GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Vergelijkbare documenten
GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0025/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0305/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0304/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0121/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0026/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-0169/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0219/2017

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument B8-0133/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

AANGENOMEN TEKSTEN. Resolutie van het Europees Parlement van 4 februari 2016 over Bahrein: de zaak van Mohammed Ramadan (2016/2557(RSP))

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0139(COD) van de Commissie buitenlandse zaken

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0232/

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1234/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument B8-0252/2015 ONTWERPRESOLUTIE

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0177/

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van verklaringen van de Raad en de Commissie

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0125(COD) van de Commissie buitenlandse zaken

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0277/

*** AANBEVELING. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0195/

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

P7_TA(2011)0155 Gebruik van seksueel geweld in conflicten in Noord-Afrika en het Midden- Oosten

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0761/2015

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/2031(INI) van de Commissie buitenlandse zaken

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Situatie van de mensenrechten in de Verenigde Arabische Emiraten

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Zittingsdocument B8-0683/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Zittingsdocument 17.12.2014 B8-0382/2014 } B8-0383/2014 } B8-0384/2014 } B8-0385/2014 } B8-0386/2014 } B8-0387/2014 } RC1 GEZAMEIJKE ONTWERPRESOLUTIE ingediend overeenkomstig artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van het Reglement ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties: Verts/ALE (B8-0382/2014) PPE (B8-0383/2014) ECR (B8-0384/2014) S&D (B8-0385/2014) EFDD (B8-0386/2014) ALDE (B8-0387/2014) over Mauritanië, met name de zaak van Biram Dah Abeid (2014/2999(RSP)) Cristian Dan Preda, Davor Ivo Stier, Bogdan Brunon Wenta, Elmar Brok, Lorenzo Cesa, Joachim Zeller, Tunne Kelam, Monica Macovei, Franck Proust, Andrej Plenković, Jaromír Štětina, Philippe Juvin, Francesc Gambús, Giovanni La Via, Dubravka Šuica, Lara Comi, David McAllister, Jeroen Lenaers, Tomáš Zdechovský, Seán Kelly, Eduard Kukan, Inese Vaidere, Csaba Sógor, Alessandra Mussolini, Stanislav Polčák, Andrzej Grzyb, Pál Csáky, Pavel Svoboda, In verscheidenheid verenigd

Michaela Šojdrová, Marijana Petir, Gabrielius Landsbergis namens de PPE-Fractie Josef Weidenholzer, Victor Boştinaru, Hugues Bayet, Enrico Gasbarra, Ana Gomes, Pier Antonio Panzeri, Alessia Maria Mosca, Miroslav Poche, Gilles Pargneaux, Nicola Caputo, Elena Valenciano, Kashetu Kyenge, Liisa Jaakonsaari, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Enrique Guerrero Salom, Andi Cristea, Alessandra Moretti, Goffredo Maria Bettini, Krystyna Łybacka, Marc Tarabella, Marlene Mizzi, Miriam Dalli, Michela Giuffrida, Doru-Claudian Frunzulică, Neena Gill, Vilija Blinkevičiūt namens de S&D-Fractie Charles Tannock, Mark Demesmaeker, Jana Žitňanská, Arne Gericke namens de ECR-Fractie Gérard Deprez, Fernando Maura Barandiarán, Frédérique Ries, Ramon Tremosa i Balcells, Marielle de Sarnez, Ivo Vajgl, Pavel Telička, Juan Carlos Girauta Vidal, Izaskun Bilbao Barandica, Marietje Schaake, Ivan Jakovčić, Jozo Radoš, Petras Auštrevičius, Antanas Guoga, Nathalie Griesbeck, Johannes Cornelis van Baalen, Dita Charanzová, Javier Nart namens de ALDE-Fractie Barbara Lochbihler, Judith Sargentini, Maria Heubuch, Ernest Urtasun, Heidi Hautala namens de Verts/ALE-Fractie Ignazio Corrao, Fabio Massimo Castaldo namens de EFDD-Fractie

Resolutie van het Europees Parlement over Mauritanië, met name de zaak van Biram Dah Abeid (2014/2999(RSP)) Het Europees Parlement, gezien zijn eerdere resoluties over Mauritanië, waaronder die van 14 juni 2012 over de mensenrechten en de veiligheidssituatie in het Sahelgebied 1, en die van 22 oktober 2013 over de situatie van de mensenrechten in de Sahel en in de Westelijke Sahara 2, gezien de conclusies van de Raad buitenlandse zaken van 17 maart 2014 over de uitvoering van de EU-strategie voor veiligheid en ontwikkeling in het Sahelgebied, gezien de verklaring van de woordvoerder van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 25 juni 2014 over de presidentsverkiezingen in de Islamitische Republiek Mauritanië, gezien artikel 1 van de Mauritaanse grondwet waarin "de gelijkheid voor de wet wordt gewaarborgd van alle burgers zonder onderscheid naar ras, geslacht of sociale positie", gezien het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren dat in 1986 door Mauritanië is geratificeerd en dat in artikel 5 slavernij uitdrukkelijk verbiedt, en gezien het feit dat Mauritanië partij is bij internationale instrumenten die eigentijdse vormen van slavernij verbieden, zoals het Verdrag over de afschaffing van slavernij van 1926 en het Protocol van wijziging bij dat verdrag, en het Aanvullend Verdrag van de VN van 1956 inzake de afschaffing van de slavernij, de slavenhandel en met slavernij gelijk te stellen instellingen en praktijken, gezien de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 (Overeenkomst van Cotonou), gezien de afsluitende conclusies over Mauritanië van 24 juli 2014 van het VN-comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen, gezien IAO-conventie 105 over afschaffing van gedwongen arbeid, gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement, A. overwegende dat Biram Dah Abeid, zoon van vrijgelaten slaven, een campagne voert voor uitroeiing van slavernij; overwegende dat hij in 2008 het Initiatief voor het herrijzen van de Abolitionistische Beweging (Initiative pour la Resurgence du Mouvement Abolitionniste) heeft opgericht; overwegende dat deze organisatie deze problematiek onder de aandacht wil brengen en helpen om specifieke gevallen voor de rechter te brengen; overwegende dat 1 PB C 322 E van 15.11.2013, blz. 94. 2 Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0431.

G. overwegende dat slavernij gewoonlijk wordt overgeërfd: de kinderen van vrouwen in slavernij worden hun hele leven lang door de familie van de slavenhouder als eigendom beschouwd; overwegende dat vrouwen in slavernij doorgaans aan seksueel geweld zijn blootgesteld; overwegende dat de meeste slaven geen formeel onderwijs wordt gegund en dat hun wordt bijgebracht dat zij door lotsbeschikking hun meester toebehoren, waardoor de Biram Dah Abeid in 2013 de VN-prijs voor de mensenrechten heeft gekregen; B. overwegende dat Biram Dah Abeid, een leidende Mauritaanse activist tegen slavernij, en oprichter van Initiatief voor het herrijzen van de Abolitionistische Beweging op 11 november 2014 werd aangehouden na afloop van een vreedzame demonstratiemars tegen de slavernij; overwegende dat Abeid werd beschuldigd van oproepen tot demonstratie, deelneming aan een demonstratie en deelneming aan een illegale organisatie, en volgens sommige berichten bestond zelfs het gevaar dat hij de doodstraf tegen zich zou horen eisen; overwegende dat het Mauritaanse wetboek van strafrecht nog steeds de doodstraf kent, die overigens niet alleen tot de zwaarste delicten is beperkt en ook kan worden uitgesproken bij veroordeling op grond van een door marteling verkregen bekentenis; C. overwegende dat ook andere campagnevoerders tegen de slavernij werden gearresteerd en gedetineerd waarmee het aantal gedetineerde activisten van het Mauritaanse Initiatief voor het herrijzen van de Abolitionistische Beweging op 17 komt; overwegende dat de Mauritaanse gendarmerie bij deze arrestaties naar wordt beweerd met excessief geweld te werk ging, waarbij arrestanten met stokken werden geslagen, over de grond werden gesleept en vernederende behandeling moesten ondergaan zoals zich naakt moeten uitkleden; ook wordt beweerd dat cipiers hebben geprobeerd sommigen onder de activisten te bewegen tot ondertekening van een bekentenis; D. overwegende dat Abeid in de uitslag van de Mauritaanse presidentsverkiezingen van 2014 als tweede eindigde; overwegende dat zijn reputatie hem tot voornaam doelwit maakt voor de Mauritaanse autoriteiten; overwegende dat zijn arrestatie evenals die van zijn collega's daarmee een uithaal is naar zowel de politieke oppositie als het maatschappelijke organisatiebestel; E. overwegende dat slavernij, ofschoon in 1981 officieel afgeschaft en in 2007 strafbaar gesteld, in Mauritanië nog steeds voortbestaat; overwegende dat volgens de Global Slavery Index 2014 Mauritanië de grootste boosdoener is, met het hoogste percentage in slavernij gehouden inwoners tot wel 4 procent en volgens sommige schattingen tot wel 20%; overwegende dat de recente wet op de slavernij niet alle vormen van slavernij in Mauritanië bestrijkt, en bijvoorbeeld alle vormen van horigheid uitsluit; F. overwegende dat slavernij in Mauritanië is duidelijk tot een rassenkwestie is verworden, nu slaven nagenoeg allemaal uit de (zwarte) Haratingemeenschap afkomstig zijn die 40 tot 60% van de Mauritaanse bevolking uitmaakt, en uit andere bevolkingsgemeenschappen, naar de bijzondere rapporteur voor eigentijdse vormen van slavernij rapporteert; overwegende dat de Haratin, ook degenen die zich niet in slavernij bevinden, zich vaak de toegang tot hoger gewaardeerde banen of prominente posities in het openbare leven zien ontzegd;

zogenoemde psychologische slavernij zich bestendigt; overwegende dat slavinnen alleen met toestemming van hun meester mogen trouwen; overwegende dat veel slaven ter wereld komen als gevolg van verkrachting; overwegende dat een slaaf ook eenmaal vrijgelaten slechts een geringe kans heeft om serieus werk te vinden; H. overwegende dat Mauritanië verdragen heeft geratificeerd als de Universele Verklaring van de rechten van de mens en het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, evenals de Cotonou-overeenkomst ACP-EU; 1. spreekt zijn krachtige veroordeling uit over de arrestatie en de nog steeds voortdurende detentie van de antislavernij-activisten Biram Dah Abeid en zijn mede-campagnevoerders, en dringt aan op hun onmiddellijke vrijlating; geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de berichten van geweldpleging tegen sommigen van de activisten, en vraagt de Mauritaanse autoriteiten over te gaan tot vervolging van de beambten die bij mishandeling en marteling van gevangenen betrokken zijn; 2. roept de Mauritaanse regering een einde te maken aan het gebruik van geweld tegen burgers die deelnemen aan vreedzame protesten en mediacampagnes ter ondersteuning van Biram Dah Abeid, haar uithalen naar het maatschappelijk organisatiebestel en de politieke oppositie te staken, en de antislavernij-activisten toe te staan hun geweldloze activiteiten voort te zetten zonder angst voor chicanes of intimidatie; dringt er bij de Mauritaanse autoriteiten op aan, vrijheid van meningsuiting en van vergadering toe te staan, in overeenstemming met internationale verdragen en de eigen nationale wetgeving; 3. veroordeelt ten sterkste alle vormen van slavernij, en meer specifiek de gesignaleerde grote verbreidheid van slavernij, met slavernij gelijk te stellen praktijken en mensenhandel in Mauritanië; stelt met voldoening vast dat de Mauritaanse regering slavernij strafbaar heeft gesteld, dat er een speciale rechtbank bestaat voor gevallen van slavernij en dat de regering in maart 2014 een routekaart voor de afschaffing van slavernij heeft aangekondigd; 4. stelt spijtig vast dat er tot dusver slechts eenmaal vervolging is ingesteld wegens slavernij; dringt bij de Mauritaanse regering aan op beëindiging van alle vormen van slavernij, wetgeving tegen slavernij uit te vaardigen en discriminerende wettelijke bepalingen, in onder meer het strafrecht, het familie- en personenrecht en de nationaliteitswetgeving, te wijzigen of in te trekken; onderstreept dat bij beschuldiging of aangifte van slavernij en met slavernij gelijk te stellen praktijken daadwerkelijk onderzoek en vervolging moet worden ingesteld; 5. roept de Mauritaanse autoriteiten op de mensen op alle niveaus van de samenleving meer bewust te maken van hun opvattingen en mentaliteit ten aanzien van slavernij; spoort de Mauritaanse autoriteiten krachtig aan om mee te werken aan verandering van de sociale opstelling jegens ras en slavernij, vooral ten aanzien van de Haratinbevolking; onderstreept dat discriminatie op grond van etnische afstamming, vooral op de gebieden van onderwijs en werk, moet worden uitgebannen; roept de Mauritaanse autoriteiten tevens op om het kastestelsel van slavernij, met name ten aanzien van vrouwen in het huishoudelijk werk, tot de grond toe af te breken; 6. dringt aan op universeel formeel onderwijs, zodat (vroegere) slaven evenals hun kinderen aan

hun alfabetisering kunnen werken en zich kunnen toerusten voor het vinden van werk; merkt op dat alle Mauritaanse burgers recht behoren te hebben op een eigen stuk grond, met name wanneer zij dat al generaties lang hebben bezeten en bewerkt, een recht waarvoor Biram Dah Abeid en het Mauritaanse Initiatief voor het herrijzen van de Abolitionistische Beweging steeds hebben gepleit als belangrijkste middel om de vicieuze cirkel van slavernij te doorbreken; spoort de Mauritaanse regering in dit verband aan, de IAO-conventie 169 te ratificeren die de verschillende vormen van grondbezit en -gebruik door inheemse volken erkent; 7. onderstreept het belang van een vruchtbare relatie tussen de EU en Mauritanië, die moet bijdragen aan democratie, stabiliteit en ontwikkeling in het land; onderstreept dat Mauritanië een belangrijke partner is in de EU-strategie voor veiligheid en ontwikkeling in de Sahel; 8. spoort de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger, de Europese Dienst voor Extern Optreden en de lidstaten aan tot grotere inspanningen ter bestrijding van slavernij in Mauritanië, concreet door te zorgen voor een duidelijk en werkbaar buitenlands en mensenrechtelijk beleid dat aansluit op het strategisch kader inzake mensenrechten en democratie, en door het aspect van de mensenrechten te benadrukken als onderdeel van de Sahel-strategie van de EU en in dialogen met de Mauritaanse regering, mede ook in het kader van formele bilaterale akkoorden; 9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de lidstaten, de Mauritaanse autoriteiten, de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de VN-Raad voor de mensenrechten, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse staten, de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie.