Werkstuk ANW Epilepsie Werkstuk door een scholier 2343 woorden 16 november 2002 7,9 27 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Ik moest voor Anw een onderwerp verzinnen om een werkstuk over te maken. Ik heb gekozen voor epilepsie. Het is een veel voorkomende ziekte. Je hoort er veel over. Mijn oma heeft ook epilepsie, sinds ze een hersenbloeding heeft gehad. Ze heeft af en toe aanvallen. We schrikken ons altijd dood als we weer horen dat ze zo n aanval heeft gehad. Ik zou daarom ook wel wat meer van dat soort aanvallen willen weten. Ik heb voor epilepsie gekozen omdat ik er nauwelijks iets vanaf weet en daar wil ik verandering in brengen, want het lijkt mij best een boeiende ziekte. Het enige wat ik eigenlijk weet van epilepsie is dat je een soort schokken krijgt waardoor je, je lichaam niet meer onder controle kan houden. 1. Wat is epilepsie eigenlijk? Alles wat een mens doet wordt gestuurd door de hersenen. De hersenen geven bestaan uit zenuwcellen die boodschappen doorgeven aan elkaar. Dat gebeurd via impulsen (elektrische stroompjes) en neurotransmitters(blaasje gevuld met chemische stofjes). Een zenuwcel heeft lange en korte uitlopers, de lange uitloper heet een axon en de korte een dendriet. Via de dendrieten komen er impulsen binnen. De dendrieten geven de impulsen door, met de neurotransmitter, door de celkern en dan gaan de impulsen naar het axon. Via een natrium/ kalium-pomp gaat de impuls door het axon. Als er geen impuls loopt dan zitten er in het axon meer kalium ionen en erbuiten meer natrium ionen. Als er een impuls komt dan wordt de wand van het axon doorlaatbaar en dan laat hij de kalium ionen naar buiten en de natrium ionen naar binnen. Er onstaat zo een potentiaal verschil en daardoor kan het impuls zich door het axon bewegen. Aan het eind van het axon moet het impuls overspringen naar de volgende zenuwcel. De ruimte tussen de twee zenuwcellen heet de synaptische spleet. De neurotransmitters moeten nu naar de andere zenuwcel. De Neurotransmitters plakken zich vast aan het eind van het axon, maakt een opening aan de synaptische spleet en laat de chemische stofjes eruit. Ze gaan aan de andere kant van de spleet op een eiwit zitten die er voor zorgt dat er weer een neurotransmitter wordt gemaakt met de chemische stofjes. Dit gaat zo door tot ze bij een eindpunt zijn. Dit eindpunt is meestal een spier. Dit hele proces verloopt heel snel. Soms raakt dit proces verstoord, dan loopt niet alles meer zoals het moet. Deze stoornis kan zich uiten in een aanval. Bij epilepsie is zo n stoornis altijd maar tijdelijk. Je kan https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-epilepsie-7117 Pagina 1 van 6
pas van epilepsie spreken als een dergelijke aanval vaker voorkomt. Hipocrates beschreef al in 400 v. Chr. al een epileptische aanval. Vroeger dachten ze heel anders over epilepsie. In sommige tijden meenden ze dat het te maken had met de goden, ze dachten dat een aanval in contact stond met de goden. In Andere tijden dachten ze dat je bezeten was van de duivel. 2. Waardoor wordt epilepsie veroorzaakt? Epilepsie komt het meest voor bij kinderen voor hun twintigste. Maar door dat de gemiddelde Nederlander ouder wordt, komt het ook steeds vaker voor bij ouderen. Hieronder staat puntsgewijs wat vaak de oorzaak is van epilepsie: - Bij sommige kinderen is de oorzaak te vinden bij de geboorte. Het kan komen door infecties tijdens de zwangerschap, waardoor het niet meer helemaal goed zit in de hersenen. Vaak is dit niet heel erg, maar kan het wel leiden tot epilepsie. Ook tijdens de geboorte. Als het kind zuurstof tekort komt dan kunnen er kleine beschadigingen in de hersenen optreden, deze is vaak niet te zien, maar later wel te merken door epilepsie. Dit leidt niet altijd tot epilepsie maar het kan een oorzaak zijn. - Door een ongeval kan er een zware hersenschudding of een hersenbeschadiging optreden. Dit kan leiden tot epilepsie, zelfs na een hersenvliesontsteking kan er epilepsie voor komen. - Bij oudere mensen die een herseninfarct of een hersenbloeding hebben gehad kan dat de oorzaak zijn van epilepsie. Dit betekent niet dat dat ook gebeurd je moet er een zekere aanleg voor hebben. - Ook door sterke lichtprikkels, zoals bijvoorbeeld een discotheek, kunnen er aanvallen optreden. Dit komt maar voor bij een klein percentage dat epilepsie heeft. - Verstandelijk gehandicapten hebben ook vaak last van epilepsie. De beschadiging van de hersenen is de oorzaak van epilepsie. Bij heel veel mensen is de oorzaak niet te achterhalen. Vaak denken mensen dat het komt door spanningen, maar dat is niet de oorzaak, spanningen kunnen aanvallen wel uitlokken. Je moet meestal voor epilepsie een soort aanleg hebben. Sommige mensen hebben een grotere aanleg dan andere mensen. Epilepsie is ook niet echt erfelijk. Een kind dat een epileptische ouder heeft, heeft bijna net zo veel kans als ieder ander kind dat geen epileptisch ouder heeft. De kans wordt wel groter als beide ouders epilepsie hebben. 3. Soorten aanvallen en wat je daarbij kan doen om te helpen. Er zijn vele soorten aanvallen, dat zijn er te veel om op te noemen. Maar deze aanvallen zijn globaal in 2 groepen te delen: - Generaliseerde aanvallen. - Partiële aanvallen. Generaliseerde aanvallen: Letterlijk betekent dit: Algemene aanvallen. Deze aanvallen heten zo omdat hierbij grote delen zenuwcellen van de linker- en rechter hersenhelft betrokken zijn. Met zo n aanval ben je helemaal buiten bewust zijn. De meest voorkomende verschijningsvormen zijn: 1. Grote aanvallen (tonisch-clonisch). https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-epilepsie-7117 Pagina 2 van 6
2. Absences. 1. Grote aanvallen. Bij een grote aanval zijn grote gebieden hersenen betrokken. Dit is de enige vorm van epilepsie waarbij je ook echt valt. Je raakt helemaal buiten bewust zijn en voelt ook geen pijn. Er zijn drie fases, de tonische, de clonische en de verslapping fase. De tonische fase betekent de verstijving of verkramping fase. Er is een massale ontlading van de hersencellen. Daardoor trekken alle spieren samen. Het lichaam verstijft. Al het lucht wordt door samentrekking van de borstspieren uit de longen verwijderd. Door het verbruik van veel energie kan de persoon blauw aanlopen omdat tegelijkertijd verkramping van de borstkas plaats vindt. Er hoopt zich veel slijm in de keel op omdat de persoon niet kan slikken. Ook trekken de kaakspieren plotseling samen waardoor de persoon op de tong of wang bijt. Er kan dan wat bloed uit de mond lopen, dit lijkt erger dan dat het is. Dit is een korte fase van ongeveer een halve minuut. De clonische fase. Clonisch betekent samentrekking van de spieren. De ontladingen in de hersenen roepen een verdedigingsmechanisme op. Hierdoor verslapt het lichaam tijdelijk. Direct daarna verstijfd het lichaam weer. Deze afwisseling van verstijven en verslappen veroorzaakt schokkende bewegingen van het lichaam. Het slijm wat zich in de mond bevind komt als een soort schuim naar buiten. Deze fase duurt een halve tot anderhalve minuut De verslappings fase. De schokken nemen geleidelijk af. Het verslappen duurt steeds langer totdat het lichaam niet meer verstijft. Het lichaam is ontspannen. De ademhaling is diep. Soms kan de persoon gaan braken of wat urine verliezen. Hoe het deze fase verder verloopt verschilt per persoon. De een valt in een diepe slaap en de ander voelt zich suf. Soms kan een persoon na een aantal minuten meteen weer aan het werk, de andere moet eerst een dag, of soms wel langer, rust nemen. 2. Absences. Absence betekent afwezigheid. De persoon is tijdens deze aanval er even niet bij, hij of zij is buiten bewust zijn. Anderen merken er vaak niets van. De ogen draaien even weg of ze knipperen. Soms krijg je kleine schokjes in je handen of het hoofd kan voorover- of achterover buigen. Het lijkt net of de persoon er even niet bij is en aan het dagdromen is. De persoon zelf merkt er niets van, alleen dat hij of zij een stukje van bijvoorbeeld de uitleg heeft gemist of het verhaal even niet meer kan volgen. Partiële aanvallen: Letterlijk betekent dit: gedeeltelijke aanvallen. Een deel of bepaalde delen van de hersenen zijn hierbij betrokken. Het bewustzijn ligt aan het soort aanval, soms ben je er gewoon helemaal bij, soms niet helemaal en soms helemaal niet. Hier zijn ook weer twee meest voorkomende verschijningsvormen: 1. Eenvoudige partiële aanvallen. 2. Complex partiële aanvallen. 1. Eenvoudige partiële aanvallen. De persoon is zich bij deze partiële aanval helemaal bewust. Maar kan er niets aan doen om de aanval te onderdrukken of te stoppen. De omgeving merkt er vaak helemaal niets van. Er zijn drie manieren van uiting: https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-epilepsie-7117 Pagina 3 van 6
- De persoon maakt plotselinge bewegingen. (motorische verschijnselen) - De persoon ruikt of proeft iets raars of voelt prikkelingen of tintelingen. (sensorische verschijnselen) - De persoon ziet of hoort dingen die andere mensen niet horen of zien. (Auditieve of visuele verschijnselen) 2. Complex partiële aanvallen. Deze aanval bestaat uit twee delen. Aan het begin van de aanval is de persoon zich van alles bewust. Hij of zij krijgt een onbestemd gevoel vanuit de maag, ziet iets raars of ruikt iets raars. Deze verschijnselen worden aura s genoemd. De persoon raakt steeds verder weg en raakt buiten bewust zijn. Tijdens het tweede deel maakt de persoon onbewust en rare bewegingen. Bijvoorbeeld smakken, of friemelen aan de kleding. De persoon heeft of een bleek of juist een rood gezicht. Langzaam aan komt de persoon weer terug bij bewust zijn. Je weet dan weinig of helemaal niets van de aanval. Een complexe aanval duurt vaak wat langer dan een eenvoudige. Er is ook nog een staus epilepsticus. Dat is een aanval die blijft voortduren. Dit komt voor bij alle vormen van epilepsie. Wat te doen bij een grote aanval? - Ruimte om de persoon met de epileptische aanval maken. - Het hoofd van de persoon met iets zacht of met de handen beschermen. - Er bij blijven, niet weglopen. De tijd opnemen. - De persoon, als het nodig is, naar een veilige plek brengen. Als de adem weer op gang komt: - De persoon op zijn of haar zij leggen. - Het hoofd iets naar achteren draaien, de mond schoonmaken om de luchtweg vrij te maken. - De persoon gerust stellen en erbij blijven. Wat te doen bij een absence of bij een partiële aanval? (Vaak kan je bij een absence of bij een eenvoudige partiële aanval weinig doen, het loopt allemaal vanzelf, maar dit kan helpen om het toch allemaal goed te laten verlopen) - Erbij blijven, goed opletten. Eventueel de tijd opnemen en kijken hoe de aanval verloopt. - De persoon niet tegenhouden. De aanval kan niet worden tegen gehouden. En de persoon kan misschien agressief reageren. - Voorkom gevaar. - Altijd rustig blijven. Als je dingen doet wat de persoon niet leuk vind, kan hij of zij agressief reageren, dit kan je hem of haar niet kwalijk nemen want het gebeurt instinctief. - Probeer de persoon na de aanval gerust te stellen. - Als de aanval langer dan 5 minuten duurt of als de ene aanval over gaat in de andere kan je beter 112 bellen. 4. Wat kan je aan epilepsie doen? Er zijn verschillende onderzoeken om epilepsie aan te tonen. De EEG is de meest gebruikelijke. EEG https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-epilepsie-7117 Pagina 4 van 6
betekent: Elektro Encefalo Gram: registratie van de elektrische activiteit in de hersenen. Er worden een aantal zilveren schijfjes op het hoofd van een persoon die epilepsie heeft geplakt. De schijfjes meten de elektrische activiteit van de hersenen aan de oppervlakte aan de schedel. De schijfjes staan in verbinding met een EEG-apparaat. Dit apparaat versterkt de meetresultaten. En geeft ze op papier of op een computermonitor weer als lijnen. Pieken in deze lijnen geeft aan dat de hersenen overactief zijn. Er zijn ook nog andere soorten onderzoeken: - Onderzoek met een CT-scan. Dit is een röntgen onderzoek met een computer. Er worden een heleboel röntgenfoto s van het hoofd gemaakt, waarvan de computer een drie- dimensionaal plaatje maakt. - Onderzoek met een PET-scan en isotopenscan. Er wordt een radioactieve contrastvloeistof in een bloedvat gespoten. De vloeistof zorgt ervoor dat er duidelijke röntgenfoto s van de hersenen gemaakt kunnen worden. - Onderzoek met MRI. Er worden beelden gemaakt met behulp van magnetische golven. De opnamen zijn heel scherp. Er bestaat geen medicijn om epilepsie te genezen. Er zijn wel medicijnen die ervoor zorgen dat de aanvallen weg blijven, dat de aanvallen verminderen of dat de aanvallen stabiel zijn. Bij 75% van de mensen die epilepsie heeft, werken de medicijnen zo, dat ze geen aanvallen meer hebben. Daarentegen zijn er ook mensen waarbij het juiste medicijn niet te vinden is, waardoor ze door worden verwezen naar het ziekenhuis of polikliniek. Daar worden testen gedaan en wordt uiteindelijk toch een medicijn gevonden. Bij 50% van de mensen met epilepsie, worden de medicijnen na een aantal jaren rustig afgebouwd en uiteindelijk blijven de aanvallen weg. De andere 50% moet medicijnen blijven slikken om geen aanvallen te hebben of om ze te stabiliseren. Nawoord Nu ik klaar ben met dit werkstuk, heb ik er zeker heel wat bij geleerd. Toen ik begon met vraag 1; Wat is epilepsie eigenlijk? Toen kwam ik erachter dat het ook biologie ook veel met dit onderwerp te maken had, iets waar ik helemaal niet aan had gedacht. We hebben het onderwerp over impulsen en neurotransmitter net afgerond dus het kwam goed van pas! Ik wist ook helemaal niet dat je epilepsie kon remmen of zelfs kon onderdrukken met medicijnen, ik dacht dat het een soort ziekte was waar je niets aan kon doen, het overkomt je. Ook wist ik niet dat er zoveel verschillende vormen waren. Al met al heb ik dus aardig wat geleerd. Het was ook niet super veel werk en absoluut niet erg om te doen. Je krijgt de laatste tijd zo veel werkstukken op om even te maken. Maar dit vond ik niet erg, maar dat is niet altijd zo. Ik hoop dat u het leuk vond om te lezen. Bronvermelding Ik heb via internet het een en ander opgezocht, dat kunt u hierna vinden. Er staat bij van welke site ik het heb en bij eentje staat het erbij hoe ik het gevonden heb. Mijn moeder heeft van de huisartsenpraktijk een informatie folder van het epilepsie fonds meegenomen. Daar stond een website en een telefoonnummer op. Ik heb op de website gekeken(zie hierna), ook heb ik gebeld of ze mij informatie wilden opsturen. Zij hebben dat gedaan en ik heb een pakketje thuisgekregen. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-epilepsie-7117 Pagina 5 van 6
Er zat heel veel informatie bij. Ik heb hier zeker veel hulp aan gehad. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-epilepsie-7117 Pagina 6 van 6