CVDR. Nr. CVDR55875_1. Huisvestingsverordening juni Officiële uitgave van Schiermonnikoog.

Vergelijkbare documenten
Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

Verordening houdende regels omtrent de verdeling van woonruimte en de wijziging van de samenstelling van de woonruimtevoorraad

Artikel 3 1 van 9 Agendapunt 6

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Huisvestingsverordening gemeente Elburg 1994

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

Verordening houdende regels betreffende de verdeling van woonruimte en het wijzigen van de woonruimtevoorraad gemeente Sliedrecht 2011

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

HUISVESTINGSVERORDENING GEMEENTE DORDRECHT 1996

Huisvestingsverordening WERV-gemeenten Wageningen 2013 met toelichting

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen.

(In dit exemplaar zijn de 1e,2e, 3e, 5e, 6e en 8e wijziging verwerkt)

gelezen het raadsvoorstel nummer RV van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 17 mei 2011;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Vast te stellen de volgende verordening, houdende regels omtrent de verdeling van woonruimtes.


gezien het advies van de raadscommissie d.d. 2 juni 2015; besluit vast te stellen de Huisvestingsverordening Terschelling 2015

Raadsbesluit. vast te stellen de volgende. Verordening op de woning- en kamerbemiddelingsbureaus Hoofdstuk 1. Algemeen. 1. Begripsbepalingen.

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Verordening voor kamerverhuur- en

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Huisvestingsverordening gemeente Opmeer gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Wetstechnische informatie

huisvestingsverordening kamerbewoning Lith Dienst/afdeling SLWE

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Huisvestingsverordening gemeente Korendijk/Hoeksche Waard

Splitsingsverordening

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen. HOOFDSTUK 2 Verdeling van woonruimte. Paragraaf 2.1 Werkingsgebied

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Overzicht wijzigingen van de huisvestingsverordening per 1 juli 2017

MONUMENTENVERORDENING 2006

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

Parkeerverordening. C!! emborg

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Huisvestingsverordening Velsen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

Verordening op het parkeren 2007

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01;

ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

CVDR. Nr. CVDR67076_1. Verordening tweede woningen Sluis. Gebruiksverordening tweede woningen

Huisvestingsverordening Breda 2015

VERORDENING houdende regels betreffende de verdeling en het gebruik van woonruimte

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

gemeente Leerdam 10 december 2009 Huisvestingsverordening 2009

Hoofdstuk 1. Algemeen

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 (raadsvoorstel SO: BS15/00932; raadsstuk 15bb7973;

Erfgoedverordening gemeente Houten

Huisvestingsverordening Alkmaar

Huisvestingsverordening gemeente Ermelo 1994

Verordening Stimuleringsfonds. voor de minima

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Model Leegstandverordening

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Uitvoeringsbesluit kamerverhuurpanden Voorne Putten 2014

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

VERORDENING VROM STARTERSLENING GEMEENTE KERKRADE 2007

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Parkeerverordening 2013

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

Hoofdstuk 2 Verdeling van woonruimte

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

CVDR. Nr. CVDR4390_1. 5 december Officiële uitgave van Amersfoort.

AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Model Raadsbesluit Urgentieverordening Huisvestingswet 2014

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

GEMEENTEBLAD. Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 15 juni 2017.

De raad van de gemeente Grave

Verordening kinderopvang gemeente Zeewolde

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Gemeente Zeist - Parkeerverordening Zeist 2016

Huisvestingsverordening artikel Urgent woningzoekenden 1. Burgemeester en wethouders kunnen een in het register* ingeschreven woningzoekende

Huisvestingsverordening Heemskerk 2008

Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

Verordening speelautomatenhallen

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Transcriptie:

CVDR Officiële uitgave van Schiermonnikoog. Nr. CVDR87_1 13 juni 2017 Huisvestingsverordening 2000 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet:de Huisvestingswet; b. besluit: het Huisvestingsbesluit; c. woonruimte: het daaromtrent in artikel 1, sub 1 b, van der wet bepaalde; d. huurprijs: het daaromtrent in artikel 1 sub d van de Huursubsidiewet bepaalde; e. koopprijs: het daaromtrent in artikel 1, sub 1k, van de wet bepaalde; f. huurprijsgrens: het daaromtrent in artikel 6 lid 3 en lid van de wet bepaalde; g. koopprijsgrens: het daaromtrent in artikel 6 lid 3 en lid van de wet bepaalde; h. woningzoekende: het huishouden dat in het register als bedoeld in artikel is ingeschreven; i. economische binding: het daaromtrent in artikel 1, lid 1 l, van de wet bepaalde; j. maatschappelijke binding: het daaromtrent in artikel 1, lid 1 m, van de wet bepaalde; k. regio Schiermonnikoog: het grondgebied van de gemeente Schiermonnikoog; l. huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren; m. inkomen: het rekeninkomen zoals bedoeld in artikel 3 van de Huursubsidiewet; n. huisvestingsvergunning: de vergunning, bedoeld in artikel 7 van de wet; o. eigenaar: het daaromtrent in artikel 1, lid 2, van de wet bepaalde; p. ingezetene: degene die in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Schiermonnikoog is opgenomen, en feitelijk in de gemeente Schiermonnikoog zijn hoofdverblijf heeft in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte. q. onzelfstandige woonruimte: woonruime, niet zijnde woonruimte bestemd voor bewoning, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte; r. inwoning: het bewonen van een woonruimte die onderdeel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen. HOOFDSTUK 2 Verdeling van woonruimte Paragraaf 2.1 Werkingsgebied Artikel 2. Huurprijs- en koopprijsgrens Het bepaalde in dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op: a. alle woonruimte met een huurprijs beneden 1,36 per maand binnen de gemeente met uitzondering van de woonruimte die krachtens het bestemmingsplan zijn bestemd voor zomerhuizen, recreatiewoonverblijven en recreatieve appartementen alsmede woningen die krachtens de huisvestingsverordening 199 mogen worden gebruikt voor recreatieve woondoeleinden, en b. woonruimten met een koopprijs beneden 272268,13 (= ƒ 600000,--) binnen de gemeente met uitzondering van woonruimten die krachtens het bestemmingsplan zijn bestemd voor zomerhuizen, recreatiewoonverblijven en recreatieve appartementen alsmede woningen die krachtens de huisvestingsverordening 199 mogen worden gebruikt voor recreatieve woondoeleinden. Artikel 3. Nadere afperking In afwijking van het bepaalde in artikel 2 is het bepaalde in dit hoofdstuk niet van toepassing op : woonruimten, als bedoeld in artikel 6, lid 1, van de wet (inwoning, woonwagens en woonschepen ). Paragraaf 2.2 Inschrijving Artikel. Register van woningzoekenden 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanleggen en bijhouden van een register van woningzoekenden. 2. In dit register worden op hun verzoek als woningzoekenden inschreven, de huishoudens die voldoen aan het gestelde onder paragraaf 2.. Artikel. Verzoek om inschrijving 1

1. Een verzoek tot inschrijving dient te geschieden door middel van een bij de gemeente te verkrijgen aanvraagformulier, dat na betaling van het bedrag welke is vastgesteld in de legesverordening, in behandeling wordt genomen. 2. Gelijktijdig met de indiening van de aanvraag tot inschrijving dient de aanvrager gegevens betreffende het inkomen van het huishouden te verstrekken, alsmede andere bescheiden welke burgemeester en wethouders voor de beoordeling van deze aanvraag nodig achten. 3. Burgemeester en wethouders registreren de woonwensen, alsmede die welke noodzakelijk zijn voor een juist beoordeling van de mate van urgentie, maar kunnen in het kader van doelmatige woonruimteverdeling hier van afwijken.. Indien wordt voldaan aan de vereisten, genoemd in de paragraaf 2., gaan burgemeester en wethouders over tot inschrijving van de aanvrager in het register als bedoeld in artikel lid 1. Artikel 6. Bewijs van inschrijving 1. Burgemeester en wethouders verstrekken aan de in het register inschreven woningzoekenden een bewijs van inschrijving. 2. Het bewijs van inschrijving blijft, behoudens het in het derde lid gestelde, voor onbeperkte termijn geldig. 3. Burgemeester en wethouders halen een inschrijving door, indien: a. aan de woningzoekende in de gemeente een bij het huishouden passende woning is aangeboden en deze door de woningzoekende is aanvaard; b. de woningzoekende niet meer aan de vereisten voor inschrijving voldoet; c. de woningzoekende daarom verzoekt; d. de woningzoekende voor de tweede maal een aangeboden bij het huishouden passende woning heeft geweigerd, terwijl hiervoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen gegronde redenen zijn aangevoerd; e. de woningzoekende zich buiten de gemeente heeft gevestigd. Paragraaf 2.3 Huisvestingsvergunning Artikel 7. Vergunningvereiste 1. Het is verboden zonder een huisvestingsvergunning een woonruimte, aangewezen c.q. uitgezonderd in de artikelen 2 en 3, in gebruik te nemen voor bewoning. 2. Het is verboden de in het vorige lid bedoelde woonruimte voor bewoning in gebruik te geven aan een huishouden dat niet beschikt over een huisvestingsvergunning. Artikel 8. Aanvragen van een huisvestingsvergunning 1. De aanvraag van een huisvestingsvergunning geschiedt door indiening van een daartoe door of namens burgemeester en wethouders verkrijgbaar te stellen en door de aanvrager in te vullen formulier. 2. Burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet verder te behandelen, indien de aanvrager niet aannemelijk kan maken dat hij, indien hij een huisvestingsvergunning voor de in de aanvraag aangegeven woonruimte krijgt, die woonruimte ook daadwerkelijk in gebruik zal kunnen nemen, één en ander echter met uitzondering van de gevallen, genoemd in artikel 23, lid 3 van de wet (medehuurderschap). 3. Op of bij de huisvestingsvergunning vermelden burgemeester en wethouders de volgende informatie: a. de mededeling dat binnen 2 maanden van de huisvestingsvergunning gebruik gemaakt kan worden; b. de namen van de personen die als vergunninghouder worden aangemerkt. Artikel 9. Criteria voor vergunningverlening Burgemeester en wethouders verlenen de huisvestingsvergunning, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. het huishouden dat de huisvestingsvergunning aanvraagt behoort tot de ingevolge paragraaf 2. aangewezen categorieën van woningzoekenden die voor het verkrijgen van een huisvestingsvergunning in aanmerking komen; b. de woonruimte wordt met toepassing van het bepaalde in paragraaf 2. passend geacht voor het huishouden dat de huisvestingsvergunning aanvraagt. Artikel 10. Vruchteloze aanbieding 2

1. In afwijking van het in artikel 9 bepaalde wordt de vergunning altijd verleend, indien de woonruimte door de eigenaar gedurende drie maanden vruchteloos is aangeboden aan de woningzoekenden die ingevolge artikel 9 voor die woonruimte in aanmerking komen. 2. De eigenaar moet de woonruimte in de in het vorige lid genoemde termijn ten minste 3 maal door middel van een advertentie, geplaatst in de plaatselijk meest gelezen courant, te huur of te koop hebben aangeboden. Deze advertentie moet in elk geval bevatten: a. het adres van de woonruimte; b. de overeenkomstig artikel 26, lid 2 van de wet bepaalde huurprijs of koopprijs van de woonruimte; c. de mededeling dat degenen die voldoen aan het bepaalde in artikel 9, lid a, de voorkeur genieten. De in het vorige lid genoemde termijn begint te lopen op de datum van plaatsing van de eerste advertentie die voldoet aan het hier bepaalde. 3.Indien de eigenaar aan burgemeester en wethouders aannemelijk kan maken, dat hij de woonruimte op andere, gelijkwaardige wijze vruchteloos heeft aangeboden aan de in het eerste lid genoemde woningzoekenden, wordt eveneens toepassing gegeven aan het in het eerste lid bepaalde. Artikel 11. Intrekking Burgemeester en wethouders kunnen een huisvestingsvergunning intrekken, indien: a. de vergunninghouder de erin vermelde woonruimte niet binnen de door burgemeester en wethouders bij de verlening van de vergunning gestelde termijn in gebruik heeft genomen; b. de vergunning is verleend op grond van de door de vergunninghouder verstrekte gegevens waarvan deze wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren. Paragraaf 2. Toelating Artikel 12. Leeftijd Ten minste één der leden van het huishouden moet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Artikel 13. Economische en maatschappelijke binding 1. Ten minste één der volwassen leden van het huishouden moet maatschappelijk of economisch gebonden zijn aan de gemeente Schiermonnikoog. 2. In afwijking van het eerste lid geldt de eis van economische of maatschappelijke binding niet, indien zich een situatie voordoet als beschreven in artikel 13c van de wet. Paragraaf 2. Passendheid Artikel 1. Verhouding inkomen-huurprijs 1. Het inkomen van het huishouden moet in een redelijke verhouding tot de huurprijs of de koopprijs van de woonruimte staan. 2. Bij de toepassing van het gestelde in lid 1 hanteren burgemeester en wethouders de bij ministeriële regeling vastgestelde actuele tabel voor de bepaling van de verhouding tussen huurprijs of de koopprijs en het daarbij ten hoogste toegestane inkomen.( zie bijlage I, behorende bij deze verordening) 3. Indien voor een woonruimte met een huurprijs van minder dan 298,9 per maand geen gegadigden met een inkomen overeenkomstig de in het vorige lid weergegeven tabel bij burgemeester en wethouders bekend is, wordt de woonruimte ook passend geacht voor een gegadigde met een inkomen dat passend is voor de categorie 298,9 tot de huurprijsgrens. (de genoemde bedragen kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd en zijn dan overeenkomstig van toepassing).voor de bepaling van het inkomen dat in de in lid 2 bedoelde tabel wordt toegepast hanteren burgemeester en wethouders de volgende nadere uitvoeringsregels: a. als inkomen kan het laatst bekend belastbare jaarinkomen worden gehanteerd; als bewijsstuk hierbij geldt dan de daarop betrekking hebbende aanslag in de inkomstenbelasting; b. als inkomen kan het laatst bekende belastbare maandinkomen worden gehanteerd; als bewijsstuk hierbij geldt de laatste maandopgave van de werkgever(s) of uitkerende instantie(s) met betrekking tot het bruto-inkomen. Artikel 1. Bezettingsnorm 1. De omvang van het huishouden moet passen bij de grootte van de woonruimte. 2. Bij de toepassing van lid 1 hanteren burgemeester en wethouders de volgende tabel voor de bepaling van de verhouding tussen het aantal leden van het huishouden en het daarbij ten hoogste toegestane aantal kamers van de woonruimte: Maximum kamertal Omvang huishouden Huurprijs < 298,9 per maand Huurprijs tussen 298,9 en 3

1 persoon 2 personen 3 personen personen personen 6 personen 2 3 6 1,36 of een koopprijs beneden 272268,13 (= f. 600.000,--) 3 6 7 Paragraaf 2.6 Urgentie Artikel 16. Mate van urgentie 1. Burgemeester en wethouders stellen van iedere woningzoekende de mate van urgentie vast aan de hand van de door de gemeenteraad vast te stellen andere richtlijnen. 2. De mate van urgentie wordt vastgesteld aan de hand van het verzoek om inschrijving als bedoeld in artikel. Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de bepaling van de mate van urgentie aanvullende bewijsstukken vragen. Artikel 17. Bemiddeling 1. Voor woningzoekenden met een hoge mate van urgentie bemiddelen burgemeester en wethouders bij eigenaren van woonruimte, dat aan hen een, overeenkomstig paragraaf 2. passende woonruimte wordt aangeboden. 2. Burgemeester en wethouders geven aan deze bemiddeling nadere vorm in het in paragraaf 2.7 beschreven voordrachtstelsel. 3. Het recht op bemiddeling vervalt nadat de woningzoekende tweemaal een aanbieding van een, naar oordeel van burgemeester en wethouders passende woonruimte heeft geweigerd. Artikel 18. Wijziging en terugbrenging tot laagst mogelijk niveau 1. Bij gewijzigde omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders, al dan niet op verzoek van de woningzoekende, besluiten de vastgesteld mate van urgentie te wijzigen. Dit wordt ter kennis van de woningzoekende gebracht door middel van de verstrekking van een gewijzigd bewijs van inschrijving (apart schrijven), waarbij tevens wordt medegedeeld dat het voordien verstrekte bewijs van inschrijving omtrent de mate van urgentie is vervallen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de mate van urgentie terugbrengen tot het laagst mogelijk niveau, indien: a. aan de vereisten voor het verkrijgen van een hogere mate van urgentie niet meer word voldaan; b. de hogere mate van urgentie is toegekend op grond van gegevens waarvan de woningzoekende wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren. Artikel 19. Aanvragen van een medisch-sociale indicatie De aanvraag voor een medisch-sociale indicatie wordt ingediend bij de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Regio Noord-Fryslân of bij de Stichting Maatschappelijk Werk Fryslân Regio Dokkum/Franeker. Paragraaf 2.7 Leegmelding, voordracht of aanbieding Artikel 20. Melding van ter beschikking komen 1. De eigenaar van een woonruimte, aangewezen in de artikelen 2 en 3, is verplicht het ter beschikking komen van die woonruimte onverwijld aan burgemeester en wethouders te melden. Het daaromtrent in artikel 18 van de wet bepaalde is van overeenkomstige toepassing. 2. Een woonruimte wordt geacht ter beschikking te komen, wanneer: a. degene die de woonruimte in gebruik heeft aan de eigenaar het gebruik heeft opgezegd; b. de woonruimte is ontruimd; c. de woonruimte als zodanig niet langer in gebruik is, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat dit slechts korte tijd het geval is; d. op enigerlei andere wijze is gebleken dat de woonruimte te huur of vrij van huur te koop is. 3. Het aantal kamers dat de woonruimte telt op het moment van ter beschikking komen is bepalend voor de toepassing van artikel 1.. De eigenaar dient de burgemeester, of een door de burgemeester aan te wijzen gemeenteambtenaar, in de gelegenheid te stellen de woonruimte te inspecteren ter vaststelling van de in de vorige leden genoemde gegevens. Artikel 21. Melding van de leegstand

1. Zodra de aangemelde woning ingevolge artikel 20, langer dan twee maanden leeg staat of leeg komt te staan, is de eigenaar verplicht daarvan melding te doen aan burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders noteren de ingevolge het eerste lid aangemelde woonruimten in een leegstandregister. 3. Bij het nalaten van het gestelde ingevolge lid 1, schrijven burgemeester en wethouders ambtshalve de woning in het onder lid 2 vermelde register. De eigenaar wordt van deze ambtshalve inschrijving in kennis gesteld. Artikel 22. Voordracht Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 19, 20 en 21 van de wet wordt na overleg met de eigenaar van een ter beschikking komende woonruimte, die behoort tot de in artikel 20, eerste lid, aangewezen categorieën, een voordracht tot verhuring van de woonruimte aan burgemeester en wethouders uitgebracht. Paragraaf 2.8 Organisatie en bevoegdheden Artikel 23. Overeenkomsten Burgemeester en wethouders kunnen met eigenaren overeenkomsten sluiten over het in gebruik geven van woonruimte. De overeenkomsten dienen een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de woonruimte te bevorderen. De overeenkomsten worden ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. De inhoud van de overeenkomsten wordt in ruimte mate bekend gemaakt aan de inwoners van de gemeente en aan andere belanghebbenden. HOOFDSTUK 3 Verdere bepalingen Artikel 2. Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ingevallen waarin toepassing van deze verordening tot een naar hun oordeel bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening. Artikel 2. Strafbepaling Hij die handelt in strijd met het bepaalde in artikelen 7 en 20 wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de derde categorie. De genoemde strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. Artikel 26. Handhaving 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren. 2. Met de opsporing van de bij artikel 2 strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 11 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 7 van de wet aangewezen ambtenaren, belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de minister van justitie daartoe zijn aangewezen. 3. De in het eerste lid genoemde ambtenaren hebben de bevoegdheden als genoemd in artikel 77 van de wet. Artikel 27. Restbepaling In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbend op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de schaarse woonruimte HOOFDSTUK Overgangs- en slotbepalingen Artikel 28. Overgangsbepaling De voor inwerkingtreding van deze verordening gedane inschrijvingen van woningzoekenden worden geacht inschrijvingen te zijn als bedoeld in paragraaf 2.2 van deze verordening. Artikel 29. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als de Huisvestingsverordening 2000 van de gemeente Schiermonnikoog. Artikel 30. Inwerkingtreding De verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 1 februari 2000 en gewijzigd bij raadsbesluit van 29 januari 2002

De secretaris, De voorzitter, (S. Dijs) (E. Fennema) Peildatum 1-1-1999 Huurprijs < 298,9 298,9 tot aftoppingsgrens bedoeld in artikel 20 tweede lid van de Huursubsidiewet Inkomen Alleenstaande < 6 jaar 1698,69 Alleenstaande > 6 jaar 102,81 Meerpersoons- Huishouden > 6 jaar Meerpersoons- Huishouden < 6 jaar 22711,70 Bijlage I, behorende bij de Huisvestingsverordening 2000. (Circulaire MG 2001-7 en artikel 1 Huursubsidiewet) 1962,99 Een zodanig rekeninkomen zoals bedoeld in artikel 3 van de Huursubsidiewet dat een beroep op de huursubsidie in de zin van artikel 1, onderdeel e van de Huursubsidiewet gedaan kan worden 6