inbegrepen), Boslaan (inbegrepen), Eikenlaan (inbegrepen), Paulusstraat (inbegrepen), Oosthoekplein (inbegrepen), Bronlaan (inbegrepen), en Zwinlaan (inbegrepen) b) De Bolle, Vlamingstraat tussen De Bolle en Kursaalstraat, Kursaalstraat en Kardinaal Mercierstraat tussen Elizabetlaan en Kerkstraat. Art. 4. Uitzonderingen 1. Voor zover de privatieve ingebruikneming het verkeer niet hindert, kan de Burgemeester, bij wijze van vergunningsbesluit, uitzonderingen toestaan op het in artikel 2 bepaalde algemeen verbod. 2. De vergunning wordt pas verleend als de minimale doorgangsruimte voor het verkeer 4,5 meter bedraagt voor wegen met tweerichtingsverkeer en 3 meter voor wegen met éénrichtingsverkeer. 3. De nodige verkeerstekens, opschriften en verlichting moeten door de aanvrager worden aangebracht overeenkomstig de aanwijzingen van de politie. 4. Het vergunningsbesluit houdt rekening met de algemene en bijzondere bepalingen zoals hierna vastgelegd. 5. Het vergunningsbesluit duidt de plaats aan die mag worden ingenomen, bepaalt de duur van de verleende vergunning en alle bijkomende modaliteiten die de Burgemeester nodig acht. 6. De verleende vergunning is strikt persoonlijk en kan niet op naam van derden worden overgedragen. Art. 5. - De aanvrager 1. De aanvraag dient gedaan door de hoofdaannemer en wordt meeondertekend door de bouwheer, en indien nodig, door de veiligheidscoördinator, en moet betrekking hebben op de hele periode van de werkzaamheden.
2. De hoofdaannemer blijft verantwoordelijk voor de uitvoering en de naleving van deze verordening, en kan deze verantwoordelijkheid niet overdragen. Art. 6. - Vereisten om vergunning te bekomen Alvorens een vergunning kan worden bekomen moet, indien vereist, een stedenbouwkundige vergunning verleend zijn en de borg voor de betaling van de gemeentelijke belasting op de privatieve ingebruikname van de openbare weg gesteld zijn. Art. 7. - Aard van de vergunning De vergunning wordt enkel bij wijze van gedoging verleend. Art. 8. - Verenigbaarheid met andere vergunningen De verleende vergunning stelt de vergunninghouder niet vrij van eventuele vergunningen die op grond van wettelijke en reglementaire bepalingen door andere overheden worden vereist. Art. 9. - Aanvulling, wijziging of intrekking van de vergunning. 1. De Burgemeester kan op elk ogenblik per aangetekende brief de vergunning aanvullen, wijzigen of intrekken. 2. Ingeval van aanvulling of wijziging van de gestelde voorwaarden is de aanvrager verplicht zijn instelling aan te passen aan de gewijzigde of bijkomende voorwaarden, binnen de termijn en op de wijze door de aangetekende brief bepaald. 3. Ingeval van intrekking van de vergunning is hij verplicht onverwijld de openbare weg volledig te ontruimen en in zijn originele toestand te herstellen. 4. De betrokkenen kunnen geen aanspraak maken op enige schadeloosstelling. 5. Bij niet-naleving ervan kan de Burgemeester dit besluit laten uitvoeren op kosten van de vergunninghouder, vooraleer de uitspraak van de rechtbank gekend is. 6. Alle werkzaamheden die betrekking hebben op een dienst van openbaar nut moeten door de vergunninghouder worden gedoogd, zonder dat hij aanspraak kan maken op enig recht tot schadeloosstelling. 7. Alle openbare nutsvoorzieningen moeten steeds bereikbaar zijn en toegankelijk blijven voor de openbare diensten. Art. 10. - Aansprakelijkheid van de vergunninghouder De vergunninghouder is aansprakelijk voor alle schade die ingevolge de vergunde inname en door de geplaatste voorwerpen, materialen en materieel rechtstreeks of onrechtstreeks aan derden kan worden veroorzaakt. Art. 11. - Onrechtmatige inname zonder vereiste vergunning 1. Voorwerpen op de openbare weg geplaatst zonder de vereiste vergunning van de Burgemeester, of buiten de omschrijving van deze vergunning, of die de vrijheid of de veiligheid van de voetgangers of het verkeer hinderen of beletten, moeten van de openbare weg worden verwijderd op de eerste aanmaning van de politieambtenaren, of de door het gemeentebestuur aangestelde toezichters. 2. Onverminderd de straffen bepaald in deze politieverordening, kunnen, bij weigering aan die aanmaning te voldoen, de voorwerpen op bevel van de Burgemeester of een officier van bestuurlijke politie worden weggenomen op kosten en voor risico van de overtreders of van de burgerlijk aansprakelijke personen. Art. 12. - Bevoegdheidsoverdracht door de Burgemeester De Burgemeester kan zijn bevoegdheid tot het verlenen van een vergunning tot het plaatsen op de openbare weg voor maximaal één week van een mobiele kraan, een hijstoestel, een lift, een hoogtewerker, een stelling, een container, een cementmolen, een chapemachine en elke andere machine voor het ter plaatse aanwenden of verwerken van bouwgrondstoffen, delegeren aan de korpschef van de lokale politie of zijn gemachtigde onder de voorwaarden door hem bepaald. HOOFDSTUK II - BIJZONDERE VOORWAARDEN. A. Inname openbare weg (o.m. trottoir) bij afbraakwerken Art. 13. - Bij afbraakwerkzaamheden moeten volgende beschermingsmaatregelen worden genomen:
1. Het volledige trottoir moet worden afgedekt met metalen platen die het trottoir voldoende beschermen. 2. Ter hoogte van de leefomgeving en de aanpalende gebouwen moet de aannemer van de afbraakwerken de nodige maatregelen treffen om de stofhinder tot een minimum te herleiden, door o.m. waterverstuiving. 3. Voor het eigendom moet een schuthekken geplaatst worden dat voldoet aan de voorwaarden bepaald in de bouwverordening betreffende de tijdelijke afsluitingen tijdens de uitvoering van bouwwerken en afbraakwerkzaamheden, waarbij steeds een nuttige vrije breedte van 1,5 meter trottoir overblijft. 4. Elke avond moet buiten het schuthekken het puin en alle materiaal opgeruimd worden, en moet het trottoir opgekuist zijn. 5. De schuthekkens mogen pas worden weggenomen na het beëindigen van de afbraakwerkzaamheden, en moet vervolgens het eigendom afgesloten worden middels een bouwwerfafsluiting zoals bepaald in art.23. 6. Het trottoir buiten de te plaatsen bouwwerfafsluiting moet na de afbraakwerkzaamheden onmiddellijk worden hersteld met een voorlopige verharding bestaande uit magere beton, zodat de veiligheid van de voetgangers gewaarborgd is. B. Inname openbare weg n.a.v. bouwwerken. Art. 14. - zone indeling Het openbaar domein, aansluitend bij het bouwperceel wordt ingedeeld in volgende zones: Zone 1 : zone van 1,5 meter voor de rooilijn over de volledige breedte van het perceel Zone 2 : zone voor het stapelen van materiaal en materieel (aansluitend op zone 1) zone 3 : zone voor het plaatsen van bouwkranen zone 4 : zone voor laden en lossen zone 5 : trottoirzone zone 6 : zone voor het stapelen van materiaal en materieel in vervanging van zone 2 Art. 15. - ZONE 1 - Zone van 1,5 meter voor de rooilijn 1. Over de volledige breedte van het bouwperceel dient verplicht een zone van 1,5 meter vanaf de (bouw)rooilijn ingenomen te worden om veilig een bouwwerfafsluiting conform de bepalingen in art. 23 te kunnen plaatsen. 2. Indien geen strook van 1,5 m. trottoir overblijft moet een noodtrottoir worden aangelegd conform de bepalingen in art.19. 3. De inname van zone 1 is gratis Art. 16. - ZONE 2 - Zone voor stapelen van materiaal en materieel 1. Mits voorafgaande aanvraag kan, aansluitend aan zone 1, een meer inname vergund worden voor het stapelen van materialen en het opstellen van o.m. silo s, werfkeet, toilet, e.a. 2. Voor deze inname kan een belasting aangerekend worden per kalenderdag volgens de duur die bij de voorafgaande aanvraag is bepaald. De belasting is verschillend voor de zone 2.1. dit is tussen1,51 m. en 2,50 m., de zone 2.2. tussen 2,51 en 3,50 m. t.o.v. het voorgevelvlak en voor de zone 2.3. palend aan de zone 2.2. 3. Deze inname moet veilig worden afgesloten met een bouwwerfafsluiting, zoals bepaald in art. 24. 4. Het vergunningsbesluit en het plan van de vergunde inname moeten ter plaatse op een zichtbare plaats en beschermd tegen regen en wind worden uitgehangen. Art. 17. - ZONE 3 - Zone voor het plaatsen van vaste kranen. 1. Alle bouwkranen, zowel in open als in gesloten bebouwing dienen geplaatst te worden op eigen terrein, dit is in de vrije tuinzone, de liftput en/of de zone voor gelijkvloerse bebouwing. 2. Indien het onmogelijk is om de bouwkraan te plaatsen op eigen terrein bvb.door de specifieke vorm van het bouwperceel, door de aanwezigheid van andere kranen in de omgeving, en bij verbouwingswerken of uitbreidingswerken aan bepaalde delen van een bestaand gebouw - kan een afwijking van 1. toegestaan worden, en kan een inname van de openbare weg worden vergund voor het plaatsen van de kraan.
3. De toegelaten oppervlakte van de inname wordt geval per geval bepaald en tot een minimum beperkt. Art. 18. - ZONE 4 - Zone voor laden en lossen 1. Onmiddellijk voor het pand (en eventueel voor aanpalende panden) kan over een afstand van maximum 25 meter (en in één ononderbroken stuk) op de openbare weg of de parkeerzone een zone voor het laden en lossen van grote en zware volumes bouwmaterialen vrij gehouden worden. 2. Deze zone dient aangeduid met officiële verkeersborden. Er dient tevens een tegen regen en wind beschermd bord aangebracht met de vermelding bouwwerf laad- en loszone op werkdagen van 06 tot 18 uur 3. Tijdelijk stapelen van materialen in deze zone is toegelaten mits dit gebeurt voor het eigen pand, dit geen hinder vormt voor andere vrachtwagens die bouwmaterialen moeten laden of lossen, en alles ontruimd is na 18 uur. 4. Vrachtwagens of ander rollend materieel mogen niet achtergelaten worden in deze zone na 18.00 u en voor 6.00 u. en nooit overdag op zaterdagen, zon- en feestdagen 5. Deze zone mag nooit gebruikt worden voor het parkeren van eigen auto s of bedrijfswagens (noch van aannemers noch van onderaannemers). 6. In afwijking van 3 mogen in deze zone voor het eigen pand tussen 18.00 u en 8.00 u s morgens mortelbakken geplaatst worden voor het leveren van cement. De inname mag maximaal 3 m. breed zijn, en er moet een wettelijke signalisatie en afscherming met veiligheidsnetten aangebracht zijn. De ingenomen ruimte moet uiterlijk om 8.00 u vrijgemaakt zijn, en mag geen hinder opleveren voor andere vrachtwagens voor het laden en lossen. 7. In de toeristische zone, is een inname zone 4 niet toegelaten in de periode zoals bepaald in art. 3 1. 8. In zones voor betalend parkeren kan voor deze inname een belasting aangerekend worden per kalenderdag, en vooraf te betalen volgens de duur die bij de voorafgaande aanvraag door de bouwheer is bepaald. Art. 19. - Zone 5 - trottoirzone 1. Indien het hele trottoir wordt ingenomen of minder dan 1,5 m vrije ruimte op het bestaande trottoir overblijft, is de aanvrager verplicht voor de ganse duur van de werken een houten noodtrottoir buiten de bouwwerfafsluiting aan te leggen. 2. Het noodtrottoir moet voldoen aan de voorwaarden zoals omschreven in de bouwverordening betreffende de tijdelijke afsluitingen tijdens de uitvoering van bouw- en afbraakwerkzaamheden. Het moet veilig en stevig aangelegd worden in hout over een breedte van minstens 1,5O meter. Het moet met het aanpalend trottoir in verbinding staan en op hetzelfde niveau ervan liggen. 3. Het noodtrottoir moet steeds in goede staat verkeren om de veiligheid van de voetgangers te waarborgen. Art. 20. - Zone 6 - zone voor het stapelen van materiaal en materieel in vervanging van zone 2 1. Mits voorafgaande aanvraag kan in deze zone in uitzonderlijke omstandigheden, onder meer verkeerstechnische reden, een inname vergund worden. 2. Voor deze inname kan een belasting aangerekend worden per kalenderdag en volgens de duur die bij voorafgaande aanvraag is bepaald. De belasting wordt bepaald op basis van deze voor de zone 2.1, 2.2 en 2.3. 3. De inname moet veilig worden afgesloten met een bouwwerfafsluiting zoals bepaald in artikel 24. 4. Het vergunningsbesluit en het plan van de vergunde inname moeten ter plaatse op een zichtbare plaats en beschermd tegen regen en wind worden uitgehangen. Art. 21. - De Werfketen, toilet e.a. 1. Werfketen, toilet, en eventueel andere toestellen als bvb. generator moeten op het bouwterrein of binnen de bouwwerfafsluiting of het schuthekken geplaatst worden. 2. Indien blijkt dat dit voor de werfkeet geenszins mogelijk is, kan de Burgemeester een vergunning verlenen tot het plaatsen ervan op een door hem aan te duiden plaats.
3. De werfkeet mag niet voor andermans eigendom geplaatst worden tenzij met schriftelijke toestemming van de eigenaar van dat perceel, of de gebruikers (huurder(s) ) van de eigendommen die rechtstreeks zicht hebben op de werfkeet. Art. 22. - Mobiele kranen. 1. Het gebruik van mobiele kranen is verboden, behalve bij de oprichting en de afbraak van vaste kranen. 2. De opstelling is ook onderworpen aan de voorafgaande aanvraag. 3. Voor deze inname kan een belasting aangerekend worden. 4. De burgemeester kan het gebruik van een mobiele kraan ook toestaan wanneer de aanvrager heeft aangetoond dat een vaste kraan om technische of verkeerstechnische redenen niet kan worden geplaatst, of wanneer het gaat om dak-, raam-, en/of gevelwerken van korte duur. Art. 23. - Verkoopkantoren. De plaatsing van verkoopkantoren op het openbaar domein is niet toegelaten. Art. 24. - Vereisten bij het plaatsen van een werfafsluiting 1. Ongeacht welke zones worden ingenomen moet de bouwwerfafsluiting voldoen aan de voorwaarden zoals omschreven in de bouwverordening betreffende de tijdelijke afsluitingen tijdens de uitvoering van bouw- en afbraakwerkzaamheden. 2. Alle werktuigen en materialen moeten binnen de bouwwerfafsluiting worden geplaatst. 3. Wanneer in de bouwwerfafsluiting deuren zijn aangebracht, moeten die naar binnen draaien en dagelijks na het staken van de arbeid gesloten worden. 4. De bouwwerfafsluiting moet blijven staan gedurende de volle duur van de bouwwerkzaamheden, d.w.z. tot de volledige bouw water- en winddicht is en het trottoir opnieuw werd aangelegd en toegankelijk is voor voetgangers. 5. Het tijdstip van wegname moet vooraf en schriftelijk aan het gemeentebestuur worden meegedeeld. Art. 25. - Rioolinspectie Op kosten van de bouwheer zal een door de gemeente aangesteld gespecialiseerd bedrijf de riool en de straatkolken onderzoeken, zowel voor de aanvang der werken als bij de afwerking. Art. 26. - Herstelling of heraanleg van de trottoirs en de openbare weg 1 Na afwerking van de bouwplaats zal op kosten van de bouwheer, door een aangestelde aannemer van het Gemeentebestuur, het voetpad hersteld of opnieuw aangelegd worden, volgens de modaliteiten bepaald in de bouwverordening. 2 In straten waar onlangs nieuw kleinschalig materiaal werd gelegd zal op kosten van de bouwheer een door de gemeente, bij aanbesteding, aangestelde aannemer de tegels opbreken, stapelen op eigen terrein en naderhand terugplaatsen. In andere straten gebeurt de heraanleg van het trottoir, eveneens op kosten van de bouwheer, door een aannemer aangesteld door gemeente. 3 Ook het herplaatsen van weggenomen bomen gebeurt door een aannemer aangesteld door de gemeente en op kosten van de bouwheer. 4 De eventueel beschadigde openbare weg of nutsvoorzieningen zullen op kosten van de bouwheer, door een door het gemeentebestuur aangestelde aannemer hersteld worden. 5 Deze werken kunnen in de toeristische zone, tot het begin van het bouwverlof worden uitgevoerd. C. Het plaatsen van stellingen. Art. 27. - Aanvraag Mits voorafgaande aanvraag, volgens de bepalingen onder hoofdstuk II van deze verordening beschreven, kan toelating verleend worden voor het plaatsen van stellingen voor het uitvoeren van herstellingswerken aan de gevel. Art. 28. - Voorzorgsmaatregelen 1. Onder de stelling moet gezorgd worden voor de bescherming van het voetpad.
2. De nodige afscherming tegen stof, water of andere, moet aangebracht worden ten aanzien van de aanpalende gebouwen. Art. 29. - Proces-verbaal van plaatstoestand bij de aanvang der afbraak- en/of bouwwerken. Vooraleer de werkzaamheden mogen worden aangevat, kan de bouwheer op eigen initiatief en op zijn kosten, het gemeentebestuur verzoeken om een proces-verbaal van plaatstoestand, tegensprekelijk te laten vaststellen. In dit geval wordt de toestand van de wegenis en de nutsvoorzieningen nagegaan in het bijzijn van een aangestelde van het Gemeentebestuur en dit rekening houdend met hetgeen bepaald is in artikel 26 inzake het opnieuw aanleggen van het trottoir. Foto's worden terzelfder tijd genomen op kosten van de bouwheer en door beide partijen getekend voor conform. Bij ontstentenis van een door de bouwheer tot het Gemeentebestuur gericht verzoek tot het opmaken van het tegensprekelijk proces-verbaal, wordt de toestand van de wegenis en de bijhorende nutsvoorzieningen geacht in goede staat geweest te zijn bij de aanvang van de bouwwerkzaamheden. Art. 30. - Stellen van een borgsom. Bij het eerste verzoek van de gemeenteontvanger, moet de bouwheer de bij reglement vastgestelde borgsom stellen. Deze som wordt na de werkzaamheden vrijgegeven, na aftrek van de kosten gemaakt door het Gemeentebestuur tot naleving van de bepalingen van de artikels 29 en 30 hiervoor. Hoofdstuk III Slot- en strafbepalingen Art. 31. Wanneer de plaatselijke toestand dit vereist of toelaat, kan de Burgemeester vergunningen afleveren die afwijken van de in hoofdstuk II bepaalde bijzondere voorwaarden. Art. 32. De inbreuken op deze politieverordening worden gestraft met politiestraffen, voor zover er door wetten, algemene of provinciale verordeningen die hieromtrent zouden bestaan geen andere straffen zijn bepaald. Tevens worden de materialen van de uitbaters die onderhavige verordening overtreden, in beslag genomen met het oog op de verbeurdverklaring door de rechtbank. Art. 33 Het gemeenteraadsbesluit van 16 februari 2012 houdende de politieverordening op de ingebruikname van de openbare weg bij bouwwerken wordt opgeheven. Art. 34. Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Art. 35. Deze politieverordening treedt in werking 5 dagen na de bekendmaking zoals bepaald in de artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Art. 36. Afschrift van dit politiereglement zal overgemaakt worden aan : de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen; de Griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge; de procureur des Konings bevoegd in politiezaken te Brugge; de korpschef van de lokale politie Damme/Knokke-Heist. Aangenomen met eenparigheid van stemmen. Wd. Secretaris, (get.) Miet Gobert De Voorzitter, (get) Graaf Leopold Lippens Voor eensluidend uittreksel : De gemachtigde ambtenaar, (Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet) 27-11-2013 15:35:00 Knokke-Heist