1.2. Isolatie- en dichtingsmaterialen MATERIALEN VOOR WARMTE-ISOLATIE 3 4 2 Warmtetransport in een poreus materiaal 1 DROOG 1. geleiding door de materiaalmatrix 2. geleiding door het poriëngas 3. convectie in het poriëngas 4. straling in de poriën VOCHTIG 5. geleiding in de waterlaagjes 6. verdamping en condensatie 5 6 Een goed isolatiemateriaal heeft een matrix met lage λ-waarde, is zeer licht, met zeer veel kleine poriën en is bij voorkeur moeilijk te bevochtigen.
MATERIALEN VOOR WARMTE-ISOLATIE Verbeterde bouwblokken: isolerende baksteen isolerend beton Isolatiematerialen (λ<0.07 W:m²K) organische: - : vocht anorganische: + : brand kunststofschuim - : brand mengmaterialen houtwolcement kurk cellulosevezels zeegras, schaapswol glaswol rotswol cellenglas perliet vermiculiet geëxpandeerd polystyreen geëxtrudeerd polystyreen polyurethaan en polyisocyanuraat fenol-, ureumformaldehyde, polyethyleen geperst perlietplaten
Isolerende baksteen Eigenschappen Volumemassa Thermisch Hygrisch Lucht ρ=750-880 kg/m³ c=840 J/kgK R=0.5-1.5 m²k/w (14 cm) µ=5 (inclusief scheurtjes) A=0.05-0.5 kg/m²s 1/2 tamelijk luchtopen Gedrag Brand + Vocht weinig hygroscopisch wel capillair Temperatuur + Gebruik geschikt voor beschermd metselwerk
Isolerend beton Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=260-1600 kg/m³ c=840 J/kgK λ=0.12-.. W/mK Gedrag Gebruik Hygrisch µ=5-8 A=0.02-0.05 kg/m²s 1/2 Lucht Brand ++ Vocht hygroscopisch, krimp! Temperatuur + geschikt als alternatief voor klassiek isoleren
Houtwolcement Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=300-500 kg/m³ c=1880 J/kgK λ=0.08-0.12 W/mK Hygrisch µ=5 A=0.01 kg/m²s 1/2 Lucht zeer luchtopen Gedrag Brand + Vocht - (schimmel, rot) Temperatuur + Gebruik vooral als verloren bekisting
Kurk Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=80-250 kg/m³ c=1880 J/kgK λ=0.042 W/mK Hygrisch µ=5-20 capillair actief Lucht luchtopen Gedrag Brand - (B2) Vocht - (schimmel, rot) Temperatuur + Gebruik vulling van houtconstructies in plaatvorm: isolatie van vriescellen en platte daken
Cellulosevezels Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=30-150 kg/m³ c=1880 J/kgK λ=0.037 W/mK f(ρ) Hygrisch µ=2.5 capillair Lucht zeer luchtopen Gedrag Brand +(Borax) Vocht - (schimmel, rot) Temperatuur + Gebruik vulling van houtconstructies
Glas- en rotswol Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=10-180 kg/m³ c=840 J/kgK λ=0.03-0.04 W/mK Hygrisch µ=1.2-1.5 A=0 kg/m²s 1/2 Lucht zeer luchtopen Gedrag Brand ++ Vocht + (mits waterafstotend) Temperatuur ++ Gebruik universeel toepasbaar evt. in combinatie met lucht- of dampscherm
Cellenglas Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=100-500 kg/m³ c=840 J/kgK λ=0.04-0.05 W/mK Hygrisch µ=5000-70000 A=0 kg/m²s 1/2 Lucht luchtdicht Gedrag Brand ++ Vocht +, opletten met vorstschade Temperatuur + Gebruik zeer goede druksterkte (funderingen, thermische snede, parkeerdaken) + hoge stabiliteit t.o.v. temp, vocht, chemicaliën, maar duur product
Geëxpandeerd polystyreenschuim (EPS) Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=15-45 kg/m³ c=1470 J/kgK λ=0.03-0.04 W/mK Hygrisch µ >35 A=0 kg/m²s 1/2 Lucht niet luchtdicht Gedrag Brand - - Vocht + (neemt drukwater op) Temperatuur - (smelt boven 80 C) Gebruik toepassingen onder 70 C: buitenisolatie, spouwisolatie, vloerisolatie. Best niet bij platte daken
Geëxtrudeerd polystyreenschuim (XPS) Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=25-45 kg/m³ c=1470 J/kgK λ=0.02-0.04 W/mK Hygrisch µ >115 A=0 kg/m²s 1/2 Lucht luchtdicht Gedrag Brand - - Vocht +++ Temperatuur - (smelt boven 80 C) Gebruik niet voor platte daken van warme type, wel voor omkeerdaken en toepassingen onder 80 C: buitenisolatie, spouwisolatie, vloerisolatie,...
Polyuretaan en polyisocyanuraat (PUR en PIR) Eigenschappen Volumemassa Thermisch ρ=30-60 kg/m³ c=1470 J/kgK λ=0.018-0.025 W/mK Hygrisch µ >25 A=0 kg/m²s 1/2 Lucht behoorlijk luchtdicht Gedrag Brand - (PIR beter dan PUR) Vocht ++ Temperatuur (+) verkoolt boven 100 C Gebruik universeel toepasbaar in situ te spuiten
1.2. Isolatie- en dichtingsmaterialen DICHTINGSMATERIALEN Massatransport verhinderen massa = lucht, water, waterdamp massatransport = functie van de open porositeit de diameter van de poriën waterdichte lagen: watergeleidingscoëfficiënt k m =0 s dampschermen: hoge diffusieweerstand luchtschermen: lage luchtgeleidingscoëfficiënt
WATERDICHTE LAGEN Bitumineuze producten: geblazen bitumen voorzien van inlage (glasvlies of polyestervlies) nadeel: temperatuur- en UV-gevoelig enkel nog als onder- of tussenlaag gebruikt Polymeerbitumen mengsel van geblazen bitumen en polymeren, gewapend met polyestervlies SBS (Styreen-butadieën-styreen) niet UV-bestendig APP (Atactisch PolyPropyleen) Hoogpolymeren elastomeren (IIR, EPDM) en plastomeren (PIB, PVC, PVF) gespecialiseerde plaatsing
DAMPREMMENDE LAGEN EN DAMPSCHERMEN Streefdoel: [µd] indeling in klassen klasse grenzen voorbeeld D1 2 [µd] eq < 5 - gebitumineerd kraftpapier - gipskarton gecacheerd met alu-folie D2 5 [µd] eq < 25 - PE of PVC-folie geplaatst met overlappende dichtgekleefde voegen D3 25 [µd] eq < 200 - bitumineuze lagen, polymeerbitumen, hoogpolymeren D4 200 [µd] eq - gebitumineerde metaalfolies
LUCHTSCHERMEN Lagen met zo hoog mogelijke luchtweerstand = minder strenge eis dan dampdicht maar correcte (continue) plaatsing is zeer belangrijk meestal wordt één materiaal gebruikt dat dienst doet als lucht- en dampscherm! Luchtschermen nemen verschillen in winddruk op voldoende steun, hoge treksterkte
1.2. Isolatie- en dichtingsmaterialen VOEGEN montagevoegen spelingen, bijstelmogelijkheden, productietoleranties krimp- en zettingsvoegen tijdseffect dilatatievoegen thermisch en hygrische uitzettingen/verkortingen voegen moeten wind- en regendicht afgewerkt worden
Voegmaterialen: Voegmaterialen: kitten profielen (elastische of plastische) (elastomeren) kit zwelstrip voorgevormd voegprofiel
1.3. Constructief detailleren Ontwerpen van gebouwen = nemen van constructieve beslissing schetsontwerp vorm en inplanting hoofdstructuur. voorontwerp draagsystemen overspanningen. correct oplossen van voegen en knopen uitvoeringsontwerp bouwdetails
Checklist voor constructief detailleren 1. Haalbaarheid Klopt het detail met de volgorde van uitvoeren? 2. Vorm- en plaatsvastheid Wat is dragend, wat wordt gedragen? Voldoet de sterkte en stijfheid van de onderdelen? Is elk onderdeel goed verankerd? 3. Voegen montagevoegen spelingen, bijstelmogelijkheden, productietoleranties dilatatievoegen thermisch, hygrische uitzettingen krimp- en zettingvoegen zijn onvermijdelijke vervormingen mogelijk (tijdseffect!)
4. Luchtdichtheid Prioritaire eis voor een hygrothermisch en akoestisch correct gedrag 5. Warmte-isolatie en koudebruggen Verspringingen in thermische snede vermijden 6. Vochthuishouding WATER: bouwvocht, regendoorslag, opstijgend vocht, drukwater WATERDAMP: hygroscopisch vocht, opp. en inwendige condensatie 7. Duurzaamheid, onderhoud en bevuiling Kwetsbaarheid en kans op verwering van onderdelen Mogelijkheid tot vervanging van minder duurzame onderdelen Bereikbaarheid voor onderhoud