Archeologisch onderzoek plangebied Vinkenberg te Moergestel

Vergelijkbare documenten
Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologisch onderzoek Vughtse Hoeve, Vught

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

4 Archeologisch onderzoek

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/741

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Heesch - Beellandstraat

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Transect-rapport 608. N348 Raalte-Ommen, Fase 1 en 2. Gemeente Raalte/Ommen (Ov.) Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek (IVO; karterende fase)

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

De Moer, plangebied De Hooivork (gemeente Loon op Zand)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch onderzoek plangebied Vinkenberg te Moergestel

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Bureau voor Archeologie Rapport 273

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Gemeente Bernheze Plangebied Ter Weer te Heeswijk-Dinther

Archeologische quickscan Vaarweg Veghel Eindhoven

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

30 sept OU

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Quickscan Archeologie Plangebied Toekomstig Tankstation Hengelosestraat (ong.) te Haaksbergen

Monumentenhuis Brabant bv

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Glanerbruggeweg 75 te Enschede (O) ARC-Rapporten

Gemeente Rucphen Plangebied Koekoekstraat ong. te Sprundel

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

-Rapporten. Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Papendijk te Nuland, gemeente Maasdonk (NB)

Archeologisch onderzoek Kanaalzone Hengelo

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE ZWALUWHOEVE HARDERWIJK

RAPPORT A I Archeologisch onderzoek aan de Graafweg 2c te Lopik, gemeente Lopik

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

Locatiegegevens. Kaartblad RD-coördinaten N: / O: / Z: / W: / Oppervlakte Ca.

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch booronderzoek Ommerweg 65-67, Zuidwolde, gemeente De Wolden (DR)

Methusalemlaan 59 en omgeving te Ugchelen rapport 2583

Archeologisch bureau-en booronderzoek Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE OEKEN EN BRUMMEN

Archeologisch onderzoek Jan Lucaskamp

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

-Rapporten. Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Stationsweg te Barneveld (Gld)

RAAP-NOTITIE Plangebied Houtbeekweg te Stroe Gemeente Barneveld Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Plangebied Amanietlaan-Varenlaan- Drieerweg Gemeente Ermelo Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

xxx Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen voor de locatie Oogenlust aan de Hees te Eersel, gemeente Eersel.

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Bureauonderzoek Archeologie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Monumentenhuis Brabant bv

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen

Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Plangebied Hengelosestraat/Noordsingel Gemeente Haaksbergen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch onderzoek t Zand Noord

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek

Transcriptie:

Archeologisch onderzoek plangebied Vinkenberg te Moergestel Inventariserend veldonderzoek verkennende fase, door middel van boringen, plangebied Vinkenberg te Moergestel, gemeente Oisterwijk GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1426

Archeologisch onderzoek plangebied Vinkenberg te Moergestel Inventariserend veldonderzoek verkennende fase, door middel van boringen, plangebied Vinkenberg te Moergestel, gemeente Oisterwijk GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1426 Definitief ISSN 1573-571 Opdrachtgever: Ruimte voor Ruimte Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 9 december 213

Verantwoording Titel : Archeologisch onderzoek plangebied Vinkenberg te Moergestel Subtitel : Inventariserend veldonderzoek verkennende fase, door middel van boringen, plangebied Vinkenberg te Moergestel, gemeente Oisterwijk GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1426 Projectnummer : 29121 Referentienummer : GM-124734 / GAR 1426 Revisie : D1 Datum : 9 december 213 Auteur(s) : drs. J. de Kramer E-mail adres francies.delporte@grontmij.nl Gecontroleerd door : francies.delporte@grontmij.nl Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : drs. P.G.M. Kaasenbrood Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Nederland B.V. Zernikestraat 17 5612 HZ Eindhoven Postbus 1265 562 BG Eindhoven T +31 88 811 55 1 F +31 4 244 37 97 www.grontmij.nl Pagina 2 van 18

Administratieve gegevens Opdrachtgever : Ruimte voor Ruimte Postbus 79 521 AB s-hertogenbosch Contactpersoon: dhr. E. van Ineveld 4-265 12 11 Uitvoerder : Grontmij Nederland B.V. Postbus 1265 562 BG Eindhoven 4 265 12 11 www.grontmij.nl Bevoegde overheid : Gemeente Oisterwijk College van Burgemeester en wethouders De Lind 44 Postbus 111 56 GA Oisterwijk 13-529 13 11 Beheer en plaats van docu-mentatie Grontmij Depot te Provinciaal Depot Noord-Brabant te s-hertogenbosch en Roermond Landelijk registratienummer ARCHIS onderzoeksnummer Locatie Archeoregio NOaA Onderzoeksteam Onderzoekskader RO : 593 : 48129 : Gemeente Plaats Toponiem Provincie RD-coördinaten: Kaartblad Omvang plangebied Kadastrale nummer(s) : Brabants zandgebied : Projectleiding Veldwerk en rapportage : : : : : : : : : Bestemmingsplanwijziging Oisterwijk Moergestel Vinkenberg Noord-Brabant X: 14.251 / Y: 393.792 X: 14.41 / Y: 393.67 X: 14.49 / Y: 393.7 X: 14.272 / Y: 393.814 51A circa,86 ha Oisterwijk L 48 en 387 (ged.) : : Dhr. drs. F.M.J Delporte Dhr. drs. J. de Kramer Type onderzoek Tijdstip onderzoek Huidig grondgebruik : Inventariserend veldonderzoek, verkennende fase door middel van boringen : 25 oktober 213 : wei- en akkerland en erf Pagina 3 van 18

Samenvatting Grontmij Nederland B.V. heeft in opdracht van Ruimte voor Ruimte op 25 oktober 213 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in verband met nieuwbouwplannen in het plangebied aan de Vinkenberg te Moergestel in de gemeente Oisterwijk. Het archeologisch onderzoek bestond uit een inventariserend veldonderzoek (IVO) verkennende fase door middel van boringen. Doel van het IVO is het aanvullen en toetsen van de bij het eerder uitgevoerde bureauonderzoek (Van Diepen 211) gespecificeerde archeologische verwachting. Op grond van de resultaten van dit bureauonderzoek is destijds aanbevolen het plangebied nader te onderzoeken door middel van een IVO karterende en waarderende fase door middel van proefsleuven. Na het bureauonderzoek werd bekend dat de grondeigenaar weet dat circa 5 à 7 jaar geleden binnen het plangebied grond is ontgraven en gebruikt bij de aanleg van wegen. In hoeverre het volledige plangebied is ontgraven en hoe diep was echter onduidelijk. Het verkennende booronderzoek moet duidelijk maken in hoeverre de bodem nog intact is en welke delen wel of niet verder archeologisch onderzoek moeten worden. De gespecificeerde archeologische verwachting gaat uit van de ligging van het plangebied in een zone met dekzandruggen waarop door bemesting hoge zwarte enkeerdgronden zijn ontwikkeld. Geologisch gezien behoren de afzettingen tot Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel. Op basis van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde verwachting vastgesteld: een middelhoge verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit de vroege prehistorie (vuursteenvindplaatsen), late prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de middelhoge verwachting voornamelijk is gebaseerd op de ligging van het plangebied op een dekzandrug nabij een beekdal en de aanwezigheid van een bouwlanddek. Het IVO heeft uitgewezen dat de ondergrond binnen het onderzoeksgebied bestaat uit een pakket laatglaciaal jong dekzand op een pakket pleniglaciaal oud dekzand dat lemiger en gevarieerder in samenstelling is dan het jonge dekzand. Ter plaatse van de akker in het noordwesten van het onderzoeksgebied is de bodem diep verstoord. Hier lijkt zand te zijn afgegraven, wat overeenkomt met de beschrijving van de grondeigenaar. Ook het deel van het onderzoeksgebied bij de bebouwing in het zuidoosten is diep geroerd. De verstoring hier hangt samen met de bebouwing en is modern. Het centrale deel van het onderzoeksgebied is in gebruik als paardenwei en hier is de bodem overwegend intact. Hier is sprake van een bouwlandek (esdek) op een begraven podzolbodem. De middelhoge archeologische verwachting op basis van het bureauonderzoek blijft na uitvoering van het verkennende booronderzoek alleen gelden voor het centrale circa 18 m 2 grote deel dat nu in gebruik is als paardenwei. Eventuele archeologische resten kunnen aanwezig zijn vanaf de top van de oorspronkelijke podzolbodem, vanaf een diepte van circa,2 à,7 m mv, vanaf circa +11,7 à 12,2 m NAP. De archeologische verwachting voor de delen die in gebruik zijn als akker en erf kan worden bijgesteld tot een (zeer) lage archeologische verwachting. Aanbevolen wordt om op de plaats van de paardenwei een onderzoek met proefsleuven uit te voeren en geen verder archeologisch onderzoek te doen op de plaats van de akker en het erf. Pagina 4 van 18

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 6 1.1 Aanleiding en doelstelling... 6 1.2 Onderzoeksopzet en richtlijnen... 7 2 Inventariserend Veldonderzoek... 8 2.1 Doel en methode... 8 2.2 Resultaten... 9 2.2.1 Geologie en bodem... 9 2.2.2 Akker in het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied... 9 2.2.3 Paardenwei in het centrale deel... 11 2.2.4 Zone met bebouwing in het zuidoostelijke deel van het onderzoeksgebied... 13 3 Conclusie en selectieadvies... 14 3.1 Conclusie... 14 3.2 Selectieadvies... 14 Literatuurlijst en bronnen... 16 Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen... 17 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Locatiekaart Boorpuntenkaart Boorprofielen Foto s van het plangebied Tijdstabel Pagina 5 van 18

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling Grontmij Nederland B.V. heeft in opdracht van Ruimte voor Ruimte op 25 oktober 213 een verkennend archeologisch onderzoek met boringen uitgevoerd in verband met de aanvraag van een bestemmingsplanwijziging locatie Vinkenberg te Moergestel, gemeente Oisterwijk (Bijlage 1). Aanleiding tot het uitvoeren van het onderzoek vormen de nieuwbouwplannen welke niet passen in het vigerende bestemmingsplan van de gemeente. Voor het volledige plangebied wordt een bestemmingsplanwijziging aangevraagd. Echter, slechts en deel van het plangebied zal vervolgens daadwerkelijk ontwikkeld worden. Voor het planologisch besluit dat de plannen mogelijk moet maken dient op grond van artikel 3.1.6.2a van het Bro een archeologisch rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein waarvoor de bestemming wordt gewijzigd, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Het huidige onderzoek is enkel gericht op dat deel van het plangebied dat daadwerkelijk in ontwikkeling zal worden gebracht (hierna onderzoeksgebied genoemd). Het is dan ook enkel voor deze zone dat een archeologisch advies wordt opgesteld en waarvoor door de gemeente een selectieadvies kan worden genomen. Eventueel latere ontwikkelingen buiten het huidig onderzoeksgebied kunnen dan ook door de gemeente onderworpen worden aan een verplichting tot archeologische onderzoek. Eerder is voor deze locatie een bureauonderzoek uitgevoerd (Van Diepen 211). Doel van onderhavig veldonderzoek met boringen is het controleren van de bij het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting. Op grond van de resultaten van het bureauonderzoek is destijds aanbevolen het onderzoeksgebied nader te onderzoeken door middel van een IVO karterende en waarderende fase door middel van proefsleuven. Na het bureauonderzoek werd bekend dat de grondeigenaar weet dat circa 5 à 7 jaar geleden binnen het plangebied grond is ontgraven en gebruikt bij de aanleg van wegen. In hoeverre het volledige plangebied is ontgraven en hoe diep was echter onduidelijk. Het verkennende booronderzoek moet duidelijk maken in hoeverre de bodem binnen het onderzoeksgebied nog intact is en welke delen wel of niet verder archeologisch onderzoek moeten worden. De gespecificeerde verwachting zal worden getoetst en waar nodig aangepast of aangevuld. Bij het bureauonderzoek (Van Diepen 211) werd het volgende geconstateerd. Het onderzoeksgebied ligt op een laatpleistocene dekzandrug. De bodem heeft een redelijke goede tot goede waterhuishouding (GWT V). In het plangebied komen volgens de Bodemkaart van Nederland hoge zwarte enkeerdgronden voor. Het belang van een enkeerdgrond/esdek ligt in de beschermende kwaliteiten van het dek. Eventuele archeologische waarden worden in de regel door het dikke dek beschermd tegen verstoring door onder andere agrarische activiteiten. Het onderzoeksgebied ligt op de gemeentelijke archeologische beleidskaart binnen een zone met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Hierbij dient te worden opgemerkt Pagina 6 van 18

Inleiding dat de middelhoge verwachting voornamelijk voortkomt uit de ligging van het plangebied op een dekzandrug nabij een beekdal en de aanwezigheid van een oud bouwlanddek (esdek). Het centrale en westelijke deel van het onderzoeksgebied is in de laatste eeuwen onbebouwd geweest. In het oostelijke deel is bebouwing aanwezig. Toen het bureauonderzoek werd uitgevoerd waren geen aanwijzingen bekend dat het terrein is ontgrond of op een andere wijze is verstoord. Echter, nu zijn er volgens de opdrachtgever aanwijzingen dat in ieder geval een deel van het terrein is afgegraven voor de winning van zand voor wegen. Uit het onderzoeksgebied zijn geen archeologische waarnemingen of vondstmeldingen bekend. Het bureauonderzoek wijst uit dat zich in het onderzoeksgebied geen archeologische vindplaatsen bevinden. Wel zijn uit de nabijheid van het onderzoeksgebied bewoningssporen bekend uit de IJzertijd en Romeinse tijd (AMK-terrein) en enkele vondstmeldingen. Op grond van de resultaten van het bureauonderzoek is een middelhoge verwachting vastgesteld voor het aantreffen van vindplaatsen uit de Vroege Prehistorie (vuursteenvindplaatsen), Late Prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. 1.2 Onderzoeksopzet en richtlijnen Het archeologisch onderzoek bestaat uit een inventariserend veldonderzoek, in de vorm van een verkennend booronderzoek. De volgende onderzoeksvragen zijn relevant: 1. Wat is de bodemopbouw in het gebied en welke delen kennen een intacte en welke delen een verstoorde bodemopbouw? 2. Op welke punten moet de bij eerder bij het bureauonderzoek (Van Diepen 211) opgestelde specifieke archeologische verwachting voor het plangebied worden aangepast? 3. Is vervolgonderzoek nodig en zo ja, in welke vorm en waar? Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). 1 De uitvoeringsprocedures van Grontmij Nederland bv zijn goedgekeurd door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK). 1 KNA versie 3.2, 21 Pagina 7 van 18

2 Inventariserend Veldonderzoek 2.1 Doel en methode Het doel van inventariserend veldonderzoek (IVO) is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting, zoals geformuleerd in het bureauonderzoek. Het gaat om gebieds- of vindplaatsgericht onderzoek. IVO gebeurt door middel van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt verkregen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Bij het inventariserend veldonderzoek is een onderscheid aangebracht in een verkennende, karterende en waarderende vorm. Het verkennende IVO heeft tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden. Een eenvoudige terreininspectie, maar ook geo-archeologisch booronderzoek behoren tot de middelen. Het doel is kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor de volgende vormen van onderzoek. Tijdens een karterend IVO wordt het terrein systematisch onderzocht op de aanwezigheid van vondsten en/of sporen. In een waarderend IVO kan het waarnemingsnet verdicht worden om de aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van de archeologische resten vast te stellen. Voor het onderhavige onderzoek is, gezien de aanwezigheid van dikke enkeerdgronden, gekozen voor het uitvoeren van een IVO verkennende fase door middel van boringen. Hiermee kan de intactheid van het bodemprofiel en de dikte van de op basis van het bureauonderzoek verwachte enkeerdgrond worden vastgesteld. Voor enkeerdgronden adviseert de Provincie Noord- Brabant na vaststelling dat het bodemprofiel archeologisch gezien in grote mate onverstoord is een proefsleuvenonderzoek. Het vaststellen dat de bodemopbouw intact is dientengevolge voldoende in deze fase van het archeologisch onderzoek. Het booronderzoek is uitgevoerd conform de minimumeisen van de Provincie Noord-Brabant met als doelen: het bepalen van de aard en mate van intactheid van het bodemprofiel; het bepalen van de mate van verstoordheid van bodemlagen waar de archeologische waarden in verwacht kunnen worden; het vaststellen van de aanwezigheid van archeologische sporen: antropogene lagen (inclusief een fossiele esdeklaag), respectievelijk biochemische laag of residu); het vaststellen van de aanwezigheid van mobilia (losse vondsten) die kunnen duiden op antropogene aanwezigheid in het verleden; het bepalen van de ruimtelijke relatie tussen mobilia en sporen. Tijdens het veldonderzoek zijn 18 boringen verricht (Bijlagen 2 en 3). De boringen zijn niet in een grid gezet. Een deel is evenwichtig verspreid over het onderzoeksgebied geplaatst. Tijdens Pagina 8 van 18

Inventariserend Veldonderzoek het veldwerk zijn verdichtingen uitgevoerd om zones met een intacte en niet- of deels intacte bodemopbouw te kunnen begrenzen. Op een van de boorlocaties is geen boring gezet, maar is een profielkuil gegraven van circa 1 m breed en,5 m diep. Er is geboord tot maximaal 1,5 m mv met een zandguts met een diameter van 1 cm of een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen zijn bodemkundig beschreven en vanuit de topografie ingemeten. De hoogte is bepaald met het actueel hoogtebestand van Nederland (AHN, ahn.nl) en op basis van veldwaarnemingen. Alhoewel het zoeken naar archeologische indicatoren niet het doel is van het verkennende booronderzoek is het opgeboorde materiaal wel in het veld gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren door het opgeboorde sediment te verbrokkelen en te doorzoeken. 2.2 Resultaten 2.2.1 Geologie en bodem De resultaten van de bodemkundige beoordeling van de boringen zijn in Bijlage 2 in de vorm van boorprofielen weergegeven. Op basis van de bodemopbouw kan het onderzoeksgebied in drie zones worden onderverdeeld, namelijk de akker in het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied (maïsakker ten tijde van het veldonderzoek), de paardenwei in het centrale deel en de zone met bebouwing in het zuidoostelijke deel van het onderzoeksgebied, bij de hoek van de Heuvelstraat met de Vinkenberg (Bijlage 4). 2.2.2 Akker in het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied In de akker in het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied is de proefput 1 gegraven en zijn de boringen 2-7 gezet (Bijlagen 2 en 3). De bodem bestaat uit een modern geroerd humeus zandpakket dat abrupt overgaat in niet-humeus zand (Afbeelding 2). Eenzelfde beeld laten de boringen in de akker zien (Afbeelding 1, Bijlage 3). Het niet-humeuze zand bestaat uit matig siltig matig fijn zand dat lichtbeige(geel) tot lichtgrijs is. In boring 3 is het pakket deels lichtoranje-beige van kleur door de aanwezigheid van enkele roestvlekken. Het pakket kan worden geïnterpreteerd als laatglaciaal jong dekzand (Bijlage 5). Het gaat hierbij om jong dekzand II uit het Late Dryas. Jong dekzand II onderscheidt zich door zijn gelaagdheid van jong dekzand I uit het begin van het Laat Glaciaal, uit het Oude Dryas. Jong dekzand II is leemarm en ook grover. Gelaagdheid is vaak afwezig. Jong dekzand I is gelaagd met een afwisseling van dunne meer lemige zandlaagjes met duidelijk iets grover gekorrelde leemarmere zandlaagjes. In boring 4 direct onder het daar diep reikende geroerde pakket en in boring 5 onder het bovenste zandpakket komt vanaf circa 1, m mv (circa +1,9 m NAP) een pakket matig tot sterk siltig matig fijn zand voor met leemlaagjes. Dit pakket is oranjebeige(grijs) van kleur is door de neergeslagen roest. Het pakket kan worden geïnterpreteerd als jong dekzand I (Bijlage 5). Het humeuze pakket bestaat overwegend uit matig humeus matig siltig matig fijn zand en is donkerbruingrijs van kleur. Het pakket kan verder worden onderverdeeld. De top wordt gevormd door een laag van circa,3 m die geregeld geploegd wordt (bouwvoor). Daaronder ligt tot circa,4 à,6 m mv (rond +11,7 m NAP) een geroerde laag met meer of minder lichtgekleurde niethumeuze zandbrokjes uit de C-horizont. Pagina 9 van 18

Inventariserend Veldonderzoek In boring 4 reikt deze laag tot circa 1, m mv en komen veel brokjes uit de C-horizont voor. Bij boring 5 is het geroerde pakket juist dun en reikt tot slechts,3 m mv. Het maaiveld ligt hier echter ook lager, zodat de hoogte van de overgang naar het niet-humeuze zand vergelijkbaar is als in de rest van de akker en rond 11,6+ NAP ligt. Uit proefput 1 blijkt dat er sprake is van variatie in dikte van het humeuze pakket op korte afstand (Afbeelding 2). Uit de proefput blijkt verder het afgetopte karakter. Ook zijn schopsteken te zien. Dat hier zand gewonnen is zoals de eigenaar nog wist, blijkt zeer aannemelijk. Daarbij zal de top van het pakket niet-humeus zand afgegraven. Daarna is het humeuze zand weer teruggestort. De bodem in de akker is niet meer intact en kan omschreven worden als een antropogeen bepaalde bodem. Afbeelding 1: Gutsboring 6. De rood-witte blokken op de schaallat zijn 1 cm lang. Pagina 1 van 18

Inventariserend Veldonderzoek Afbeelding 2: Twee wanden van proefput 1. De rood-witte blokken op de schaallat zijn 1 cm lang. 2.2.3 Paardenwei in het centrale deel In de paardenwei in het centrale deel van het onderzoeksgebied zijn de boringen 8-16 gezet (Bijlagen 2 en 3). De boringen 13-16 liggen weliswaar in het plangebied, maar buiten de contouren van het onderzoeksgebied. Deze boringen zijn controleboringen en zijn niet bedoeld om uitspraken te doen over dit deel van het plangebied. De bodem in de paardenwei is overwegend intact en bestaat uit een geleidelijke overgang van een opgebracht humeus pakket naar een begraven podzolprofiel waarvan in ieder geval het onderste deel intact is (B- of BC-horizont). De top van de oorspronkelijke podzolbodem is aangetroffen vanaf een diepte van circa,2 à,7 m mv, vanaf circa 11,7 à 12,2 m +NAP. Pagina 11 van 18

Inventariserend Veldonderzoek Het best bewaard is het podzolprofiel in boring 12 (Afbeelding 3). Hier is ook de E-horizont van de oorspronkelijk podzol nog aanwezig. Bij het plangebied is dit ook het geval in de boringen 15 en 16. Boringen waar een intacte B-horizont (Bhs- en/of Bs-horizont) is aangetroffen zijn de boringen 9 en 1 (Afbeelding 4). Bij boring 11 is sprake van een deels intacte bodem, waarbij wel de BChorizont, maar niet de B-horizont intact is (Afbeelding 4). Bij boring 8 en buiten het onderzoeksgebied bij de boringen 13 en 14 is de bodem niet intact. Hier is sprake van een plaatselijke aftopping of verstoring tot in de C-horizont. Het onderste deel van het intacte oude bouwlanddek is overwegend egaal van kleur. Wanneer het bouwlanddek gevormd is, is onbekend. Mogelijk is sprake van een esdek, maar gezien het egale karakter is het waarschijnlijker is dat het gevormd is bij een late ontginning in de Nieuwe tijd en als een geheel. Het beschermd in ieder geval eventuele archeologische resten in het daaronder gelegen natuurlijke zand. De podzol is overwegend gevormd in jong dekzand II, maar in de boringen 8 en 11 in het zuidwestelijke deel van de weide lijkt ook lemig jong dekzand I opgeboord te zijn. Afbeelding 3: De uitgelegde boring 12, van rechts naar links. De gele stokjes zijn 25 cm lang. Pagina 12 van 18

Inventariserend Veldonderzoek 1 11 13 15 Afbeelding 4: Delen van gutsboringen met de overgang van het bouwlanddek naar het natuurlijke zandpakket, van boven naar beneden: boring 1, 11, 13, en 15. 2.2.4 Zone met bebouwing in het zuidoostelijke deel van het onderzoeksgebied In de zone met bebouwing in het zuidoostelijke deel van het onderzoeksgebied zijn de boringen 17 en 18 gezet en hier blijkt de bodem tot diep geroerd (Bijlagen 2 en 3). De verstoring reikt tot 7 à 8 cm en gaat abrupt over in de Cr-horizont. Resten van een B-horizont zijn niet aangetroffen. Pagina 13 van 18

3 Conclusie en selectieadvies 3.1 Conclusie Het verkennend booronderzoek heeft uigewezen dat de boringen in het centrale deel van het onderzoeksgebied, dat in gebruik is als paardenwei, uit een enkeerdgrond met resten van de begraven geraakte podzolbodem bestaat. De bodem is overwegend intact, op plaatselijke verstoringen na. Ter plaatse van de akker is de bodem niet meer intact en hier gaat een modern geroerd pakket abrupt over in de C-horizont. Er is sprake van aftopping en dat is in overeenstemming met de bewering dat hier zandwinning heeft plaatsgevonden. De bodem in de zone bij de bebouwing is ook modern verstoord, hier door bouwactiviteiten. De bij het bureauonderzoek (Van Diepen 211) opgestelde specifieke archeologische verwachting blijft gehandhaafd voor het centrale deel van het onderzoeksgebied dat als paardenwei in gebruik is. De archeologische verwachting blijft hier middelhoog. De archeologische verwachting voor de rest van het onderzoeksgebied moet worden bijgesteld tot (zeer) laag. 3.2 Selectieadvies Vervolgonderzoek wordt geadviseerd voor het centrale circa 18 m 2 grote deel van het onderzoeksgebied dat in gebruik is als paardenwei (Afbeelding 5) en waarvoor na uitvoering van het verkennende booronderzoek nog steeds een middelhoge archeologische verwachting geldt. Hier wordt geadviseerd een onderzoek met proefsleuven uit te voeren. In de rest van het onderzoeksgebied wordt een vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Mochten echter tijdens de graafwerkzaamheden in deze terreindelen alsnog archeologische waarden worden aangetroffen dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 53 van de monumentenwet 1988. Melding van archeologische waarden dient zo spoedig mogelijk plaats te vinden bij de minister. De gemeente Oisterwijk heeft onderhavig booronderzoek beoordeeld en het advies tot vervolgonderzoek overgenomen. Pagina 14 van 18

Conclusie en selectieadvies Afbeelding 5: Archeologische verwachting na uitvoering van het verkennende veldonderzoek met grondboringen. Pagina 15 van 18

Literatuurlijst en bronnen Diepen, L. van, Archeologisch onderzoek plangebied Vinkenberg te Moergestel. Grontmij (Grontmij Archeologische Rapporten, 1117), Roermond, 211. Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie versie 3.2, 21. Eindrapport van de Voorbereidingscommissie Kwaliteitszorg Archeologie. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Den Haag. Geraadpleegde websites: Actuueel Hoogtebestand van Nederland (AHN) - www.ahn.nl NOaO: http://www.noaa.nl/toc/balk1-2-4-ar.htm Pagina 16 van 18

Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen Verklarende woordenlijst Voor bodemkundige begrippen wordt verwezen naar: H. de Bakker en J. Schelling: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland De hogere niveaus. Stiboka/Pudoc, Wageningen 1966. ARCHIS AMK IKAW A-horizont A1-horizont Aan-horizont AC-horizont AB-horizont Ap-horizont B-horizont C-horizont E-horizont CIS-Code het geautomatiseerde Archeologisch Informatiesysteem voor Nederland. Dit bestaat uit een databank waarin allerlei gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen in Nederland zijn opgeslagen, daterend van de Prehistorie tot de Nieuwe Tijd. en digitaal bestand van alle bekende behoudenswaardige archeologische terreinen in Nederland dat door de RCE in samenwerking met de desbetreffende provincie is opgesteld. Op de kaart staan terreinen met archeologische status aangegeven. De kaart baseert zich op gegevens uit ARCHIS. Statustoekenning vindt plaats nadat het terrein is getoetst aan een aantal door de RCE gehanteerde criteria (kwaliteit, zeldzaamheid en contextwaarde). de zogenaamde archeologische verwachtingskaart. Deze geeft een gebiedsindeling in drie categorieën weer op basis van de verwachting van archeologische vondsten (gebieden met een lage, midden, dan wel hoge archeologische verwachting). De kaart is voornamelijk gebaseerd op het bodemtype. een moerige horizont, bestaande uit onverteerbare en weinig verteerde plantenresten opgehoopt in een aëroob milieu op het onderlinge materiaal (strooisellaag). een minerale of moerige, donker gekleurde horizont, ontstaan aan of nabij het oppervlak, waarin de organische stof geheel of gedeeltelijk is omgezet (humushoudende bovengrond). horizont door de mens opgebracht zoals het mestdek van de enkeerdgronden. een geleidelijke overgang van een A1- naar een C-horizont. een geleidelijke overgang naar een B-horizont. de bouwvoor, de A-horizont die door de mens is bewerkt. een minerale of moerige horizont waaraan door inspoeling bestanddelen zijn toegevoegd, zoals humus of lutum (inspoelingshorizont). een minerale of moerige horizont, die weinig of nauwelijks door bodemvorming is veranderd. Aangenomen wordt dat de bovenliggende horizonten uit soortgelijk materiaal zijn ontstaan (moedermateriaal). een minerale, licht gekleurde horizont die door uitspoeling verarmd is aan kleimineralen, ijzer, aluminium of aan alle drie (uitspoelingshorizont of loodzandlaag). (=ARCHIS-nummer). Het landelijk registratienummer ten behoeve van archeologisch onderzoek, uitgegeven door het Centraal Informatiesysteem. Dit nummer dient op alle vondsten en documentatiemateriaal ver- Pagina 17 van 18

Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen meld te worden. De RCE noemt dit het onderzoeksmeldingsnummer, en geeft het af na een Artikel 41-melding. Archeologische Indicatief archeologisch materiaal dat bij (boor)onderzoek een Indicatie aanwijzing kan zijn voor de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van een archeologische vindplaats. Enkeerdgrond dikke eerdgrond (=laag met donkere, min of meer rulle grond, met organische en anorganische bestanddelen) ontwikkeld op zandgrond onder invloed van de mens, ook wel essen genoemd. Esdek oud verhoogd bouwland, ontstaan door ophoging ten behoeve van bemesting. Voor de bemesting werden plaggen of met zand vermengde potstalmest opgebracht. In geval van een es is de opgebrachte laag ten minste 5 cm dik. De term es is gangbaar in Noord- en Oost-Nederland. In Midden-Nederland wordt gesproken van een enk of eng. Holoceen geologisch tijdvak, vroeger Alluvium genoemd, binnen het Quartair, van ongeveer 1. jaar geleden tot nu, met daarin o.a. het Mesolithicum, Neolithicum, de Bronstijd, de IJzertijd, de Romeinse tijd en de historische tijd. Kwartair geologische periode van 2 miljoen jaar geleden tot nu, de tijd van het menselijk leven op aarde, omvattend het Pleistoceen en het Holoceen. Pleistoceen geologisch tijdvak binnen het Quartair, van ongeveer 2 miljoen jaar geleden tot 1. jaar geleden, met daarin o.a. de eerste mensensoorten en het Paleolithicum (oude steentijd). Potstal uitgediepte veestal. Potstalmest potstalmest of aardmest werd bereid in een zgn. potstal en bestond uit stalmest, huisafval, bos- en heidestrooisel en meestal zand uit sloten of uit humusarme ondergrond van het bouwland zelf en ook werden in plaats van zand heideplaggen gebruikt. Prehistorie dat deel van de geschiedenis waarvan geen geschreven bronnen bewaard zijn gebleven. Site een plaats waar in het verleden menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden. Vindplaats Een ruimtelijk begrensd gebied waarbinnen zich archeologische informatie bevindt (monument, type monument, aard archeologische waarde, archeologische indicatie). Vondst Alle soorten mobilia: roerende of roerend geraakte onderdelen van onroerende goederen afkomstig van archeologisch veldwerk of uit bestaande collecties. Weichselien geologische periode (laatste ijstijd, waarin het landijs Nederland niet bereikte) ca. 12.-1. jaar geleden. Gebruikte afkortingen AMK Archeologische Monumentenkaart ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem Archis 2 GHG Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand GLG Gemiddelde Laagste Grondwaterstand Gwt grondwatertrap IKAW Indicatieve Kaart Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie -mv onder maaiveld RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed RGD Rijks Geologische Dienst (tegenwoordig onderdeel van TNO-NITG Bodem) StiBoKa Stichting Bodem Kartering (tegenwoordig onderdeel van Alterra Wageningen) Pagina 18 van 18

Bijlage 1 Locatiekaart Bron: Topografische Dienst. Pagina 19 van 18

Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen Pagina 2 van 18

Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen Bijlage 2 Boorpuntenkaart Pagina 21 van 18

Bijlage 3 Boorprofielen Pagina van 18

Boring: 1 X: Y: Datum: 25-1-213 Boring: 2 X: Y: Datum: 25-1-213 Opmerking: proefput Opmerking: Referentievlak: 12,2 Referentievlak: 12,2 akker humeus, donker grijsbruin, Schep, geploegd, Aap1-horizont akker humeus, donker grijsbruin, Guts, geroerd, matig scherpe ondergrens, Aap1 16 25 humeus, sporen houtskool, donker grijsbruin, Schep, modern geroerd; niet-humeuze zandbrokjes uit C-horizont, Aa2-horizont 25 28 3 humeus, zwak houtskoolhoudend, donker blauwgrijs, Schep, modern geroerd; de verstoringsdiepte varieert op korte afstand; schopsteken zichtbaar; Aa3-horizont 47 humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, geleidelijke ondergrens, brokjes C-horizont in de laag, Aap2 5 5 53 sporen roest, lichtgrijs, Schep, afgetopt, C-horizont 5 55 sporen roest, licht beigegeel, Guts, afgetopt, harde laag, C Projectcode: 29121

Boring: 3 X: Y: Datum: 25-1-213 Boring: 4 X: Y: Datum: 25-1-213 Opmerking: Opmerking: grondwater op ca. 6 à 7 cm -mv Referentievlak: 12,3 Referentievlak: 12 akker humeus, donker grijsbruin, Guts, geroerd, vaak geploegd, kalkloos, Aap1 25 35 humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, brokjes C-hor, kalkloos, Aa2 akker humeus, donker grijsbruin, Guts, geroerd, geploegd, enkele brokjes C-hor op 1 cm -mv, Aap1 5 49 humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, donkerbruine brokjes B-hor, kalkloos, Aa3 25 34 humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, brokjes C-hor, Aa2 75 74 8 zwak roesthoudend, licht oranjebeige, Guts, intact, roestvlekken, kalkloos, Cg 5 46 humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, géén brokjes C-hor, Aa3 58 62 Zand, matig fijn, sterk siltig, matig roesthoudend, lichtgrijs, Guts, geroerd, laag betreft een omgewerkte brok C-hor, Aa4 75 Zand, matig fijn, sterk siltig, matig humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, brokjes C-hor, Aa5 8 Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, grijsbruin, Guts, geroerd, brokjes C-hor, Aa6 97 1 13 Zand, matig fijn, sterk siltig, sterk humeus, zwartbruin, Guts, geroerd, gereduceerd, Aa7 11 Zand, matig fijn, sterk siltig, laagjes leem, matig roesthoudend, lichtgrijs, Guts, deels matig siltig zand, intact, afgetopt, C-hor, oud dekzand Projectcode: 29121

Boring: 5 X: Y: Datum: 25-1-213 Opmerking: Boring: 6 X: Y: Datum: 25-1-213 Opmerking: Referentievlak: 11,9 Referentievlak: 12,1 akker humeus, donker bruingrijs, Guts, geroerd, Aap1 25 3 akker zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor, geroerd, geploegd, scherpe overgang, Aap licht beigegrijs, Edelmanboor, afgetopt, intact, jong dekzand, C1 25 5 28 36 38 5 humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, donkerder dan bovenliggende laag, Aap2 zwak roesthoudend, roodbeige, Guts, afgetopt, jong dekzand, Cg1 sporen roest, licht beigegeel, Guts, jong dekzand, Cg2 45 5 lichtgrijs, Edelmanboor, C2 6 Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, licht grijsbeige, Edelmanboor, Cg3 7 75 lichtgrijs, Edelmanboor, Cg4 1 1 15 Leem, sterk zandig, matig roesthoudend, oranje, Edelmanboor, Cr5 Zand, matig fijn, sterk siltig, laagjes leem, oranjebeige, Edelmanboor, deels matig siltig zand, oud dekzand, Cr6 12 Projectcode: 29121

Boring: 7 Boring: 8 X: X: Y: Y: Datum: 25-1-213 Datum: 25-1-213 Opmerking: Opmerking: Referentievlak: 12,3 Referentievlak: 12,2 akker humeus, donkerbruin, Guts, geroerd, geploegd, Aap1 weiland humeus, donker bruingrijs, Guts, geroerd, los, Aap1 9 25 24 humeus, donker, Guts, geroerd, brokjes C-hor, Aa2 humeus, donker grijsbruin, Guts, opgebracht, egaal van kleur, Aa2 34 sporen roest, licht, Guts, intact, afgetopt, Cg 25 3 zwak humeus, donker geelbruin, Guts, opgebracht, egaal van kleur, Aa3 5 6 5 75 77 9 humeus, sporen roest, donkerbruin, Guts, opgebracht, egaal van kleur, scherpe ondergrens, enkele brokjs C-hor, Aa4 1 1 Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, lichtgrijs, Guts, afgetopt, deels grof zand en deels matig siltig zand, oud dekzand, Cg Projectcode: 29121

Boring: 9 Boring: 1 X: X: Y: Y: Datum: 25-1-213 Datum: 25-1-213 Opmerking: Opmerking: Referentievlak: 12,4 Referentievlak: 12,5 weiland humeus, donker grijsbruin, Guts, geroerd, los, Aap1 1 weiland humeus, donker grijsbruin, Guts, geleidelijke ondergrens, recent geroerd, Aap1 9 zwak humeus, bruingrijs, Guts, geroerd, Aap2 humeus, donker grijsbruin, Guts, recent geroerd, Aap2 25 33 25 5 3 39 45 49 57 63 humeus, donker geelbruin, Guts, recent geroerd, Aap3 humeus, donkerbruin, Guts, modern geroerd, ouder dan bovenliggende laag, Aa4 lichtgrijs, Guts, modern geroerd, Aa5 sterk humeus, zwartbruin, Guts, modern geroerd, Aa6 5 41 48 6 humeus, donker roodbruin, Guts, intact, afgetopte podzol, Bhs zwak humeus, roodbruin, Guts, Bs licht oranjebeige, Guts, BCr lichtbeige, Guts, Cr 66 68 zwak humeus, grijs, Guts, modern geroerd, Aa7 75 8 75 72 sterk humeus, zwart, Guts, modern geroerd, Aa8 lichtbeige, Guts, modern geroerd, Aa9 1 93 1 zwak humeus, donkerbruin, Guts, modern geroerd, Aa1 roodbruin, Guts, deels zwak humeus zand, intact, Bhs oranjebeige, Guts, BC 11 lichtbeige, Guts, jong dekzand, Cg Projectcode: 29121

Boring: 11 Boring: 12 X: X: Y: Y: Datum: 25-1-213 Datum: 25-1-213 Opmerking: Opmerking: Referentievlak: 12,3 Referentievlak: 12,2 weiland zwak humeus, donkergrijs, Guts, geroerd, Aap1 9 2 zwak humeus, bruingrijs, Guts, geroerd, Aap2 weiland zwak humeus, donkergrijs, Edelmanboor, geroerd, omgewerkt esdek, Aap1 25 28 39 roesthoudend, roodbruin, Guts, afgetopt, roestvlekken zwak roesthoudend, oranjebeige, Guts, roestvlekken 25 12 2 zwak humeus, lichtgrijs, Edelmanboor, geroerd, brokje verbrande leem, Aap2 humeus, sporen hout, zwartbruin, Edelmanboor, intact esdek lichtbeige, Guts, jong dekzand 5 5 lichtgrijs, Guts, oud dekzand 5 55 75 6 zwak humeus, lichtgrijs, Edelmanboor, top intacte podzol, alleen de oude A-hor ontbreekt, E lichtgrijs, Edelmanboor, Bh 9 75 75 roodbruin, Edelmanboor, Bs 9 sterk roesthoudend, beigeoranje, Edelmanboor, BC, jong dekzand 1 1 lichtbeige, Edelmanboor, Cr, jong dekzand 12 Projectcode: 29121

Boring: 13 Boring: 14 X: X: Y: Y: Datum: 25-1-213 Datum: 25-1-213 Opmerking: Opmerking: Referentievlak: 12,3 Referentievlak: 12,3 weiland zwak humeus, Guts, geroerd, matig scherpe ondergrens, Aap1 weiland humeus, donkerbruin, Edelmanboor, geroerd, Aap1 1 1 humeus, Guts, egaal van kleur, geleidelijke ondergrens, Aa2 humeus, donkerbruin, Edelmanboor, brokje sintel op 53 cm -mv, oudtijds geroerd, Aa2 25 25 3 humeus, Guts, egaal van kleur, scherpe ondergrens, modern geroer, Aa3 4 zwak humeus, licht geelbruin, Edelmanboor, geroerd, Aa3 5 5 57 6 beigegeel, Edelmanboor, geroerd, omgewerkte C-hor, Aa4 75 75 humeus, donkerbruin, Edelmanboor, brokken niet- en zwak humeus zand, geroerd, verder boren niet zinvol omdat C-hor sterk is afgetopt, Aa5 9 96 1 lichtbeige, Guts, modern afgetop, Cr 11 Projectcode: 29121

Boring: 15 Boring: 16 X: X: Y: Y: Datum: 25-1-213 Datum: 25-1-213 Opmerking: Opmerking: Referentievlak: 12,4 Referentievlak: 12,5 weiland humeus, Edelmanboor, boring bij stallen; geroerd, opgehoogd, Aap1 1 weiland humeus, donker grijsbruin, Edelmanboor, geroerd, geleidelijke ondergrens, Aap1 humeus, geelbruin, Edelmanboor, egaal van kleur, geleidelijke ondergrens, Aa2 25 25 3 zwak humeus, geelbruin, Edelmanboor, egaal van kleur, Aa3 5 55 5 humeus, Edelmanboor, bouwlanddek, Aa2 61 68 zwak humeus, donker, Edelmanboor, gevlekt, oudtijds geroerd, resten E- en Bhs-horizont, basis van het bouwlanddek / esdek 75 75 roodbruin, Edelmanboor, intact deel podzolprofiel, Bs 95 87 sporen roest, lichtbeige, Edelmanboor, jong dekzand, Cr 1 15 Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk humeus, Edelmanboor, top oude podzol, vermoedelijk Ahb 1 11 zwak humeus, Edelmanboor, grondwater op ca. 1 cm -mv, E zwak humeus, Edelmanboor, BE 11 12 125 humeus, Edelmanboor, Bhs 13 Edelmanboor, BC 14 sporen roest, Edelmanboor, jong dekzand, Cr 15 15 Projectcode: 29121

Boring: 17 Boring: 18 X: X: Y: Y: Datum: 25-1-213 Datum: 25-1-213 Opmerking: Opmerking: Referentievlak: 12,5 Referentievlak: 12,7 erf zwak humeus, matig plantenhoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor, recent geroerd, Aap1 6 erf humeus, donkerbruin, Guts, boring in ruigte, recent geroerd, Aap1 25 zwak humeus, lichtbruin, Guts, modern geroerd, Aa2 25 5 55 6 lichtbeige, Edelmanboor, recent geroerd, betonachtig zand 5 zwak humeus, donker grijsbruin, Edelmanboor, modern geroerd 75 74 79 humeus, donkerbruin, Edelmanboor, deels niet-humeus en lichtgrijs gekleurd zand, gevlekt, modern geroerd, Aa4 75 7 zwak roesthoudend, lichtbeige, Guts, deels sterk siltig matig fijn zand, intact, oud dekzand, afgetopt, Cg 1 lichtgrijs, Edelmanboor, intact, jong dekzand, Cr 9 11 Projectcode: 29121

Bijlage 4 Foto s van het plangebied Bebouwd gebied met op achtergrond bebouwing aan de Vinkenberg en op voorgrond zone met betonnen vloer, ZO-richting. Pagina van 18

Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen Meest zuidelijke deel van de zone met bebouwd gebied nabij de Heuvelstraat, ruigte en deels verhard, ZO-richting. Pagina 1 van 18

Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen Maïsakker op achtergrond en paardenwei op voorgrond, NW-richting. Heuvelstraat en maïsakker op achtergrond en paardenweide op voorgrond, ZW-richting. Paardenwei links en bebouwing rechts, N-richting. Pagina 2 van 18

Verklarende woordenlijst en gebruikte afkortingen Bijlage 5 Tijdstabel Pagina 3 van 18

Bijlage 5: Tijdstabel Tijdtabel: Model ARCHOL Pagina van 18