DOC. X. GEMENGD HUWELIJK TUSSEN GEDOOPTEN Datum van het huwelijk, In de parochiekerk: Te (postnummer, deelgemeente en fusiegemeente) Bisdom: I. IDENTITEIT Katholieke partner Niet-katholieke partner 1. Naam: 1. Naam: Voornamen: Voornamen: Zoon/dochter van Zoon/dochter van en en Geboren te: Geboren te: op op 2. Gedoopt: plaats 2. Gedoopt in (naam van kerkgenootschap) datum adres en parochie van de ouders ten tijde van uw doopsel plaats datum Kunt U een doopbewijs voorleggen? Belijdenis gedaan (naam van kerkgenootschap): Gevormd: plaats datum plaats datum 3. Huidig adres: 3. Huidig adres: Parochie: Tot welke plaatselijke gemeente behoort U? Wie is daarvan de kerkelijke bedienaar? Naam: Adres: (1) 4. Waar gaat U wonen na het huwelijk? (1) Indien hij persoonlijk aan het onderhoud deelneemt, zal men als antwoord op de vraag toevoegen: hier aanwezig. Indien een ander bedienaar bij het onderhoud aanwezig is, zal ook zijn naam en adres in nota worden opgegeven, met het oog op een eventuele gezamenlijke pas torale begeleiding.
II. STATUS LIBER VAN DE VERLOOFDEN 5. Noot: de vraag 5 is belangrijk om uit te maken of een der partners of beiden niet door een voorafgaande huwelijksband verhinderd zijn om te huwen. Ook een niet-kerkelijk huwelijk kan in bepaalde gevallen een geldige verbintenis zijn. De burgerlijke echtscheiding maakt nog niet kerkelijk vrij. Katholieke partner Hebt u vroeger reeds een kerkelijk huwelijk Niet-katholieke partner Hebt u vroeger reeds een huwelijk aangegaan? aangegaan? Met wie? Is uw vorige echtgenoot(ote) overleden? Met wie? Behorend tot welk christelijk kerkgenootschap of niet-christelijke godsdienst? Hebt u vroeger reeds een burgerlijk huwelijk Was deze persoon gedoopt? In welk kerkgenootschap? aangegaan? Hoe werd dit huwelijk ontbonden? Met wie? Hoe werd dit burgerlijk huwelijk ontbonden? 6. Bestaat er een huwelijksbeletsel? 6. Bestaat er een huwelijksbeletsel? 7. Stemt u vrij toe in het huwelijk? 7. Stemt u vrij toe in het huwelijk? 8. Wordt het burgerlijk huwelijk door iets verhinderd? Waar en wanneer zal dit gesloten worden?
III. DE WAARDE VAN HET CHRISTELIJK HUWELIJK De verloofden zullen onderricht worden over de doeleinden en de wezenlijke eigenschappen van het huwelijk: geen van beiden mag deze doeleinden of eigenschappen uitsluiten (cfr can. 1125, 3 e ). 9. Hier vraagt de priester naar hun godsdienstige vorming en of zij een huwelijksvoorbereiding hebben gevolgd of denken te volgen. - Hij noteert: 10. Vervolgens houdt de priester hun de christelijke leer omtrent het huwelijk voor: in het huwelijk verbinden zich één man en één vrouw voor het leven, in volledige liefde en trouw. Het huwelijk is van nature uit gericht op kinderzegen. - Hier zal de priester duidelijk vermelden of de verloofden deze leer aanvaarden of reserves doen gelden; deze eventuele reserves zullen uitdrukkelijk genoteerd worden. IV. HET DOOPSEL EN DE CHRISTELIJKE OPVOEDING VAN DE KINDEREN De priester, als verantwoordelijk katholiek zielzorger, moet in dit gesprek de katholieke partner herinneren aan de ernstige verplichting om het katholiek geloof trouw te blijven, en ervoor te zorgen - voor zover dit van hem (haar) afhangt - dat de kinderen in de Katholieke Kerk worden gedoopt en opgevoed. De katholieke verloofde belooft in deze zin te zullen handelen. De niet-katholieke partner moet hierover op de hoogte gebracht worden. Tegelijk echter zal de katholiek zich duidelijk rekenschap geven van de concrete christelijke trouw en verantwoordelijkheid waardoor de partner uit de andere kerk gebonden is. De opvoeding van de kinderen behoort wezenlijk tot de taak van beide echtgenoten; zij mogen deze niet verwaarlozen. Bij het nemen van de uiteindelijke beslissing inzake doop en opvoeding, spelen ook andere belangrijke beschouwingen mee. Zo kan het gebeuren dat de kinderen, na ernstig onderling beraad van de huwelijkspartners en na consultatie van anderen, toch in de niet-katholieke kerk of gemeenschap zullen worden gedoopt en opgevoed. Ook in dit geval blijft de katholieke partner ertoe gehouden om in het gezin een daadwerkelijk getuigenis af te leggen van christelijk leven in de katholieke kerk (Pastorale nota, nr. 7; cfr can. 1125, 1 e -2 e ). 11. Na deze uiteenzetting en het gesprek dat daarop volgt, zal de priester noteren tot welk besluit de verloofden kwamen of nu komen in verband met het doopsel en de christelijke opvoeding van de kinderen; hoe zij dit motiveren en hoe de katholieke partner zijn (haar) verplichting zal nakomen. V. VIERING VAN HET HUWELIJK 12. Indien het huwelijk in de katholieke kerk plaatsheeft, zal men navraag doen of er een deelname van de niet-katholieke bedienaar voorzien wordt (naam en adres) en of de eucharistieviering wenselijk is. 13. De plaatselijke Ordinaris heeft de bevoegdheid om bij een gemengd huwelijk van de canonieke vorm te ontslaan wanneer ernstige moeilijkheden verhinderen dat deze vorm zou worden onderhouden (can. 1127, 2). Vragen de verloofden ontslagen te worden van de canonieke vorm en om welke reden?
Zal in dit geval na het burgerlijk huwelijk een liturgische viering plaatshebben in de niet-katholieke kerk? (naam en adres van de kerk, van de bedienaar). Is er een deelname van de katholieke priester bij deze plechtigheid voorzien? 14. In geval van dispensatie van de canonieke vorm: beloven de aanstaande gehuwden, binnen de maand na hun huwelijk, een officieel attest van hun huwelijk voor te leggen aan de pastoor van de katholieke partner? 15. Delegatie om voor te gaan in de huwelijksritus, te geven door de pastoor van de parochie waar het huwelijk plaats heeft. Ik, ondergetekende, pastoor van de parochie te, delegeer hiermede om, in mijn parochie, namens de Kerk, op geldige wijze, als getuige op te treden bij het geven van de wederzijdse huwelijkstoestemming van de hiervoor vermelde verloofden. L+S Te, op (Handtekening van de pastoor) 16. Toelating om te huwen buiten de parochie(s) van de verloofden, te geven door de pastoor van de bruid of van de bruidegom. Ondergetekende verleent hiermede de toelating voor de viering van voormeld huwelijk in de parochie te L+S Te, op (Handtekening van de pastoor) 17. Toelating om te huwen in het buitenland of met iemand die in het buitenland woont, te geven door de Ordinaris van de bruid of van de bruidegom. Visis documentis huic Curiae exhibitis, permittimus ut matrimonium, de quo in protocollo, contrahatur (servatis de jure servandis) in paroecia loci Datum die L+S (Subscriptio Ordinarii) VI. EINDADVIES VAN DE PRIESTER, SPECIAAL WAT IV EN V BETREFT (mee te delen aan de verloofden en door hen voor kennisname te ondertekenen). Plaats en datum: Handtekening van de pastoor of zijn afgevaardigde, en van de verloofden, NOOT. - Dit rapport zal samen met de aanvraag tot toelating naar het bisschoppelijk ordinariaat gezonden worden. De curia zal daarna het document terugbezorgen, aan de pastoor van de katholieke partner die het in het archief zal bewaren.
Bijvoegsel bij DOC. X. AANVRAAG VAN TOELATING bij gemengd huwelijk tussen twee gedoopten Aan de Ordinaris van Vermits de hierna vermelde personen het huwelijk wensen aan te gaan, vraag ik de toelating aan ten voordele van katholiek(e) en parochiaan(ane) van zodat deze op wettige wijze kan huwen met lid van een oosterse (niet katholieke) kerk - van een protestantse kerk - van een kerk behorend tot de anglicaanse communio (*). De gesteltenissen van de verloofden in verband met het doopsel en de opvoeding van de kinderen zijn vermeld in bijgaand rapport en kunnen als volgt worden samengevat: 1. Bij dit huwelijk tussen christenen is de eucharistieviering wenselijk (*). 2. De dispensatie van de canonieke huwelijksvorm wordt eveneens aangevraagd (*). De reden staat vermeld in het rapport, nl. Het huwelijk a) zal alleen burgerlijk gesloten worden (*) b) zal bevestigd worden in de volgende niet-katholieke kerk (*): Plaats parochie Datum Handtekening van de pastoor of zijn afgevaardigde, (*) Het onnodige doorhalen.