besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015

Vergelijkbare documenten
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wormerland 2015

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND JULI 2012

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

GEMEENTE OOSTZAAN 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend, gelet op artikel 160 van de gemeentewet, besluit vast te stellen het

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BERKELLAND 2015

GEMEENTEBLAD. gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Besluit maatschappelijke ondersteuning

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE

Besluit maatschappelijke ondersteuning

besluiten vast te stellen het volgende BESLUIT MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

Heerhugowaard Stad van kansen. Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Pijnacker-Nootdorp - Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Non-Professional. Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wormerland 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2015

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

AAN de voorzitter van de commissie Burgers en Samenleving. Geachte voorzitter,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit maatschappelijke ondersteuning

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2016

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Zwartewaterland 2017

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016

b e s l u i t: Vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2017

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Maasgouw 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Purmerend Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Toelichting. Artikel 2

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

vast te stellen: FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP GEMEENTE BERKELLAND 2017

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2017

Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning Losser 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oostzaan 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning Purmerend Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Purmerend Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend, gelet op artikel 160 van de gemeentewet, besluit vast te stellen het

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Vastgestelde beleidsregels - Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Zoeterwoude

aanpassing besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montfoort Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort;

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gemeente Moerdijk

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2015 GEMEENTE EPE. * * II91 liü l il IIEī I! íill 11 III

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 16721 25 februari 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad; gelet op de artikelen 11, 12, eerste en derde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015; besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015 Artikel 1. Hoogte persoonsgebonden budget 1.1 De bedragen voor het pgb voor begeleiding en dagbesteding bedraagt 100% van het arrangementsbedrag. De bedragen voor 2015 zijn opgenomen in tabel 1 in de bijlage. 1.2 De bedragen voor het pgb voor hulp bij het huishouden bedraagt 85% van de kostprijs voor de voorziening in natura. De bedragen voor 2015 zijn opgenomen in tabel 2 in de bijlage. 1.3 De hoogte van het pgb voor Beschermd wonen bedraagt 75% van de kostprijs voor de voorziening in natura. De bedragen voor 2015 zijn opgenomen in tabel 3 in de bijlage. 1.4 Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. De bedragen voor 2015 zijn opgenomen in tabel 4 in de bijlage. 1.5 Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, verhoogd met het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. De bedragen voor 2015 zijn opgenomen in tabel 5 in de bijlage. Artikel 2. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb s 2.1 De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdragen zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. 2.2 De bijdrage, zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, bedraagt bij de lage inkomens maximaal 19,40 voor en alleenstaande en maximaal 27,60 voor gehuwden per periode van vier weken, waarbij de volgende inkomensgrenzen gelden: Ongehuwd persoon, die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt: 22.331 Ongehuwd persoon, die de pensioengerechtigde leeftijd wel heeft bereikt: 16.634 Gehuwde personen, van wie een of beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt: 27.917 Gehuwde personen, die beiden de pensioengerechtigde leeftijd wel hebben bereikt: 23.046 2.3 De bijdrage geldt voor de maatwerkvoorzieningen in de Wmo: arrangementen van begeleiding en hulp bij het huishouden, beschermd wonen, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen met uitzondering van: rolstoelen collectief vervoer sportrolstoelen bezoekbaar maken van een woning tijdelijke huisvesting huurderving het verwijderen van een woonvoorziening woningaanpassingen ten behoeve van minderjarigen 2.4 De bijdrage geldt voor personen die vanaf 1 januari 2012 in aanmerking komen voor een woonof vervoersvoorziening en voor personen van wie de reeds verstrekte voorziening na 1 januari 2012 wordt vervangen. 2.5. Voor beschermd wonen geldt de bijdrage zoals benoemd in paragraaf 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. 1

Artikel 3: Bijdrage voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 3.1 Voor cliënten die gebruik maken van maatschappelijke opvang of vrouwenopvang geldt een eigen bijdrage conform de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Zaanstad. (tabel 6) 3.2 Bij verblijf van de cliënt met een bijstandsuitkering in een inrichting cf. Wwb art. 1 onderdeel f, betaalt de cliënt geen eigen bijdrage. De bijstand is hier gelijk aan de norm voor zak- en kleedgeld en er kan daarom geen eigen bijdrage worden gevraagd. 3.3 Een cliënt in een voorziening die niet kan worden beschouwd als een inrichting zal de wettelijk vastgestelde bijstandsuitkering òf een hogere andere uitkering òf eigen inkomen ontvangen. Hiervoor vraagt de gemeente een eigen bijdrage. 3.4 De hoogte van de eigen bijdrage wordt berekend ingevolge artikel 4 van de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Zaanstad en wordt per persoon vastgesteld en is afhankelijk van de volgende factoren: Leeftijd cliënt Burgerlijke staat Aanwezigheid van kinderen Inkomen Voorzien in voeding (door instelling of cliënt zelf) Artikel 4. Klanttarief collectief vervoer 4.1 In het Aanvullend Openbaar Vervoer gelden de volgende tarieven: - het instaptarief bedraagt 0,60. - het tarief per kilometer bedraagt 0,15 4.2. Voor medereizigers geldt: vier maal het instaptarief en vier maal het kilometertarief. Voor prioritaire ritten geldt: vier maal het instaptarief en vier maal het kilometertarief Artikel 5. Wonen 5.1 De eigenaar-bewoner, die krachtens de Wmo een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden.de meerwaarde van de woning dient volgens het onderstaande afschrijvingsschema te worden terugbetaald: voor het eerste jaar 100 % van de meerwaarde, voor het tweede jaar 90 % van de meerwaarde, voor het derde jaar 80 % van de meerwaarde, etc, voor het 10 e jaar 10% van de meerwaarde 5.2 De noodzakelijke kosten voor onderhoud en reparatie van trapliften, plafondliften, elektrische deuropeners, was-föhninstallaties en elektrische verstellingen van keukens of wastafels wordt volledig vergoed aan de eigenaar van de woning. De bedragen hiervoor zijn opgenomen in tabel 7 in de bijlage. 5.3 Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken bedraagt 5.000,-. Artikel 6 Vervoer 6.1 Financiële tegemoetkomingen in vervoerskosten worden op basis van artikel 8.9 van de Wmo 2015 verstrekt aan rechthebbenden. a. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto bedraagt maximaal 1.388,-. b. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een bruikleenauto bedraagt maximaal 530; c. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor het gebruik van een bruikleenbusje bedraagt maximaal 828; d. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt maximaal 1.643; e. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt maximaal 2.393. 6.2 De vergoeding van de aanpassing aan de eigen auto bedraagt de volledige kostprijs. 2

6.3 Indien de aanvrager geïndiceerd is voor het collectief systeem van aanvullend vervoer maar niet in aanmerking wil komen voor de collectieve voorziening bedraagt de vergoeding van de aanpassing van de eigen auto maximaal 1.250,-. Deze autoaanpassing kan alleen verstrekt worden in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat geacht wordt. 6.4. Het bedrag genoemd in lid 2 is een gemaximeerde vergoeding en wordt niet vaker dan eens per vijf jaar verstrekt. Het geldt tevens als bijdrage voor het onderhoud en reparatie van de autoaanpassing. Artikel 7 Sportrolstoel 7.1 Een tegemoetkoming voor sportrolstoel of sporthulpmiddel wordt uitsluitend verstrekt als forfaitair bedrag. Het bedrag van deze tegemoetkoming bedraagt 2.740,-, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel of sporthulpmiddel voor een periode van drie jaar. Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015. 3

Bijlage 1 Tabel 1a: pgb-bedragen arrangement VVT VVT Resultaat gebied RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren Intensiteit Midden-hoog = 2-3 pw wisselende inzet Hoog = 4-5 uur per week wisselende inzet Tarief per maand 185 278 370 463 833 RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden Laag = 1 uur pw Midden = 1 uur pw met regievoering Hoog = 1 uur pw met lichte begeleiding 77,50 88 141 RG 3= Financien Midden = 1-2 uur pw Hoog = 2-3 uur pw 185 278 463 RG 4= Dagbesteding Laag licht = 3 dagdelen pw lichte begeleiding Laag zwaar = 3 dagdelen pw zware begeleiding Midden licht= 4-5 dagdelen pw lichte begeleiding Midden zwaar= 4-5 dagdelen pw zware begeleiding Hoog licht= 6 dagdelen pw lichte begeleiding Hoog zwaar = 6 dagdelen pw zware begeleiding vervoer* 526 578 790 867 1.053 1.156 7,02* RG 5= Ondersteuning zelfzorg NVT RG 6 = Huisvesting NVT RG 7= Kortdurend Verblijf Laag = 1 etmaal Midden = 2 etmalen Hoog = 3 etmalen *bedrag per dag. Totaal is afhankelijk van intensiteit RG4 Tabel 1b: pgb-bedragen arrangement GGZ GGZ Resultaatgebied RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren Intensiteit Midden-hoog = 2-3 pw wisselende inzet Hoog = 4-5 uur per week wisselende inzet 159 317 476 Tarief per maand 191 294 490 601 1.082 RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden Laag = 1 uur pw Midden = 1 uur met regievoering Hoog = 1 uur pw met begeleiding 77,50 88 141 RG 3= Financiën Midden = 1-2 uur pw Hoog = 2-3 uur pw 260 389 649 RG 4= Dagbesteding Laag = 3 dagdelen pw Midden= 4-5 dagdelen pw lichte begeleiding Hoog= 6 dagdelen pw lichte begeleiding Vervoer 455 682 909,50 6,84* RG 5= Ondersteuning zelfzorg 191 286 4

477 RG 6= Huisvesting NVT RG 7= Kortdurend Verblijf Laag = 1 etmaal Midden = 2 etmalen Hoog = 3 etmalen *bedrag per dag. Totaal is afhankelijk van intensiteit RG4 Tabel 1c: pgb-bedragen arrangement GZ GZ Resultaatgebied RG 1= Sociale en persoonlijk functioneren Intensiteit Midden-hoog = 2-3 pw wisselende inzet Hoog = 4-5 uur per week wisselende inzet 107 213 320 Tarief per maand 191 368 490 712 1.282 RG 2= Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden Laag = 1 uur pw Midden = 1 uur met regievoering Hoog = 1 uur pw met begeleiding 77,50 88 141 RG 3= Financien Midden = 1-2 uur pw Hoog = 2-3 uur pw 276 414 690 RG 4= Dagbesteding Laag licht = 3 dagdelen pw lichte begeleiding Laag zwaar = 3 dagdelen pw zware begeleiding Midden licht= 4-5 dagdelen pw lichte begeleiding Midden zwaar = 4-5 dagdelen pw zware begeleiding Hoog licht= 6 dagdelen pw lichte begeleiding Hoog zwaar = 6 dagdelen pw zware begeleiding vervoer zonder rolstoel* Vervoer met rolstoel* 455 615 682 922 910 1.229 8,28* 20,00* RG 5= Ondersteuning zelfzorg 191 286 477 RG 6 = Huisvesting NVT RG 7= Kortdurend Verblijf Laag = 1 etmaal 126 Midden = 2 etmalen 251 Hoog = 3 etmalen 377 *bedrag per dag. Totaal is afhankelijk van intensiteit RG4 Tabel 2: pgb-bedragen voor hulp bij het huishouden, per uur (deze bedragen zijn verwerkt in RG 2) Bedrag HBH 1 17,85 HBH 2 20,20 HBH 3 22,10 Tabel 3: pgb-bedragen voor beschermd wonen, bedragen per maand Zwaarte Wonen Dagbesteding Niveau 1 2.229 2.728 Niveau 2 2.460 3.021 Niveau 3 2.966 3.557 Niveau 4 3.234 3.836 Niveau 5 4.080 4.697 Tabel 4: pgb-bedragen voor vervoershulpmiddelen 5

Scootmobiel voor gebruik in directe woonomgeving, tot 12 km per uur Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving en buiten, tot en met 15 km per uur Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving en buiten, met extra vering, tot en met 15 km per uur Driewielfiets voor volwassenen Driewielfiets voor kinderen Aangepaste fiets Tandem /duofiets Tandem /duo-fiets met hulpmotor Pgb-bedrag bij standaarduitvoering Inclusief BTW 1.186 1.596 2.180 1.173 912 2.241 1.657 3.292 Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW Tabel 5: pgb-bedragen voor rolstoelen Handbewogen rolstoel voor (semi) permanent gebruik Handbewogen rolstoel voor actief gebruik Duwrolstoel voor continu gebruik Elektrische rolstoel voor (semi) permanent gebruik, in en om het huis Elektrische rolstoel voor (semi) permanent gebruik, binnen/buiten Pgb-bedrag voor standaarduitvoering inclusief BTW 756 823 914 2.560 3.397 Maandelijks bedrag voor onderhoud/reparatie inclusief BTW Tabel 6: eigen bijdragen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang eigen bijdragen MO / VO leeftijd / voorziening passanten / crisisbed 18 t/m 20 jaar 18 t/m 20 jaar + 1 kind 21 jaar 21 jaar + 1 kind 22 jaar 23 jaar en ouder Maatschappelijke Opvang per maand 232,00 nvt 297,00 nvt 426,00 554,00 per dag 7,00 7,48 9,58 13,74 17,87 Begeleid Wonen MO per maand 295,00 295,00 295,00 295,00 per dag 9,52 9,52 9,52 9,52 Vrouwenopvang per maand 130,20 184,45 218,55 372,00 218,55 372,00 per dag 4,20 5,95 7,05 12,00 7,05 12,00 Tabel 7: Maximale financiële tegemoetkoming van de kosten van onderhoud en keuring van woonvoorzieningen De genoemde bedragen gelden voor zover niet geregeld in een contract met een leverancier. Alleen de werkelijk gemaakte kosten van de onder a t/m i genoemde onderdelen, komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming, tot een maximum van het, voor die onderdelen, vastgestelde bedrag. a. Stoelliften b. Rolstoel- of plateauliften c. Woonhuisliften d. Hefplateauliften e. Balansliften f. Plafondliften g. Mechanische inrichting voor het verstellen van keukenblok of wastafel h. Open- en sluitingsmechanisme voor deuren i. Toiletten voorzien van onderspoel- en föhn inrichting De maximale vergoeding voor onderhoud en keuringen bedraagt excl. BTW Keuring Startkeuring Kosten Periodiek Stoellift Ja 312,- 1 x per 4 jaar Rolstoellift Ja 312,- 1 x per 4 jaar Woonhuislift * 1 x per 1,5 jaar Hefplateaulift * 1 x per 1,5 jaar Balanslift ** 1 x per 1,5 jaar f.t/m i. * 1 x per 2 jaar Kosten 227,- 227,- 276,- 281,- 81,- Kostprijs * de prijs van de startkeuring is bij de nieuwprijs inbegrepen ** balansliften worden niet meer gemaakt en er is derhalve geen startkeuring Onderhoudskosten woonvoorzieningen 6

Onderhoud Stoellift Rolstoellift Woonhuislift Hefplateaulift Balanslift Plafondlift Frequentie 1 x per jaar 1 x per jaar 2 x per jaar 2 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar Kosten onderhoud 156,- 156,- 227,- 156,- 156,- kostprijs Er is een maximale toeslag van 50% op bovenvermelde bedragen als: de installatie buiten de woning is geplaatst, er meer dan 1 verdieping wordt overbrugd en als er elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk wegklapbare raildelen. Toelichting Vanaf 1 januari 2015 treedt de Wmo 2015 in werking en worden gemeenten verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. De verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgebreid met taken vanuit de landelijke Awbz (Algemene wet bijzondere ziektekosten). In de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015 zijn gemeentelijke keuzes vastgelegd en verder uitgewerkt in de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en de beleidsregels persoonsgebonden budget in de Wmo en de Jeugdwet. In dit Besluit maatschappelijke ondersteuning zijn de financiële regels voor de uitvoering van de Wmo 2015 opgenomen. Dit Besluit is afgeleid van de landelijke AMvB Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In dit besluit zijn nadere regels gesteld om te borgen dat in alle gemeenten een uniforme systematiek voor het vaststellen van inkomens- en vermogensafhankelijke bijdragen in de kosten worden gehanteerd. Artikelsgewijs Artikel 1: Pgb-bedragen In artikel 11 van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeenten Zaanstad 2015 is opgenomen hoe de hoogte van het pgb-bedrag tot stand komt. In dit besluit zijn de bedragen opgenomen die voor 2015 gelden. Arrangementen: de bedragen voor de arrangementen zijn afgeleid van de bedragen die in de inkoop voor begeleiding zijn afgesproken. Voor begeleiding is uitgegaan van 100% van de natura bedragen, voor HBH is dit 85%. De bedragen zijn omgerekend naar een maandbedrag. Beschermd wonen: voor beschermd wonen zijn de NZA-tarieven van 2013 (peiljaar voor de budgetoverdracht) als richtlijn gebruikt. Daar is 75% van genomen om het pgb-bedrag te bepalen. Artikel 2: Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb s Deze bepaling is een uitwerking van artikel 12, eerste lid onder b en derde lid onder a, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015. De bedragen per vier weken en de inkomensbedragen worden op grond van artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd. Gemeenten dienen jaarlijks aan het CAK door te geven welke parameters zij gebruiken voor de berekening van de bijdragen in de kosten. Deze parameters zijn: - Het maximale bedrag per bijdrageperiode voor cliënten tot het startpunt van het inkomensafhankelijke deel - Het startpunt van het inkomensafhankelijke deel en - Het marginale tarief De parameters zijn opgenomen in artikel 2.2 en volgen daarmee de landelijke richtlijn voor het bepalen van de bijdrage voor maatwerkvoorzieningen. Gemeenten kunnen alleen naar beneden afwijken maar kunnen deze parameters niet naar boven bijstellen. In artikel 12.2 onder c van de Verordening maatschappelijke ondersteuning is opgenomen dat het college bij nadere regeling kan bepalen of er een eigen bijdrage wordt opgelegd wanneer een woningaanpassing ten behoeve van een minderjarig kind nodig is. In dit artikel wordt uitvoering gegeven aan dit artikel en wel zo dat de eigen bijdrage niet wordt opgelegd. De bijdrage voor vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen geldt sinds 2012. Mensen die voor die datum een voorziening hebben ontvangen, betalen nog geen eigen bijdrage. Zodra de voorziening wordt vervangen, geldt de bijdrage wel. In het Uitvoeringsbesluit wordt in paragraaf 3 de bepaling van de bijdrage voor beschermd wonen beschreven. De gemeente heft een eigen bijdrage voor deze maatwerkvoorziening en volgt daarmee de systematiek die in het Uitvoeringsbesluit is opgenomen. Artikel 3: Bijdrage voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Voor het bepalen van de bijdrage voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang geldt een andere systematiek. Gemeenten zijn vrij in de berekening maar de client dient altijd een bedrag voor zak- en 7

kleedgeld over te houden. Zaanstad heeft de bepalingen rondom deze bijdrage vastgelegd in de verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. In dit besluit worden jaarlijks de bedragen geindexeerd en bekend gemaakt. Artikel 4: AOV In artikel 4 worden de tarieven aangegeven die een cliënt dient te betalen bij gebruikmaking van het collectief vervoer. Alleen in geval van eenmalige belangrijke gebeurtenissen in de privé-sfeer kan er gebruik gemaakt worden van een prioritaire rit. Dit zijn bijvoorbeeld inzegening huwelijk, begrafenis of examen. Artikel 5: Wonen Artikel 5, lid 1 geeft aan dat bij verkoop van een aangepaste woning binnen 10 jaar een eventueel bedrag, dat het gevolg is van de meerwaarde van de woning door de aanpassing, aan het college moet worden terugbetaald. Artikel 5 lid 2 legt vast welke bedragen verstrekt worden als het gaat om onderhoud en reparatie van trapliften, plafondliften, elektrische deuropeners, was-föhninstallaties en elektrische verstellingen van keukens of wastafels en woningsanering. Het bedrag voor het bezoekbaar maken is opgenomen in artikel 5.3. Artikel 6: Vervoer De financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten is niet meer mogelijk in de Wmo 2015 omdat de nieuwe wet de mogelijkheid om een financiële tegemoetkoming te verstrekken niet meer voorkomt. In het overgangsrecht (art 8.9 Wmo) is opgenomen dat het recht op een voorziening dat onder de huidige wetgeving is toegekend blijft bestaan. Bestaande cliënten houden dus recht op hun financiële tegemoetkoming. De bedragen voor deze groep zijn opgenomen in artikel 6.1. deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met de index van de gemeentebegroting. De artikelen 6.2 t/m 6.4 zijn een uitwerking van bepalingen uit de beleidsregels. Artikel 7: Sportrolstoel De sportrolstoel is een voorziening die meegenomen wordt vanuit de Wvg zonder dat deze sportrolstoel in de Wvg of in de Wmo wordt genoemd. De sportrolstoel is een bovenwettelijke voorziening, in de Wvg opgenomen naar aanleiding van een verzoek van de Tweede Kamer. Daarom wordt de verstrekkingswijze, zoals bij de Wvg, voortgezet, hetgeen betekent dat een sportrolstoel alleen verstrekt wordt als een forfaitair bedrag. Dit bedrag is niet kostendekkend en dient beschouwd te worden als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en onderhoud voor een periode van 3 jaar. Na deze 3 jaar kan opnieuw een sportrolstoel worden aangevraagd. Met ingang van de nieuwe verordening individuele voorzieningen 2009 is het ook mogelijk een sporthulpmiddel aan te schaffen. Sportservice Noord Holland kan sporters ondersteunen en adviseren hierbij. 8