Welkom in de Grote Kerk van Papendrecht Pasen 2019 Voorganger: Ds. M. Baan (Veenendaal) Ouderling van dienst: Dhr. T.C. Visser Organist: Dhr. A.C. Teeuw Koster: Dhr. J. Verhaar
Inleidend orgelspel Zingen van Paasliederen 1. Lied 138: 1 en 2 (Uit aller mond-i. da Costa) 1. Halleluja! Lof zij het Lam, dat onze zonden op zich nam. Zijn bloed heeft ons geheiligd. Die dood geweest is, zie Hij leeft! Zijn volk, dat Hij ontzondigd heeft, is nu en eeuwig veilig. 2. De Koning op des Vaders troon, de eerstgeboren uit de doôn, de bloed- en heilgetuige, der vorsten Vorst, der heren Heer, zij heerschappij en dank en eer, dat ieder voor Hem buige! 2. Gezang 62: 1 en 4 (= lied 143 Uit aller mond) 1. Jezus leeft, en wij met Hem: 4. Jezus leeft, nu is de dood dood, waar is uw schrik gebleven? ons een ingang tot het leven. Jezus leeft, en Zijne stem Wat een rust in stervensnood roept ook ons eens weer tot leven, zal dit woord ons harte geven. zal ons eens met eer bekleên: Gij, o Heiland, Gij alleen, dit is onze troost alleen! Gij zijt onze troost alleen! 3. Gezang 303: 1 en 2 (Liedboek voor de Kerken) 1. De ware kerk des Heeren 2. Door God bijeen vergaderd, in Hem alleen gegrond, één volk dat Hem behoort, geschapen Hem ter ere, als kind ren van één Vader; de bruid van Zijn verbond, één doop, één Geest, één woord. dankt aan Zijn dood het leven. Zo offert allerwege Hij is haar bruidegom de kerk u lof en prijs. Want God, zo staat geschreven, Eén Naam is aller zegen, Zag naar zijn dienstmaagd om. één brood is aller spijs.
4. Lied 88: 1 en 3 (Uit aller mond) 1. U zij de glorie, opgestane Heer U zij de victorie, nu en immermeer! Vol van licht en luister daalt de engel af en verbreekt de kluister van t verwonnen graf. Refrein: U zij de glorie, opgestane Heer U zij de victorie, nu en immermeer! 3. Zie Hem verschijnen, Jezus, onze Heer, Redder van de Zijnen; twijfel nu niet meer. Zie Zijn aanschijn blinken als de morgenzon, laat uw lied weerklinken: Christus overwon! Refrein: U zij de glorie, opgestane Heer U zij de victorie, nu en immermeer! De handdruk 1 Stil gebed 2 Votum en groet 3 1 de ouderling van dienst geeft de predikant een hand en wenst hem Gods zegen toe 2 een ieder bidt in stilte om een zegen voor deze kerkdienst 3 votum betekent wijding. De dienst wordt aan God gewijd. De dominee vraagt of God onze Hulp wil zijn. In de groet worden wij door God Zelf gegroet
Zingen: Psalm 146 vers 1 en 8 1. Prijs den HEER met blijde galmen; Gij, mijn ziel, hebt rijke stof; 'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen Vrolijk wijden aan Zijn lof; 'k Zal, zo lang ik 't licht geniet, Hem verhogen in mijn lied. 8. 't Is de HEER van alle heren, Sions God, geducht in macht, Die voor eeuwig zal regeren Van geslachte tot geslacht. Sion, zing uw God ter eer! Prijs Zijn grootheid; loof den HEER! Lezing van de Wet des Heeren Gebed 4 Schriftlezing: Mattheüs 28 vers 1-10 5 De opstanding 1 Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste dag van de week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om naar het graf te kijken. 2 En zie, er vond een grote aardbeving plaats, want een engel van de Heere, die uit de hemel neerdaalde, ging erheen, rolde de steen van de opening weg en ging erop zitten. 3 Zijn gedaante was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw. 4 De bewakers beefden van angst voor hem en werden als doden. 4 We bidden om de hulp van de Heilige Geest bij het lezen van de Bijbel en voor de preek. Ook doen we voorbede voor de zieken, degenen die het moeilijk hebben enz 5 een gedeelte uit de Bijbel wordt nu gelezen
5 Maar de engel antwoordde en zei tegen de vrouwen: U hoeft niet bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd was. 6 Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft. 7 En ga haastig heen en zeg tegen Zijn discipelen dat Hij opgewekt is uit de doden; en zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd. 8 En zij gingen haastig van het graf weg, met vrees en grote blijdschap, en zij snelden weg om het Zijn discipelen te berichten. 9 Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken, zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet! Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en aanbaden Hem. 10 Toen zei Jezus tegen hen: Wees niet bevreesd; ga heen, bericht Mijn broeders dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen zij Mij zien. Collecte 6 Zingen: Psalm 118 vers 1,7 en 8 1. Laat ieder 's HEEREN goedheid loven; Want goed is d' Oppermajesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid. Laat Isrel nu Gods goedheid loven, En zeggen: "Roemt Gods majesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!" 7. De HEER is mij tot hulp en sterkte; Hij is mijn lied, mijn psalmgezang; Hij was het, Die mijn heil bewerkte, Dies loof ik Hem mijn leven lang. Men hoort der vromen tent weergalmen Van hulp en heil ons aangebracht; Daar zingt men blij, met dankb're psalmen: "Gods rechterhand doet grote kracht." 6 Tijdens het voorspel krijgt een ieder gelegenheid geld gaven- te geven voor een diaconaal doel
8. Gods rechterhand is hoogverheven; Des HEEREN sterke rechterhand Doet door haar daân de wereld beven, Houdt door haar kracht Gods volk in stand. Ik zal door 's vijands zwaard niet sterven, Maar leven, en des HEEREN daân, Waardoor wij zoveel heil verwerven, Elk, tot Zijn eer, doen gadeslaan. Preek 7 Amen 8 Zingen: Psalm 118 vers 11 11. De steen, dien door de tempelbouwers Veracht'lijk was een plaats ontzegd, Is, tot verbazing der beschouwers, Van God ten hoofd des hoeks gelegd. Dit werk is door Gods alvermogen, Door 's HEEREN hand alleen geschied; Het is een wonder in onz' ogen; Wij zien het, maar doorgronden 't niet. Dankgebed 7 In onze diensten staat de preek centraal. Het is uitleg en toepassing van het gelezen Bijbelgedeelte, zodat het Woord van God ook klinkt in onze tijd en we eraan gehoor zullen geven 8 In deze dienst klinkt steeds het woord amen. Het betekent: het is vast en zeker. Met dit woord betuigt de gemeente instemming met wat haar van God gezegd wordt: het is waar, laten we er gehoor aan geven.
Slotzang (staande): Psalm 62 vers 4 en 5 4. Doch gij, mijn ziel, het ga zo 't wil, Stel u gerust, zwijg Gode stil; Ik wacht op Hem; Zijn hulp zal blijken. Hij is mijn rots, mijn heil in nood, Mijn hoog vertrek; Zijn macht is groot; Ik zal noch wank'len, noch bezwijken. 5. In God is al mijn heil, mijn eer, Mijn sterke rots, mijn tegenweer; God is mijn toevlucht in het lijden. Vertrouw op Hem, o volk, in smart, Stort voor Hem uit uw ganse hart: God is een toevlucht t' allen tijde. Zegen 9 Bij de uitgang zal er nog een collecte zijn. 9 De predikant geeft ons namens God de zegen mee. Deze zegen is een vaste wens en belofte van God, Die geloofd wil worden: Hij gaat met ons mee.