7e Directie Dienst 71 Personeelsbeheer, Wedden en Pensioenen Verslag aan de Provincieraad registratienr. 0713212 betreft verslaggever PCVO SCHELDELAND EN PCVO WAAS EN DURME Oprichting van het consortium volwassenenonderwijs IX, goedkeuring van de ontwerpstatuten van de vzw en aanduiding vertegenwoordigers voor de algemene vergadering en de raad van bestuur. de heer Peter Hertog Mevrouwen en mijne Heren, Het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs maakt het mogelijk om consortia volwassenenonderwijs op te richten. Een consortium volwassenenonderwijs is een gesubsidieerd samenwerkingsverband tussen de centra voor volwassenenonderwijs en de centra basiseducatie binnen één welomschreven werkingsgebied. Het decreet voorziet een indeling van het volwassenenonderwijs in 13 werkingsgebieden. Binnen elk werkingsgebied wordt een gestructureerd, regionaal samenwerkingsverband tussen centra voor volwassenenonderwijs en het centrum basiseducatie gesubsidieerd. De basis voor deze indeling zijn de regio's van de RESOC's (regionaal economisch en sociaal overlegcomité). Op deze manier wordt een voldoende socio-economische en socio-culturele samenhang gegarandeerd en worden tevens werkbare modellen bekomen. Binnen volgende 3 werkingsgebieden richt de provincie Oost- Vlaanderen volwassenenonderwijs in:! Sint-Niklaas Lokeren Dendermonde (consortium IX)! Aalst Oudenaarde Ronse Ninove (consortium X)! Gent Eeklo (consortium XI) In zitting van 6 september 2007 keurde u de oprichting van het consortium XI Gent-Eeklo goed. In het bijgevoegd ontwerp van besluit wordt de oprichting van het consortium volwassenenonderwijs IX (Sint-Niklaas Lokeren Dendermonde) voorgelegd.
p. 2/11 De consortia dienen volgende 6 doelstellingen na te streven die vooral gericht zijn op samenwerking, kwaliteitsverbetering en professionalisme:! Het aanbod van opleidingen optimaliseren en op elkaar afstemmen. Het huidige aanbod in de centra is bijzonder breed en divers. Een betere afstemming en samenwerking kan de kwaliteit, alsook de breedte en het laagdrempelig karakter van het aanbod naar de cursist toe verder optimaliseren.! De samenwerking en afstemming met andere publieke verstrekkers van opleidingen voor volwassenen nastreven. Afspraken en afstemming kan ook hier leiden tot een meer rationele inzet van de bestaande middelen en tot een algemeen betere dienstverlening naar de cursist toe. Dit alles moet dan weer leiden tot een verhoogde participatie aan levenslang leren.! Knelpunten, behoeften en oplossingen inzake opleidingen voor volwassenen signaliseren aan de overheid.! Als intermediair aanspreekpunt fungeren tussen de centra en andere opleidingsverstrekkers en socio-culturele en sociaalecomische actoren. Tot nu toe was de samenwerking tussen deze actoren en het volwassenenonderwijs niet zo evident, omdat weinigen een helder beeld hebben van het landschap volwassenenonderwijs en een duidelijk aanspreekpunt missen. Het maken van afspraken moet vaak met elk centrum apart gebeuren, wat maakt dat sommige actoren afhaken en andere partners zoeken. Om dit op te vangen kan het consortium als duidelijk aanspreekpunt fungeren.! De dienstverlening optimaliseren voor de cursisten in de centra. Door de krachten te bundelen kunnen de investeringen in kwaliteitszorg en optimale dienstverlening nog beter renderen. Bepaalde inspanningen kunnen niet door een individueel centrum gedragen worden, zowel op vlak van middelen als op vlak van deskundigheid.! Alle mogelijke vormen van samenwerking tussen de centra stimuleren en ondersteunen.
p. 3/11 De overheid kent in het decreet tevens een aantal opdrachten toe aan de consortia. De mate waarin het consortium uitvoering geeft aan deze opdrachten is een subsidiëringsvoorwaarde. Het gaat om de volgende opdrachten:! De realisatie van de 6 voormelde doelstellingen.! De opmaak van een vijfjaarlijks opleidingsplan voor het werkingsgebied. Dit plan omvat ten minste de volgende elementen: Een omgevingsanalyse van de opleidingsbehoeften in het werkingsgebied. Indien het consortium tot een optimale afstemming van het opleidingsaanbod wil komen, is het belangrijk dat de centra op de hoogte zijn van de regionale opleidingsnoden en het reeds bestaande aanbod. Een overeenkomst waaruit blijkt dat het opleidingsaanbod van de centra voor volwassenenonderwijs enerzijds en het opleidingsaanbod voor de centra voor basiseducatie anderzijds op elkaar afgestemd zijn en op elkaar aansluiten. Het aanbod van de centra voor basiseducatie kan als complementair aan dat van de centra voor volwassenenonderwijs worden beschouwd. In basiseducatie gaat het immers over fundamentele vaardigheden die men in voldoende mate moet beheersen om vlot in de huidige samenleving te kunnen functioneren, maar ook om met een grotere kans op slagen een opleiding in een centrum voor volwassenenonderwijs te volgen. Indien een kandidaat-cursist niet over de nodige vaardigheden beschikt, is een doorverwijzing naar een aanbod basiseducatie te verkiezen. Een overzicht waaruit blijkt dat er op voldoende toegankelijke wijze opleidingen basiseducatie, opleidingen van het studiegebied algemene vorming en opleidingen van het studiegebied Nederlands tweede taal worden georganiseerd. Op die manier wordt gegarandeerd dat het volwassenenonderwijs zijn emancipatorische rol ten aanzien van de zwakkeren in de samenleving ten volle kan realiseren. Een afsprakenkader waarin de samenwerking met de andere publieke verstrekkers van opleidingen voor volwassenen nader wordt bepaald, in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van opleidingsinfrastructuur, lesmateriaal en deelname aan cursussen. Het betreft hier geen eenzijdige opdracht voor het volwassenenonderwijs. In de beheersovereenkomst tussen de VDAB en de Vlaamse regering is een identieke clausule opgenomen. Dat zal ook het geval worden in de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse regering en Syntra.
p. 4/11! De organisatie van een ombudsdienst. De ombudsdienst is een bemiddelingsorgaan op niveau van het consortium voor geschillen tussen cursisten en een centrum. De ombudsdienst doet aan 2 de - lijnsklachtenmanagement. Hij komt tussen indien de mogelijkheden om het conflict op centrumniveau op te lossen, uitgeput zijn. De cursist dient dus bij een conflict eerst en vooral de klachtenprocedure van het centrum te volgen. De klachten die door de ombudsdienst kunnen behandeld worden hebben betrekking op de uitvoering van de onderwijsopdrachten en bevoegdheden die door dit decreet of door de Vlaamse regering worden toegekend aan de centra, nl. inschrijvingsgelden, kosten van cursus- en lesmateriaal, toelatingsvoorwaarden, leermiddelen en infrastructuur, organisatie van het opleidingsaanbod, wijze en procedure van evaluatie, informatieverstrekking. De ombudsdienst mag nooit volgende zaken behandelen: conflicten tussen personeel en directie, conflicten tussen centra onderling, klachten ivm de deskundigheid van een individueel personeelslid, klachten ivm het agogisch project van het centrum en klachten over de wijze waarop de resultaten van een evaluatie beoordeeld en geïnterpreteerd worden.! Een samenwerkingsprotocol afsluiten met de Huizen van het Nederlands, in het bijzonder over de implementatie van artikel 36. Dit artikel bepaalt dat de bevoegdheid voor de organisatie en coördinatie van de intake, testing en doorverwijzing van cursisten die niet beschikken over een studiebewijs Nederlands tweede taal uitsluitende bij de Huizen van het Nederlands ligt.! Een met redenen omkleed advies verlenen over de aanvragen van de centra voor volwassenenonderwijs voor het verkrijgen van bijkomende onderwijsbevoegdheid voor bepaalde opleidingen. Het is daarbij de bedoeling dat het consortium zijn adviezen baseert op het vijfjaarlijkse opleidingsplan.! Een met redenen omkleed advies verlenen over de aanvragen van de centra voor volwassenenonderwijs voor het aanwenden van leraarsuren en ambten op basis van een puntenenveloppe in bijkomende vestigingsplaatsen. Ook hier is het de bedoeling dat het advies gebaseerd wordt op het vijfjaarlijkse opleidingsplan.! De coördinatie en ondersteuning van de centra bij de organisatie van duale projecten en geïntegreerd leren. Cursisten die over onvoldoende startcompetenties beschikken, krijgen een aangepast leertraject of een neventraject. In sommige gevallen kan dit traject niet gevolgd worden in het centrum waar de cursist zijn hoofdopleiding wenst te volgen. Voor de centra is het dan niet altijd evident om voor de cursist een geschikt leertraject uit te stippelen. Wanneer zo een aanbod bestaat is het voor de cursist niet altijd mogelijk beide opleidingen organisatorisch op elkaar af te stemmen. Het consortium dient hier een coördinerende rol op te nemen zodat meer van dergelijke duale of geïntegreerde trajecten mogelijk zijn. Het consortium legt contacten tussen de centra, probeert globale afspraken
p. 5/11 te maken of helpt het centrum bij het zoeken naar een specifiek aangepast aanbod.! De coördinatie en ondersteuning van de centra bij de uitwerking van een onderwijs- en vormingsbeleid voor gedetineerden, de organisatie van het detecteren van de onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden en de begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden. Elk consortium op wiens grondgebied zich een strafinstelling bevindt, krijgt en onderwijsverantwoordelijke voor onderwijs aan gedetineerden en dit in verhouding tot het aantal gedetineerden in de betreffende regio. De centra dienen met de toegekende voltijds equivalenten leerkrachten een behoeftedekkend en aangepast onderwijsaanbod uit te bouwen. Hierover dienen afspraken gemaakt te worden binnen het consortium.! Alle opdrachten, die een centrumbestuur apart aan het consortium toewijst of die de centra gezamenlijk aan het consortium toewijzen, uitvoeren. Het consortium kan nooit over onderwijsbevoegdheid beschikken. Dit betekent dat de centra/inrichtende macht verantwoordelijk blijven voor hun kerntaken zoals de inrichting van onderwijs volgens het eigen didactisch plan en agogisch concept, de recrutering, intake en begeleiding van cursisten, het aanwerven van personeel, het voeren van een eigen personeelsbeleid, het verzorgen van administratie in 1 ste lijn, het uitbouwen van een kwaliteitszorgsysteem in 1 ste lijn,. De consortia krijgen aldus bevoegdheden die de onderwijsbevoegdheid van elk van de deelnemende schoolbesturen niet inperkt. Het gaat hier om een coöperatief model, gelijkaardig aan de scholengemeenschappen (scholen volledig leerplan) waarbij het samenwerkingsverband niet in de plaats treedt van de deelnemende inrichtende machten. Om voor subsidies in aanmerking te komen dient elk consortium aan volgende voorwaarden te voldoen:! Het consortium dient opgericht te worden in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk conform de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen. De vzw-structuur biedt de nodige soepelheid om te toegekende opdrachten te kunnen realiseren. De vzw-wetgeving laat voldoende ruimte aan de overheid voor het voeren van een kwaliteitscontrole en een financiële controle.! Alle centrumbesturen van erkende centra met een hoofdvestigingsplaats of een vestigingsplaats in het werkingsgebied van het consortium moeten zich kunnen aansluiten bij het consortium.
p. 6/11! Binnen het werkingsgebied van elk consortium wordt 1 centrum voor basiseducatie gesubsidieerd. Wil het consortium in aanmerking komen voor subsidiëring, dan dient het centrum voor basiseducatie eraan te participeren.! De voornaamst beslissingsmacht van het consortium dient bij de algemene vergadering te liggen. Alle decretale opdrachten toegekend aan de consortia moeten door de algemene vergadering uitgevoerd worden.! Er dient een afgevaardigd bestuurder te worden aangesteld die de leiding op zich neemt.! Jaarlijks dient een activiteitenverslag en een financieel rapport te worden opgesteld en dit met het oog op de controle op de aanwending van de ontvangen subsidies als op een correcte uitvoering van de toegekende opdrachten. De subsidiëring van de consortia gebeurt via een subsidie-enveloppe waarmee alle uitgaven dienen te gebeuren. Deze enveloppe wordt bepaald op basis van de beschikbare kredieten in de begroting en kan jaarlijks wijzigen. De enveloppe bedraagt ten minste 3 600 000 euro. Er worden geen verdere bepalingen over de aanwending van de enveloppe voorzien. Wel wordt een deel van de middelen voorbehouden voor de opdracht om het onderwijsaanbod voor gedetineerden te coördineren, namelijk 650 000 euro. De Vlaamse regering sluit met elk consortium een vijfjaarlijkse samenwerkingsovereenkomst af over de uitvoering van de opdrachten en de aanwending van de toegekende subsidie. De verdeling van de enveloppe over de 13 consortia gebeurt op basis van het totale volume aan lesurencursist die de aangesloten centra gegenereerd hebben. Om geen jaarlijkse verschuivingen te hebben in de subsidies wordt de verdeling van de enveloppe elke 5 jaar herbekeken bij het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst. De middelen voor coördinatie van het onderwijs aan gedetineerden worden verdeeld op basis van het aantal gedetineerden in het werkingsgebied van het consortium. De subsidie wordt jaarlijks met ingang van 1 januari 2008 aangepast aan de evolutie van het prijsindexcijfer. De bepalingen in verband met de subsidiëring van consortia volwassenenonderwijs treden pas in werking met ingang van 1 september 2008. Er is evenwel een overgangsbepaling voorzien waarbij de consortia vroeger subsidieerbaar zijn, namelijk vanaf 1 januari 2008 mits het indienen van een aanvraagdossier voor 1 februari 2008 en het voldoen aan de voorwaarden voor subsidiëring.
p. 7/11 Voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 augustus 2008 wordt een subsidie toegekend die gelijk is aan (A+B) x 0,0505 euro. A is het aantal lesurencursist gerealiseerd door de centra voor volwassenenonderwijs tijdens de referteperiode van 1 februari 2006 tot en met 31 januari 2007. B is het aantal lesurencursist gerealiseerd door de centra voor basiseducatie tijdens het schooljaar 2005-2006. De subsidie wordt als volgt uitbetaald: een voorschot van 70% op 15 april 2008 en een saldo van 30% nadat het consortium een financieel rapport en een activiteitenverslag heeft ingediend. In 2012 zal de Vlaamse regering de werking van de consortia evalueren. Er zal nagegaan worden of de geïnvesteerde middelen wel maximaal renderen en of het samenwerkingsmodel voldoet aan de noden van de centra en of alle doelstellingen en opdrachten in voldoende mate bereikt zijn. Op basis van deze evaluatie kan het samenwerkingsbeleid en model bijgestuurd worden. In 2009 zal de Vlaamse regering nagaan in welke mate de structuur zoals die voorzien is in dit decreet, effectief tot stand gekomen is en functioneert. De audit in 2009 betreft dus eerder een organisatorische doorlichting. In elk consortium wordt tevens een lokaal onderhandelingscomité opgericht dat samengesteld is uit een afvaardiging van het bestuur van het consortium en een afvaardiging van het personeel van de centra die behoren tot het werkingsgebied van het consortium. Het comité is bevoegd om te onderhandelen over aangelegenheden waarvoor het consortium bevoegd is voor zover deze aangelegenheden een repercussie kunnen hebben op de arbeidsomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de onderliggende centra en/of van het consortium zelf. Op initiatief van de algemeen directeur van het provinciaal onderwijs zijn alle betrokken centra in de regio Sint-Niklaas Lokeren Dendermonde rond de tafel gaan zitten. Uit de gesprekken is gebleken dat er een grote bereid bestaat om het consortium IX zo snel mogelijk op te starten en een dossier voor subsidiëring in te dienen vanaf 1 januari 2008. De medewerking van de provincie aan de opstart van dit consortium is een uitvoering van het algemeen beleidsprogramma 2007-2012: "Tijdens de vorige bestuursperiode heeft de provincie een voortrekkersrol gespeeld in de fusie van de verschillende NT2-loketten in de provincie tot één provinciaal Huis van het Nederlands. Een vergelijkbare operatie dient zich tijdens de huidige bestuursperiode aan, gezien de Vlaamse gemeenschap tot een regionale bundeling wil komen van het volwassenenonderwijs. In deze en mogelijk andere bovenlokale onderwijsprojecten wil de provincie een actieve en constructieve rol (blijven) spelen." Vanaf 1 september 2008 zijn enkel centra met meer dan 720 000 lesurencursist niet verplicht om deel te nemen aan een consortium. Centra met minder dan 720 000 lesurencursist zijn dan verplicht om deel te nemen aan een consortium, willen ze subsidieerbaar blijven. Bij deelname aan een consortium bedraagt de rationalisatienorm 120 000 lesurencursist.
p. 8/11 Concreet voor wat betreft het consortium IX is momenteel enkel het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Waas en Durme met 830 250 lesurencursist (gegevens schooljaar 2006-2007) niet verplicht om vanaf 1 september 2008 in een consortium te stappen. Het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Scheldeland (182 700 lesurencursist) zal om subsidieerbaar te blijven, sowieso verplicht in het consortium dienen te stappen vanaf 1 september 2008. Naast het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Waas en Durme en het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Scheldeland nemen volgende centra deel aan het consortium IX:! Centrum voor Volwassenenonderwijs Leerstad Lokeren (inrichtende macht: scholengroep 18 Schelde-Dender-Durme)! Centrum voor Volwassenenonderwijs Temse (inrichtende macht: gemeente Temse)! Centrum voor Volwassenenonderwijs Janitor Sint-Niklaas (inrichtende macht: scholengroep 17)! Centrum voor Basiseducatie Waasland (inrichtende macht: vzw Centrum Basiseducatie Sint-Niklaas)! Centrum Basiseducatie Leerpunt (inrichtende macht: vzw Centrum Basiseducatie Dendermonde)! Centrum voor Volwassenenonderwijs LBC-NVK Sint-Niklaas (inrichtende macht: vzw Volwassenenonderwijs LBC-NVK)! Centrum voor Volwassenenonderwijs ISBO Lokeren (inrichtende macht: vzw Secundaire Leergangen)! Centrum voor Volwassenenonderwijs VIVA Oost-Vlaanderen Dendermonde (inrichtende macht: vzw Centrum voor Volwassenenonderwijs VIVA)! Centrum voor Volwassenenonderwijs IVV de Avondschool met vestigingsplaats te Wetteren (inrichtende macht: scholengroep Pantarhei)! Vrije Taal- en Handelsleergangen Centrum voor Volwassenenonderwijs met vestigingsplaats te Dendermonde (inrichtende macht: vzw Katholiek Onderwijs Land van Aalst)! Vrij Technisch Instituut Centrum voor Volwassenenonderwijs met vestigingsplaats te Dendermonde (inrichtende macht: vzw Ecov Aalst)
p. 9/11 Conform het decreet volwassenenonderwijs hebben deze centra een consortium met vzw-structuur opgericht en de nodige statuten geschreven. De oprichting van deze vzw gebeurt in toepassing van artikel 188 van het provinciedecreet in verband met de deelname van de provincies aan rechtspersonen. De statuten van het consortium bevatten de volgende elementen:! Naam, zetel, doel en duur van de vereniging. De zetel is gevestigd te Het doel van de vzw is conform de geformuleerde doelstellingen in het decreet volwassenenonderwijs. De vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur.! Leden De leden van de vereniging betalen geen lidgeld en ze nemen geen persoonlijke verplichtingen op zich en staan niet borg met hun eigen goederen voor de verbintenissen van de vereniging.! Algemene Vergadering Samenstelling Zie pagina 10 van dit verslag. Bevoegdheden Conform de bepalingen van de vzw-wetgeving en het decreet volwassenenonderwijs. De voornaamste beslissingsbevoegdheid ligt bij de algemene vergadering.! Raad van Bestuur Samenstelling Zie pagina 10 van dit verslag. Ambtsbeëindiging van de bestuurders Bevoegdheden van de bestuurders De raad van bestuur leidt en vertegenwoordigt de vereniging en kan alle handelingen stellen die niet uitdrukkelijk door de wet of de statuten aan de algemene vergadering zijn voorbehouden. Bestuursfuncties Werking en beslissingsprocedures Vertegenwoordiging Aansprakelijkheid De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan met betrekking tot de verbintenissen die de vereniging aangaat.
p. 10/11! Financiën Ontbinding en vereffening Diverse bepalingen Conform de bepalingen van de vzw-wetgeving en het decreet volwassenenonderwijs. De algemene vergadering bestaat uit 2 afgevaardigden per erkend centrum, waarvan 1 directielid, voor wat betreft de centra met hoofdvestigingsplaats binnen het consortium en 1 afgevaardigde per erkend centrum voor wat betreft de centra met hoofdvestigingsplaats buiten het consortium. Bij verhindering van deze vertegenwoordiger wordt deze vervangen door een vaste plaatsvervanger. De provincie Oost-Vlaanderen heeft dus recht op 4 vertegenwoordigers en 4 plaatsvervangers binnen de algemene vergadering van het consortium. 2 van deze 4 vertegenwoordigers moeten leden zijn van de directie van de provinciale centra (1 directielid per centrum). Iedere afgevaardigde heeft 1 stem in de algemene vergadering. Een afgevaardigde of zijn vaste plaatsvervanger kan aan een andere afgevaardigde of zijn vaste plaatsvervanger een volmacht geven voor de algemene vergadering. Een gevolmachtigde kan slechts 1 volmacht dragen. De algemene vergadering kan derden uitnodigen tot het bijwonen van de vergadering, hetzij waarnemend, hetzij met raadgevende stem. De voorwaarden hiertoe zullen in het huishoudelijk reglement bepaald worden. De algemene vergadering wordt geldig bijeengeroepen door de raad van bestuur of wanneer ten minste 1/5 van de leden daartoe schriftelijk verzoek richt tot de voorzitter van de raad van bestuur telkens als het doel en de opdrachten van de vereniging dit vereisen. De vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur. Het aantal bestuurders moet steeds lager zijn dan het aantal leden en minimum 3 bedragen. De algemene vergadering benoemt de bestuurders. De provincie Oost-Vlaanderen duidt 2 directieleden van de centra aan als bestuurders. De raad van bestuur kan derden uitnodigen tot het bijwonen van de vergadering, hetzij met waarnemende, hetzij met raadgevende stem. De voorwaarden hiertoe zullen bepaald worden in het huishoudelijk reglement. De bestuurders worden benoemd voor een periode die gelijkstaat met de aanstelling als directielid, tenzij hun mandaat voortijdig wordt herroepen door het lid dat hen heeft afgevaardigd. De bestuurders oefenen hun mandaat kosteloos uit, tenzij de algemene vergadering dit anders zou bepalen. Uittredend bestuurders blijven ook na het verstrijken van hun mandaat in dienst, totdat in hun vervanging is voorzien. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder of aan een vertegenwoordiger van de algemene vergadering schriftelijk volmacht geven voor de vergadering
p. 11/11 van de raad van bestuur. Een gevolmachtigde kan evenwel slechts 1 volmacht dragen. Elke bestuurder beschikt over 1 stem. Het mandaat van de bestuurder eindigt door afzetting door de algemene vergadering, door vrijwillig ontslag, door het verstrijken van de aanstelling als directielid, door de herroeping van het mandaat als lid van de algemene vergadering door de inrichtende macht, overlijden of in geval van wettelijke onbekwaamheid. In al deze gevallen dient binnen de kortst mogelijke termijn voorzien te worden in haar/zijn vervanging door de algemene vergadering. Na het akkoord van de diverse inrichtende machten in verband met de oprichting van het consortium, worden de ontwerpstatuten door de stichtingsvergadering goedgekeurd. Onmiddellijk na de goedkeuring van de statuten gaan de stichters over tot een eerste algemene vergadering. De stichters zijn immers de eerste werkende leden en vormen samen de algemene vergadering. Op die eerste algemene vergadering wordt tevens de bestuurder benoemd. De volgende stap is het opmaken van een vzw-dossier tot neerlegging en publicatie van de statuten in het Belgisch Staatsblad. Van zodra de statuten gepubliceerd worden, verwerft de vzw rechtspersoonlijkheid. Tot de publicatie heeft het consortium het statuut van 'vzw in oprichting'. Zij kan dan reeds verbintenissen aangaan mist de vzw rechtspersoonlijkheid verwerft binnen de 2 jaar volgend op het ontstaan van de afgesloten verbintenis en indien de vzw deze verbintenis bekrachtigt binnen de 6 maanden na het verwerven van rechtspersoonlijkheid. Om in aanmerking te komen voor subsidiëring vanaf 1 januari 2008 dient het consortium voor 1 februari 2008 gesticht te zijn, dienen de statuten goedgekeurd te zijn en dient de algemene vergadering samengesteld te zijn. De vzw dient nog geen rechtspersoonlijkheid te hebben. Uw vergadering wordt uitgenodigd om! Akkoord te gaan met de stichting van het consortium IX vzw, waarbij de Provincie Oost-Vlaanderen medestichter is en optreedt als inrichtende macht voor het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Scheldeland en het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Waas en Durme en met de ontwerpstatuten van het consortium.! 4 vertegenwoordigers (waarvan 2 directieleden: 1 per centrum) en hun vaste plaatsvervangers aan te duiden voor de algemene vergadering en 2 bestuurders (directieleden van de centra) voor te dragen voor de raad van bestuur van het consortium volwassenenonderwijs IX vzw. Gent, Namens de Deputatie : de Provinciegriffier, Albert De Smet de bevoegde Gedeputeerde, Peter Hertog