Tilburg University. Vereniging Vrije Vogel/KLM en Swart/KLM van Damme, Eric. Published in: Markt en Mededinging. Publication date: 2001



Vergelijkbare documenten
Tilburg University. Dienstenkeurmerken misbruikt Roest, Henk; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing. Publication date: 1999

Tilburg University. Huishoudelijk gedrag en stookgasverbruik van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Economisch Statistische Berichten

Tilburg University. Energiebesparing door gedragsverandering van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Psychologie. Publication date: 1982

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 1 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Het opschorten van de handel op de Amsterdamse Effectenbeurs Kabir, M.R.

Markt- en marketingonderzoek aan Nederlandse universiteiten Verhallen, T.M.M.; Kasper, J.D.P.

Tilburg University. Hoe psychologisch is marktonderzoek? Verhallen, T.M.M.; Poiesz, Theo. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1988

Procrustes analyse (1) Steenkamp, J.E.B.M.; van Trijp, J.C.M.; Verhallen, T.M.M.

Begrip image kent in wetenschap allerlei uiteenlopende definities Verhallen, T.M.M.

Tilburg University Het voorkomen van merkverwarring General rights Take down policy

Tilburg University. Canonische analyse in markt- en marketingonderzoek Kuylen, A.A. A.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Huisvuilscheidingsproeven in Nederland Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Beswa-Revue. Publication date: 1985

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 2 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing

De invloed van preferente beschermingsaandelen op aandelenkoersen Cantrijn, A.L.R.; Kabir, M.R.

Tilburg University. Economische psychologie Verhallen, T.M.M. Published in: De Psycholoog. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Deelname aan huisvuilscheidingproeven Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Toegepaste sociale psychologie 1

Tilburg University. Domein-specifieke marktsegmentatie van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Handboek marketing, 3e ed.

De spaarder Alessie, R.J.M.; Camphuis, H.; Kapteyn, A.; Klijn, F.; Verhallen, T.M.M.

Tilburg University. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Chapters 1-7 Bouckaert, L.; Sels, A.T.H.

Tilburg University. De portefeuillekeuze van Nederlandse huishoudens Das, J.W.M.; van Soest, Arthur

De wet van de grote(re) getallen Jacobs, Daan; van Zuydam, Sabine; van Ostaaijen, Julien; de Brouwer, Leon

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie

Tilburg University. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Succesmaatstaven voor beursondernemingen Kabir, M.R.; Douma, S.W. Published in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Koerseffecten van aandelenemissies aan de Amsterdamse Effectenbeurs Arts, P.; Kabir, M.R.

Tilburg University. De Wet Gelijke Behandeling E-handtekeningen Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Tilburg University. Omgaan met verschillen Kroon, Sjaak; Vallen, A.L.M.; Van den Branden, K. Published in: Omgaan met verschillen

Tilburg University. Wat in het vak zit verzuurt niet Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Algemeen deel [2] Asser, C.; Vranken, J.B.M.

Over de restspanningen die optreden na het koud richten van een zwak gekromde as Esmeijer, W.L.

Hoe schadevergoeding kan leiden tot gevoelens van erkenning en gerechtigheid Mulder, J.D.W.E.

Tilburg University. Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht

Verbeteringsvoorstel ten aanzien van de akoestiek van de zaal in het gemeenschapshuis " De Klosterhof" te Arcen Deelen, van, Eric

Een klaverbladknoop in de vorm van een ruimtelijke negenhoek met rechte hoeken en diëdrische symmetrie

Tilburg University. Internationaal marketingonderwijs Verhallen, T.M.M.; de Freytas, W.H.J. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Wij zijn de toekomst : Jos Lichtenberg over Eco-Cities

Tilburg University. Paarse marktwerking van Damme, Eric. Published in: Markt en Mededinging. Document version: Peer reviewed version

Het binnen planning en budget realiseren van werkzaamheden in een buitendienststelling bij zowel spoor- als wegverkeer door de projectorganisatie

Tilburg University. De Trusted Third Party bestaat niet Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Onderzoek rapport Lenting & Partners

Eindhoven University of Technology MASTER

Bedieningsvoorschrift en schema video recording

Het schatten van marktpenetratie en marktaandeel

"Draaiboek" onderwijssysteem "Analyse van werktuigkundige constructies"

De exergetische gebouwschil

Eindhoven University of Technology MASTER. Een brug dichtbij de ontwikkeling van een micronetwerk. Ploegmakers, R.F.C.

Tilburg University. Wij zullen doorgaan... Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad Nederlandse Vereniging voor psychoanalyse. Publication date: 2012

Tilburg University. Een kenteken voor Internetters? Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Een toepassing van de elementgenerator volgens rapport PRGL-SYST R71-2, 71-1 Schoofs, A.J.G.

Van 'gastarbeider' tot 'Nederlander' Prins, Karin Simone

Productontwikkeling en comfortverbetering van naoorlogse woningbouw haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van polymeren op vloeren

Bepaling van de sterkte en de stijfheid van werktuigkundige constructies met behulp van de methode der eindige elementen

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Tilburg University. Published in: Economisch Statistische Berichten. Publication date: Link to publication

Tilburg University. De kans om een tenniswedstrijd te winnen Klaassen, F.J.G.M.; Magnus, J.R. Published in: STAtOR. Publication date: 2008

Gepubliceerd: 01/01/1997. Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record. Link to publication

Thermische comfortonderzoek nabij de balie in Flux Technische Universiteit Eindhoven van Aarle, M.A.P.; Diepens, J.F.L.

Tilburg University. Werkgevers bezorgd over langer doorwerken Oude Mulders, Jaap; Henkens, Kene; van Dalen, Harry

Sekseverschillen op de werkvloer

Hergebruik moet vanzelfsprekend worden

Verplichtingen tot ongevraagde werkzaamheden bij adviseur en notaris TjongTjin Tai, Eric

Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de panden aan de Insulindelaan nr. 111 en nr. 113 te Eindhoven van Aarle, M.A.P.

64 hoogleraren Rotman, P.; van Witteloostuijn, Arjen; de Zeeuw, Aart; Zoeteman, Bastiaan; a., e.

Tilburg University. Nekt personeelsgebrek Brabantse economie? van Schaik, A.B.T.M. Published in: Brabant Provincie Magazine. Publication date: 2000

Betreft zaak: Zaaknr. 273 en 906; Vereniging Vrije Vogel/KLM en Swart/KLM

Afwaterings- en bevriezingsproblemen te Best

Bepaling van de sterkte en de stijfheid van werktuigkundige constructies met behulp van de methode der eindige elementen

Eindhoven University of Technology MASTER. Wonen op de grens van land en zee "leven en beleven op een zeedijk" Slokkers, G.C.J.J.

Evaluatie experiment van werk naar werk tussenrapportage Visscher, K.; de Groot, M.; van Eck, S.; van Gestel, N.; van de Pas, Irmgard

Onder druk : Multidisciplinaire richtlijn Werkdruk

Over een balanceringsprobleem bij een 2-cilinder compressor in V-uitvoering Esmeijer, W.L.

Flexibel bouwen : technisch én commercieel interessant

Tilburg University. Bedrijfsscholing de Wolff, C.J.; Luijkx, Ruud; Kerkhofs, M.J.M. Published in: Over - Werk: Tijdschrift van het steunpunt WAV

Tilburg University. Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld Vranken, J.B.M. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Toegang tot proefschriften Tjong Tjin Tai, Eric. Published in: Nederlands Juristenblad. Document version: Peer reviewed version

Voorziening voor de integratie van zonwering

Tilburg University. De niet-calculerende consument (Redactioneel) van Damme, Eric. Published in: Markt en Mededinging. Publication date: 2004

Rechterlijke organisatie en organisatie van de rechtspraak Barendrecht, Maurits

Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G.

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Tilburg University. PTS (Pavlov Temperament Schaal) van Heck, G.L.; de Raad, B.; Vingerhoets, A.J.J.M. Publication date: Link to publication

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure

Opbouw en indeling van een rapport betreffende een experiment

Tilburg University. Vereenzelviging en het ontnemen van vermogenswinsten Vranken, J.B.M.

Tilburg University. De redelijke derde en de blockchain Tjong Tjin Tai, Eric. Published in: WPNR: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

De concurrerende universiteit

Schoolsucces van Friese leerlingen in het voortgezet onderwijs de Boer, Hester

Tilburg University. Internationaal marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Published in: Onderzoek. Publication date: Link to publication

Ervaringen met ICTonderzoek in HBO

Tilburg University. Eigen woning en echtscheiding Gubbels, Nicole. Published in: Fiscaal Praktijkblad

Voorlichting aan aankomende studenten

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

Multiple sclerose Zwanikken, Cornelis Petrus

De betrouwbaarheid van kleinschalige methoden voor waterzuivering Kaaij, Rachel van der

Tilburg University. Munt en markt van Damme, Eric. Published in: Markt en Mededinging. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Big Brother als baas Koops, Bert-Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening. Publication date: 2000

Een interaktief programma voor proefopzetten : verslag en handleiding

Transcriptie:

Tilburg University Vereniging Vrije Vogel/KLM en Swart/KLM van Damme, Eric Published in: Markt en Mededinging Publication date: 2001 Link to publication Citation for published version (APA): van Damme, E. E. C. (2001). Vereniging Vrije Vogel/KLM en Swart/KLM. Markt en Mededinging, 2, 66-70. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 09. feb. 2016

Annotatie Zaaknr. 273 en 906; Vereniging Vrije Vogel/KLM en Swart/KLM In het voorjaar en de zomer van 1998 werden bij de NMa klachten ingediend over vermeend misbruik van een monopoliepositie door de KLM op de luchtvaartroutes naar Aruba en de Nederlandse Antillen. Het misbruik zou bestaan uit het berekenen van excessieve tarieven, het discrimineren tussen passagiers en het hanteren van onredelijke voorwaarden. Als voorbeelden van onredelijke voorwaarden worden genoemd: verplichtingen tot vroegtijdig reserveren en betalen, slechte service en slechte maaltijden aan boord, en de beperkingen opgelegd aan de bagage. De d-g NMa stelt dat de voorwaarden met betrekking tot vroegboeken objectief te rechtvaardigen zijn en dat de klagers niet aannemelijk gemaakt hebben dat KLM op de Antillenroutes een ander beleid voert dan op andere -concurrerende- routes, bijgevolg is er geen sprake van misbruik in de zin van artikel 24 MW door middel van onredelijke voorwaarden. De klacht dat KLM discrimineert omdat een retourtarief Antillen- Nederland goedkoper is dan een retourtarief Nederland-Antillen is ongegrond omdat het hier om twee verschillende producten gaat. Als bewijs voor de excessieve tarieven die de KLM zou hanteren voeren klagers diverse prijsvergelijkingen aan. Ten eerste zijn retourtickets naar de Antillen duurder dan retourtickets van vluchten van vergelijkbare lengte op concurrerende routes. Ten tweede zijn tickets vanuit Frankfurt via Amsterdam naar Curaçao goedkoper dan tickets Amsterdam-Curaçao. KLM stelt hier tegenover dat een directe prijs per kilometer vergelijking niet relevant is omdat daarbij belangrijke factoren, zoals bijvoorbeeld het risico van onderbezetting bij een lijnvlucht, of de verdeling van de passagiers over business- en tourist class, en de verdeling vracht-passagiers, buiten beschouwing blijven. Ten tweede wijst KLM erop dat haar laagste tarief op de Antillenroute lager ligt dan het laagste tarief op de route Amsterdam-Caracas die van vergelijkbare lengte is, maar zeer competitief. Ten derde wijst KLM op het feit dat het in de industrie gebruikelijk is dat maatschappijen gerichte aanbiedingen doen aan inwoners van thuislanden van andere maatschappijen. Ten slotte liggen de tarieven van KLM niet veel hoger dan de tarieven van de indirecte Air France vluchten via Parijs, en indirecte vluchten zijn altijd goedkoper. Overigens stelt KLM, fundamenteel, dat een tarief alleen dan als excessief kan worden bestempeld als dat in geen redelijke verhouding staat tot de kosten en tot de waarde van de geleverde dienst. In het besluit gaat de d-g NMa niet direct in op de prijsvergelijkingen die de klagers aandragen, impliciet sluit de d-g Nma zich daarom bij de door KLM ingenomen positie aan. Uit het United Brands

1 Arrest van het HvJEG volgt dat een prijs die niet in redelijke verhouding staat tot de economische waarde van de geleverde prestatie misbruikelijk kan zijn en dat het buitensporige karakter van die prijs onder meer objectief kan worden vastgesteld door de verkoopprijs te vergelijken met de kostprijs en aldus de grootte van de winstmarge aan te tonen. De d-g NMa overweegt dat een tarief is opgebouwd uit een kostencomponent en een rendementscomponent en dat een excessief hoog tarief daarom door excessief hoge kosten of door een excessief hoog rendement kan ontstaan. Na een uitvoerig onderzoek concludeert de d-g NMa vervolgens dat de door KLM gebruikte kostentoerekening voor de Antillenroutes redelijk is en dat er geen sprake is van een excessief rendement op deze routes. In het besluit van 8 november 2000 komt de d-g NMa dan ook tot de conclusie dat geen sprake is van excessieve tarieven en dus niet van misbruik in de zin van art. 24 Mw. De eerste vraag in zaken als deze is natuurlijk die naar de relevante markt. Als de markt open is, als reizigers substitutiemogelijkheden hebben, of als toetredingsbarrières voor potentiële aanbieders afwezig zijn, is het immers onwaarschijnlijk dat een aanbieder, zelfs een met een groot marktaandeel, excessieve tarieven zal kunnen hanteren. In dit geval zullen consumenten naar alternatieven switchen of zullen andere aanbieders op de te realiseren winsten afkomen. In zo n geval zou een gedetailleerde analyse van de kosten en tarieven achterwege kunnen blijven omdat de markt zichzelf reguleert. Opvallend is dat de d-g NMa in dit geval de relevante markt niet afbakent. In randnummer 58 lezen we Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van misbruik gaat de d-g NMa in het navolgende uit van een monopoliepositie van KLM op de kleinst mogelijke relevante markt, te weten de directe routes voor vervoer van passagiers door KLM van Amsterdam naar Curaçao en de Antillen. Indien blijkt dat KLM onder deze veronderstelling geen misbruik maakt van haar monopoliepositie, kan ook op een eventueel ruimer afgebakende markt geen sprake zijn van misbruik van een economische machtspositie. In plaats van na te gaan of KLM een economische machtspositie heeft prefereert de d-g NMa dus de hoogte van de tarieven op een bepaalde route in detail te onderzoeken. Deze preferentie is merkwaardig: als de analyse volgens deze lijn tot de conclusie komt dat er niets aan de hand is, is zij voor niets geweest; in het alternatieve geval geldt dat ook en moet alsnog de relevante markt worden afgebakend. De preferentie is des te meer merkwaardig omdat United Brands reeds heeft laten zien dat economische analyse in deze gevallen aan hoge eisen moet voldoen en dat, daar waar twijfel mogelijk blijft, de beschuldigde partij het voordeel moet worden gegund. De klachten spelen tegen de achtergrond van een tussen Nederland en de Nederlandse Antillen gesloten Luchtvaartprotocol, dat directe lijnvluchten tussen Amsterdam en deze Antillen voorbehoudt aan KLM en ALM, dit onder voorwaarde dat deze maatschappijen voorzien in vervoer tegen redelijke 1 Zaak Nr. 27/76 [1978] ECR 207: 1 CMLR 429.

condities. De ALM is echter niet in staat lijndiensten tussen Amsterdam en de Antillen te onderhouden, zodat op de eng afgebakende markt KLM inderdaad een monopoliepositie heeft. De tarieven op deze route moeten worden goedgekeurd door de luchtvaartautoriteiten van de betrokken Rijksdelen en geen van deze heeft in het verleden bezwaar aangetekend. Het Protocol stelt tevens dat chartervluchten zijn voorbehouden aan maatschappijen van beide Rijksdelen en dat beide luchtvaartautoriteiten toestemming moeten geven. In het verleden werd Air Holland een vergunning geweigerd omdat de Antilliaanse autoriteiten geen medewerking wensten te verlenen. Hoewel de Nederlandse regering aandrong op liberalisatie van het luchtverkeer naar de Antillen, had Willemstad steeds bezwaren, die, naar verluid, verband hielden met de concurrentiepositie van de ALM. De Antilliaanse regering was bovendien alleen bereid het Protocol te tekenen als KLM jaarlijks een bepaald bedrag naar ALM over zou boeken om zo deze maatschappij op de been te houden. Het zou hierbij gaan om een bedrag van ongeveer ƒ 12 mln. op jaarbasis. Op 6 januari 2000 is overigens een soort open skies verdrag tussen Nederland en de Antillen getekend dat uiterlijk op 1 april 2001 in werking treedt. 2 Hoewel KLM ten tijde van de klacht op de eng gedefinieerde markt een monopoliepositie had, bestonden ook in 1998 reeds substitutiemogelijkheden voor reizigers. Hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat de route vooral gebruikt wordt door toeristen, die gedurende langere tijd op de Antillen verblijven en die dus bereid zijn vanaf een andere luchthaven, of via een indirecte route, of met een chartertoestel, te vliegen. Concreet voerde MartinAir directe chartervluchten vanaf Amsterdam uit, en kon met Condor vanuit Duitsland en met Sobelair vanaf Brussel gevlogen worden. Via de Portugese maatschappij TAP kon vanaf Amsterdam via Lissabon gevlogen worden. Tenslotte zijn de Antillen goed en snel vanuit Miami bereikbaar en is Miami zelf uitstekend vanaf Amsterdam te bereiken. De conclusie lijkt mij dat helemaal niet zeker is dat ten tijde van de klacht KLM een economische machtspositie op de relevante markt had. Zoals gesteld is de markt nu verder geliberaliseerd zodat het gevaar van excessieve tarieven verder gereduceerd is. Om te onderzoeken of de tarieven op de directe routes tussen Schiphol en de Nederlandse Antillen excessief zijn, onderzoekt de d-g NMa de kosten en de opslagen die KLM hanteert. Het toetsingskader is als volgt. Om te beoordelen of de kosten excessief hoog zijn vergelijkt de d-g NMa de kosten van de routes naar de Antillen met die van transatlantische benchmark bestemmingen (Caracas, Los Angeles en Chicago) waarop KLM concurrentie ondervindt. Hierbij wordt gekeken of de directe en indirecte kosten correct worden toegerekend. Bij de opbrengsten wordt eerst dat deel bepaald dat aan de ticketverkoop in Nederland kan worden toegeschreven. Het blijkt dat de in Nederland verkochte tickets niet meer dan evenredig aan de totale opbrengsten bijdragen, zodat 2 Zie Tweede Kamer 1999-2000, 26800 IV, nr. 13.

uiteindelijk toch gewoon totale opbrengsten en totale kosten vergeleken kunnen worden. Tenslotte vergelijkt de d-g NMa het gerealiseerde rendement op de routes (opbrengsten minus kosten) met de WACC, de weighted average cost of capital van KLM, het rendement dat KLM moet maken om investeerders tevreden te stellen. Aldus kan bepaald worden of er sprake is van een excessief rendement met de noodzaak van ingrijpen. De methode die de d-g NMa hanteert is dus de gebruikelijke die toezichthouders op netwerksectoren hanteren om rendementen te reguleren. De methode is dus niet nieuw, wel nieuw is de toepassing van deze methode in een mededingingszaak. De vraag is dus of deze methode in dit domein toepassing verdient en of de methode correct geïmplementeerd wordt. Zoals we onder zullen betogen zijn bij beide aspecten vraagtekens te plaatsen, zodat een Nederlandse rechter, met United Brands in de hand, wellicht tot de conclusie zou komen dat de analyse de toets der kritiek niet zou kunnen doorstaan. Uit het kostenonderzoek, dat gebaseerd is op het kostenrapportagesysteem van KLM, blijkt dat de vluchten op Curaçao duurder zijn dan de overige vluchten op de Antillen en dat deze beduidend hoger zijn dan de gemiddelde kosten van een vlucht op Los Angeles of Chicago. De vlucht op Caracas is slecht vergelijkbaar omdat deze, als enige, met een kleiner en goedkoper toestel wordt uitgevoerd: de totale kosten zijn bijgevolg lager, maar de kosten per stoel hoger. Dat de kosten voor een vlucht op de Antillen via Sint Maarten en Aruba goedkoper zijn dan een vlucht op Curaçao wordt voor belangrijke mate verklaard uit de kosten van de samenwerkingsovereenkomst tussen KLM en ALM die aan deze laatste worden toegerekend. (Dit is ongeveer ƒ 20.000 per vlucht, of ƒ 50,-- per stoel.) De vluchten op de VS zijn duidelijk goedkoper omdat op deze meer vracht meegenomen wordt en de KLM relatief meer kosten aan vracht dan aan passagiers toerekent. Opmerkelijk is daarentegen dat het vrachtvervoer op de Antillen klaarblijkelijk zwaar verliesgevend is, zie randnummer 94. Men vraagt zich af ook dit op het conto van het Protocol kan worden toegeschreven, maar het Besluit van 9 november biedt hierover geen uitsluitsel. Al met al concludeert de d-g NMa dat de kosten op bedrijfseconomische geaccepteerde redelijke wijze aan de verschillende routes zijn toegerekend. Het rendement op een route wordt gedefinieerd als het financiële resultaat (gemiddelde opbrengsten per vlucht minus de gemiddelde kosten per vlucht) uitgedrukt als percentage van de gemiddelde opbrengsten. Dit rendement kan inclusief of exclusief vracht berekend worden. Gegeven het boven gestelde is, op de Antillenroutes, het rendement exclusief vracht hoger dan het rendement inclusief vracht. Het gemiddeld rendement op deze routes (exclusief vracht) wordt vervolgens door de d-g NMa vergeleken met een normrendement, dat gelijk gesteld wordt aan het rendement dat KLM moet halen om aan de eisen van vermogensverschaffers te voldoen. Voor zover ik kan zien maakt de d-g NMa hier een denkfout, hij vergelijkt immers het totale rendement met het vereiste rendement op kapitaal. Een vuistregel is dat ongeveer a deel van de kosten van een vlucht kapitaalkosten zijn, a deel

personeelskosten en a deel brandstof. De laatste twee productiefactoren kunnen op competitieve markten worden ingekocht, er hoeft bij rendementsberekening dus geen rekening mee gehouden te worden. Uitgaande van deze vuistregel is het rendement op kapitaal 3 keer zo groot als het bruto totaalrendement. Niet alleen is de luchtvaartsector minder kapitaalintensief dan bepaalde netwerksectoren, sommige kostenposten, zoals brandstofkosten zijn ook zeer variabel. Kostenveranderingen kunnen echter niet zomaar doorgegeven worden aan de consument: tariefschema s worden van te voren vastgesteld en bekendgemaakt en een groot deel van de vluchten wordt van te voren betaald. De gevolgen zijn drastisch: als het bruto rendement eerst 10% is, dan is bij een verdubbeling van de brandstofprijs het rendement 17,5% negatief. Het oordeel of de tarieven redelijk zijn hangt met deze methode dus erg van toevallige omstandigheden af. Natuurlijk moet ook op enigerlei wijze met onzekerheid over de kosten van inputs rekening gehouden worden. Ook op details zijn bij de berekeningen van de d-g NMa nog wel wat opmerkingen te maken. Als uitgangspunt voor het normrendement wordt de weighted average cost of capital genomen, dit is het gewogen gemiddelde van de kosten van vreemd en van eigen vermogen. Voor het eigen vermogen wordt de normrendementseis, met behulp van het CAPM-model, op 13,16% gesteld. Dit percentage volgt uit een risicovrije rentevoet van 4,6%, een marktrisicopremie van 6,9% en een â van 1,24. ( 13,16 = 4, 6 + 1,24*6,9.) De risicovrije rentevoet is de rente op 10-jarige staatsleningen in 1998, dit is redelijk. De marktrisicopremie van 6,9% is echter berekend op basis van de periode 1920-1993 en onduidelijk is hoe relevant zo n lange historische periode is voor de situatie in 1998. In ieder geval was de marktrisicopremie in 1998 substantieel hoger. De â tenslotte is de â van de luchtvaartsector als geheel, en die van KLM kan daarvan afwijken. Op dit moment is de â van KLM???%. De conclusie is dat het normrendement op eigen vermogen best wel eens hoger zou kunnen liggen. Ook het normrendement op het vreemd vermogen van KLM ligt hoger dan de d-g NMa aanneemt. Voor dit rendement neemt de d-g NMa eenvoudig de rente op 10-jarige staatsleningen. Obligaties van KLM zijn echter risicovoller dan 10-jarige staatsleningen zodat KLM een premie moet betalen. Het gevolg van het bovenstaande is dat de gemiddelde kapitaalkosten van KLM hoger zijn dan de 10,9% waar de d-g NMa mee rekent. (KLM financiert zich voor 40% met eigen vermogen en voor 60% met vreemd vermogen: 10,9 = 0,4 13,16/0,65 + 0,6 4,6). De afwijking naar boven zal echter gering zijn, in eindnoot 75 van het besluit wordt namelijk het directieverslag 1998/1999 van KLM aangehaald waarin een rendementsdoelstelling van 14% op het eigen vermogen en van 12% over het totale vermogen gespecificeerd wordt. De d-g NMa vergelijkt het berekende normrendement vervolgens met het op de Antillenroutes

gerealiseerde gemiddelde rendement. De conclusie is dat de gerealiseerde rendementen iets boven normrendementen liggen. De d-g NMa concludeert Deze geringe afwijkingen naar boven zijn onvoldoende reden om te kwalificeren als misbruik, als KLM al over een economische machtspositie zou beschikken. Immers, bij voor het overige gelijkblijvende omstandigheden, zou de ticketprijs ongeveer met [...], resp.. [...], moeten dalen om te voldoen aan het normrendement. (...). Derhalve kan niet geconcludeerd worden dat KLM misbruik maakt door middel van excessieve tarieven van in Nederland verkochte tickets aan passagiers op de routes naar Curaçao en de Antillen. Indien bovenstaande opmerkingen juist zijn moeten de door de d-g NMa berekende gerealiseerde rendementen echter met een factor 3 vermenigvuldigd worden om de juiste te vinden, hetgeen zou impliceren dat de rendementen op de genoemde routes wel substantieel boven de normrendementen liggen. Zelfs bij een iets hogere inschatting van de normrendementen zou deze conclusie in stand blijven. De d-g NMa concludeert echter dat KLM geen misbruik maakt op de kleinst mogelijke relevante markt, dat afbakening van de relevante markt en het vaststellen of van een economische machtspositie sprake is buiten beschouwing kan blijven, en dat het verzoek van de Vereniging om toepassing van artikel 56 Mw kan worden afgewezen. De conclusie moet zijn dat het besluit van de d-g NMa in de Zaaknr. 273 en 906 geen schoonheidsprijs verdient: (i) omdat de relevante markt niet afgebakend worden is onduidelijk of KLM een economische machtspositie op de relevante markt heeft, (ii) de d-g NMa doet werk dat overbodig is: indien de gehanteerde methode tot de conclusie leidt dat de tarieven niet excessief zijn is het werk voor niets geweest; indien de methode tot de tegengestelde conclusie leidt moet alsnog de markt worden afgebakend en is het werk wellicht ook overbodig. (iii) de methode die de d-g NMa hanteert om vast te stellen of al dan niet van excessieve tarieven sprake is, is ontwikkeld voor regulering van stabiele en kapitaalintensieve netwerksectoren, zij is niet erg geschikt voor gebruik in gevallen als deze waar rendementen sterk fluctueren omdat prijzen van bepaalde inputs sterk fluctueren en bedrijven aan outputprijzen gebonden zijn. (iv) op basis van de gekozen methode had de d-g NMa, bij juiste toepassing tot de tegengestelde conclusie moeten komen dat KLM juist wel excessieve tarieven hanteert op de veronderstelde monopolistische markt. Eric van Damme.