Publicatieblad van de Europese Unie L 77. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 62e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 20 maart 2019.

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2014 (OR. en) 7911/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0079 (NLE) PECHE 147

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

OTA BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 januari 2015 (OR. en)

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/304. Amendement

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

Brussel, 14 mei 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0303 ( LE) AMLAT 99 PESC 1390 WTO 388

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (NLE) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 april 2011 (OR. en) 8202/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0392 (NLE) PECHE 84

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

Publicatieblad van de Europese Unie L 222. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

*** ONTWERPAANBEVELING

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

5307/10 VP/mm DG H 2 B

61e jaargang 9 augustus 2018

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

EUROPESE CENTRALE BANK

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

Publicatieblad van de Europese Unie L 219. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal.

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Transcriptie:

Publicatieblad van de Europese Unie L 77 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 20 maart 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN Verordening (EU) 2019/440 van de Raad van 29 november 2018 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko en het bijbehorende uitvoeringsprotocol... 1 Besluit (EU) 2019/441 van de Raad van 4 maart 2019 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst 4 Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko 8 VERORDENINGEN Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/442 van de Commissie van 12 december 2018 tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/587 ter precisering van de vereiste om in de prijzen de heersende marktomstandigheden tot uiting te laten komen en ter actualisering en rectificatie van sommige bepalingen ( 1 )... 56 Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/443 van de Commissie van 13 februari 2019 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/588 wat betreft de mogelijkheid om het gemiddelde dagelijkse aantal transacties aan te passen voor een aandeel indien het handelsplatform met de hoogste omzet in dat aandeel buiten de Unie gevestigd is ( 1 )... 59 Uitvoeringsverordening (EU) 2019/444 van de Commissie van 19 maart 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wat betreft de formulieren voor de verbintenissen van de borg en de in de douanewaarde op te nemen luchtvrachtkosten in het licht van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie... 61 ( 1 ) Voor de EER relevante tekst. (Vervolg z.o.z.) Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/445 van de Commissie van 19 maart 2019 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 367/2014 tot vaststelling van het nettosaldo dat voor de uitgaven uit het ELGF beschikbaar is... 64 Uitvoeringsverordening (EU) 2019/446 van de Commissie van 19 maart 2019 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft ( 1 )... 67 BESLUITEN Besluit (EU) 2019/447 van de Raad van 15 maart 2019 tot benoeming van een plaatsvervanger van het Comité van de Regio's, voorgedragen door de Italiaanse Republiek... 73 Besluit (EU) 2019/448 van de Raad van 18 maart 2019 betreffende de indiening van een voorstel, namens de Europese Unie, om methoxychloor op te nemen in bijlage A bij het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen... 74 Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/449 van de Commissie van 18 maart 2019 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 van de Commissie inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 2024)... 76 Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/450 van de Commissie van 19 maart 2019 inzake de bekendmaking van de Europese beoordelingsdocumenten (EBD's) voor bouwproducten die zijn opgesteld ter ondersteuning van Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )... 78 Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/451 van de Commissie van 19 maart 2019 inzake de geharmoniseerde normen voor bouwproducten die zijn opgesteld ter ondersteuning van Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )... 80 ( 1 ) Voor de EER relevante tekst.

20.3.2019 L 77/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN VERORDENING (EU) 2019/440 VAN DE RAAD van 29 november 2018 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko en het bijbehorende uitvoeringsprotocol DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Commissie heeft namens de Europese Unie onderhandeld over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko ( de visserijovereenkomst ), een nieuw bijbehorend uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst. (2) Overeenkomstig Besluit (EU) 2018/2068 van de Raad ( 1 ) zijn de visserijovereenkomst, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst ondertekend op 14 januari 2019, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip. (3) Het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst heeft een looptijd van vier jaar vanaf de datum waarop het van toepassing wordt, zoals bepaald in artikel 16 van het protocol. (4) De vangstmogelijkheden dienen over de lidstaten te worden verdeeld voor de volledige periode van toepassing van het protocol voor de uitvoering van de visserijovereenkomst. (5) Deze verordening moet op van toepassing worden op de datum waarop het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst van toepassing wordt, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld op grond van het uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko ( de visserijovereenkomst ), worden als volgt over de lidstaten verdeeld: Visserijcategorie Vaartuigtype Lidstaat Vergunningen of quota Ambachtelijke pelagische visserij noord Zegenvisserijvaartuigen < 150 brutotonnage (BT) Spanje 22 ( 1 ) Besluit (EU) 2018/2068 van de Raad van 29 november 2018 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst (PB L 331 van 28.12.2018, blz. 1).

L 77/2 20.3.2019 Visserijcategorie Vaartuigtype Lidstaat Vergunningen of quota Ambachtelijke visserij noord Ambachtelijke visserij zuid Demersale visserij Tonijnvisserij Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug < 40 BT Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug 40 BT < 150 BT Lijn en hengel < 150 BT per vaartuig Totaal 800 BT Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug 150 BT Trawlers 750 BT Totaal 3 000 BT Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel Spanje 25 Portugal 7 Portugal 3 Spanje 10 Spanje 7 Portugal 4 Spanje 5 Italië 0 Spanje 23 Frankrijk 4 Industriële pelagische visserij 85 000 ton (t) in het eerste jaar 90 000 ton in het tweede jaar 100 000 ton in het derde en in het vierde jaar Indeling van de vaartuigen die mogen vissen: 10 vaartuigen 3 000 BT en < 7 765 BT 4 vaartuigen 150 BT en < 3 000 BT 4 vaartuigen < 150 BT Eerste jaar: 85 000 t Duitsland Litouwen Letland Nederland Ierland 6 871,2 t 21 986,3 t 12 367,5 t 26 102,4 t 3 099,3 t Polen 4 807,8 t Verenigd Koninkrijk 4 807,8 t Spanje 496,2 t Portugal 1 652,2 t Frankrijk 2 809,3 t Tweede jaar: 90 000 t Duitsland 7 275,4 t Litouwen 23 279,6 t Letland 13 095,0 t Nederland 27 637,9 t Ierland 3 281,6 t Polen 5 090,6 t Verenigd Koninkrijk 5 090,6 t Spanje 525,4 t

20.3.2019 L 77/3 Visserijcategorie Vaartuigtype Lidstaat Portugal Frankrijk Vergunningen of quota 1 749,4 t 2 974,5 t Derde en vierde jaar: 100 000 t Duitsland Litouwen Letland Nederland Ierland Polen Verenigd Koninkrijk Spanje Portugal Frankrijk 8 083,8 t 25 866,3 t 14 550,0 t 30 708,8 t 3 646,3 t 5 656,3 t 5 656,3 t 583,8 t 1 943,8 t 3 305,0 t 2. Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) is van toepassing onverminderd de visserijovereenkomst, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van de datum van toepassing van het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 29 november 2018. Voor de Raad De voorzitter M. SCHRAMBÖCK ( 2 ) Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).

L 77/4 20.3.2019 BESLUIT (EU) 2019/441 VAN DE RAAD van 4 maart 2019 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v), en artikel 218, lid 7, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement ( 1 ), Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 22 mei 2006 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 764/2006 ( 2 ) betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko ( de overeenkomst ) vastgesteld. De overeenkomst is vervolgens stilzwijgend verlengd. (2) Het meest recente protocol voor de uitvoering van de overeenkomst en tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in die overeenkomst, is verstreken op 14 juli 2018. (3) In zijn arrest in zaak C-266/16 ( 3 ) heeft het Hof, als antwoord op een prejudiciële vraag over de geldigheid en de uitlegging van de overeenkomst en het bijbehorende uitvoeringsprotocol, geoordeeld dat noch de overeenkomst noch het bijbehorende uitvoeringsprotocol van toepassing is op de wateren die grenzen aan het grondgebied van de Westelijke Sahara. (4) De Unie loopt niet vooruit op de afloop van het door de Verenigde Naties geleide politieke proces inzake de uiteindelijke status van de Westelijke Sahara en blijft zich uitspreken voor een oplossing voor het geschil in de Westelijke Sahara, dat momenteel door de Verenigde Naties op de lijst van niet-zelfbesturende gebieden is geplaatst en vandaag de dag grotendeels door het Koninkrijk Marokko wordt bestuurd. Zij staat volledig achter de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en zijn persoonlijke gezant om de partijen te helpen tot een rechtvaardige, duurzame en wederzijds aanvaardbare politieke oplossing te komen, die recht doet aan het zelfbeschikkingsrecht van de bevolking van de Westelijke Sahara in het kader van regelingen die in overeenstemming zijn met de doelen en beginselen in het Handvest van de Verenigde Naties, zoals geformuleerd in de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR), en met name de Resoluties 2152 (2014), 2218 (2015), 2285 (2016), 2351 (2017) en 2414 (2018) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. (5) Het is van belang dat de vloten van de Unie de visserijactiviteiten die zij sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst verrichten, kunnen voortzetten en dat het toepassingsgebied van de overeenkomst wordt vastgesteld teneinde daarin de aan het grondgebied van de Westelijke Sahara grenzende wateren op te nemen. De voortzetting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij is bovendien essentieel opdat dit gebied voordeel kan blijven halen uit de sectorale steun die in het kader van de overeenkomst wordt geboden volgens het Unierecht en het internationaal recht, met inbegrip van de mensenrechten, en ten bate van de betrokken bevolking. (6) Met het oog daarop heeft de Raad de Commissie op 16 april 2018 gemachtigd onderhandelingen te starten met het Koninkrijk Marokko teneinde de overeenkomst te wijzigen en een nieuw uitvoeringsprotocol overeen te komen. Na afloop van die onderhandelingen is op 24 juli 2018 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko ( de visserijovereenkomst ) geparafeerd, alsmede een nieuw uitvoeringsprotocol, met de bijlage en aanhangsels bij dat protocol, en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst die een integrerend onderdeel uitmaakt van de visserijovereenkomst. ( 1 ) Goedkeuring van 12 februari 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). ( 2 ) Verordening (EG) nr. 764/2006 van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 141 van 29.5.2006, blz. 1). ( 3 ) Arrest van het Hof van Justitie van 27 februari 2018, Western Sahara Campaign UK, C 266/16, ECLI:EU:C:2018:118.

20.3.2019 L 77/5 (7) De visserijovereenkomst heeft tot doel het voor de Unie en het Koninkrijk Marokko mogelijk te maken om nauwer samen te werken met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de in de visserijovereenkomst afgebakende visserijzone, en het Koninkrijk Marokko ondersteuning te bieden bij zijn inspanningen om de visserijsector en een blauwe economie te ontwikkelen. De overeenkomst draagt op die manier bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen die de Unie in het kader van artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie nastreeft. (8) De Commissie heeft een beoordeling verricht van de mogelijke gevolgen van de visserijovereenkomst voor de duurzame ontwikkeling, met name wat betreft de voordelen voor de betrokken bevolking en de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen in de betrokken gebieden. (9) In lijn met deze beoordeling wordt ervan uitgegaan dat de visserijovereenkomst de betrokken bevolking zeer ten goede zal komen wegens de positieve sociaal-economische effecten op die bevolking, met name op het gebied van werkgelegenheid en investeringen, en wegens de impact ervan op de ontwikkeling van de visserijsector en de visverwerkende sector. (10) Ook zou de visserijovereenkomst de beste garantie zijn dat de natuurlijke hulpbronnen in de aan de Westelijke Sahara grenzende wateren op duurzame wijze worden geëxploiteerd, aangezien de visserijactiviteiten stroken met de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en aanbevelingen ter zake en onderworpen zijn aan passende maatregelen op het gebied van monitoring en controle. (11) Gelet op de overwegingen in het arrest van het Hof van Justitie heeft de Commissie, in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, in de huidige context alle redelijke en haalbare maatregelen genomen om de betrokken bevolking op passende wijze bij de procedure te betrekken teneinde zich van hun instemming te vergewissen. Uitgebreide raadplegingen hebben plaatsgevonden in de Westelijke Sahara en in het Koninkrijk Marokko, en de sociaal-economische en politieke actoren die aan de raadplegingen hebben deelgenomen, waren duidelijk voorstander van het sluiten van de visserijovereenkomst. Het Polisariofront en enkele andere partijen wensten echter niet deel te nemen aan de raadplegingsprocedure. (12) Diegenen die niet wensten deel te nemen aan de procedure, hebben de toepassing van de visserijovereenkomst en het bijbehorende uitvoeringsprotocol op de aan de Westelijke Sahara grenzende wateren afgewezen, omdat zij in essentie vinden dat deze handelingen de positie van het Koninkrijk Marokko in de Westelijke Sahara zou bekrachtigen. Noch uit de bewoordingen van deze visserijovereenkomst noch uit die van het bijbehorende uitvoeringsprotocol kan echter in enig opzicht worden afgeleid dat daarmee de soevereiniteit of de soevereine rechten van het Koninkrijk Marokko over de Westelijke Sahara en de aangrenzende wateren worden erkend. Bovendien zal de Unie met nog grotere inspanningen het proces blijven steunen dat onder leiding van de Verenigde Naties is begonnen en wordt voortgezet om tot een vreedzame oplossing van het geschil te komen. (13) Overeenkomstig Besluit (EU) 2018/2068 van de Raad ( 4 ) zijn de visserijovereenkomst, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst, ondertekend op 14 januari 2019, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum. (14) De visserijovereenkomst, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst dienen te worden goedgekeurd. (15) Bij artikel 13 van de visserijovereenkomst is een gemengde commissie opgericht die belast is met de monitoring van de toepassing van de overeenkomst. De gemengde commissie kan wijzigingen van het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst vaststellen overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de visserijovereenkomst. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken, moet de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko ( de overeenkomst ), het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de visserijovereenkomst worden namens de Unie goedgekeurd. De teksten van de visserijovereenkomst, van het bijbehorende uitvoeringsprotocol, met de bijlage en aanhangsels bij dat protocol, en van de briefwisseling bij de visserijovereenkomst zijn aan dit besluit gehecht. ( 4 ) Besluit (EU) 2018/2068 van de Raad van 29 november 2018 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol alsook de briefwisseling bij de overeenkomst (PB L 331 van 28.12.2018, blz. 1).

L 77/6 20.3.2019 Artikel 2 Aan de Commissie wordt volgens de voorwaarden van de bijlage bij dit besluit de bevoegdheid verleend om, namens de Unie, haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst die worden vastgesteld door de bij artikel 13 van de visserijovereenkomst ingestelde gemengde commissie. Artikel 3 De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de kennisgeving als bedoeld in artikel 17 van de visserijovereenkomst en artikel 15 van het bijbehorende uitvoeringsprotocol. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het. Gedaan te Brussel, 4 maart 2019. Voor de Raad De voorzitter A. ANTON

20.3.2019 L 77/7 BIJLAGE Reikwijdte van de verleende bevoegdheden en procedure voor de vaststelling van het standpunt van de Unie in de gemengde commissie 1. De Commissie is gemachtigd om met het Koninkrijk Marokko te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 in deze bijlage, haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst die betrekking hebben op de volgende aspecten: a) de herziening van de vangstmogelijkheden en, bijgevolg, van de in artikel 12, lid 2, onder a) en b), van de visserijovereenkomst bedoelde financiële tegenprestatie; b) de bepalingen inzake de sectorale steun en, bijgevolg, de in artikel 12, lid 2, onder c), van de visserijovereenkomst bedoelde financiële tegenprestatie; c) de technische voorwaarden en modaliteiten waaronder de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten verrichten. 2. In de gemengde commissie die bij de visserijovereenkomst is ingesteld: a) handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft; b) ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en die passen in de context van gezamenlijk beheer door de kuststaten. 3. Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het uitvoeringsprotocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden. 4. Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties. 5. Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde standpunt van de Unie door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde standpunt van de Unie in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naargelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak aan de Raad voorgelegd. 6. Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het door de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties. 7. De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

L 77/8 20.3.2019 PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE DUURZAME VISSERIJ TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HET KONINKRIJK MAROKKO DE EUROPESE UNIE, hierna de Unie genoemd, enerzijds, en HET KONINKRIJK MAROKKO, anderzijds, hierna de partijen genoemd, GEZIEN de nauwe werkrelatie tussen de Unie en het Koninkrijk Marokko, met name in het kader van de Euromediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, ondertekend op 26 februari 1996 (hierna de associatieovereenkomst genoemd), alsmede hun gemeenschappelijke wens om deze relatie te intensiveren; GEHECHT aan de strikte naleving van het internationaal recht en de fundamentele rechten van de mens, en er tegelijkertijd voor zorgend dat beide partijen voordelen halen uit deze overeenkomst; IN AANMERKING NEMENDE dat deze overeenkomst past in hun brede partnerschap op het gebied van economie, politiek, veiligheid en strijd tegen irreguliere migratie, inclusief de onderliggende oorzaken ervan; GELET OP het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties (Unclos); ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de Voedselen Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) vastgestelde Gedragscode voor een verantwoorde visserij; VASTBESLOTEN de besluiten en aanbevelingen van de bevoegde regionale organisaties voor visserijbeheer waarvan de partijen lid zijn, toe te passen; GELEID DOOR DE WENS om in dat verband rekening te houden met de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en de desbetreffende door de bevoegde regionale organisaties voor visserijbeheer vastgestelde beheersplannen, teneinde de ecologische duurzaamheid van de visserijactiviteiten veilig te stellen en oceaangovernance op internationale schaal te bevorderen; VASTBESLOTEN om in dat verband een dialoog op gang te brengen, met name over de governance van de visserij, de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-) en de monitoring, controle en bewaking van de visserijactiviteiten; GELEID DOOR DE WENS dat de toegang tot de visserijzone gebaseerd is op de activiteiten van de vissersvloot van de Unie en dat deze vloot een adequaat aandeel in de overschotbestanden verkrijgt, rekening houdend met het specifieke karakter van elke overeenkomst, en dat voor deze vloot dezelfde technische voorwaarden voor de visserij gelden als voor alle andere vloten; ERVAN OVERTUIGD dat het partnerschap de vorm moet aannemen van al dan niet gezamenlijke initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen, in overeenstemming zijn met het beleid en op een synergetische manier worden uitgevoerd; VASTBESLOTEN daartoe in het kader van het sectorale visserijbeleid van het Koninkrijk Marokko, onder meer in de onder de onderhavige overeenkomst vallende visserijzone, bij te dragen tot het bevorderen van de ontwikkeling van een partnerschap teneinde met name de meest passende middelen vast te stellen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de marktdeelnemers en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken; GELEID DOOR DE WENS voorwaarden en voorschriften vast te stellen voor de toegang tot de visserijzone voor vaartuigen van de Unie en wensende dat daartoe de visserijactiviteiten uitsluitend op beschikbare bestanden zijn gericht, rekening houdend met de vangstcapaciteit van de vloten die actief zijn in het gebied, met bijzondere aandacht voor het feit dat het in een aantal gevallen om grensoverschrijdende of over grote afstanden trekkende visbestanden gaat; VASTBESLOTEN een nog nauwere economische en sociale samenwerking na te streven om een duurzame visserij tot stand te brengen en te versterken en om bij te dragen tot een betere governance van de oceanen, onder meer door de ontwikkeling van investeringen waarbij ondernemingen van beide partijen betrokken zijn en die in overeenstemming zijn met de ontwikkelingsdoelstellingen van het land,

20.3.2019 L 77/9 ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: a) autoriteiten van het Koninkrijk Marokko : het departement Zeevisserij van het Ministerie van Landbouw, Zeevisserij, Plattelandsontwikkeling en Water- en Bosbeheer van het Koninkrijk Marokko; b) autoriteiten van de Unie : de Europese Commissie; c) de overeenkomst : de onderhavige Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, de briefwisseling bij de overeenkomst, alsmede het protocol voor de uitvoering van de overeenkomst en de bijlage en aanhangsels van het protocol (hierna het protocol genoemd); d) visserijactiviteit : het zoeken naar vis, het te water laten, uitzetten, slepen en ophalen van vistuig, het aan boord halen van de vangst, het overladen, het aan boord houden, het verwerken aan boord, het overbrengen, het kooien, het vetmesten en het aanlanden van vis en visserijproducten; e) vissersvaartuig : elk vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van biologische rijkdommen van de zee; f) vaartuig van de Unie : elk vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Unie voert en in de Unie is geregistreerd; g) reder : de persoon die juridisch verantwoordelijk is voor een vissersvaartuig, de werking ervan controleert en de leiding erover heeft; h) visserijzone : de wateren van het centraal-oostelijke deel van de Atlantische Oceaan die zich bevinden tussen 35 47 18 NB en 20 46 13 NB, met inbegrip van de wateren die grenzen aan de Westelijke Sahara ( 1 ), waarbij alle beheersgebieden worden bestreken; deze definitie heeft geen invloed op eventuele onderhandelingen over de afbakening van de maritieme gebieden van de kuststaten die aan de visserijzone grenzen, en in het algemeen op de rechten van derde landen; i) beheersgebied : activiteitenzone die wordt afgebakend door de geografische coördinaten, het te gebruiken vistuig of de soorten waarop mag worden gevist; j) vismachtiging : visvergunning die wordt afgegeven door de autoriteiten van het Koninkrijk Marokko aan een vaartuig van de Unie en dat vaartuig het recht geeft om visserijactiviteiten te verrichten in de visserijzone; k) rechtstreekse vismachtiging : visvergunning die buiten het kader van deze overeenkomst wordt afgegeven door de autoriteiten van het Koninkrijk Marokko aan een vaartuig van de Unie; l) bestand : in een bepaald gebied voorkomende biologische rijkdom van de zee; m) visserijproducten : aquatische organismen die in het kader van een visserijactiviteit worden verkregen; n) aquacultuurproducten : aquatische organismen, ongeacht het stadium van hun levenscyclus, die in het kader van een aquacultuuractiviteit worden verkregen, of daarvan afgeleide producten; o) visserijsector : de economische sector die alle activiteiten voor de productie, verwerking en afzet van visserij- of aquacultuurproducten omvat; p) visser : een persoon die commerciële visserijactiviteiten uitoefent die door de partijen zijn erkend; q) vangstmogelijkheid : een gekwantificeerd legaal recht om te vissen, in termen van vangsten of visserijinspanning; r) duurzame visserij : de visserij volgens de doelstellingen en beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) vastgestelde Gedragscode voor een verantwoorde visserij. ( 1 ) De Sahara-regio volgens het standpunt van Marokko.

L 77/10 20.3.2019 Artikel 2 Onderwerp De onderhavige overeenkomst voorziet in een kader voor juridische, milieu-, economische en sociale governance voor visserijactiviteiten door vaartuigen van de Unie, en met vastlegging van met name: a) de voorwaarden waaronder vaartuigen van de Unie visserijactiviteiten in de visserijzone mogen uitoefenen; b) de economische en financiële samenwerking in de visserijsector, met het oog op de totstandbrenging van een partnerschap ter ondersteuning van de visserijsector en op een versterking van de oceaangovernance; c) de administratieve samenwerking voor de uitvoering van de financiële tegenprestatie; d) de technische en wetenschappelijke samenwerking met het oog op de waarborging van de duurzame exploitatie van de visbestanden in de visserijzone en op de ontwikkeling van de betrokken sector; e) de samenwerking op het gebied van de controle- en bewakingsmaatregelen voor het toezicht op de activiteiten in de visserijzone, die tot doel heeft te garanderen dat de geldende regels in acht worden genomen en dat de maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden en het beheer van de visserijactiviteiten doeltreffend zijn, met name voor de bestrijding van IOO-visserij. Artikel 3 Beginselen en doelstellingen betreffende de uitvoering van deze overeenkomst 1. De partijen verbinden zich ertoe duurzame visserij in de visserijzone te bevorderen zonder daarbij onderscheid te maken tussen de verschillende in die zone aanwezige vloten. 2. De autoriteiten van het Koninkrijk Marokko garanderen dat de toegang tot de visserijzone gebaseerd is op de activiteiten van de vissersvloot van de Unie. De autoriteiten van het Koninkrijk Marokko zorgen ervoor dat de vloot van de Unie een adequaat aandeel in de overschotbestanden verkrijgt, rekening houdend met het specifieke karakter van elke overeenkomst. Voor de vloot van de Unie gelden dezelfde technische voorwaarden voor de visserij als die welke worden toegepast op alle andere vloten. 3. De partijen verbinden zich ertoe elkaar in kennis te stellen van visserijovereenkomsten en -regelingen die worden gesloten met een derde partij. 4. De partijen komen overeen dat de vaartuigen van de Unie slechts gerechtigd zijn tot de vangst van het in artikel 62, leden 2 en 3, van het Unclos bedoelde overschot van de toegestane vangst, dat op een duidelijke en transparante manier is geïdentificeerd op basis van de beschikbare, pertinente wetenschappelijke adviezen en op basis van relevante, door de partijen uitgewisselde informatie over de totale visserijinspanning van alle vloten in de visserijzone op de betrokken bestanden. 5. Inzake grensoverschrijdende of over grote afstanden trekkende visbestanden houden de partijen bij het bepalen van de toegankelijke hulpbronnen terdege rekening met wetenschappelijke beoordelingen op regionaal niveau en met door de bevoegde regionale organisaties voor visserijbeheer genomen instandhoudings- en beheersmaatregelen. 6. De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren in een kader voor juridische, milieu-, economische en sociale governance voor de visserijactiviteiten door vaartuigen van de Unie. 7. De partijen verbinden zich ertoe, in hun beider belang, een nauwe dialoog aan te gaan, overleg te stimuleren en elkaar in kennis te stellen, met name van de uitvoering van het sectorale visserijbeleid en de governance van de oceanen. 8. De partijen werken ook samen aan evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, en aan evaluaties van programma's en acties die worden uitgevoerd op grond van deze overeenkomst. 9. De partijen verbinden zich ertoe dat de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk volledig van toepassing is op alle zeelieden die worden aangemonsterd op vaartuigen van de Unie, met name wat betreft de vrijheid van vereniging, het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep. 10. Deze overeenkomst past in het kader van de associatieovereenkomst. Zij draagt bij aan de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van de associatieovereenkomst en is erop gericht de leefbaarheid van de visbestanden op ecologisch, economisch en sociaal gebied te waarborgen.

20.3.2019 L 77/11 11. De uitvoering van deze overeenkomst geschiedt overeenkomstig artikel 1 van de associatieovereenkomst, wat betreft de ontwikkeling van dialoog en samenwerking, en artikel 2 van de associatieovereenkomst, wat betreft de eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele rechten van de mens. Artikel 4 Toegang van vaartuigen van de Unie tot de visserijzone De autoriteiten van het Koninkrijk Marokko verbinden zich ertoe vaartuigen van de Unie in de visserijzone te laten vissen overeenkomstig de onderhavige overeenkomst. Artikel 5 Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en exclusiviteitsclausule 1. De vaartuigen van de Unie mogen slechts in de onder deze overeenkomst vallende visserijzone vissen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van deze overeenkomst is afgegeven. Visserijactiviteiten in de visserijzone en buiten het kader van deze overeenkomst zijn verboden. 2. De autoriteiten van het Koninkrijk Marokko geven uitsluitend op grond van de onderhavige overeenkomst vismachtigingen aan vaartuigen van de Unie af. De afgifte van vismachtigingen aan vaartuigen van de Unie buiten het kader van deze overeenkomst, met name in de vorm van een rechtstreekse vismachtiging, is verboden. 3. De procedure voor het verkrijgen van een vismachtiging voor een vaartuig van de Unie, de geldende rechten en de wijze van betaling door de reder zijn vastgesteld in het protocol. 4. De partijen zorgen er via een adequate administratieve samenwerking tussen hun bevoegde autoriteiten voor dat deze voorwaarden en bepalingen correct worden toegepast. Artikel 6 Wet- en regelgeving die van toepassing is op visserijactiviteiten 1. Tenzij anders bepaald in deze overeenkomst, leven vaartuigen van de Unie die in de visserijzone actief zijn, met het oog op de waarborging van een regelgevingskader voor duurzame visserij, de Marokkaanse wet- en regelgeving na die van toepassing is op visserijactiviteiten in die zone. De autoriteiten van het Koninkrijk Marokko delen de autoriteiten van de Unie uiterlijk één maand vóór de toepassing van deze overeenkomst de toepasselijke wet- en regelgeving mee. 2. De Unie verbindt zich ertoe al het nodige te doen voor de naleving door de vaartuigen van de Unie van deze overeenkomst en de meegedeelde wet- en regelgeving, alsook voor de doeltreffende toepassing van de in deze overeenkomst opgenomen maatregelen op het gebied van monitoring, controle en bewaking van de visserijactiviteiten. De vaartuigen van de Unie moeten medewerking verlenen aan de autoriteiten van het Koninkrijk Marokko die belast zijn met de monitoring, de controle en de bewaking. 3. De partijen stellen elkaar in kennis van elk besluit van algemene strekking dat van invloed kan zijn op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in het kader van deze overeenkomst. De partijen stellen elkaar in kennis van alle wijzigingen in hun visserijbeleid of -wetgeving die van invloed kunnen zijn op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in het kader van deze overeenkomst. Elke wetswijziging die van invloed is op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone, is wat de vaartuigen van de Unie betreft uitvoerbaar met ingang van de zestigste dag na ontvangst van de kennisgeving van het Koninkrijk Marokko door de autoriteiten van de Unie, behalve in uitzonderlijke omstandigheden waar die termijn niet geldt. VERBINTENISSEN EN ALGEMENE VERPLICHTINGEN Artikel 7 Partnerschap De partijen komen overeen hun partnerschap te versterken, onder meer wat betreft samenwerking op wetenschappelijk gebied, samenwerking tussen marktdeelnemers, samenwerking op het gebied van monitoring, controle en bewaking en op het gebied van bestrijding van IOO-visserij en administratieve samenwerking voor de uitvoering van een duurzaam visserijbeleid.

L 77/12 20.3.2019 Artikel 8 Samenwerking op wetenschappelijk gebied 1. Tijdens de duur van deze overeenkomst werken de partijen samen om de evolutie van de situatie van de visbestanden in de visserijzone te volgen. Daartoe wordt overeengekomen een gezamenlijke wetenschappelijke vergadering in te stellen, die eenmaal per jaar beurtelings in de Unie en het Koninkrijk Marokko bijeenkomt. 2. Op basis van de conclusies van de wetenschappelijke vergadering en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen voeren de partijen overleg binnen de in artikel 13 bedoelde gemengde commissie om in voorkomend geval en in onderlinge overeenstemming maatregelen te nemen die gericht zijn op een duurzaam beheer van de visbestanden. 3. De partijen verbinden zich ertoe om, hetzij rechtstreeks, hetzij binnen de bevoegde internationale organisaties, te overleggen met het oog op het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen en op samenwerking in het kader van het wetenschappelijk onderzoek ter zake. Artikel 9 Samenwerking tussen marktdeelnemers 1. De partijen bevorderen economische, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector en verwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die in dit verband kunnen worden genomen, te vergemakkelijken en te bevorderen. 2. De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking van visserijproducten te bevorderen. 3. De partijen spannen zich in om de voorwaarden te scheppen voor de bevordering van de betrekkingen tussen hun bedrijven op technisch, economisch en commercieel gebied via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat. 4. De partijen stimuleren met name de bevordering van investeringen die gericht zijn op een wederzijds belang, met inachtneming van de vigerende wetgeving. Artikel 10 Samenwerking op het gebied van monitoring, controle en bewaking en op het gebied van bestrijding van IOO-visserij 1. De partijen verbinden zich ertoe samen te werken bij de monitoring, controle en bewaking van visserijactiviteiten in de visserijzone, en IOO-visserij te bestrijden teneinde een duurzame visserij tot stand te brengen. 2. De autoriteiten van het Koninkrijk Marokko zien toe op de effectieve toepassing van de bepalingen betreffende de controle op de visserij waarin deze overeenkomst en het bijbehorende protocol voorzien. De vaartuigen van de Unie werken samen met de voor de uitvoering van deze controle bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk Marokko. Artikel 11 Administratieve samenwerking Om te waarborgen dat de maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden doeltreffend zijn: zetten de partijen een administratieve samenwerking op om zich ervan te vergewissen dat de vaartuigen van de Unie de bepalingen van deze overeenkomst, en met name artikel 6, naleven; werken de partijen samen om met name via de uitwisseling van informatie en nauwe administratieve samenwerking IOO-visserij te voorkomen en te bestrijden. Artikel 12 Financiële tegenprestatie 1. De financiële tegenprestatie is in het protocol vastgesteld.

20.3.2019 L 77/13 2. De in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie omvat: a) een door de Unie toegekende financiële compensatie voor de toegang van de vaartuigen van de Unie tot de visserijzone; b) de rechten die de reders van de vaartuigen van de Unie moeten betalen; c) de sectorale steun van de Unie voor de uitvoering van een duurzaam visserijbeleid en de governance van de oceanen in het kader van een jaarlijkse en meerjarige programmering. 3. De door de Unie toegekende financiële tegenprestatie wordt elk jaar betaald overeenkomstig het protocol. 4. De partijen onderzoeken de billijke geografische en sociale spreiding van de sociaal-economische voordelen die deze overeenkomst biedt, met name wat betreft infrastructuur, sociale basisvoorzieningen, oprichting van bedrijven, beroepsopleiding, en projecten voor ontwikkeling en modernisering van de visserijsector, teneinde zich ervan te vergewissen dat die spreiding de betrokken bevolkingsgroepen evenredig met de visserijactiviteiten ten goede komt. 5. Het bedrag van de in lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie kan door de gemengde commissie worden herzien in de volgende gevallen: a) bij een verlaging van de vangstmogelijkheden voor de vaartuigen van de Unie, met name wanneer voor het beheer van de betrokken bestanden maatregelen worden toegepast die op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de bestanden; b) bij een verhoging van de vangstmogelijkheden voor de vaartuigen van de Unie indien dat, gezien de toestand van de betrokken bestanden, volgens de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen mogelijk is; c) bij schorsing of opzegging als bedoeld in de artikelen 20 en 21 van deze overeenkomst. 6. De in lid 2, onder c), bedoelde financiële tegenprestatie: a) staat los van de betalingen voor de toegangskosten als bedoeld in lid 2, onder a) en b); b) is afhankelijk van de verwezenlijking van de doelstellingen van de sectorale steun overeenkomstig het protocol en de jaarlijkse en meerjarige programmering voor de uitvoering daarvan. 7. Het bedrag van de in lid 2, onder c), bedoelde financiële tegenprestatie kan door de gemengde commissie worden herzien als gevolg van een herevaluatie van de voorwaarden voor de financiële steun voor de uitvoering van het sectorale visserijbeleid. INSTITUTIONELE BEPALINGEN Artikel 13 Gemengde commissie 1. Er wordt een gemengde commissie opgericht die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen. Deze commissie is verantwoordelijk voor de monitoring van de toepassing van deze overeenkomst en kan wijzigingen van het protocol vaststellen. 2. De gemengde commissie: a) oefent toezicht uit op de uitvoering, interpretatie en toepassing van deze overeenkomst en met name op de vaststelling van de in artikel 12, lid 6, onder b), bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering en op de evaluatie van de uitvoering daarvan; b) stelt de jaarlijkse en meerjarige programmering van de in artikel 12, lid 2, onder c), bedoelde financiële tegenprestatie vast en evalueert deze programmering; c) onderzoekt de geografische en sociale spreiding van de sociaal-economische voordelen voor de in artikel 12, lid 4, bedoelde betrokken bevolkingsgroepen; d) treedt op als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied; e) fungeert als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst.

L 77/14 20.3.2019 3. De gemengde commissie kan haar goedkeuring hechten aan wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op: a) de herziening van de vangstmogelijkheden en, bijgevolg, van de in artikel 12, lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie; b) de bepalingen inzake de sectorale steun en, bijgevolg, de in artikel 12, lid 2, onder c), bedoelde financiële tegenprestatie; c) de technische voorwaarden en modaliteiten waaronder de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten verrichten; d) elke andere taak die de partijen in onderlinge overeenstemming besluiten aan de commissie op te dragen, inclusief op het gebied van de strijd tegen IOO-visserij en de governance van de oceanen. 4. De gemengde commissie komt minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in het Koninkrijk Marokko en in de Unie, of op een andere door de partijen bepaalde plaats, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van een van de partijen belegt de gemengde commissie een buitengewone vergadering. De conclusies van de vergaderingen van de gemengde commissie worden vastgelegd in notulen, die door de partijen worden ondertekend. 5. De gemengde commissie stelt een eigen reglement van orde vast. Artikel 14 Toepassingsgebied Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, enerzijds, en waar de in artikel 6, lid 1, van deze overeenkomst bedoelde wet- en regelgeving van toepassing is, anderzijds. SLOTBEPALINGEN Artikel 15 Regeling van geschillen Bij geschillen betreffende de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst plegen de partijen overleg. Artikel 16 Status van het protocol en van de briefwisseling Het protocol en de briefwisseling bij de overeenkomst vormen een integrerend deel van deze overeenkomst en vallen onder de slotbepalingen. Artikel 17 Inwerkingtreding Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd. Artikel 18 Duur Artikel 19 Voorlopige toepassing Deze overeenkomst kan vanaf de datum van de door de Raad van de Europese Unie gemachtigde ondertekening voorlopig worden toegepast in onderlinge overeenstemming nadat beide partijen elkaar daarvan kennis hebben gegeven.

20.3.2019 L 77/15 Artikel 20 Schorsing 1. De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden geschorst in een of meer van de volgende gevallen: a) als andere omstandigheden dan natuurverschijnselen, die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen, de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone verhinderen; b) als er tussen de partijen een geschil ontstaat over de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst, met name over de naleving van de artikelen 6, 10 en 12; c) als een van de partijen deze overeenkomst niet naleeft; d) als het sectorale visserijbeleid dat tot de sluiting van deze overeenkomst heeft geleid, ingrijpend wordt gewijzigd en een van de partijen naar aanleiding daarvan een verzoek tot wijziging van de overeenkomst indient. 2. De schorsing van de toepassing van deze overeenkomst wordt door de partij in kwestie schriftelijk aan de andere partij meegedeeld en treedt drie maanden na ontvangst van die kennisgeving in werking. Door deze kennisgeving te versturen wordt het overleg tussen de partijen geopend, waarbij het de bedoeling is binnen drie maanden een minnelijke oplossing voor hun geschil te vinden. 3. Als het geschil niet in der minne wordt opgelost en er een schorsing wordt toegepast, blijven de partijen met elkaar overleg plegen om tot een schikking voor hun geschil te komen. Wanneer zij tot een dergelijke schikking komen, wordt de uitvoering van deze overeenkomst hervat en wordt het bedrag van de in artikel 12, lid 2, bedoelde financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd, afhankelijk van de duur van de schorsing van deze overeenkomst, tenzij anders bepaald. Artikel 21 Opzegging 1. Deze overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden opgezegd in een of meer van de volgende gevallen: a) als andere omstandigheden dan natuurverschijnselen, die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen, de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone verhinderen; b) als de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert; c) als de aan de vaartuigen van de Unie toegestane vangstmogelijkheden minder worden benut; d) als de door de partijen aangegane verbintenissen op het gebied van bestrijding van IOO-visserij niet worden nagekomen; e) als er tussen de partijen een geschil ontstaat over de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst; f) als een van de partijen deze overeenkomst niet naleeft; g) als het sectorale visserijbeleid dat tot de sluiting van deze overeenkomst heeft geleid, ingrijpend wordt gewijzigd en een van de partijen naar aanleiding daarvan een verzoek tot wijziging van de overeenkomst indient. 2. De opzegging van deze overeenkomst wordt door de partij in kwestie schriftelijk aan de andere partij meegedeeld en treedt zes maanden na ontvangst van die kennisgeving in werking, tenzij de partijen in onderlinge overeenstemming besluiten die termijn te verlengen. 3. Vanaf de kennisgeving van de opzegging plegen de partijen met elkaar overleg om binnen zes maanden tot een minnelijke schikking van hun geschil te komen. 4. De in artikel 12 bedoelde financiële tegenprestatie wordt evenredig en pro rata temporis verlaagd voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt. Een dergelijke verlaging wordt ook toegepast indien een van de partijen de voorlopige toepassing van deze overeenkomst beëindigt.