Intochtslied: Opwekking 733 De zon komt op, maakt de morgen wakker mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt. Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde. Uw Naam is groot en Uw hart is zacht. Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen tienduizend redenen tot dankbaarheid. Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam. En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel uw loflied blijven zingen. Tienduizend jaar en tot in eeuwigheid. Votum & groet Gebed Opw. 770 Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam. Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan. Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim. Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou! In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet. Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: uw naam is Ik ben, en Ik zal er zijn. 2
De toekomst is zeker, ja eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet: dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam. U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan. O Naam aller namen, aan U alle eer. Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer: Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn. Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn. Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: uw naam is Ik ben, en Ik zal er zijn, uw naam is Ik ben, en Ik zal er zijn. Leefregel Als de dopelingen worden binnen gebracht: OTH 380 1. Laat de kind ren tot Mij komen, alle, alle kind ren. Laat de kind ren tot Mij komen, niemand mag ze hind ren. Want de poorten van mijn rijk staan voor kind ren open, laat ze allen groot en klein bij Mij binnenlopen. 2. Laat de mensen tot Mij komen over alle wegen. Laat de mensen tot Mij komen, houdt ze toch niet tegen! Want de poorten van mijn rijk gaan ook voor hen open, als ze aan een kind gelijk bij Mij binnenlopen. 3
DOOPVRAGEN BEDIENING VAN DE DOOP - PRESENTATIE - ONDERWIJZING 1. Verlangen jullie dat je kind wordt gedoopt in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest? 2. Erkennen jullie dat onze kinderen in de doop het teken ontvangen van Gods liefde, en van het nieuwe leven, waartoe Christus ons allen roept? 3. Beloven jullie, ieder met de gaven die God jullie heeft gegeven, jullie kinderen voor te gaan op de weg van de Heer opdat zij hun doop leren verstaan en zich verbonden zullen weten aan de gemeente van Christus. ELB 289 (wijze van Gez. 293) 2. Ik geloof in Jezus Christus die voor ons ter wereld kwam. Zoon van God en Zoon des mensen goede Herder, Offerlam. Door te lijden en te sterven - groot is het geheimenis - schenkt Hij mij het eeuwig leven, dat uit God en tot God is. 1. Ik geloof in God de Vader die een bron van vreugde is, louter goedheid en genade, licht in onze duisternis. Hij, de Koning van de kosmos, - het gesternte zingt zijn eer - heeft uit liefde mij geschapen en tot liefde keer ik weer. 3. Ik geloof dat mijn Verlosser door de dood is heengegaan en op Pasen - God zij glorie - uit het graf is opgestaan. Door het brood - dit is mijn lichaam - door de wijn - dit is mijn bloed - geeft de Vredevorst mij vrede, maakt Hij alle dingen goed. Doopgebed 4
Doop van Judith Antoinette Livestroo-Baars, Amy Livestroo, Julia Bos, Anna Jasmijn van Dasselaar, Julian Carel Segert van Dasselaar. Doop van Niek Willem Koopman, Jelt van Beek, Bram Ruben van Donkersgoed, Lucas Hendrik Stoffer Bart van den Pol Aanvaarding: OTH 204 / Opw. 599 1. Nog voordat je bestond, kende Hij je naam. Hij zag je elk moment en telde elke traan. Omdat Hij van je hield, gaf Hij zijn eigen Zoon. Hij wacht alleen nog maar totdat je komt. 2. En wat je ook doet, zijn liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan. Omdat Hij van je houdt, gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar wanneer jij komt. Kom tot de Vader, kom zoals je bent. Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt. Daarmee is alles klaar, wanneer jij komt. 3. En wat je ook doet, zijn liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan. Omdat Hij van je houdt, gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar wanneer jij komt. Kom tot de Vader, kom zoals je bent. Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt. Daarmee is alles klaar, wanneer jij komt. 5
Schriftlezing: Marcus 8: 27-33 27 Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg hij aan zijn leerlingen: Wie zeggen de mensen dat ik ben? 28 Ze antwoordden: Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat u een van de profeten bent. 29 Toen vroeg hij hun: E n w i e b e n i k v o l g e n s j u l l i e? Petrus antwoordde: U bent de messias. 30 Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken. 31 Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; 32 hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus hem apart en begon hem fel terecht te wijzen. 33 Maar hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen. Preek: Wie is Jezus? 6
Opwekking 642 Al mijn zonden, - al mijn zorgen, - neem ik mee naar de rivier. Heer, vergeef mij - en genees mij. - Vader, kom, ontmoet mij hier. - Want dit water - brengt nieuw leven - en verfrist mij elke dag. - t Is een stroom van - uw genade, - waar k U steeds - ontmoeten mag. - Here Jezus, - neem mijn leven, - ik leg alles voor U neer. - Leid mij steeds weer - naar het water, - k wil U daar ontmoeten, Heer. Gebeden Kom ontvang een - heel nieuw leven, - kom en stap in de rivier. - Jezus roept je, - Hij verwacht je - en Hij zegt: ontmoet mij hier. Here Jezus, - neem mijn leven, - ik leg alles voor U neer. - Leid mij steeds weer - naar het water, - k wil U daar ontmoeten, Heer. Collecte 7
Slotlied: OTH 125 / Opw. 123 1. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader. Er is geen schaduw van omkeer bij U. Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu. Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer, iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond. 2. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst. Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. Refrein Zegen Na de doopdienst is er gelegenheid de doopouders te feliciteren in de kerkzaal van de Andreaskerk. In deze dienst zal de doop worden bediend aan: Judith Antoinette Livestroo-Baars, Amy Livestroo, Julia Bos, Anna Jasmijn van Dasselaar, Julian Carel Segert van Dasselaar, Niek Willem Koopman, Jelt van Beek, Bram Ruben van Donkersgoed, Lucas Hendrik Stoffer & Bart van den Pol Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: Ariëtte van Kempen Organist: Lydia van den Broek Lector: Henk Buscher Koster: Dimri Bruggeman Beamer: Coen Robbertsen 8