Wake detentiecentrum Rotterdam Zondag 4 oktober 2015 Beste toehoorder, Vier jaar ben ik nu actief voor het Meldpunt Vreemdelingendetentie. Een punt waar we klachten verzamelen over de detentieomstandigheden in vreemdelingenbewaring. Om u een indruk te geven ten aanzien van de relevantie van dit Meldpunt kan ik u zeggen dat we dit jaar al 260 klachten hebben ontvangen. Eind deze maand stop ik bij het Meldpunt. En je zou zeggen dat je na al die jaren een soort verhard bent, dat het regime en de klachten normaal voor je worden. Maar zo voel ik het niet. Zelfs na al die jaren kan ik van de ene in de andere verbazing vallen: geboeid vervoer naar het ziekenhuis, gedwongen uitzettingspogingen waarbij extreem veel geweld wordt gebruikt, isolaties, zelfmoord, penetratie bij visitatie. Gebeurtenissen die een blijvende indruk op je achterlaten. Maar wat vreemdelingendetentie vooral doet, is iets blijvends achterlaten bij hen die het hebben moeten ondergaan. Gelukkig zijn er altijd mensen die je graag helpen om je iets beter te voelen. Een lid van het managementteam van Detentiecentrum Zeist is bijvoorbeeld zo n persoon. Begin april zei ze tijdens een bijeenkomst met enkele kerkelijke organisaties: Het zijn echt niet allemaal zielige mannetjes die hier zitten hoor. Met andere woorden: jullie hoeven jullie niet zo druk te maken over wat er hier gebeurt. Ze komen er wel doorheen. Plus, sommigen zijn vervelend en gevaarlijk en verdienen het om een tijdje in de isoleercel te zitten. Al jaren loopt in Nederland het aantal vreemdelingen dat in bewaring wordt gesteld terug. Belandden er in 2005 nog bijna 13.000 mensen in vreemdelingendetentie, in 2014 waren het er nog geen 3000. 1 Ook dit jaar lijkt het aantal weer te dalen. Van advocaten horen we dat ze minder cliënten in detentie hebben dan eerdere jaren. Ook bewoners (zoals ze dus eufemistisch worden genoemd door medewerkers van detentiecentra) stellen dat er flink minder ingeslotenen zijn. Toch zitten er op een willekeurig moment als nu, 200 mensen vast. En voor de mensen die vast zitten is deze afslanking van aantallen overigens minder goed nieuws. Voor hen betekent het juist een uitkleding van hun rechten. Zo is aantal bezoekmogelijkheden per week het afgelopen jaar sterk afgenomen. Eind augustus nog zijn in Rotterdam de bezoekmogelijkheden op de woensdagmiddag 1 Ministerie van Veiligheid en Justitie, Rapportage Vreemdelingenketen. Periode januari-december 2014. p. 40.
en de zondag geschrapt. Juist die tijdstippen waarop je je kinderen zou kunnen ontmoeten. In Zeist kan er alleen nog maar op de vrijdag en de zondag bezoek worden afgelegd. Nu ligt het opsluiten van mensen zonder een strafrechtelijke vervolging sowieso best gevoelig. Het schuurt aan tegen de mensenrechten waarin iedereen het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van de persoon wordt beloofd. Daarom zijn er regels in de Nederlandse wet opgenomen die ervoor moeten zorgen dat de praktijk van vreemdelingendetentie binnen de perken van de liberale democratie blijft. In die regels draait het om zaken als het risico op onttrekking aan toezicht. Het blijkt dat mensen die soms al tientallen jaren in Nederland verblijven en hier een gezin hier hebben, liever niet terug gaan naar een land van herkomst. Daarnaast is zicht op uitzetting een cruciale voorwaarde om iemand in vreemdelingendetentie te kunnen plaatsen. Dat zicht op uitzetting een rekbaar begrip is, blijkt wel uit het feit dat iemand 18 maanden beschikbaar gehouden mag worden. Niet zelden lijkt het erop dat rechters aan het lijntje worden gehouden door de IND die beloofd dat het land van herkomst naar verwachting toch echt wel binnenkort een laissez-passer zal afgeven (terwijl dat in werkelijkheid vaak nog maar de vraag is). Vreemdelingendetentie mag dan wel een bestuurlijke maatregel zijn, in wezen zijn de detentiecentra gewoon gevangenissen. Het huidige regime is gestoeld op de Penitentiaire Beginselenwet. Door Teeven is er in september 2013 een eigen bestuursrechtelijk regime beloofd. Een regime wat recht zou doen aan het doel van de maatregel, namelijk het beschikbaar houden van een persoon voor de uitzetting. Je zou zeggen dat daar weinig meer dan een paar hekken voor nodig zou moeten zijn. Dat beloofde wetsvoorstel Wet Terugkeer en Vreemdelingenbewaring- kwam er een paar maanden later, in december 2013. Het bleek een grote teleurstelling, aangezien het bijna een kopie was van de Penitentiaire Beginselenwet met daarboven een andere titel. Sindsdien hebben we er lang niets meer van vernomen. Tot er afgelopen donderdag een voorstel naar de Tweede Kamer is gestuurd. Bij het Meldpunt zijn druk met een analyse van dit nieuwe voorstel. Maar een ding is zeker: er moet nog veel veranderen. Want het huidige regime is op sommige vlakken zelfs strenger dan voor strafrechtelijk gedetineerden. Alleen al te denken aan het feit dat mensen in vreemdelingenbewaring met z n tweeën op een cel zitten en geen recht hebben op arbeid of scholing. En bepaalde rechten die mensen in strafdetentie wel hebben, komen niet zomaar toe aan mensen in vreemdelingendetentie. Gelukkig zijn er advocaten die hun tanden erin zetten en rechters die hun nek uit durven te steken. Vorige week was er nog een positieve uitspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Hoewel de uitspraak voor de jongen in kwestie kwam als mosterd na de maaltijd
omdat hij op het moment van de uitspraak was vrijgelaten. Hij had inmiddels elf maanden vastgezeten. En uiteraard kreeg hij geen tegemoetkoming. De zaak draaide om een jongen uit Pakistan die al jaren in Nederland verbleef en graag bezoek wilde ontvangen van zijn Nederlandse verloofde zonder voortdurend toezicht van bewakers. Een strafrechtelijke vervolgde mag, nadat hij drie maanden ingesloten is, een bezoek zonder toezicht aanvragen bij de directeur. In de zogenaamde peeskamertjes mag de gevangene de relationele band met zijn of haar partner op pijl houden. Dit wordt gezien als bevorderend voor zijn of haar terugkeer in de Nederlandse maatschappij nadat de straf ten einde is. Vreemdelingen in detentie worden niet geacht terug te keren in de Nederlandse maatschappij. Zij zijn immers in bewaring gesteld om te worden uitgezet naar land van herkomst. Daardoor heeft het bezoek zonder toezicht geen meerwaarde voor Nederlandse samenleving en werd het niet toegestaan. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie neemt overigens bij de stelling - dat vreemdelingen niet geacht worden terug te keren in de Nederlandse maatschappij - aan, dat iedereen in vreemdelingendetentie succesvol wordt uitgezet. Dit komt echter niet overeen met de realiteit. In 2010 bijvoorbeeld, is zeker de helft van de ingestroomde vreemdelingen op een zeker moment weer vrij gelaten. 2 Juist de mensen die langer dan drie maanden vastzitten hebben een grote kans geklinkerd te worden. Want van de mensen die langer dan drie maanden in vreemdelingbewaring doorbrengen wordt namelijk minder dan 20% uitgezet. Mensen die langer dan zes maanden in detentie verblijven worden uiteindelijk bijna allemaal vrijgelaten. Bij het Meldpunt hebben we overigens voornamelijk contact met mensen die langer dan drie maanden vastzitten. Voor veel van hen is het bovendien al de tweede of derde keer. Een enkele persoon die we spreken, heeft al meer dan vijf of zelfs tien keer vastgezeten. Voor deze ervaringsdeskundigen is vreemdelingendetentie een draaideur geworden. Zij worden opgepakt, zitten vervolgen een aantal maanden vast waarin de DT&V (Dienst Terugkeer en Vertrek, maar door veel van onze contacten Dienst Tranen & Verdriet genoemd) het niet lukt ze uit te zetten. Dan worden ze vrijgelaten en vervolgen hun leven totdat ze weer ergens worden aangehouden of vroeg in de ochtend worden opgehaald door de Vreemdelingenpolitie. Het hele feest begint dan weer van voren af aan. In de Europese Terugkeerrichtlijn is opgenomen dat vreemdelingen niet langer dan achttien maanden in bewaring mogen worden gesteld. 3 Gemakshalve vergeet Nederland de vorige detentieperiodes mee te tellen. 2 M. Kox, Leaving Detention? A study on the influence of immigration detention on migrants decision-making processes regarding return (2011). 3 Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad, 2008/115/EG.
Heel vaak wordt ons overigens de vraag gesteld waar detentie goed voor is. Volgens hoogleraren in de Sociologie Leerkes en Broeders zijn er meer redenen voor de Nederlandse overheid om vreemdelingendetentie in stand te houden. Ondanks dat de kosten hoog zijn (financieel voor de belastingbetaler en emotioneel voor de vreemdeling). Zij stellen dat er drie informele functies ten grondslag liggen aan vreemdelingendetentie die men niet in de Memorie van Toelichting op de Vreemdelingenwet terug zal lezen. 4 Ten eerste dient vreemdelingendetentie ter afschrikking van illegaliteit. Net zoals strafrechtelijke maatregelen criminelen moeten afschrikken strafbare feiten te plegen, zo dient vreemdelingendetentie als afschrikking voor vreemdelingen die zich in Nederland willen vestigen, of in Nederland willen blijven wonen. Dat deze eerste informele functie niet wordt benoemd is niet verwonderlijk, omdat vreemdelingendetentie officieel gezien geen straf is. Toch komt bij vrijwel elk gesprek dat we met een ongedocumenteerde voeren naar voren dat hij of zij zich gestraft voelen voor hun verblijf in Nederland. I am not a criminal is waarschijnlijk de zin die we het meest te horen krijgen. Niet zo gek als je bedenkt dat vreemdelingen alleen tussen 8.15 en 12.00 en 13.00 en 16.45 zich vrij door het detentiecentrum mogen bewegen. De tweede informele functie is het tegengaan van pauperisme. Ongedocumenteerden hebben het sinds de Koppelingswet van 1998 een stuk moeilijker gekregen zich te redden in de Nederlandse maatschappij. De wet zorgde ervoor dat de toegang tot de reguliere arbeidsmarkt en woningmarkt werd afgesneden. Deze sociale uitsluiting heeft tot gevolg gehad dat ongedocumenteerden steeds meer werden gemarginaliseerd. Sommige van hen gingen over tot kleine criminaliteit om te kunnen overleven. Leerkes en Broeders zien vreemdelingendetentie dan als een soort armenzorg, maar dan voor de verkeerde redenen. 5 Deze armenzorg beschermt de Nederlandse samenleving tegen overlast veroorzakende vreemdelingen. Medewerkers van detentiecentra vertelde hen dat rond nationale feestdagen, zoals Koninginnedag, vreemdelingen in detentie zijn geplaatst om overlast te voorkomen. Ik wil vreemdelingendetentie geen armenzorg van de overheid noemen. In mijn beleving heeft het namelijk geen enkel charitatief karakter. 4 A. Leerkes en D. Broeders, Deportable and Not so Deportable in: B. Anderson et al. (eds), The Social, Political and Historical Contours of Deportation ( New York, 2013) pp. 80-81. 5 Leerkes en Broeders, p. 94.
De derde informele functie van vreemdelingenbewaring volgens Leerkes en Broeders is het beheersen van maatschappelijke angst door symbolische macht uit te oefenen. 6 Het is een mythe dat een land als Nederland in staat is totale controle te houden over wie zich wel en wie niet binnen de grenzen begeven. Het terugsturen van ongedocumenteerden is bijzonder moeilijk. Door mensen op te sluiten en proberen ze terug te sturen, wordt het volk gerust gesteld en gedaan alsof de overheid bij machte is controle te houden over de vreemdelingen. Anno 2015 staan de rechten van ongedocumenteerden in vreemdelingendetentie dus nog steeds onder druk. Mensen worden uit hun omgeving en soms uit hun gezin gerukt om de schijn hoog te houden dat de overheid controle heeft over vreemdelingen binnen de landsgrenzen. Het leed dat hiermee wordt gecreëerd, wordt onvoldoende erkend. De emotionele en financiële kosten zijn hoog en de opbrengsten zijn lang niet zo hoog als wordt vermoed. Veel mensen zonder strafrechtelijke vervolging zitten nodeloos maanden vast. En dan maakt het niet uit of ze zielig zijn of niet. Ik ben dankbaar dat ik vrij mag spreken en dat jullie naar mij luisteren. De mensen achter deze muren wordt dat recht onthouden. Zij worden buiten het blikveld van de maatschappij gehouden. Opgesloten in een afgesloten wereld. Ariette Reijersen van Buuren Met dank aan Hans Peter Nijman, stagiair op het Meldpunt Vreemdelingendetentie van februari 2015 tot augustus 2015. 6 Idem, pp. 95-6.