van een gracieuze grazer

Vergelijkbare documenten
inhoud 1. Herten 2. Herten over de wereld 3. Hertenweetjes 4. Herten in Nederland 5. Nog meer herten 6. Filmpje Bronnen en foto s

Op pad met de Moeflon, een lesbrief over moeflons en hun leefomgeving op De Hoge Veluwe.

Het ree (Capreolus capreolus) Klasse : zoogdieren Orde: evenhoevigen Familie: hertachtigen

Het edelhert. Observeren en herkennen

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

DE ORANG OETAN. Bosmens

BRUINE BEER. Grote alleseter

WOLF. Huilend roofdier

!!! "# $ %!!!!! ( " %!!+!! " # +

SPREEKBEURT LAMA EN ALPACA

Keuze 1: In welk gebied laten we de leeuwen los?

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

DIERENPASPOORT GIRAFFE. Giraffa camelopardalis

DE WOLF. Huilend roofdier

De filosofie van het voeren

Paarden zijn hoefdieren: dieren met hoeven aan hun voeten. Een hoef is een hele dikke nagel die de poot beschermt.

De ezel. Ezels worden gehouden als :... Van ezelinnenmelk maakt men :...

DE SIBERISCHE TIJGER

Opdrachten thema. Veluwe

doorbijten WERKBLAD 1. DIEETWENSEN 2. VETMESTEN EN AFVALLEN

Tijger. Een machtige streepjeskat

Extra: Waarom hebben mensen paarden

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

6.4. Boekverslag door V woorden 11 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave. Inleiding. Groep van het dierenrijk

DIERENPASPOORT GIRAFFE

Informatie reader. Over bomen

WESTELIJKE LAAGLANDGORILLA

Vos. De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm.

DE WESTELIJKE LAAGLANDGORILLA

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer

Vraag 1. Waarom moet je goed voor de rupsen zorgen als je vlinders wilt hebben?

VERENIGING. Het Reewild. Reeën in Nederland

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II

Loof-en naaldbomen. Naam :

Equus ferus. Wilde Paarden

Werkstuk Biologie Nijlpaarden

De vorm van het verhaal

Werkstuk Biologie De Pandabeer

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS?

inhoud blz. Olifanten 1. Afrikaanse olifant 2. Aziatische olifant 3. De kudde 4. De slurf 5. De slagtanden 6. De huid 7. Oren 8. De poten en voeten

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

Manenwolf. Manenwolf. Paspoort-gegevens

Honden aan de lijn, ook die niets doen. in samenwerking met de gemeenten Boortmeerbeek, Haacht en Keerbergen

grazers helpen de natuur.

Werkstuk Biologie De olifant

Struinen door De Stille Kern

De mensen die op de Veluwe wonen, hebben géén natuurlijke vijanden. En toch worden ze niet bejaagd, gelukkig ook maar!

De familie schaap. Praat eens zoals een schaap Welke dierengeluiden ken je nog? Doe ze eens na?

DE AFRIKAANSE OLIFANT

Mijn spreekbeurt gaat over een exotisch dier, de Koala. Ik heb de koala als onderwerp voor mijn spreekbeurt gekozen omdat

kort gras tot ±40 jaar mannetjes kg, vrouwtjes kg ±17 maanden 1 jong bijna bedreigd één per keer gevoelig

WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Wandeling n 12 : Al basse Hé : Durbuy Bewegwijzering :

1. Geheimen. 2. Zwammen

over DE KOE Een koe heeft grote oren die in alle richtingen kunnen draaien. Zo horen ze goed als er gevaar dreigt.

DE IJSBEER. Super speurneus

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Wisent op de Veluwe - Jaarverslag 2018

CHEETAH VAN DE POLDER

Lesboek onderbouw klas 1 & 2 WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

DE MELKSLANG. Na-aap slang

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Ko-Kalf. Blonde d Aquitaine,

Beschrijving, functies & belang van habitat elementen van de HUISMUS

Lesboek onderbouw klas 1 & 2

Dassensporen versie

De geschiedenis van het konijn

REUZENPANDA. Bamboebeer

Opdrachten Jaar van de Bever voor groep 3,4,5 van de basisschool

1 Gedrag Natuurlijk gedrag Afwijkend gedrag Afsluiting 14

Fauna Beheerplan provincie Gelderland

Reewild door Roland Peltzer d.d. 10 april 2008

Week 28. Week 28. week 27

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard

Katachtigen Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Begrazing van natuurgebieden

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

BOOM de kampioen. vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom

Panter. Ook wel luipaard genoemd

Naam: TIJD EN SEIZOENEN

Bever. Laatste bever in Nederland. Over de bever

Het Hertenkwartet. Knip de kaarten uit. Voor stevigere kaarten kan je ze uitprinten op mat fotokarton of de kaarten lamineren.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Mede mogelijk gemaakt door de Iona Stichting en Vos/Abb

5,9. Werkstuk door een scholier 1441 woorden 9 juni keer beoordeeld

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

dieren Werkstuk Arianne van der Graaf dieren

Staatsbosbeheer T Eexterveld. Wandelen in het plantenparadijs - 7 km

Slang. Door Pamela & Eliza

Marcel Vossestein, voormalig voorzitter Natuurbeschermingscommissie KNNV

Sporen opsnorren docentenhandleiding

De lente! Werkboekje leeftijd: 10+

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

Volg de wandelroute, dan zie je alle dieren!

Transcriptie:

Rentree

van een gracieuze grazer Door Dick Klees* * Dick Klees is zelfstandig dierecoloog, natuurfotograaf en illustrator 51

Denkend aan het edelhert, komt altijd als eerste zijn imposante gewei in beeld. Daardoor zien wij over het hoofd dat geen ander hoefdier zo vocaal is. Zijn diepe stem bezorgt ons een oergevoel van pure wildernis. Er worden hele busreizen voor georganiseerd om het te mogen meemaken. Het is dan ook niet zomaar een roep, maar een brul die aantoont dat dit dier over kracht beschikt. Deze machtige uithaal van het hert heet burlen en klinkt straks ook door bij ons in Het Groene Woud. Voor we hierop verder ingaan, is een nadere kennismaking op zijn plaats. Herten zijn hoefdieren. De hoeven zitten aan lange dunne maar sterke poten, waarop een stevig lijf rust. Op het achterlijf bevindt zich een roomkleurige vlek, de spiegel, waarvan de lichte haren kunnen worden opgezet als signaal. De nek is lang en de kop heeft grote beweeglijke oren. De ogen hebben een horizontale pupil, wat er op wijst dat beweging het best wordt waargenomen in een horizontaal vlak. De vacht is s zomers roodbruin en s winters grijsbruin en een stuk dikker. Het zijn grazers en net als koeien herkauwers, wat inhoudt dat hun maag uit verschillende afdelingen bestaat. Na het grazen zoeken ze een rustige plek uit om te liggen. Daar wordt het voedsel uit de eerste maag, de pens, weer naar de bek opgestuwd om na nogmaals kauwen te worden doorgeslikt op weg naar een volgende maag. Op deze wijze kan moeilijk verteerbaar voedsel toch worden benut. De beste oplossing voor elke probleemsituatie is bij deze altijd alerte dieren er hard voor weglopen. Hoefdieren hebben namelijk heel wat vijanden en daarentegen maar weinig mogelijkheden om zich adequaat te verdedigen. Het is dus niet verwonderlijk dat zij zich ontwikkeld hebben tot formidabele sprinters. Om hard en tegelijk flexibel te kunnen lopen, vertoont het skelet speciale aanpassingen. De veiligheid wordt verder verhoogd door het leven in een kudde, met meer ogen en oren. Toch durft de hinde daar bij de geboorte van haar kalfje niet op te vertrouwen. Na een draagtijd van 32 tot 35 weken verlaat zij eind mei, begin juni de kudde om op een goed verscholen plek haar jong te werpen. Door het verloren bloed en de nageboorte op te eten worden de (geur)sporen zo goed mogelijk verwijderd. Onmiddellijk daarna al trekken moeder en kind de wijde wereld in, waarbij de eerste vertrouwt op het vlekkenpatroon van de tweede. Na een waarschuwingssignaal van de hinde blijft het kalf desnoods urenlang roerloos liggen, volkomen opgaand in de omgeving. Regelmatig komt de hinde het kalf zogen om steeds weer te verdwijnen, maar wel op waakzame afstand te blijven. Pas na enkele weken acht de moeder de tijd rijp om zich met haar jong bij de kudde te voegen. Het verspreidingsgebied van het edelhert strekt zich uit over bijna heel Europa (behalve het uiterste noor- 52

den) tot ver in Azië en Noord Amerika, waar hij wapiti heet. Hij is enkel afwezig waar een tekort aan drinkwater is of het sneeuwdek in de winter te hoog (meer dan 40 cm). Dan kost het bereiken van gras namelijk meer energie dan het oplevert. Langs onnatuurlijke weg is zijn verspreidingsgebied versnipperd geraakt door bejaging. Hierdoor is hij plaatselijk uitgestorven, maar in sommige gevallen eveneens voor de jacht weer uitgezet. Talloze fossielen vondsten tonen aan dat het edelhert al lang vóór de eerste mensen ons land bewoonde en dat vrijwel onafgebroken deed in alle voor hem geschikte biotopen: van kustduinen en andere hogere gronden tot ooibossen en veenmoerassen. Na sinds mensenheugenis deel te hebben uitgemaakt van onze inheemse fauna, verdween hij in de Middeleeuwen van het toneel door overbejaging. Maar juist ook weer voor de jacht werd hij door de Oranjes in de achttiende eeuw op de Veluwe geherintroduceerd. Hierdoor is bij het grote publiek ten onrechte het beeld ontstaan dat herten zich bij voorkeur ophouden in bos en hei op droge grond. Daarbij zich niet realiserend dat de dieren er speciaal voor de jacht werden gehouden en er vooral niet uit mochten ontsnappen! Het voorkomen had dus meer te maken met de wil van de jagers dan de biotoopkeuze van de dieren. Een andere jager en grootgrondbezitter, Anton Kröller van De Hoge Veluwe (het huidige Nationale Park), was ontevreden over de fysieke staat van zijn herten. Hij liet ze afschieten en vervangen door betere uit Duitsland. Maar helaas, ook deze degenereerden door het schrale Veluwse dieet. Het lag dus niet aan de herten maar aan de mindere kwaliteit voedsel. De geïmporteerde Duitse herten waren (aanvankelijk) zo imposant omdat ze afkomstig waren van voedselrijke loofbossen, met een menu dat je op arme zandgrond niet kunt krijgen. Elders in Europa, waar edelherten hun leefgebied zelf kunnen kiezen, geven ze de voorkeur aan rivierbegeleidende bossen en kruidenrijke graslanden. Of aan moerassen en lichte loofbossen, in ieder geval moet het wel altijd om voedselrijke milieus gaan. Die zijn in Nederland ook wel te vinden, maar door de talloze hekken en wegen onbereikbaar voor het edelhert. Neem deze barrières weg en ze zouden snel uitzwermen, waarbij het aanbod van de seizoenen medebepalend is. Als schuwe soort is het edelhert vooral een bos- en schemeringsdier geworden, maar bij een lage verstoringsgraad brengen ze meer tijd overdag en in open terrein door. Veel meer dan de ree is het edelhert een kuddedier. Vormen reeën pas in de winter groepen, edelherten doen dat het jaar rond. Wel wisselt de samenstelling met de seizoenen. Vrouwtjes en kalveren tot twee jaar oud staan onder de hoede van een leidhinde, een ervaren dier met een goed ruimtelijk geheugen. Om succesvol te kunnen vluchten, is terreinkennis immers essentieel. De mannen leven onder elkaar in een groep zonder duidelijke leiding. Wat bij aanvang van de 54

Voor het edelhert zijn open ruimtes in het populierenbos gekapt. Inzet: echt duizendguldenkruid is een indicator voor leem / kalk in de bodem. Dat hebben herten nodig voor hun botten en gewei.

paringstijd of bronst (september, oktober) drastisch verandert. Dan worden vroegere maatjes elkaars concurrenten. Voor de voortplanting verzamelt één man zoveel mogelijk vrouwtjes in een harem. Voor het zover is wordt het gewei, dat ieder jaar in de winter of het vroege voorjaar wordt afgeworpen en daarna terug aangroeit, in gereedheid gebracht. Het bestaat uit been en ontwikkelt zich door gedurende een hertenleven. Elk jaar wordt het groter dan het jaar daarvoor, met meer vertakkingen. Maar er bestaat een bovengrens, met oude dieren die juist weer een minder gewei ontwikkelen. Waarschijnlijk komt dit door het verslijten van de kiezen, waardoor ze minder goed voedsel kunnen opnemen. Tegen half juli is het gewei volgroeid en kan een gewicht bereiken van 5 tot 15 kg, afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid kalk in het voedsel. In voorjaar en zomer is voortdurend gegeten om het gewei te laten groeien en een vetreserve op te bouwen. Om het gewei te kunnen torsen ontwikkelen de nekspieren zich sterk, terwijl de haren rond de nek uitgroeien tot manen. De over het gewei gespannen fluweelachtige huid of bast, die zorgde voor de aanvoer van bloed en groeistoffen, sterft af en zorgt voor een ondraaglijke jeuk. Uit alle macht proberen de herten er vanaf te komen door met hun gewei langs bomen te schuren. Daarbij komt uit klieren op de kop een geur vrij met een territoriale betekenis. De onverdraagzaamheid onder de mannen neemt er in de aanloop naar de bronst alleen maar door toe. Hoewel de leeftijd het aantal takken bepaalt, is het niet zo dat elke nieuwe zijtak waarvoor jagers aparte namen hebben correspondeert met een jaar erbij. Ook erfelijkheid speelt hierin een rol. Zo zijn er dieren die bepaalde takken nooit zullen krijgen. De grootte en het gewicht van het gewei worden weer bepaald door de voeding en zijn dus een afspiegeling van de conditie van het dier. Alleen is het zuivere beeld wat vertroebeld door onnatuurlijke selectie door jagers, die alleen een imposant gewei als een waardige trofee zien. Om geweien naar hun keuze over te houden, zijn dieren met een afwijkende vorm stelselmatig afgeschoten. Dit heeft de natuurlijke selectie van de soort, waarbij het altijd gaat om een mix van eigenschappen, in de weg gestaan. Een voorbeeld. Een hert kan op twee manieren op een roofdier reageren. De eerste strategie is blijven staan en het gevecht aangaan, de tweede op de vlucht slaan. Alleen degene die overleeft is in staat zijn eigenschappen aan het nageslacht door te geven. Een groot gewei kan in een gevecht een voordeel zijn maar tijdens de vlucht een vervelende ballast. Dan ben je beter af met een licht. Het gaat dus om een juiste koppeling van eigenschappen, waar we helaas moeilijk achter kunnen komen, want jagers selecteren met een kogel. En daar kun je nooit hard genoeg voor wegrennen! Als bosbewoner heeft het edelhert een toon nodig van lage frequentie: een diepe burl, ontworpen om ver te dra- 56

Elders ontstaan open plekken spontaan door het neerzijgen van bomen. Inzet: heelblaadjes, ook al een plant die aan kalk is gebonden (zie p 55).

gen en zich niet te laten dempen door dicht struikgewas. Herten die in de bergen of op een vlakte leven kennen een andere toonhoogte, die bij afwezigheid van obstakels verder reikt. Maar overal draait het om dezelfde boodschap: het imponeren van de hinden en het ontmoedigen van de mannelijke concurrenten. Veel meer dan een wapen is het gewei een imponeermiddel. Manieren om geuren met een boodschap achter te laten zijn het rollen door de modder (besprenkeld met eigen urine) en het bewerken van de grond met het gewei. Niets is het hert te gek om zich te manifesteren. Artistieke impressie van de schrijver: op safari naar de edelherten, binnenkort is het mogelijk in De Scheeken. Alleen als een tegenstander maar niet onder de indruk wil raken van al dat imponeergeweld, komt het tot een confrontatie. Dan pas worden de geweien gebruikt. Het geeft natuurlijk een geweldige knal wanneer twee herten van ieder 160 kilo (in Oost Europa worden ze veel zwaarder) op elkaar in beuken. Maar door de gespreide vorm met zijtakken vangt het gewei de tegenstander goed op, met zelden letsel tot gevolg. Een afwijkend of afgebroken gewei daarentegen kan door de verdediging van de ander heen schieten en deze deerlijk verwonden of zelfs doden. Het belangrijkste instrument om te overtuigen blijft het burlen. Onderzoek wees uit dat kracht en duur van een burl een goede afspiegeling vormen van de werkelijke kracht en conditie van een hert. Het vergt immers een enorme hoeveelheid energie, alleen op te brengen door een

59

sterk dier. Een hinde sluit zich immers liever aan bij de harem van een sterk hert, dat haar een betere kans geeft op een gezond kalf. Maar let wel, het is de hinde die kiest. Ruikt zij elders kansen, dan verlaat zij de harem net zo makkelijk weer. Tijdens de bronstperiode die enkele weken duurt worden alle hinden van de harem gedekt. Het grootste deel door de harembezitter, maar er zijn altijd wel een paar sneekers die als kapers rond de harem heen zwermen en hun kans afwachten. De haremleider, ook wel plaatshert genoemd, drinkt veel in deze tijd maar neemt nauwelijks voedsel op. Daar heeft hij geen tijd voor want zijn concurrenten gunnen hem weinig rust. Zo kan hij wel een zesde van zijn gewicht verliezen, waar roofdieren als wolf en beer handig op inspelen. De uitgeputte herten zijn een makkelijk doelwit, wat voor de soort geen ernstig verlies is: hij heeft zich immers toch al voortgeplant. De belangstelling voor het edelhert heeft zich de laatste jaren verder ontwikkeld dan alleen het zien van een prachtig dier in de vrije natuur. Het gaat om een rol die hij altijd al vervulde, ook toen wij daar nog geen oog voor hadden: het effect van zijn eetgedrag op de vegetatie. Naarmate wij minder natuur overhouden, groeit de behoefte om die weer zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen. Dat kan door de natuur haar gang te laten gaan, maar daarvoor heb je tijd en grote oppervlakten nodig. Bovendien moet je, voor de gewenste diversiteit optreedt, geduld opbrengen. Sneller resultaat boek je door intensief te beheren. Maar dat kost weer een boel geld. Aldus is men eens goed naar de natuur gaan kijken. En dan blijkt dat we dieren met een specifieke ecologische functie die door ons toedoen niet meer voorkomen weer aan het werk moeten zetten. Zoals grazers die door hun eetgewoonten de vegetatie sturen in een gevarieerde richting. Runderen eten lang gras, paarden kort, zwijnen wroeten naar wortels en herten grazen net weer anders dan koeien. Belangrijk om te weten is dat de ene planteneter de andere niet is. Omdat ze allemaal een eigen deel van de koek benutten, hebben dieren zich in de evolutie naast elkaar kunnen ontwikkelen. Herkauwers eten veel gras, dat taaie stengels heeft, wat minder voedzaam is, maar er zijn wel hele massa s van. Terwijl konijnen juist jonge scheuten eten met veel eiwit. Reeën en hazen zijn meer snoepers, die van verschillende planten niet veel nemen, maar wel de beste delen. En met de seizoenen verschuift het aanbod en de beschikbaarheid aan plantaardig voedsel. En de planteneters? Die schuiven mee! s Zomers eten ze bladeren, bloemen of gras, in de herfst paddenstoelen, vruchten of zaden en in de winter verdorde resten, overgebleven eikels en boombast. Binnen dit grote geheel speelde het edelhert in ons land een belangrijke rol, totdat wij mensen hem op een paar plaatsen opsloten en elders verhinderden te komen. Maar wanneer wij weer van zijn diensten gebruik willen maken, zullen wij hem de ruimte moeten geven en voorzieningen treffen. Want je moet op weg naar je werk natuurlijk geen hert door de voorruit krijgen, wat trouwens ook geldt ook voor een koe of 60

Brabants Landschap Herfst 2014 paard. Maar met de juiste maatregelen is het op veel plaatsen mogelijk om de herten weer hun eigen rol in onze natuur te geven. Met duizenden jaren hebben zij genoeg ervaring. Er is nog een probleem, goed te zien in de Oostvaardersplassen, in de bioscoop bestempeld als nieuwe wildernis. Het gebied is inderdaad nieuw, maar beslist geen wildernis. Ten eerste omdat er een hek omheen staat, wat dieren s winters belet weg te trekken bij voedselschaarste. Ten tweede omdat roofdieren er geen rol spelen. Honger heeft er de functie van de wolf overgenomen. Want allemaal blijven leven zonder eten is onmogelijk. En al halen wij alle hekken in Nederland weg, er zullen in ons overvolle en drukke land nooit genoeg wolven kunnen leven om onze wildernis weer helemaal natuurlijk te laten worden. Wel kunnen we natuur de kans bieden om zelf een evenwicht te vinden. Edelherten in Het Groene Woud is zo n kans. Ze ontmoeten hier het soort rijke vegetatie op vochtige bodem waar ze zo van houden. We zullen er kunnen zien hoe zwaar en fier een gezond hert wordt. Ze zullen de vegetatie beïnvloeden, de variatie doen toenemen en het plezier van een wandeling verhogen. De kans dat je een hert ontmoet, maakt zelfs een druilerige regendag tot een feest! 61

Het klinkt zo eenvoudig, herintroductie: je haalt ergens wat edelherten vandaan, zet ze in een weiland, laat de natuur haar werk doen en klaar is Kees. In de praktijk komt er echter veel meer bij kijken. In ons land, waar geen vierkante meter onbestemd is, heb je te maken met vele eigenaren en nog meer belangen. Het edelhert terug in Aspecten die een rol speelden bij de locatiekeuze waren 1 de verhouding tussen open en besloten ruimte, 2 beschikbaarheid van voedsel en water, 3 dekking, 4 rust en 5 infrastructuur. Op al deze onderdelen moet een gebied een voldoende scoren, wil het een populatie edelherten met natuurlijk gedrag kunnen herbergen. We vonden het in het hart van Het Groene Woud, aan weerszijden van het ecoduct over de A2. Voor een volledig natuurlijke situatie zou je het liefst willen dat de dieren zich vrijelijk door het gebied konden verplaatsen, ongehinderd door (menselijke) infrastructuur maar wel achternagezeten door een predator als de wolf. We moeten echter realistisch zijn: de mens heeft hier ook een plek verworven en natuurlijke predatie is er (nog) niet. Desalniettemin zijn wij ervan overtuigd dat het edelhert voor het gebied een ecologische meerwaarde kan hebben. En er wordt een geweldige belevingswaarde aan toegevoegd: het zien en horen van burlende herten op een nevelige nazomerochtend laat niemand onberoerd. Het gebied heeft een oppervlakte van 300 hectare (3 km²) en is in volledig eigendom van Brabants Landschap. Het wordt al sinds enige jaren integraal (= niet in percelen apart maar over de hele oppervlakte verspreid) begraasd door runderen, die binnen het gebied worden gehouden door een raster. Dat moet worden verhoogd omdat er nu dus herten bijkomen, die zoals bekend veel leniger zijn. (De aanpassing moet wel zó gebeuren dat reeën er weer geen last van hebben.) Naar verwachting zal de uitzet plaatsvinden in 2015/2016, met 10 tot 14 edelherten. Tijdens de Week van het Landschap, die dit jaar in De Mortelen wordt gehouden, kunt u hierover met vragen terecht. Het gebied is weliswaar voedselrijk, maar gezien de beperkte oppervlakte kan de populatie niet ongebreideld blijven groeien. De dieren zouden verkommeren en het risico op uitbreken zou toenemen. Bij ontstentenis van natuurlijke predatoren gaan we daarom aan populatiebeheer doen door middel van afschot. Het houden binnen een raster is geen eindstation. In goed overleg met de streek en belanghebbenden willen we deze gracieuze grazer op de lange termijn meer (bewegings)ruimte geven.

Brabants Landschap Herfst 2014 Het Groene Woud Een reactie van onze Districtsbeheerder Midden Arjen Simons 63