Inspectierapport Kinderdagverblijf De Diamant (KDV) Schoolstraat 1 5258CJ BERLICUM NB Registratienummer 817814474 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Sint-Michielsgestel Datum inspectie: 10-09-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 06-10-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Accommodatie en inrichting... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf De Diamant is onderdeel van Stichting Kinderopvang Berlicum. Deze stichting heeft meerdere kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang locaties in de gemeente Sint-Michielsgestel. Het kinderdagverblijf is gevestigd in kindcentrum De Schatkist. In dit kindcentrum bevindt zich een basisschool, een bso-locatie van Stichting Kinderopvang Berlicum. Kinderdagverblijf De Diamant heeft één stamgroep en biedt plaats aan maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Met ingang van 31 augustus biedt het kinderdagverblijf ook opvang aan een peuterarrangement-groep. Dit is de voormalige peuterspeelzaalgroep 't Juweeltje van Stichting Speelband. Om die reden is de jaarlijkse inspectie uitgebreid met het onderdeel Accommodatie en inrichting en is beoordeeld of er wordt voldaan aan de wettelijke eisen om opvang te bieden aan de nieuwe peuterarrangement-groep. Opmerking: In de kinderdagverblijfgroep staat een hangwieg. De beroepskracht geeft aan dat de hangwieg momenteel niet wordt gebruikt. In de huisregels is het gebruik van de hangwieg beschreven. Deze mag niet als slaapplek gebruikt worden en zodra een kind zelf kan draaien, mag het niet meer in de hangwieg gelegd worden. Verder mag een kind zonder toezicht niet in de hangwieg liggen. De toezichthouder heeft benadrukt dat deze regels nageleefd dienen te worden. Conclusie Er is een overtreding met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag van de nieuwe directrice geconstateerd. Aan de overige beoordeelde voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Verzachtende omstandigheid: De verklaring omtrent het gedrag (VOG) van de directrice kon pas aangevraagd worden nadat zij in dienst is getreden bij het Beertjeshuis. Om deze reden beschikt zij op het moment van inspectie nog niet over een VOG. Wijziging gegevens landelijk register: Het aantal kindplaatsen kan gewijzigd worden van 12 naar 28 kindplaatsen. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel is beoordeeld of beroepskrachten handelen conform het opgestelde pedagogisch beleidsplan. Daarnaast wordt een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogisch praktijk op de groep(en). Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door middel van observatie tijdens het inspectiebezoek. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de vier pedagogische basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Per basisdoel wordt het oordeel met voorbeelden toegelicht. Het bieden van emotionele veiligheid De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Ze gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen en sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie van de kinderen. Voorbeeld: Een kind dat verdrietig is, wordt getroost door de beroepskracht. Ze tilt hem op en troost hem. De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan en praten met taal die past bij de leeftijdsgroep. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (kwaliteit spelmateriaal). Bij de peuterarrangementgroep wordt gewerkt met de voorschoolse educatiemethode Puk. Er is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden,onder andere puzzels, verkleedkleren, poppen, knutselmateriaal. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn specifieke speelhoeken zoals een keukenhoek en een bouwhoek, deze zijn ingericht met passend speelgoed. In de kinderdagverblijfgroep is een kruipgedeelte voor baby's en in de peuterarrangementgroep een speelhuis met glijbaan. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties De beroepskrachten dragen uit en leven voor, dat de inbreng van alle kinderen ertoe doet in de groep. Zij leren kinderen om elkaar te accepteren en te respecteren. Voorbeelden: Tijdens de kring zitten alle kinderen aan tafel en zingen het "Goedemorgen-lied". Een nieuw kindje zingt ook een beetje mee. De beroepskracht zegt na afloop tegen haar: "X, je kent het liedje al een beetje. Wat goed!" 4 van 12
De kinderen mogen om de beurt een liedje uitzoeken uit de map. Vervolgens gaan ze dat liedje met z'n allen zingen. Ieder kind komt aan de beurt. Een kind wat niet meteen weet welke liedje ze wil, krijgt de tijd om hier rustig over na te denken. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken De beroepskrachten begeleiden kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Ze leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zo worden de kinderen bijvoorbeeld gevraagd om mee op te ruimen en een kind dat op de bank staat wordt gevraagd om op zijn billen te gaan zitten. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties 5 van 12
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet niet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn de nieuwe directrice en de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters en presentielijsten. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Sinds 1 september 2015 is een nieuwe directrice aangesteld. Zij heeft een VOG Rechtspersoon aangevraagd. Tijdens de inspectie was deze VOG nog niet binnen. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er wordt opvang geboden aan twee stamgroepen: verticale kinderdagverblijfgroep: maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar; peuterarrangementgroep: maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Deze groep was voorheen peuterspeelzaal 't Juweeltje van Stichting Speelband. Sinds 31 augustus 2015 heeft 't Beertjeshuis deze groep overgenomen. Deze groep is geopend op maandag- t/m vrijdagochtend. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie wordt de beroepskracht-kindratio nageleefd. Bij de kinderdagverblijfgroep worden drie kinderen door één beroepskracht opgevangen. Bij de peuterarrangementgroep worden drie kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten 6 van 12
Accommodatie en inrichting Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot accommodatie en inrichting. Binnen dit onderdeel zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimtes. Binnenruimte Het kinderdagverblijf beschikt over twee groepsruimtes: verticale kinderdagverblijfgroep beschikt over een groepsruimte van 63,3 m2. Er worden maximaal 12 kinderen opgevangen. Per kind is 5,3 m2 aan binnenspeelruimte beschikbaar; peuterarrangementgroep beschikt over een groepsruimte van 60,1 m2. Er worden maximaal 16 kinderen opgevangen. Per kind is 3,7 m2 aan binnenspeelruimte beschikbaar. De twee groepen delen de verschoon-/toiletruimte. Aangrenzend aan de verticale kinderdagverblijfgroep is een slaapkamer met vijf bedjes en een aantal stretchers. De stretchers zijn voor de oudere kinderen en kunnen in de groepsruimte worden gelegd. Daarnaast zijn er twee buitenbedjes. Buitenspeelruimte Het kinderdagverblijf maakt gebruik van het schoolplein. Deze buitenruimte wordt gedeeld met de kinderen van de basisschool en de buitenschoolse opvang. De buitenruimte is voldoende groot. Aangrenzend aan de groepsruimte van de kinderdagverblijfgroep is een klein gedeelte van het schoolplein omheind met een laag houten hekje. De oppervlakte is ongeveer 15 m². Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond 7 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 12
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf De Diamant Website : http://www.beertjeshuis.nl Aantal kindplaatsen : 12 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang Berlicum Adres houder : Schuurkerkpad 33 Postcode en plaats : 5258AE BERLICUM NB Website : www.beertjeshuis.nl KvK nummer : 41084279 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : T. van Waardenburg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Sint-Michielsgestel Adres : Postbus 10000 Postcode en plaats : 5270GA SINT-MICHIELSGESTEL Planning Datum inspectie : 10-09-2015 Opstellen concept inspectierapport : 30-09-2015 Zienswijze houder : 06-10-2015 Vaststelling inspectierapport : 06-10-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 07-10-2015 Verzenden inspectierapport naar : 07-10-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 28-10-2015 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Een directeur-bestuurder kan pas een VOG aanvragen met een inschrijfbewijs van de Kamer van Koophandel. Inschrijven bij de KvK kan niet op voorhand, maar pas op de datum dat een directeur-bestuurder in dienst treedt. SKB heeft dat ook op die datum gedaan, en heeft direct een VOG aangevraagd voor de directeur-bestuurder. Inmiddels is dit VOG ontvangen en doorgestuurd naar de GGD, nog voordat dit rapport is verschenen. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen. 12 van 12