Nader onderzoek vleermuizen. Horst te Kaatsheuvel

Vergelijkbare documenten
Nader onderzoek vleermuizen. Hockeyweg Uden

Nader onderzoek vleermuizen Hotel Maastrichterweg 11, Valkenswaard

Onderzoek Vleermuizen. Plangebied Den Hoek te Helvoirt

Nader onderzoek vleermuizen. Van Tilburg. Laar 2-10, Nistelrode

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

Doctor Jan Ingen Houszplein 2, Breda

Nader onderzoek vleermuizen. Velmolenweg Uden

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel

Nader onderzoek vleermuizen Alexanderstraat Velp

Nader onderzoek Vleermuizen, huismus en steenmarter Ingen

Nader onderzoek vleermuizen en huismussen. Voormalige supermarkt, Heteren

Nader onderzoek fauna Drempel 1 en 2, Oosterbeek

Nader onderzoek vleermuizen. De Berk en de Bergse Heide, Bergen op Zoom

Colofon. : Nader onderzoek paartijd vleermuizen : Werkensedijk 69 te Werkendam. Titel Subtitel. : 20 september Projectnummer : 10.

Nader onderzoek Vleermuizen Pompgebouw, Sassenheim

Notitie flora en fauna

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

Nader onderzoek Vleermuizen Oude Haarlemmerweg 46 te Castricum

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

HABITATSCAN BOMENRIJEN RIJKSSTRAATWEG WASSENAAR. Broedvogels & vleermuizen

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Ordito t.a.v. dhr. F.A. Jiskoot Postbus ZH GILZE

Toelichting Stroomschema soortbescherming Wet Natuurbescherming

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Nader onderzoek. Vleermuizen. V.S.O. School de "Keerkring" Woerden. Gemeente Woerden Ecologisch onderzoek en advies.

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Nader onderzoek. huismus en gewone dwergvleermuis. Dorpsstraat 30 Wichmond

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Vleermuisonderzoek De Molenhof te Havelte.

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

Verkennend natuuronderzoek woningbouw Zetten

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Ecologische QuickScan, Flora & fauna scan Gamma Zeist

Notitie Quickscan flora en fauna

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN...

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder

SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Vleermuisonderzoek Kildijk

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Verkennend natuuronderzoek locatie Abbing terrein Zeist

Bijlage 6 Vleermuizeninventarisatie Museum Vlaardingen te Vlaardingen; Aqua-Terra Nova; d.d. 17 september 2012

Vleermuisonderzoek. Het Nardusboer 215 te Oldenzaal. In het kader van de Wet natuurbescherming

Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk. Gemeente Culemborg

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Verkennend natuuronderzoek locatie Burgemeester de Beaufortplein 5 te Markelo

Tabel 1. Overzicht veldbezoeken, onderzochte soorten en weersomstandigheden. Onderzoekers: EC = Eric Claassen, LH = Lone Hulsen

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg

Notitie quickscan Flora en fauna

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Notitie. Inleiding. Methodiek. Delfland S. Jaarsma & M.A.J. Grutters. Vervolgonderzoek Dijkhoornseweg Den Hoorn. Projectnummer: 1029

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

Aanvullend vleermuisonderzoek. Kerklaan 81 in Wateringen. In opdracht van Search Ingenieursbureau B.V.

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter

Onderzoek vleermuizen

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Actualisatie quick scan in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Gendt, Hegsestraat 11

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Verslag Boominspectie Onderdoorgang Om den Noort, Wolvega

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

Nader onderzoek vleermuizen, gierzwaluw en huismus. Beltjehofstraat, Velp

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Quickscan flora en fauna Grasveld Venneperweg 827 Nieuw-Vennep

Ecologisch nader onderzoek. Garagelocatie Eerbeekseweg en Prof. Talmaweg 7, Laag Soeren

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Verkennend Ecologisch Onderzoek

Nader onderzoek flora en fauna. Spoorverdubbeling, Wehl

Transcriptie:

Arnhem, 20 november 2017

P a g i n a 2 Colofon Titel Subtitel : : Projectnummer : 17.065 Datum : 20 november 2017 Veldonderzoek Auteur(s) Goedgekeurd door Opdrachtgever Contactpersoon : E.W.A. Janssen : E.W.A. Janssen : T. Kooij : Agel Adviseurs, Oosterhout : dhr. M. van der Wielen Bezoekadres : Tivolilaan 205 Postcode : 6824 BV, Arnhem Postbus : 2, 6800 AA, Arnhem Telefoon : 026-8454583 info@ekoza.nl www.ekoza.nl Ekoza B.V. is lid van het Netwerk Groene Bureaus: www.netwerkgroenebureaus.nl

P a g i n a 3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Vleermuizen... 4 2. Wettelijk kader... 5 2.1 Soorten... 5 3. Gebiedsbeschrijving... 8 3.1 Gebiedsbeschrijving... 8 3.2 Voorgenomen ingreep... 10 4. Onderzoeksmethode... 11 4.1 Vleermuizen... 11 5. Resultaten... 12 5.1 Vleermuizen... 12 5.1.1 Kraamseizoen... 12 5.1.2 Paarseizoen... 12 6. Conclusies en aanbevelingen... 14 6.1 Vleermuizen... 14 6.2 Aanbevelingen... 14 Bronnen... 15 Literatuur... 15 Websites... 15

P a g i n a 4 1. Inleiding 1.1 Algemeen Een terrein met bos aan de straat zal mogelijk worden heringericht om plaats te maken voor hotels ten gunste van de Efteling. Veel dieren en planten zijn middels de Wet natuurbescherming beschermd. Om inzichtelijk te krijgen of voor het uitvoeren van de werkzaamheden een ontheffing in het kader van de deze wet nodig is, is het noodzakelijk om te weten of er beschermde dieren en/of planten op het terrein voorkomen. Hiervoor is in 2017 door Agel Adviseurs een verkennend onderzoek uitgevoerd, waaruit bleek dat er mogelijk vleermuizen in het plangebied kunnen voorkomen. Of deze soortgroep er daadwerkelijk een onderkomen heeft zal nader onderzocht moeten worden. Verblijfplaatsen zijn namelijk jaarrond beschermd en onderzoek vergt meerdere bezoeken in vaste voorgeschreven perioden. Ook essentiële foerageergebieden en vliegroutes van vleermuizen zijn beschermd. Agel Adviseurs heeft Ekoza B.V. verzocht onderzoek uit te voeren naar de aanwezigheid van vleermuizen in het plangebied. 1.2 Vleermuizen Vleermuizen leven in een netwerk van verschillende verblijfplaatsen door het jaar heen. Zo hebben vleermuizen kraamverblijfplaatsen, paarverblijfplaatsen en winterverblijfplaatsen. De vrouwtjes wonen in de zomer in kraamverblijfplaatsen. Hier brengen ze hun jongen groot. Meestal leven ze hierbij in groepen (kolonies). Watervleermuizen, ruige dwergvleermuizen en rosse vleermuizen zijn voornamelijk boombewonende vleermuizen. De kolonies van deze soorten zijn vaak te vinden in boomholten. Andere soorten vleermuizen staan bekend als gebouwbewoners, voorbeelden zijn laatvliegers, meervleermuizen en gewone dwergvleermuizen. Deze kiezen als onderkomen vaak spouwmuren van woonhuizen of ruimten onder daken. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes vertrekken aan het einde van de zomer naar speciale paarkwartieren, waar ze slechts kort verblijven. Op deze plaatsen, die zowel in bomen als gebouwen te vinden zijn, roepen de mannetjes luid om vrouwtjes aan te trekken. Vleermuizen overwinteren in gebouwen, bunkers, ijskelders, groeven en boomholtes. In de winter moet de verblijfplaats koel en vorstvrij zijn. Watervleermuizen, meervleermuizen, franjestaarten en baardvleermuizen gebruiken voor de winterslaap vooral mergelgroeven, forten, bunkers en ijskelders. Gewone dwergvleermuizen en laatvliegers zijn meestal te vinden in droge plekken in gebouwen. Rosse vleermuizen gebruiken holle bomen als winterslaapplaats. Uiteindelijk keren de vleermuizen ieder jaar terug naar hun vaste serie verblijfplaatsen, die dus vele tientallen jaren achter elkaar in gebruik kunnen zijn (Kapteyn, 1995).

P a g i n a 5 2. Wettelijk kader Sinds 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming van kracht. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. Het bevoegd gezag komt bij de provincies te liggen. De Rijksoverheid blijft verantwoordelijk voor handelingen en projecten in gebruik, beheer of aanleg door het rijk, zoals hoofdwegen, spoorwegen, hoofdvaarwegen, waterkeringen, militaire terreinen, gastransportnet, hoogspanningsleidingen, delfstoffen, kustlijn, bepaalde visserij etc. De Wet natuurbescherming is gericht op de bescherming van: Natura 2000-gebieden Soorten Houtopstanden In dit kader is alleen het wethoofdstuk soorten van belang. 2.1 Soorten Onder de Wet natuurbescherming geldt, net als onder de Flora- en faunawet, een zorgplicht voor alle in het wild levende dieren. De Wet natuurbescherming kent drie beschermingsregimes soorten van de Vogelrichtlijn soorten van de Habitatrichtlijn overige soorten Vogelrichtlijnsoorten Onder de soorten van de Vogelrichtlijn vallen alle van nature in Nederland in het wild levende vogels. Ingevolge artikel 3.1 is het verboden om: 1. Opzettelijk vogels te doden of te vangen; 2. Opzettelijk vogelnesten, -rustplaatsen en -eieren te vernielen of te beschadigen of vogelnesten weg te nemen; 3. Eieren van vogels te rapen en deze onder zich te hebben; 4. Opzettelijk vogels te storen, tenzij de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort. Habitatrichtlijnsoorten Onder de soorten van de Habitatrichtlijn vallen soorten die genoemd zijn in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn, Bijlage I en II van het Verdrag van Bern en Bijlage I van het Verdrag van Bonn. In de Bijlagen van de Verdragen van Bern en Bonn worden ook vogels genoemd. Wat betreft deze soorten is het ingevolge artikel 3.5 (Bern bijl. II, Bonn bijl. I) verboden om: 1. Opzettelijk dieren te doden of te vangen; 2. Opzettelijk dieren te verstoren; 3. Opzettelijk eieren van dieren te vernielen of te rapen; 4. Voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren te beschadigen of te vernielen; 5. Opzettelijk planten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken, te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen. Wat betreft deze soorten is het ingevolge artikel 3.6 (Bern bijl. I en II, Bonn bijl. I) verboden om dieren of planten te verkopen, te vervoeren voor verkoop, te verhandelen, te ruilen of te koop of te ruil aan te bieden, tenzij het gaat om gefokte of gekweekte dieren of planten.

P a g i n a 6 Andere soorten Onder het beschermingsregime andere soorten vallen soorten waarvan er geen Europese verplichting tot bescherming is. Dit zijn soorten die vanuit nationaal belang extra bescherming behoeven. De beschermde status van soorten kan per provincie verschillen. Provincies hebben de bevoegdheid om bij provinciale verordening vrijstelling te verlenen voor nationaal beschermde soorten. Ingevolge artikel 3.10 is het verboden om: 1. Opzettelijk dieren te doden of te vangen; 2. Voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren te beschadigen of te vernielen; 3. Opzettelijk planten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen. Zorgplicht Artikel 1.11 Wnb voorziet in een algemene verplichting voor een ieder om voldoende zorg te dragen voor Natura 2000-gebieden, bijzondere nationale natuurgebieden en voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. Het betreft bovendien niet alleen dieren en planten van soorten waarvoor de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn specifieke beschermingsmaatregelen eisen, maar alle in het wild levende dieren en planten. De zorgplicht is als een open norm geformuleerd in het eerste lid van artikel 1.11. In het tweede lid wordt de zorgplicht iets geconcretiseerd door te bepalen dat de zorgplicht in elk geval inhoudt dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen kunnen worden veroorzaakt voor een Natura 2000-gebied, een bijzonder nationaal natuurgebied of voor in het wild levende dieren en planten: dergelijke handelingen achterwege laat, dan wel, indien dat achterwege laten redelijkerwijs niet kan worden gevergd, de noodzakelijke maatregelen treft om die gevolgen te voorkomen, of voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk beperkt of ongedaan maakt. Voor de bescherming van dieren en planten van soorten waarvoor geen specifiek beschermingsregime geldt op grond van hoofdstuk 3, heeft de zorgplicht zelfstandig betekenis. Op grond van de zorgplichtbepaling moeten schadelijke handelingen in beginsel achterwege worden gelaten dan wel moeten maatregelen worden genomen om schadelijke gevolgen (zoveel mogelijk) te voorkomen. Jaarrond beschermde nesten Nesten van vogelsoorten van categorie 1 t/m 4 zijn jaarrond beschermd, de nesten van soorten in categorie 5 zijn beschermd als er onvoldoende alternatieven zijn. Categorieën: 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats. 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar.

P a g i n a 7 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar. 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen. 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen.

P a g i n a 8 3. Gebiedsbeschrijving 3.1 Gebiedsbeschrijving Het plangebied ligt aan de oostzijde van het dorp Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand. Het is gelegen tussen de straat Horst en de N261 (fig. 1 en 2). Het onderzochte gebied bestaat uit een terrein met forse loofbomen en enkele naaldbomen. Kastanje en eik zijn de voornaamste soorten. Een deel van de bomen is vorig jaar gekapt. In dit 'bos' staat een woning met enkele schuurtjes eromheen. Deze gebouwen liggen buiten het onderzoekskader. Door het plangebied en onder de N261 loopt een fietspad. Ten noorden van dit fietspad is een weiland wat binnen het plangebied valt. Een andere woning ook aan de noordkant van dit fietspad, valt eveneens buiten de grenzen van het plangebied. Het onderzochte gebied is weergegeven in figuur 2, een impressie aan de hand van foto's in figuur 3. Figuur 1. Globale ligging van het plangebied (bron: http://www.googlemaps.com).

P a g i n a 9 Figuur 2. Het plangebied in meer detail (bron: Agel Adviseurs).

P a g i n a 10 Figuur 3. Impressie van het plangebied. 3.2 Voorgenomen ingreep Er zijn intenties om het plangebied te gaan herontwikkelen waarbij er ruimte vrijgemaakt wordt voor onder andere hotels. Exacte plannen zijn nog niet bekend. Wel zeker is dat de bomen in het plangebied dienen te worden verwijderd en bestaande woning in het bos zal worden gesloopt.

P a g i n a 11 4. Onderzoeksmethode 4.1 Vleermuizen De gehanteerde methode bestond uit onderzoek met een batdetector zowel in de avond- als in de ochtenduren. Het onderzoek is uitgevoerd volgens het bij de start vigerende protocol Vleermuizen 2017. De brancheorganisatie Netwerk Groene Bureaus (NGB) en de Zoogdiervereniging ontwikkelden in 2009 in overleg met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN) het eerste protocol. Sindsdien wordt het protocol jaarlijks geactualiseerd. De organisaties werken hiervoor samen in het Vleermuisvakberaad. De Gegevensautoriteit Natuur stelt het protocol formeel vast, het bevoegd gezag toetst eraan. Met de batdetector werd gedurende drie avonden en een ochtend geluisterd en gezocht naar mogelijk uit-, in- of overvliegende danwel baltsroepende of zwermende vleermuizen. Omdat vleermuizen bij het uitvliegen meestal snel en rechtlijnig van de locatie vertrekken was de kans op missen aanwezig. Daarom is ook in de ochtenduren een inspectie uitgevoerd om terugkerende dieren op te kunnen sporen. In de ochtenduren hebben vleermuizen namelijk de neiging om gedurende een half uur te gaan zwermen rondom de invliegopening. Hierdoor zijn kolonieplaatsen tijdens de vroege ochtend beter te vinden. Omdat er tijdens het onderzoek een laatvlieger is waargenomen, is besloten een extra avond aan mogelijk uitvliegende laatvliegers te besteden. Voor de inventarisaties is gebruik gemaakt van een batdetector met time-expansion (Petterson D240x). Hiermee kunnen vertraagde opnames worden gemaakt zodat deze geanalyseerd kunnen worden in het programma Batsound. Met name voor de soorten van het geslacht Myotis is dit noodzakelijk om tot een zekere determinatie te komen. In dit onderzoek is dit uiteindelijk niet nodig gebleken. De omstandigheden tijdens de bezoeken staan hieronder vermeld. Tabel 1. De omstandigheden tijdens de veldbezoeken voor vleermuizen. Datum Tijd Weer Wind 1 juni 2017 21.25u-23.50u Licht bewolkt, 18 C NO 1-2 5 juli 2017 03.15u-05.25u Bewolkt maar droog, 15 C NW 1 15 juli 2017 21.15u-23.15u Helder, 17C O 1 29 aug 2017 23.10u-01.10u Licht bewolkt, 19 C ZW 2 27 sept 2017 00.05u-02.15u Bewolkt, 11 C O 1

P a g i n a 12 5. Resultaten De werkzaamheden die uitgevoerd zullen worden kunnen effect hebben op beschermde soorten. Dit onderzoek is gericht op het voorkomen van vleermuizen / verblijfplaatsen en de mogelijke invloed van de werkzaamheden op deze soorten en hun functionele leefomgeving. 5.1 Vleermuizen 5.1.1 Kraamseizoen Veldonderzoek Tijdens de eerste avond in de kraamtijd was er sprake van maximaal ongeveer tien gewone dwergvleermuizen die aan het foerageren waren binnen het gehele plangebied. Na 22.40u werd het stiller en waren klaarblijkelijk de vleermuizen naar elders vertrokken. Tussen circa 22.15u en 22.45u was er een foeragerende laatvlieger aanwezig boven het weiland ten noorden van het fietspad. Deze verdween in onbekende richting. Een overvliegende rosse vleermuis werd gehoord om 21.55u, 22.20u en 23.05u. Twee daarvan werden gezien waarvan een richting zuid vloog en de ander richting noord. Uitvliegende vleermuizen of zwermende vleermuizen werden deze avond niet gezien. Tijdens de tweede avond werden geen laatvliegers waargenomen. Wel weer foeragerende gewone dwergvleermuizen. In de ochtend werden opvallend weinig vleermuizen waargenomen. Verspreid over het bosgedeelte waren maximaal vijf gewone dwergvleermuizen aan het foerageren tot circa 4.30u. Daarna werd nog een gewone dwergvleermuis foeragerend gezien en gehoord tot zonsopkomst tussen de kronen van de naaldbomen aan de zuidkant. De enige andere vleermuissoort die is waargenomen die ochtend was een rosse vleermuis die uit noordelijke richting kwam en hoog overvloog naar het zuiden, parallel aan de N261. Waarnemingen die mogelijk duiden op een vleermuisverblijfplaats in bomen of woning zoals in- of uitvliegende vleermuizen of zwermgedrag werden niet gedaan. 5.1.2 Paarseizoen Veldonderzoek In het plangebied waren er alleen enkele foeragerende gewone dwergvleermuizen aanwezig waarvan er ook nu en dan sociale roepjes te horen waren. Een foeragerende laatvlieger was op de eerste avond een tiental minuten aanwezig aan de noordkant van het plangebied, boven het weiland. Het dier verdween rond 23.20u richting noord. Een rosse vleermuis vloog twee maal hoog over, richting onbekend. Op de tweede avond werden nauwelijks vleermuizen gehoord. Wel werd weer een hoogovervliegende rosse vleermuis gehoord rond 01.30u. Effectenbeoordeling Er zijn geen aanwijzingen voor vleermuisverblijfplaatsen binnen de grenzen van het in figuur 2 weergegeven plangebied. Er is geen belangrijke vliegroute of mogelijk essentieel

P a g i n a 13 foerageergebied gevonden in het plangebied. Vergelijkbaar en evenwaardig foerageergebied voor waargenomen vleermuizen is ruim voorhanden in de omgeving van het plangebied.

P a g i n a 14 6. Conclusies en aanbevelingen Aan de hand van het voorgaande kan een aantal conclusies worden getrokken en worden aanbevelingen gegeven voor de te nemen vervolgstappen. 6.1 Vleermuizen Aangaande de bomen zijn er geen waarnemingen gedaan die duiden op een mogelijke verblijfplaats van vleermuizen. Het plangebied wordt door enkele gewone dwergvleermuizen als foerageergebied gebruikt, maar is verder niet essentieel. Nu en dan maakt een laatvlieger gebruik van het weiland ten noorden van het fietspad om voedsel te zoeken maar evenmin voor deze soort is dit foerageergebied onmisbaar. In de omgeving is veel vergelijkbaar open weiland te vinden. Er zijn geen belangrijke vliegroutes vastgesteld binnen de beïnvloedingssfeer van de geplande ruimtelijke ontwikkeling. Er zijn daarmee geen gevolgen voor vleermuizen in het kader van de Wet natuurbescherming. 6.2 Aanbevelingen Aanbevolen wordt om de kap buiten het broedseizoen van vogels uit te voeren, dus grofweg buiten de periode half maart t/m 1 augustus. Vooraf dient dan gekeken te worden of er in de bomen geen jaarrond beschermde roofvogelnesten (of eekhoornnesten) aanwezig zijn. Daar is tijdens dit onderzoek niet op gelet en bovendien kunnen er nesten na het onderzoek nog zijn gemaakt.

P a g i n a 15 Bronnen Literatuur Kapteyn, K. 1995. Vleermuizen in het landschap. Over hun ecologie, gedrag en verspreiding. Schuyt & Co, Haarlem. Agel Adviseurs, 2016. Quickscan naturwetgeving. In opdracht van SCP5 BV. Projectnummer 20170144. Websites www.rijksoverheid.nl www.google.nl/maps http://www.netwerkgroenebureaus.nl/werken-aan-kwaliteit/vleermuisprotocol