Aan de Rechter-Commissaris in het faillissement, de Edelachtbare heer mr. M.F.J.N. van Osch, Martinetsingel 2 te (7200 DT) Zutphen.

Eerste openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet van de curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NeQu Holding B.V., gevestigd te Winterswijk en haar dochterondernemingen. Faillissement : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NeQu Holding B.V. Faillissementsnummer : 03/280 F Uitspraak : 4 september 2003 Verslagnummer : 1 Rechter-Commissaris : mr. M.F.J.N. van Osch curator : mr. B.A.I. Baks Aan de Rechter-Commissaris in het faillissement, de Edelachtbare heer mr. M.F.J.N. van Osch, Martinetsingel 2 te (7200 DT) Zutphen. Edelachtbare Heer, I. ALGEMEEN: Hierbij heb ik de eer u verslag uit te brengen van mijn bevindingen inzake het faillissement van de besloten vennootschap NeQu Holding B.V. te Winterswijk en haar dochterondernemingen. Het gaat hier in het bijzonder om de navolgende vennootschappen: 1. de besloten vennootschap NeQu Holding B.V., faillissementsvonnis d.d. 4 september 2003, nr. 03/280F, 2. de besloten vennootschap Winterswijkse Groen Combinatie B.V., vonnis d.d. 1 oktober 2003, nr. 03/319F, 3. de naamloze vennootschap Tenretni N.V., vonnis d.d. 1 oktober 2003, nr. 03/317F, 4. de besloten vennootschap De Burcht Onroerend Goed B.V., vonnis d.d. 1 oktober 2003, nr. 03/318F, 5. de besloten vennootschap Hoquwin Vastgoed B.V., vonnis d.d. 1 oktober 2003, nr. 03/316F,

6. de besloten vennootschap Wivoba B.V., niet gefailleerd (zie echter hierna, blz. 24), 7. de besloten vennootschap Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V., vonnis d.d. 4 september 2003, nr. 03/282F, 8. de besloten vennootschap Van Roodenbergh Assurantiën Winterswijk B.V., niet gefailleerd (zie hierna, blz. 22), 9. de besloten vennootschap Hoquwin Assurantiekantoor B.V. te Gouda, vonnis Rechtbank Den Haag d.d. 11 juni 2003, nr. 03/379F, 10. de besloten vennootschap Nederhoff & Partners B.V., vonnis d.d. 4 september 2003, nr. 03/281F, 11. de besloten vennootschap S.V.S. Graveer- en Reclamestudio B.V., vonnis 4 september 2003, nr. 03/278F, 12. de besloten vennootschap Eco Brasil B.V., vonnis d.d. 2 oktober 2003, nr. 03/322F, met als dochternemingen de rechtspersonen naar Braziliaans recht: A: Eco Brasil Holanda Andira Limitada (niet gefailleerd) B: Reflorestadora Holanda Limitada met haar dochteronderneming de rechtspersoon Agro Pecuaria Pataua Limitada (beiden niet gefailleerd), Als bijlage 1* bij dit verslag is gevoegd een organogram, waaruit blijkt van de organisatie en juridische structuur van de groep ondernemingen/vennootschappen. Zie ook hierna onder II. II. DE FAILLISSEMENTSAANVRAGEN. Het faillissement van NeQu Holding B.V., Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V., Nederhoff & Partners B.V. alsook S.V.S. Graveer- en Reclamestudio B.V. is ten verzoeke van een aantal werknemers door de Rechtbank Zutphen uitgesproken op grond van achterstallige loonverplichtingen. Het faillissement van de vennootschappen Winterswijkse Groen Voorziening B.V., Tenretni N.V., de Burcht B.V. en Hoquwin Vastgoed B.V. is door ondergetekende als curator zelf aangegeven op grond van de feitelijke aanwezigheid van een faillissementstoestand. Het faillissement van Eco Brasil B.V. is ten verzoeke van enkele schuldeisers/participanten op 2 oktober 2003 uitgesproken. Op dit moment nog niet gefailleerd, zijn de vennootschappen Wivoba B.V., Van Roodenbergh Assurantiën Winterswijk B.V. Zoals uit het hierna volgende verslag blijkt, zal ook het faillissement van die vennootschappen binnenkort moeten worden aangegeven. 16 januari 2004 pagina 2 van 26

Op dit moment zijn met betrekking tot de Braziliaanse dochterondernemingen tot dusverre geen faillissementen uitgesproken, dan wel volgens de Braziliaanse wetgeving daarmee te vergelijken maatregelen genomen, voor zover op dit moment bekend. III. KORTE SCHETS VAN DE ONDERNEMINGEN, AANLEIDING FAILLIS- SEMENTEN. De vennootschappen, ressorterende onder de NeQu Holding B.V., maakten tot voor kort deel uit van een onderneming die zich met uiteenlopende activiteiten bezighield, doch met name met bemiddeling in verzekeringen, financiële dienstverlening en exploitatie van beleggingsproducten. De onderneming is jong, ze bestaat sedert 1997. De vennootschappenvan Roodenbergh Assurantiën Winterswijk B.V., Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. en Hoquwin Assurantiekantoor B.V. zijn verzekeringstussenpersoon en bemiddelden in verzekerings- en financiële producten, ook intern; de bemiddelingsprovisie voor producten Eco Brasil bedroeg 36 %. Nederhoff & Partners B.V. was een service- en administratiekantoor met een portefeuille aan particuliere belastingaangiften en kleine administraties. In de Winterswijkse Groen Voorziening B.V. werd een hoveniersbedrijf met een tot twee werknemers geëxploiteerd (bij verkoop van hypotheken werd tuinservice aangeboden). In Tenretni N.V. waren automatiseringsactiviteiten ondergebracht; verkoop en onderhoud van hardware en software voor intern gebruik. Men had ook enkele derde ondernemingen als klant; de activiteiten waren beperkt. Hoquwin Vastgoed B.V. is een beleggingsvennootschap die vanaf 1999 partipatiebewijzen in Nederlands vastgoed heeft uitgegeven; mede een initiatief van de hierna nog nader te noemen heer P.J. Quak. De Burcht Onroerend Goed B.V., oorspronkelijk geheten Herman & Kuyper Onroerend Goed B.V., is eigenaar van het kantoorpand Snelliusstraat nr. 10 te Winterswijk en subholding van de dochteronderneming Hoquwin Vastgoed B.V. c.s. (zie bijlage 1 het organogram), en bedreef vrijwel geen andere activiteiten. 16 januari 2004 pagina 3 van 26

S.V.S. Graveer- en Reclamestudio B.V. is een vennootschap zonder duidelijke activiteiten; zij bleek nog eigenaar van de grond en daarmee van de opstallen van de bedrijfsruimte aan de Snelliusstraat nr. 22 te Winterswijk. Na het faillissement van Hoquwin Assurantiekantoor B.V. zijn een aantal personeelsleden bij S.V.S. B.V. in dienst gekomen. Eco Brasil B.V. is een vennootschap die via enkele Braziliaanse dochterondernemingen te Brazilië heeft geïnvesteerd in plantagematige bosbouw en oerwoudontginning, alles ten behoeve van de winning en verkoop van tropisch hardhout. Op de Nederlandse markt werden voor dit doel participatiebewijzen verkocht onder de titel van diverse uiteenlopende Investerings Plannen, daarmee zouden de activiteiten worden gefinancierd en rendementen voor de beleggers gegenereerd. Wivoba B.V. was een met vergunning van de Autoriteit Financiële Markten opererend financieringsbedrijf dat leningen verstrekte voor aankoop participaties Eco Brasil B.V. en op kleinere schaal ook voor andere doeleinden. IV. FINANCIELE PROBLEMEN Gedurende het bestaan van de onderneming is voor een bedrag van circa 50.000.000,00 aangetrokken van veelal de kleinere particuliere belegger; in Hoquwin Vastgoed B.V. voor circa 8.000.000,00 en in Eco Brasil B.V. voor circa 42.000.000,00. Daarnaast heeft Wivoba B.V. nog eens voor circa 7.500.000,00 intern gefinancierde participaties verstrekt en extern aan leningen uitgegeven. De participaties in Hoquwin Vastgoed B.V. en de Investerings Plannen in Eco Brasil B.V. kenden een gegarandeerd rendement van 1% per maand. Voor de via Wivoba B.V. gefinancierde participaties werd in beginsel geen rendement uitbetaald. De hele ondernemingsfilosofie was gebaseerd op de verwachting dat de op participaties verschuldigde rendementen op enig moment zouden kunnen worden betaald uit de exploitatieopbrengsten van het tropisch hardhout uit Brazilië. Zolang die opbrengsten er niet waren, dienden de rendementen steeds uit nieuwe inleg te worden gefinancierd. Feitelijke dekking of reserves zijn daardoor niet opgebouwd. Dit geldt ook voor de vastgoedvennootschap Hoquwin Vastgoed B.V., zoals nader zal worden beschreven. Feitelijke opbrengsten uit de exploitatie van de onderneming te Brazilië zijn nooit gegenereerd. Door conjuncturele neergang en verminderde belangstelling voor dit soort beleggingen 16 januari 2004 pagina 4 van 26

werden er steeds onvoldoende participaties verkocht, waartegenover de primaire verplichting betaling van rendementen steeds hoger werd en uiteindelijk was toegenomen tot 380.000,-- op maandbasis. Evenzo kwam behoorlijke financiering van de projecten in Brazilië in het gedrang. De uit de verzekeringsactiviteiten van Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. c.s. vrijkomende provisie alsook de rente op de financiering Wivoba B.V., waren ontoereikend en werd vooral voor salarisbetalingen aangewend. Eind 2002 begin 2003 zijn de rendementsbetalingen gestaakt. Feitelijk was er toen al sprake van een faillissementssituatie. Niettemin is men nog enkele maanden voortgegaan (er zijn nog participaties verkocht en zelfs is beleggers de opening van de houtzagerij in september 2003 in het vooruitzicht gesteld). In juni is getracht een reorganisatie door te voeren door het faillissement van Hoquwin Assurantiekantoor B.V. 70 man personeel uit te lokken in de hoop dat dit tot voldoende besparingen zou leiden. Deze reorganisatiepoging bood geen soelaas en leidde slechts tot onrust onder het overige personeel van de vennootschappen. Praktisch het gehele personeel heeft zich op 23 juli 2003 collectief ziek gemeld, waardoor er vanaf dat moment van normale bedrijfsvoering geen sprake meer is geweest. Door de directie werden hierna nog interim-bestuurders/managers ingezet, doch ook dat heeft tot niets geleid. Uiteindelijk is dus op 4 september 2003 het faillissement van NeQu Holding B.V. met enkele andere vennootschappen ten verzoeke van de werknemers uitgesproken. V. VERDERE BESCHRIJVING VAN DE ONDERNEMING 1. Bestuurders en aandeelhouders Ten tijde van de faillietverklaring op 4 september 2003 was de situatie als volgt. Sedert 1 juni 2001 staat NeQu Holding B.V. ingeschreven als statutair bestuurder van al haar vennootschappen. In alle vennootschappen had zij direct of indirect 100% belang, uitgezonderd Eco Brasil B.V., waarin een meerderheidsbelang bestaat van 92%. De overige 8%- aandelen worden gehouden door T. Wunnink te Overdinkel die in de periode 1 augustus 2003 tot 27 augustus 2003 ook interim en enig statutair bestuurder van Eco Brasil B.V. is geweest. Na 27 augustus 2003 staat voor Eco Brasil B.V. geen statutair bestuurder meer ingeschreven. 16 januari 2004 pagina 5 van 26

Bestuurder van NeQu Holding B.V. is de besloten vennootschap Montonya B.V., gevestigd te (2586 EC) s Gravenhage, Seinpostduin nr. 62. Bestuurder en aandeelhouder van Montonya B.V. was/is sedert 1 oktober 1999 de heer Antonius Maria Nederhoff, geboren te Gouda op 29 mei 1959. Voor zover kon worden nagegaan, heeft bij alle vennootschappen volstorting van het volgens aandeelhoudersregisters geplaatste kapitaal plaatsgevonden. 2. Nog binnen de termijn van artikel 2:248 lid 6 BW, te weten vanaf 1 oktober 1999 tot 1 juni 2001 is Vreehorst Beheer B.V. (tot aan 27 augustus 2003 geheten Hoquwin Beheer B.V.) statutair bestuurder geweest van NeQu Holding B.V., met in die periode als bestuurder de heer Peter Jan Quak, geboren 20 april 1955. Per 10 juli 2001 zijn de aandelen verkocht aan Montonya B.V. / A.M. Nederhoff. 3. Administratie en boekhouding De vennootschappen zijn afzonderlijk van elkaar geadministreerd in het automatiseringssysteem Exact/Globe. In die afzonderlijke administraties zijn in opdracht van mij als curator na faillissementsdatum de mutaties zoveel mogelijk bijgewerkt, waarna alle bestanden zijn veilig gesteld. De uit deze administratie te reproduceren overzichten sluiten onderling echter niet aan, waardoor de afzonderlijke balansen niet (geheel) betrouwbaar zijn. Het is daarom niet mogelijk deze balansen bij dit verslag te produceren, uitgezonderd die van de vennootschappen Wivoba B.V. en Eco Brasil B.V., die wel een getrouw beeld (lijken) te geven. De onderneming werd ondanks de verscheidenheid in activiteiten feitelijk als één bedrijf en onder één leiding gerund en onderling gefinancierd. Een en ander heeft geleid tot een ingewikkeld stelsel van rekening-courantverhoudingen; in het hierna volgende zal worden geprobeerd deze doorzichtig te maken en te verklaren. 16 januari 2004 pagina 6 van 26

4. Hoofdelijke aansprakelijkheden en regres Ten aanzien van de vennootschappen is geen verklaring hoofdelijkheid ex artikel 2:403 BW gedeponeerd. Bankfaciliteiten waren zo goed als afwezig (alleen Eco Brasil B.V. heeft een klein bankkrediet) en zekerheden zijn in dat kader niet afgegeven, zodat uit dezen hoofde er geen onderling regres is. Noch voor de VPB noch voor de OB tenslotte bestaat er fiscale eenheid. Wèl heeft de Belastingdienst Oost te Almelo van De Burcht Onroerend Goed B.V. en S.V.S. B.V. hypotheek bedongen in de onroerende zaken Snelliusstraat nrs. 10 en 22 voor uitstaande verplichtingen, hieronder nog nader te beschrijven. Uitwinning van die verplichtingen zou in voorkomend geval wel tot onderling regres kunnen leiden. 5. De geldstromen Globaal kan worden gesteld dat de cash-in-stromen werden gegenereerd uit de verkoop participatie Eco Brasil B.V. en Hoquwin Vastgoed B.V., uit de rente-inkomsten in Wivoba en de provisies uit de verzekeringsportefeuilles/hypotheken. De cash-out-stroom bestond globaal uit betalingen, rendementen, personeelslasten en (algemene) overhead. De onderneming hanteerde de norm dat 36 % van de in Eco Brasil B.V. aangetrokken participatiegelden, in Nederland als overhead werden geboekt. Van de precieze investeringen in Brazilië en van deze overhead wordt hierna nog een overzicht gegeven. Als gevolg van de verminderde afzet van participaties/investerings Plannen enerzijds en de steeds hoger oplopende verplichtingen (van de rendementen) anderzijds was men, gelijk al gezegd, aangewezen op inkomsten uit Wivoba en assurantieportefeuilles. Een belangrijke bron van inkomsten aldaar verkoop van spaarplannen was evenwel ook opgedroogd in verband met fiscale maatregelen en verslechterend beleggingsklimaat. Zo resteerden voornamelijk slechts provisie-inkomsten uit lopende assurantieportefeuilles. Ter illustratie zij nog gemeld dat de omzet in Individuele Investerings Plannen Eco Brasil B.V. in 2003 aldus slechts bedroeg ca 375.000,--, en die in Hoquwin Vastgoed B.V. 14.168,--. De boekhouding genereert een boekverlies voor 2003 in Eco Brasil B.V. van 811.779,-- en in Hoquwin Vastgoed van 668.250,--. De boekhouding van Wivoba B.V. laat daarentegen nog een winst zien van 63.423,40, welke winst zou toenemen indien en voor zolang de rente op de groenleningen wordt voldaan. 16 januari 2004 pagina 7 van 26

VI. DE BESCHRIJVING PER AFZONDERLIJKE VENNOOTSCHAP NeQu Holding B.V.: Deze vennootschap diende als houdstervennootschap. Uit de niet gecorrigeerde balans blijkt dat voor deelnemingen voorzieningen worden opgevoerd; aldus de deelneming De Burcht Onroerend Goed B.V. voor een bedrag van 3.216.145,00. Op de actiefzijde van de balans staan vermeld inventaris en vervoermiddelen (dit laatste is overigens niet meer aangetroffen). Voorts deelnemingen en rekening-courantvorderingen op groepsmaatschappijen, met een feitelijke waarde van nihil. Er is ook een vordering op Montonya B.V. van 122.497,00. Bij de onder de omschrijving rekening-courant directie oud valt een rekening-courantvordering op, onder de omschrijving afrekening familie Kuyper ten bedrage van 2.199.421,00. Het zou hier betreffen een nog niet verwerkte aandelentransactie uit 1999. Een en ander is in onderzoek; terzake zal ook rapport worden gevraagd van de externe accountant. De passiefzijde van de balans wordt verder bepaald door grote rekening-courantschulden aan Eco Brasil B.V. ( 5.353.206,--), Hoquwin Vastgoed B.V. ( 4.700.032,--) en Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. ( 817.063,--). Hier blijkt van de onderlinge financiering als hiervoor omschreven. Voor Eco Brasil B.V. en Hoquwin Vastgoed B.V. is nagegaan hoe een en ander in de boeken van NeQu Holding B.V. verder is verlopen: Rekening-courant schuld Eco Brasil B.V. 5.863.802,00 ¹ Rekening-courant schuld Hoquwin Vastgoed B.V. 5.114.655,00 ² ¹ volgens balans per 21-10-2003 van Eco Brasil B.V. 5.353.205,90 ² volgens balans per 21-10-2003 van Hoquwin Vastgoed B.V. 4.700.032,00 16 januari 2004 pagina 8 van 26

De door Eco Brasil B.V. en Hoquwin Vastgoed B.V. gefinancierde bedragen zijn bij NeQu Holding B.V. als volgt aangewend: - De Burcht Onroerend Goed B.V. (vordering in rekening-courant) 3.795.281,00 - afrekening familie Kuyper 2.199.421,00 - verliesfinanciering concern minus voorziening deelneming De Burcht Onroerend Goed B.V. 3.205.954,00 - kruisposten en vraagposten (?) 457.360,00 - rekening-courant overige tot het concern behorende ondernemingen 321.694,00 - overlopende activa (?) 234.000,00 - investeringen materiële en financiële vaste activa 679.122,00 - per saldo rekening-courant vennootschap directie 73.588,00 De financiering van De Burcht Onroerend Goed B.V. zou betrekking hebben gehad op financiering van de bouw van de bedrijfspanden en mogelijk ander onroerend goed. Voorts is bij De Burcht Onroerend Goed B.V. een depot gevormd voor een belastingschuld van circa 825.000,00, en zijn vanuit De Burcht Onroerend Goed B.V. de andere dochterondernemingen gefinancierd. NeQu Holding B.V. heeft volgens de Belastingdienst nog een schuld voor de VPB van 188.347,00 (2000). De belastingpositie door de gehele onderneming heen dient nog te worden vastgesteld vanwege de vele ambtshalve aanslagen en de oude vorderingen als gevolg van een in de jaren 1999/2000 door de Belastingdienst ondernomen onderzoek. Een overzicht van de d.d. 22 oktober 2003 opgegeven belastingvorderingen wordt als bijlage 2* bij dit verslag gevoegd. NeQu Holding B.V. heeft een geplaatst kapitaal van 18.151,00. Als totaal (negatieve) overige reserve is geactiveerd 6.266.305,00, welke reserve in ieder geval als verlies dient te worden aangemerkt. Boekhoudmatig is er uit dien hoofde dus reeds een negatief eigen vermogen van 6.248.154,00. 16 januari 2004 pagina 9 van 26

De Burcht Onroerend Goed B.V.: Volgestort en geplaatst kapitaal volgens balans is 45.378,00. De overige reserve bedraagt hier negatief 1.822.084,00 en het resultaat tot lopend boekjaar bedraagt (negatief) 1.882.333,00. Het negatieve eigen vermogen komt aldus op in ieder geval 3.659.039,00. Op de balans staan bedrijfsgebouwen geactiveerd voor boekwaarde 848.955,00, respectievelijk 188.821,00 voor de grond (alles Snelliusstraat 10). Terzake van deze onroerende zaken is hypotheek verleend aan De Goudse Verzekeringen (eerste hypotheek respectievelijk de Belastingdienst tweede en derde hypotheek) voor verplichtingen van moeder- en zustervennootschappen. De Winterswijkse Groen Combinatie B.V.: Hier is in 2003 een omzet geboekt van 4.017,00. Naar zeggen van de directie is de onderneming ruim vóór faillissementsdatum geliquideerd c.q. verkocht tezamen met enkele werknemers. Activa zijn ook niet meer aangetroffen. Er wordt nog onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van incasso van enkele (externe) debiteurenvorderingen (volgens balans in totaal 24.155,00). Tenretni N.V.: Het betreft hier een naamloze vennootschap met een geplaatst en gestort kapitaal van 136.134,00. Feitelijk betrof het hier een bedrijfje voor interne serviceverlening en automatisering met enkele externe klanten. Er staan computers op de balans geactiveerd, vermoedelijke de apparatuur bij de holding en de diverse vennootschappen in gebruik. De omzet 2003 (voornamelijk intern) heeft 123.174,00 bedragen. Het verlies over 2003 bedraagt 13.467,00. Hoquwin Vastgoed B.V.: Ondanks het feit dat deze vennootschap haar bedrijf maakte van het beheren van woon- en winkelpanden in Nederland en deze ten behoeve van beleggers wilde uitponden, is geen enkel onroerend goed aangetroffen, uitgezonderd een terrein in België met een boekwaarde van 86.218,00. Aan de actiefzijde van de balans is verder opgenomen, zoals reeds besproken, 16 januari 2004 pagina 10 van 26

een rekening-courantvordering op de holding van 4.700.032,00, gelijk hierboven meer gespecificeerd. Voorts is er een rekening-courantvordering op Montonya B.V. volgens balans van 199.210,00. De balans wordt bepaald door de schuld aan inleggers in totaal van 8.086.930,--. Er is een reconstructie gemaakt van deze totale inleg en wel als volgt: Totale inleg Hoquwin Vastgoed B.V. 8.086.930,00 Af: geactiveerde kosten met betrekking tot inleg 461.471,00 -/- 7.625.189,00 af: verliezen t/m 2002: 2.319.450,00 af: verliezen t/m 2003: 686.324,00 -/- 3.005.774,00 ¹ -/- 4.619.415,00 af: naar gelieerde B.V. (Nequ Holding B.V.) 4.700.032,00 -/- Resteert -/- 80.617,00 Het restant ad 80.617,00 is een verzamelpost van de overige balansposten van Hoquwin Vastgoed B.V. ¹ Hierin begrepen uitbetaalde rendementen: 2001 680.765,00 2002 822.027,00 2003 606.652,00 2.109.444,00 In 2003 heeft Hoquwin Vastgoed nog een omzet geboekt van 14.463,00; er zijn aanwijzingen dat er meer participaties zijn verkocht, doch kennelijk niet ingeboekt. De balans laat nog een belastingschuld uit de voorgaande jaren zien van 231.044,00 (?). Wivoba B.V.: Wivoba staat voor Winterswijkse Voorschot Bank B.V. In deze vennootschap zijn ondergebracht de plusminus 1.500 zogenaamde groenleningen die aanvankelijk voor een deel ook in 16 januari 2004 pagina 11 van 26

Eco Brasil B.V. waren geadministreerd. Deze laatste vennootschap beschikte echter niet over de in het kader van de Wet Consumentenkrediet noodzakelijke vergunning van de Autoriteit Financiële Markten. Via de uitgegeven groenleningovereenkomsten konden participaties Eco Brasil worden gefinancierd. Het ging dan meestal om bedragen van ƒ 6.000,00 of een veelvoud daarvan. De beleggers verkregen participaties in vruchtgebruik en pandrecht op de opbrengsten van de plantagematige bosbouw in de hieronder nog te beschrijven Fazenda (plantage) Pataua bij Manaus (Amazonas) Brazilië. De omzet over 2003 tot en met september is de op uitstaande kredieten ontvangen rente en bedraagt 647.993,00. Op de actiefzijde van de balans zijn opgenomen de vorderingen op deelnemers ter hoogte van deze leningen U/G ad 6.399.159,00. Ook deze vennootschap heeft nog een rekening-courantvordering op de holding, te weten 558.906,00. De balans wordt als bijlage 3* aan dit verslag gehecht. De balans van Wivoba B.V. laat zien dat de verplichtingen voornamelijk bestaan uit een rekening-courant schuld aan Eco Brasil B.V., kennelijk onstaan als belasting voor de aldaar aangekochte participaties, totaal 7.320.719,50. Op de balans van Wivoba B.V. wordt dit bedrag als lening O/G omschreven. Er is tot op heden geen belastingschuld bekend en er zijn nauwelijks overige schulden van betekenis. In wezen zouden hier daarom de opbrengsten van de uitstaande leningen (thans rente en later aflossing ) via voldoening van de ten gunste van de rekening-courantvordering ten voordele strekken van Eco Brasil B.V. Vermelding verdient nog dat de directie van Wivoba B.V. eind 2002 / begin 2003 heeft getracht de gehele Wivoba-financieringsportefeuille te verkopen; er is daartoe onder meer gesproken met de IDM Bank, thans Interbank. Deze transactie ging niet door, waarna is gekozen voor een persoonlijke benadering van Wivoba-klanten, teneinde deze individueel te bewegen de Wivoba-lening bij de IDM Bank over te sluiten. Daartoe werd het argument gehanteerd, dat bij de IDM Bank tegen een meer aantrekkelijke rente kon worden geleend (waar de rente van de Wivoba-leningen in oktober 2002 nog was verhoogd). Circa 135 voormalige houders van groenleningen hebben aldus thans een financiering bij de IDM Bank. Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V.: Deze vennootschap heeft met name in de jaren 1999 tot 2002 bij de verzekeringmaatschappij Tiel-Utrecht N.V. naderhand overgenomen door De Goudse Verzekeringen grote aantal- 16 januari 2004 pagina 12 van 26

len spaarbelegpolissen afgesloten en daarmee zeer grote bedragen ten titel van provisie ontvangen. Op het hoogtepunt genereerde Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. als tussenpersoon meer dan de helft van de hele omzet van Tiel-Utrecht N.V. in deze levenpolissen. Verkocht werd via mobiele stands op huishoudbeurzen, een te Winterswijk en later ook te Haarlem gevestigd call-center en tevens vanuit diverse winkels in onder andere Winterswijk, Groningen, Haarlem en Rotterdam. Op de actiefzijde van de balans staan, naast een rekeningcourantvordering op NeQu Holding B.V. van 1.457.825,00 (volgens balans holding 817.063,00), alleen enkele kleinere vorderingen op groepsmaatschappijen en verzekeraars, totaal 29.412,00. De verzekeringsportefeuilles als zodanig zijn niet geactiveerd. Ten aanzien daarvan dient het volgende worden opgemerkt. De handelswaarde van de levensverzekeringsportefeuille gelijk deze wordt bepaald door het zogeheten provisie-terugboekingsrisico. De door de verzekeringsmaatschappij verschuldigde provisie wordt bij het afsluiten van de polis in één keer uitgekeerd, doch krachtens overeenkomst met de tussenpersoon feitelijk pas in 5 jaar verdiend. Indien de polis binnen deze periode zou komen te vervallen, dient de reeds uitgekeerde provisie naar rato te worden terugbetaald. Feitelijk was hier dus sprake van een latente schuld die als zodanig ook op de balans is opgenomen. Voor deze schuld is aan Tiel-Utrecht N.V. en naderhand De Goudse zekerheid in de vorm van hypotheek op de bedrijfspanden verleend. De vordering uit dien hoofde werd door de Goudse Verzekeringen per faillissementsdatum, zijnde 4 september 2003 berekend op 1.078.674,00. Zij stelt daarvoor een eerste hypothecaire inschrijving op de panden te hebben van in totaal ƒ 4.900.000,00 inclusief rente en kosten. Deze bedrijfspanden zijn eigendom van zustermaatschappijen, zodat ingeval van uitwinning uit dien hoofde regresvorderingen op Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. zullen ontstaan. De omzet van Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. bedroeg in 2003 tot faillissementsdatum nog 476.520,00, waaronder overigens als geboekt voor Eco Brasil B.V. (Individuele Investerings Plannen) 378.501,00. Er is verlies over 2003 van 21.070,00. S.V.S. Graveer- en Reclamestudio B.V.: Deze vennootschap was eigenaar van het bedrijfspand aan de Snelliusstraat nr. 22. Er zijn geen activiteiten waargenomen; er is blijkbaar sprake van een lege vennootschap. Doordat het 16 januari 2004 pagina 13 van 26

bedrijfspand op 16 december 2003 ten behoeve van De Goudse Verzekeringen is geveild, heeft SVS B.V. terzake van de verkoopopbrengst ad 218.000,00 een (regres)vordering gekregen op Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. Hoquwin Assurantiekantoor B.V.: In dit faillissement is gerapporteerd aan de Rechter-Commissaris bij de Rechtbank te Den Haag. De beide verslagen worden als bijlage 4* en 5* hieraan gehecht. Nederhoff & Partners B.V.: In dit bedrijfje voor administratieve dienstverlening is in 2003 een omzet geboekt van 58.646,70, voor een deel intern. Er is een externe (dubieuze) debiteurenpost van 72.022,00. De grootste debiteur is ook hier NeQu Holding B.V., te weten voor 378.293,00. Van Roodenbergh Assurantiën Winterswijk B.V.: In deze tot dusver niet failliete vennootschap is na het faillissement van Hoquwin Assurantiekantoor B.V. de uit dit faillissement aangekochte verzekeringsportefeuille ondergebracht. Het betreft hier voor het overige een lege vennootschap, waarin verder niets is ondernomen. Er is nog overleg gaande met De Goudse Verzekeringen over inname van de resterende (kleine) verzekeringsportefeuille. Zie ook bij Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. Eco Brasil B.V.: Van deze vennootschap wordt hierbij* als bijlage 6 de bijgewerkte balans per 21 oktober 2003 overgelegd. De Braziliaanse deelnemingen staan geactiveerd voor totaal 6.593.111,58. Over de werkelijke waarde zijn inschattingen gemaakt in een afzonderlijke rapportage welke als bijlage 7* aan dit verslag wordt gehecht en waarnaar uitdrukkelijk zij verwezen. Van dochterondernemingen is in totaal te vorderen 7.813.106,90. Het betreft hier kennelijk de financiering van de Braziliaanse activiteiten, waarvan in de hiervoor genoemde bijlage nr. 7 een analyse is gemaakt. De waarde van deze vorderingen is op basis van de inschatting van de huidige stand van zaken beperkt tot nihil. De vorderingen op fondsen ten bedrage van ruim 21.000.000,00 zijn intern boekhoudkundige voorzieningen zonder werkelijke waarde. Verder komen op de actiefzijde voor de leningen U/G feitelijk de rekening-courantvordering op 16 januari 2004 pagina 14 van 26

Wivoba van 7.319.519,50, aan de passiefzijde corresponderende met de voor eenzelfde bedrag aan beleggers verstrekte participaties. Aan de passiefzijde staan ook vermeld de overige verplichtingen aan inleggers ten belope van in totaal circa 42.000.000,00, voor het grootste deel Individuele Investerings Plannen te weten bijna 39.000.000,00. Door mij is een reconstructie gemaakt van de aanwending van deze inleg van circa 42.000.000,00; een en ander verloopt als volgt. Totale inleg Eco Brasil B.V. 49.750.180,00 af: niet ontvangen (Wivoba B.V.) 7.320.719,00 -/- 42.429.461,00 af: voorschot prognoserendement (t/m 2002) 9.590.338,00 -/- voorschot prognoserendement (2003) 3.100.811,00 -/- 29.738.312,00 af: verkoopkosten (t/m 2002) 11.610.233,00 -/- verkoopkosten (2003) 0,00 -/- 18.128.079,00 af: investeringen en betaling voor opstartkosten Limitadas in Brazilië 12.247.044,00 -/- * 5.881.035,00 af: naar gelieerde B.V. (NeQu Holding B.V.) 5.353.206,00 -/- Resteert 527.829,00 Het restant ad 527.829,00 is in Eco Brasil B.V. zelf aangewend. * Betreft investering gronden Andira, Reflorestadora en Pataua en overboekingen voor opstartkosten c.q. ontwikkelingskosten Andira, Reflorestadora en Pataua. Van de betalingen aan NeQu Holding B.V. ad in totaal 5.353.206,00 is hiervoor op bladzijde 8 een afzonderlijke reconstructie opgenomen. 16 januari 2004 pagina 15 van 26

VI. ACTIVITEITEN EN ONTWIKKELINGEN NA FAILLISSEMENTSDATA Algemeen: De afwikkeling in de onderhavige faillissementen wordt gekenmerkt door het grote aantal (circa 3000) getroffenen/participanten, met name in de vennootschappen Eco Brasil B.V. en Hoquwin Vastgoed B.V. Om deze reden is door mij op de website www.jpr.nl regelmatig inzicht gegeven in de ontwikkelingen. Hiernaast zijn inmiddels alle betrokkenen thans tenminste éénmaal schriftelijk benaderd. Informatie aan betrokkenen blijft uiteraard een aanhoudend punt van aandacht. Er hebben zich inmiddels belangengroepen gevormd die hierbij een positieve rol spelen. Het betreffen hier de Vereniging Gedupeerden Eco Brasil (VGEB) en een groep gedupeerden terzake Hoquwin Vastgoed B.V., een initiatief van de heer W. Haesakkers te Almere. De berichtgevingen op de website worden voor de volledigheid als bijlage 8* aan dit verslag gehecht. Voorts is er de Stichting Participanten Eco Brasil (de SPEB). Deze zegt te spreken namens ruim 70% van de deelnemers van de Investerings Plannen in Eco Brasil B.V. De Stichting heeft een bijzondere positie, omdat deze nog voortkomt uit een oorspronkelijk gezamenlijk ondernomen actie met de directie van NeQu Holding B.V. / Eco Brasil B.V. De bedoeling was een onafhankelijk participantentoezicht in het leven te roepen. De Stichting is evenwel ook actief geworden in het door haar zelf zogenoemde activeren van de doorstart van de projecten in Brazilië. De Commissie van Crediteuren in Eco Brasil B.V.: Bij beschikking van de Rechtbank Zutphen van 17 november 2003 is in Eco Brasil B.V. een voorlopige Commissie van Crediteuren als bedoeld in artikel 74 van de Faillissementswet ingesteld, met als leden: mr. J.H. Hoekstra, Waterzijde 12, (1921 XR) Akersloot; feitelijk zitting hebbende namens de genoemde Vereniging van Gedupeerden Eco Brasil en de heer J. Ganzevles, Radboudweg 26, (3911 BE) Rhenen, feitelijk namens de Stichting Participanten Eco Brasil. 16 januari 2004 pagina 16 van 26

De commissie heeft inmiddels tweemaal vergaderd, te weten op 26 november en 15 december 2003. Van de besprekingen is verslag opgemaakt, welke als bijlagen 9* en 10* bij dit openbare verslag worden gevoegd. Verkoop inventaris; De inventaris en bedrijfsmiddelen zijn op 22 september 2003 in opdracht van de curator geïnventariseerd en getaxeerd door Cees Lubbers Veilingen en Taxaties B.V. te Zwolle. De liquidatiewaarde werd geschat op 26.050,00 exclusief BTW en de onderhandse verkoopwaarde op 45.755,00 exclusief BTW. De complete inventaris is ten verzoeke van de curator op 11 december 2003 te Winterswijk geveild; de opbrengst na aftrek kosten en verschotten veiling bedroeg 46.013,24 inclusief BTW, welk bedrag is ontvangen en op de faillissementsrekening van NeQu Holding B.V. verantwoord. De administratie van de holding en die van alle vennootschappen is door mij veilig gesteld, inclusief alle digitale data. Het totale archief is gereconstrueerd en in beeld gebracht. De administratie en het archief staan opgeslagen bij de Belastingdienst. Er is een specifiek toegankelijkheidssysteem ontworpen dat een verdere reconstructie mogelijk zou moeten maken. Er is door mij in dit faillissement overleg gevoerd met het Fraudeteam Oost Nederland van het Openbaar Ministerie alsook met functionarissen van de FIOD/ECD. De Belastingdienst: Omtrent de positie van de Belastingdienst, in het bijzonder de Belastingdienst Oost (voorheen Grote Ondernemingen) te Almelo, dient nog de navolgende te worden opgemerkt. Deze Belastingdienst heeft op respectievelijk 29 maart 2002 en 30 juli 2003 hypothecaire inschrijvingen verkregen voor haar vorderingen op alle vennootschappen inclusief NeQu Holding B.V., groot respectievelijk 900.000,00 en 800.000,00. De Belastingdienst berekent haar vorderingen per faillissementsdatum op circa 760.000,00 in totaal (inclusief ambtshalve). Naar eigen berekening zou circa 390.000,00 resteren. Daarnaast claimt zij in het bijzonder op Eco Brasil B.V. een door hypotheek verzekerde vordering van 1.293.000,00. Het betreft hier een concurrente vordering uit hoofde van een op 29 november 2002 tussen ener- 16 januari 2004 pagina 17 van 26

zijds de Belastingdienst en anderzijds Eco Brasil B.V. aangegane zogeheten vaststellingsovereenkomst. Ik heb mij als curator genoodzaakt gezien zowel van de hypotheekverlening op 30 juli 2003 als van het aangaan van de vaststellingsovereenkomst op 26 november 2002 nietigheid in te roepen op grond van de faillissementspauliana. De hypotheekstelling van 30 juli 2003 is in ieder geval voor een groot deel verleend voor reeds bestaande belastingverplichtingen, en als zodanig mijns inziens onverplicht aangegaan (artikel 42 lid 1 jo. art. 43 lid 1 Fw.). De vaststellingsovereenkomst vloeit voort uit een meningsverschil van Eco Brasil B.V. met de Belastingdienst aangaande mogelijke heffing van inkomstenbelasting bij individuele investeerders. Eco Brasil B.V. wenste zodanige aanslagen hoe dan ook te voorkomen en heeft in dat kader aan de Belastingdienst toegezegd voor 31 december 2003 te zullen voldoen een bedrag van 1.293.000,00, zijnde blijkbaar het bedrag van de belastingverplichtingen der deelnemers, waarbij de Belastingdienst dan nog bedong een hypothecaire inschrijving, aan te gaan vóór 15 november 2002. Het is niet tot betaling gekomen en de hypothecaire inschrijving is pas op 30 juli 2003 verleend; mijns inziens op dat moment niet meer verplicht. De vaststellingsovereenkomst als zodanig draagt naar mijn mening onmiskenbaar alle kenmerken van onverplichtheid in de zin van de faillissementspauliana. De omstandigheid dat Eco Brasil B.V. zich tegenover haar beleggers blijkbaar tot een en ander gedwongen voelde, maakt zulks niet anders. Omtrent het hier door mij ingenomen standpunt is door de Belastingdienst advies opgevraagd aan de Rijksadvocaat, doch terzake is nog geen reactie ontvangen. Werknemers: Blijkens aangetroffen loonlijsten waren per faillissementsdatum 4 september 2003 circa 85 personen werkzaam in de onderscheiden vennootschappen. Welke vennootschappen hier als werkgever optraden, was/is niet steeds duidelijk. Het merendeel van de werknemers is daarenboven naar het lijkt uitsluitend formeel ondergebracht bij S.V.S. B.V., te weten 46. Bij Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. waren 10 personen werkzaam en bij Nederhoff & Partners B.V. 29. De salarissen van de werknemers zijn tot en met de maand juni 2003 betaald. Door de curator is een bijeenkomst met het UWV Gak belegd, alwaar werknemers in aanmerking zijn gebracht voor de loongarantieregeling ex artikel 61 NWW. Van de in dit kader door de UWV Gak overgenomen loonverplichtingen is nog geen nadere opgave ontvangen. 16 januari 2004 pagina 18 van 26

De Winterswijkse Groen Combinatie B.V.: In deze vennootschap zijn geen activa meer aangetroffen. Volgens de directeur zijn de activiteiten van de vennootschap in juli 2003 verkocht aan derden voor een bedrag van circa 17.000,00. Ook een tweetal personeelsleden zou elders in dienst zijn getreden. Tenretni N.V.: Behalve een boekpost automatiseringsapparatuur mogelijk deels in de veilingopbrengst van de inventaris begrepen is geen actief aangetroffen. Enkele domeinnamen hebben in totaal nog 238,00 opgebracht. De Burcht Onroerend Goed B.V.: De deelnemingen in deze vennootschap hebben niet langer een reële waarde. In deze vennootschap bevindt zich het pand Snelliusstraat 10, hetwelk blijkens een taxatie van 14 maart 2003 van Taxatheek Consultancy Alkmaar een onderhandse verkoopwaarde van 2.025.000,00 en een executiewaarde van 1.825.000,00 zou hebben. Ten verzoeke van de eerste hypotheekhouder is op 16 december jl. een veiling gehouden met inzet en opslag: hoogste bieder was 514.000,00, waarvoor de bieding is niet gegund. Het gevolg is nu dat het pand met medewerking van de curator via een makelaar onderhands te koop wordt aangeboden. De onderhavige vennootschap heeft in het verleden onder de naam Herman & Kuyper Onroerend Goed B.V. meer onroerend goed in eigendom bezeten. Er zijn aanwijzingen dat oude aandeelhouders hiermee zijn uitgekocht. Eén van die voormalige aandeelhouders/bestuurders is de oorspronkelijk zogeheten vennootschap Hoquwin Beheer B.V. thans Vreehorst Beheer B.V. Deze vennootschap is in hoedanigheid van oorspronkelijke bestuurder inmiddels aansprakelijk gesteld voor het tekort in de boedel van de onderhavige vennootschap, volgens de gepubliceerde balans becijferd op 9.700.000,00. Terzake is een procedure gaande voor de Rechtbank te Zutphen, waarvoor eveneens is gedagvaard de heer Peter Jan Quak, wonende te Vreden (D), die ex artikel 2:11 BW mede aansprakelijk wordt gehouden. Voorts is op grond van de faillissementspauliana de nietigheid van de transactie ingeroepen, waarmede genoem- 16 januari 2004 pagina 19 van 26

de Hoquwin Beheer B.V. / P.J. Quak de aandelen in NeQu Holding B.V. heeft overgedragen en verkocht. Op het daarbij betrokken onroerend goed van 600.000,00 is conservatoir beslag gelegd. Over deze aangelegenheid wordt geprocedeerd en de rechterlijke uitspraak zal moeten worden afgewacht. Hoquwin Vastgoed B.V.: In deze vennootschap hebben sedert 1998 circa 400 beleggers zich ingeschreven voor participaties in Nederlands onroerend goed, met een rendement van 1% per maand. Blijkens de considerans van de uitgegeven overeenkomsten stelt Hoquwin Vastgoed B.V. (de tenaamstelling luidt soms ook Hoquwin of Hoquwin Assurantiekantoor ) in Nederland diverse woon- en winkelpanden in beheer (te) hebben en deze ten behoeve van de investeerders uit (te) ponden. Door mij als curator zijn geen zodanige woon- en winkelpanden meer aangetroffen, evenmin elders in de groep. Het enige actief betreft een stuk grond in België met een vermoedelijke waarde van circa 20.000,00. De grond wordt via een Belgische makelaar te koop aangeboden. Mij is voorts gebleken dat door de onderhavige vennootschap het onroerend goed waarin de nevenvestiging te Haarlem was gevestigd enige tijd geleden in eigendom is overgedragen aan een staflid. Met deze is een overeenkomst gesloten, waarbij het pand ten behoeve van de failliete boedel wordt verkocht, mogelijke opbrengst: circa 40.000,00. Ook hier zullen bestuurders door mij als curator aansprakelijk worden gehouden voor het tekort in de boedel, volgens de laatst gepubliceerde balans becijferd op 6.700.000,00. Aan Hoquwin Beheer B.V. c.q. Peter Jan Quak is terzake reeds een dagvaarding uitgebracht. Ook hier is het wachten op een rechterlijke uitspraak. Na het staken van de rendementsbetalingen eind 2002 / begin 2003 is de beleggers in Hoquwin Vastgoed B.V. voorgehouden dat de opbrengst van Eco Brasil B.V. toereikend zou zijn 16 januari 2004 pagina 20 van 26

om de rendementsbetalingen te hervatten en dat dit project genoegzame zekerheid bood voor uitstaande verplichtingen. Hier is sprake geweest van misleiding. De vooruitzichten op verdere betalingen van rendement waren reeds toen, evenals thans na faillissement, uiterst onzeker. Het genereren van actief is afhankelijk van acties jegens voormalige bestuurders en de vraag naar verhaalsmogelijkheden bij deze. Voorlopig past daar geen optimisme. Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V.: Deze vennootschap heeft als verzekeringsintermediair gelijk hiervoor al gerelateerd in de jaren 1998/2002 grote aantallen spaarbelegpolissen en spaarplanpolissen verkocht en ondergebracht bij De Goudse Verzekeringsmaatschappij, voorheen Tiel-Utrecht N.V. Hiervoor is al gesproken over de bij deze levensverzekeringportefeuille in het verleden toegepaste provisieregeling waarbij terugboekingsrisico ontstaat (zie ook bladzijde 13). Voor dit terugboekingsrisico waarvoor De Goudse dus eerste hypotheek heeft resteerde per saldo op faillissementsdatum 4 september 2003 volgens opgave van de maatschappij zelf nog 1.078.674,00. Dit terugboekingsrisico blijkt in de praktijk een forse belemmering bij verkoop/overdracht van een levensverzekeringsportefeuille. Verzekeraars stellen zich op het standpunt dat deze portefeuille met alle lusten en lasten op een opvolgend tussenpersoon overgaat inclusief derhalve terugboekingsrisico. Mocht deze tussenpersoon daarvoor niet voelen, dan weigert de maatschappij medewerking aan de overdracht; volgens de Wet Assurantiebemiddeling Tussenpersonen is voor die overdracht immers toestemming van de maatschappij nodig. Door mij was aanvankelijk met een derde tussenpersoon op globale condities overeenstemming bereikt betreffende overname van de gehele verzekeringportefeuille van Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V., inclusief De Goudse. De bedoelde tussenpersoon is bestaand agent van De Goudse. De maatschappij verlangde terzake betaling van, althans zekerheid voor haar vordering ten belope van de genoemde 1.078.674,00 alvorens zij zou medewerken aan de overdracht. Terzake is De Goudse toen een kort geding aangezegd voor de Voorzieningenrechter te s Gravenhage. In het zicht van dat kort geding is uiteindelijk een voor de boedel bevredigende regeling tot stand gekomen. 16 januari 2004 pagina 21 van 26

Overeengekomen is dat De Goudse de verzekeringsportefeuille inneemt tegen betaling van de voorgeschreven SER-waarde, in casu neerkomende op een bedrag van 154.001,97. De inname van de portefeuille is geschied tegen finale kwijting van provisievorderingen, uitdrukkelijk uitgezonderd evenwel de in de toekomst alsnog te verdienen provisie terzake van de regeling terugboekingsrisico. In de in casu gesloten tussenpersoonovereenkomst is namelijk bepaald dat alle na de overdracht (of in casu inname) van een portefeuille alsnog verdiende provisie doordat verzekeringsovereenkomsten niet komen te vervallen alsnog wordt verschuldigd. Ik ben voornemens deze vordering jegens De Goudse geldend te maken. De opbrengst van de portefeuille is inmiddels op de faillissementsrekening van Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. verantwoord. Het restant van de portefeuille van Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. niet De Goudse is aan een derde tussenpersoon verkocht voor 8.550,00 inclusief de hiervoor genoemde restantpostfinancieringen IDM Bank. De koopsom is ontvangen en eveneens verantwoord op de faillissementsrekening van Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. Vermelding verdient nog dat Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. een uit het verleden daterende premieschuld heeft terzake van niet afgedragen sociale verzekeringspremies aan UWV Gak van 199.426,28, over de periode 1996 tot en met 2001. Van Roodenbergh Assurantiën Winterswijk B.V.: In deze vennootschap is de van Hoquwin Assurantiekantoor B.V. overgenomen portefeuille ondergebracht. De hier aanwezige portefeuille dient nog met De Goudse te worden afgewikkeld, waartoe wordt gedacht aan enige regeling, soortgelijk als die van Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. In verband met een en ander zal binnenkort het faillissement ook van deze vennootschap worden aangegeven. Hoquwin Assurantiekantoor B.V.: Voor verslaglegging zie bijlagen nrs. 4 en 5. Nederhoff & Partners B.V.: 16 januari 2004 pagina 22 van 26

De hier aanwezige administratie/adviesportefeuille was reeds vóór faillissement deels elders ondergebracht. Op deze manier zijn in ieder geval de belangen van de betrokken klanten goeddeels verzekerd. Een serieus boedelbelang was hierbij niet betrokken. Wel is onder de werking van de faillissementspauliana een aan een personeelslid verschafte auto terzake achterstallig loon teruggevorderd. Opbrengst voor de boedel terzake bedraagt 6.000,00 en is op de faillissementsrekening van Nederhoff & Partners B.V. verantwoord. Bezien wordt nog of in deze vennootschap nog enkele externe (dubieuze) debiteuren kunnen worden geïncasseerd. S.V.S. Graveer- en Reclamestudio B.V.: Het ging hier in principe om een lege vennootschap zonder activiteiten. Doordat S.V.S. eigenaar is gebleven van de grond waarop naderhand opstallen Snelliusstraat nr. 22 zijn gebouwd, blijkt zij daarvan eigenaar. Doordat dit pand inmiddels is geëxecuteerd, is er de hiervoor (zie bladzijde 14) al genoemde regresvordering op Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. ontstaan. Het is niet te verwachten dat daaruit nog activa zullen voortvloeien. Wivoba B.V.: In deze vennootschap bevinden zich dus de uitstaande vorderingen terzake groenleningen van Eco Brasil-participanten. Er diende te worden beslist of met de incasso van de maandelijkse rentetermijnen zou worden voortgegaan. In eerste instantie is er uitdrukkelijk van afgezien, om in verband met de calamiteiten in Eco Brasil B.V. aanstonds van de aanwezige incassomachtigingen gebruik te maken. Na ampele overweging is inmiddels besloten om aan Wivoba-klanten, met machtiging van de Rechter-Commissaris, een regelingsvoorstel neer te leggen, hetgeen neerkomt op een aanbod tot finale kwijting van de gehele lening en verdere rentebetaling ten bedrage van 25% van de uitstaande hoofdsom, veelal ƒ 6.000,-- of een veelvoud daarvan. Van de betreffende circulaire, zoals deze onlangs is verzonden, wordt een exemplaar als bijlage 9 hierbij* overgelegd. Voor de argumenten die bij het aanbieden van de regeling worden opgevoerd, zij naar die brief verwezen, evenals naar de verslagen van de Crediteurencommissie (bijlagen 9 en 10*). In die verslagen is sprake van een enigszins afwijkend finaal voorstel; later is in gemeenschappelijk overleg tot de huidige regeling besloten. 16 januari 2004 pagina 23 van 26

Intussen zijn alle 1.500 klanten aangeschreven; de opbrengst is moeilijk te voorspellen, doch naar reeds thans kan worden gezegd, is de actie niet ongunstig ontvangen. Actief zal hierdoor dan ook vrijwel zeker worden gegenereerd, hoewel over de hoogte daarvan nog weinig valt te zeggen. De vergunning ingevolge de Wet Consumentenkrediet is ingetrokken; van bezwaarschrift daartegen wordt afgezien. Voorts blijkt dat het Bureau Krediet Registratie te Tiel kennelijk naar aanleiding van het faillissement van de holding de erkenning en registratie ongedaan heeft gemaakt. Alle Wivoba-klanten zouden collectief zijn afgemeld. Schriftelijke bevestiging van een en ander moet overigens nog worden verkregen. Gezien deze ontwikkelingen en de grote rekening-courant schuld aan zuster Eco Brasil B.V. verkeert ook deze vennootschap feitelijk in staat van faillissement. Een dezer dagen zal daarvan dan ook aangifte geschieden. Eco Brasil B.V.: Voor de verslaglegging in Eco Brasil B.V. en met name over de door mij ondernomen reis van 3 tot en met 10 oktober 2003 zij verwezen naar het afzonderlijk hierbij gaande verslag (bijlage 7). Het verslag is naar de stand van heden nog steeds actueel; door mij als curator zijn inmiddels een drietal contacten gelegd met geïnteresseerden in de Braziliaanse projecten. Onder de werking van een intentie- en geheimhoudingsverklaring is aan deze geïnteresseerden informatie verstrekt en deze geïnteresseerden zullen in de loop van januari / februari reizen naar Brazilië ondernemen. Voor het uiteindelijke lot van de Braziliaanse projecten acht ik deze reizen van cruciaal belang. Ik hoop eind februari hieromtrent nadere mededeling via de website www.jpr.nl te kunnen doen. Tot zover de specifieke opmerkingen ten aanzien van de onderscheidene vennootschappen. Als afsluiting zal ik hierna nog ingaan op de aansprakelijkheid bestuurders, prognoses en stand van de faillissementsrekeningen, bemoeiingen curator en verschotten. Aansprakelijkheid bestuurders: 16 januari 2004 pagina 24 van 26

De onderhavige vennootschappen geven aanleiding tot nader onderzoek met betrekking tot aansprakelijkheid van bestuurders. Zoals hiervoor vermeld, is in een enkel geval reeds terzake gedagvaard. Meer of andere opmerkingen over dit hoofdstuk zullen nog volgen, indien en zodra daartoe aanleiding is en in verband met de vertrouwelijkheid ook openbare mededelingen kunnen worden gedaan. Stand van de faillissementsrekeningen: Op de verschillende faillissementsrekeningen zijn de navolgende creditsaldi aanwezig: faill. rek. Eco Brasil B.V. 183,78 faill. rek. Tenretni N.V. 238,00 faill. rek. Herman & Kuyper Spaaradviezen B.V. 184.692,88 faill. rek. Winterswijkse Groen Voorziening B.V. 2.594,69 faill. rek. NeQu Holding B.V. 46.013,24 faill. rek. Nederhoff & Partners B.V. 3.088,31 De verschotten in het faillissement bedragen tot dusverre circa 22.500,00. Het betreffen hier onder meer uitgaven reis Brazilië, verschotten griffierecht procedures, opruimkosten van pand in Winterswijk en personeelskosten actualiseren boekhouding. Curator en medewerkers hebben tot eind december 769,25 uur aan dit faillissement besteed. Prognoses: Voorspellingen over de uiteindelijke stand van de boedels zijn op dit moment niet betrouwbaar te maken. Zulks geldt met name voor de opbrengsten van de activa; met name de projecten in Brazilië zijn moeilijk in te schatten. Deze activa zijn moeilijk te realiseren en onzeker is of terzake ooit enig actief naar Nederland zal vloeien. Mogelijk kan via Wivoba ten behoeve van beleggers Eco Brasil B.V. (een beperkte) opbrengst worden gegenereerd. Het spreekt in dit kader voor zich dat alle mogelijkheden terzake de voormalig bestuurders aan te spreken, zullen worden benut, waarbij de opmerking past dat daadwerkelijk succes afhankelijk is van de verhaalsmogelijkheden en van de ook terzake te verwachten rechterlijke beslissingen. 16 januari 2004 pagina 25 van 26