MARTENATUIN FRANEKER HISTORIE EN TOEKOMSTPERSPECTIEF



Vergelijkbare documenten
Tuinvriend Snoeiwijzer

GPS: NB , OL: Monumentale boom

SUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN

Vrije vrd. Latijnse Naam Maatomschrijving Herkomst

Roodbaard s Rijkdom - Lucas Pieters Roodbaard ONTWERPMETHODIEK

Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer

Landschappelijke inpassing Hoogstraat Hoogstraat , Uden - PNR 5406TH

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp

plantenkennis loofbomen

Particuliere Bijzondere Bomen in Rheden

BOLWERKEN LEEUWARDEN. Literatuur: 16; 24; 31; 41; 42; 43; 85; 105; 113; 124; 138; 184

ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan

Naast woning ,00. soorteigen habitus (evt. opgekroond) van alle zijden zichtbaar vanaf de openbare weg en aansluitend op hoofd/wijkstructuur

Boomkwekerij Dams Achtmaalseweg 130b 4881 AW Zundert M: T: F:

Landschappelijke inpassingen en tegenprestatie paardenfokkerij Flitige Lise Breestraat ongenummerd, 5993 BH Maasbree PNR 5802DC / agp


BEREKENING DOELMATIGHEIDSSCORE AANPLANTSUBSIDIE VOOR BOSLANDBOUWSYSTEMEN

Cursus herkennen bomen en struiken. i.o.v.

Landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing Bouwplan Vermeer Roothweg 1, 5964 NS Meterik PNR 5964NS

Landschappelijke inpassing Bex BV Baarloseweg 42, Kessel - PNR 5995BL / /

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Wellness Centrum Heelderpeel Rijksweg 15, Heel PNR 6097NK /agp

s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief

Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan

Totaal. Taxatierapport Tuinnummer SOORT prijs p.st afwijkende prijs. Aantal

LYNDENSTEIN. Kadastraal minuutplan tuin Kadastraal minuutplan overtuin

Landschappelijke inpassing en Kwaliteitsverbetering bouwkavel / bouwplan Agrapork Someren VOF Dooleggersbaan 12, 5712 RG Someren - PNR 5712RG

Landschappelijke inpassing Zorgmanege The Horse Valley Heide 1a, 6088 PC Roggel - PNR 6088PC / / /

MASTERPLAN LANDGOED LUZENKAMP ROERMOND Heide 4, 6042 LN Roermond

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimte plan Schey 11, Schey NL, Noorbeek PNR-6255NL

Landschappelijke inpassing Agrarisch bedrijf R. Cleutjens Kraakstraat 30, 6013 RS Hunsel - PNR 6013RS /

Landschappelijke inpassing Deliscious Production 2 Waterloseweg 3B, Beesel - PNR 5945NX3B

Inventarisatie beschermwaardige bomen Gemeente Heerenveen

Landschappelijke inpassing Arnaud de Calavon Dijkerstraat 25, 6006 PR Weert - PNR 6006PR /agp

Lijst waardevolle bomen Gemeente Waterland uitdraai 26 juni 2007

De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Concept

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Van Lier Agro BV' Katsberg 8, 5768 RH Meijel - PNR 5768RH aangepast op

Assortiment. Acer platanoides 'Columnare' Acer platanoides 'Emerald Queen' Acer platanoides 'Globosum' Aesculus Paardenkastanje

landschapsplan Udenseweg 45, Zeeland

Landschappelijke inpassing en mitigerende maatregelen Ruimte voor Ruimteplan Grijzegrubben 2, Grijzegrubben 2, 6361 GM Nuth - PNR 6361GM

Erfbeplantingsplan Ploegstraat 26 Someren-Heide

16 1: appel 17 2: kweepeer 18 1: Himalaya ceder 2: appel 19 1: Amerikaanse vogelkers (bol) 2: wilde pruim 3: appel (parasol) 20 1: katsura 2:

Bruisterbosch met de huidige kernrandzone

Landschappelijke inpassing Herontwikkeling Laarderweg 70 Laarderweg 70, 6005 NL Weert PNR 6003NL

Assortimentslijst 2018 / 2019

Projectteam Groen. Advies. Van Haeringenplantsoen. Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie. IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H.

De bomen op golfclub Grevelingenhout, overzicht per hole. Geïnventariseerd door Nienke Mulders in 2016, in opdracht van de golfclub.

Landschappelijke inpassing Vensestraat 49 Vensestraat 49, 6599 AN Ven-Zelderheide - PNR 6599AN / (print op A3)

Subsidieverordening natuur en landschap Groesbeek 2005

Bosjes plangebied Kassen Jonge Singel + buurerf UITGANGSSITUATIE

Wervik behaagt zijn landschap. Actie Plant &Goed. Een samenwerking van het Stadsbestuur Wervik Proclam v.z.w.

Sortiment spillen, laanbomen. Acer campestre. Acer campestre Elsrijk

Waardevol 1996 part 'Drummondii' Asterstraat 35 Noorse esdoorn Acer platanoides. Waardevol 1996 part 'Drummondii'

Giftige planten voor kinderen en/ of huisdieren. Planten om eventueel rekening mee te houden tijdens het maken van een beplantingsplan

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Mts Houtackers Breedenweg 4, 6114 LA Dieteren PNR 6114LA / AGP

BIJLAGE BIJ AANVRAAG OLO NUMMER TOELICHTING OP ACTIVITEIT KAPPEN

Landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering HCM van Gennip Ulicoten Maaijkant 11, 5113 BG Ulicoten - PNR 5715AA /081214

Landschappelijke inpassing Beatrix Hout Herkenbosserweg 1A, 6063 NL Vlodrop - PNR 6063NL1a (print op A3)

LIJST MET BESCHERMWAARDIGE BOMEN en GEBIEDEN Binnen bebouwde kom verkeerswet GEMEENTE SOMEREN

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten.

Landschappelijke inpassing bouwplan Varkenshouderij RTC Van Baal Beltweg 10, 5853 EM Siebengewald - PNR 5853EM

LIJST PARTICULIERE MONUMENTALE BOMEN januari 2017

Inventarisatie bomenbestand Vlietland ziekenhuis burg. Knappertlaan Schiedam

De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Martijn Boosten & Patrick Jansen

Landschappelijke inpassing BERGHEMSEWEG 15 Berghemseweg 15, 5373 KG Herpen - PNR 5373KG / (print op A3)

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5

Landschappelijke inpassing bouwplan / bouwkavel J. Buijckx Klokkestraat 1, 5131 RD Alphen (N-B) - PNR 5131RD

Landschappelijk inpassingsplan. Tuurkesweg 7b en 9, Weert

Erfbeplantingsplan Ruiter 28 Someren

Gemeentelijke Waardevolle en toekomstig monumentale bomen Wijk bij Duurstede. Pagina 1 van 8

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Kelmonderstraat 64 Kelmonderstraat 64, 6191 RE Beek - PNR 6191RE

Egide ROSSEELS Leuvense tuinarchitect ( )

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Landschapsplan in het kader van

Landschappelijke inpassing bouwplan Mts Vrancken, Weert 93, 6241 GS Bunde PNR 6241GS

Waardestelling groen aan de Binnenweg 31 te Twello werknummer: 11T16 datum: opdrachtgever: Eljans Vastgoed BV Twello 1.

Landschappelijke inpassing Niesweg 3 Niesweg 3, Hegelsom - PNR 5963NE

Landschappelijke inpassing bouwplan / bouwkavel A.E.T. Claessen Scheiweg 7, 5809 EH Leunen - PNR 5809EH

REGELS BIJLAGE 15 INPASSINGSPLAN PLOEGSTRAAT 26 EN PLOEGSTRAAT ONGENUMMERD (NAAST 26)

Sortiment spillen, laanbomen. Acer campestre. Acer campestre Elsrijk. Acer campestre Red Shine. Acer freemanii Armstrong.

Landschappelijke inpassing Bouwplan Mts van Melick Gereats Gendijk 3, 6086 NC Neer - PNR 6086NC /310113/051013/061213

OMSCHRIJVING MAAT OPMERKINGEN HERKOMST OMSCHRIJVING MAAT OPMERKINGEN HERKOMST. Berberis thunbergii Atrop tak/50/+ zwaar

Landschappelijke inpassing en kwaliteitsbijdrage Bouwplan Mts van den Berg Blankwater 12, 6071 NV Swalmen - PNR 6071NV

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD

VOORRAAD seizoen 2018/2019 Bomen / Trees / Baume

Landschappelijke inpassing bouwkavel Venderstraat 5 Venderstraat 5, Haler - PNR 6012RK /291014/ (print op A3)

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan/bouwkavel A.P.W. Dirks Lochterstraat 3a, 6012 RD Haler PNR 6012RD3a aangevuld

Landschappelijk inpassingsplan. Vuurlinie 14, Neerkant

INLEIDING. teeltondersteunende voorzieningen kassen A73

Landschappelijke inpassing Land bouw en dierhouderij bedrijf, Fam. A.J. de Hullu Kokersweg PK 2 Zuidzande.

Landschappelijk Inpassingsplan

/ Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Mts Saes Grotehegstreeg 31, 6005 PW Weert - PNR 6005PW /061012

Nederweert en Eind tekenen de horizon

A. HAAG. A.1 Type laag geschoren

Landschappelijke inpassing bouwplan M.M.J.M. Stals Castertstraat 4, 6011 SL Ell PNR 6011SL /280711/210412

Landschappelijke inpassing ROOIJE HOEFSEDIJK 110' Rooije Hoefsedijk 110, 5421 XP Gemert - PNR 5421XP (print op A3)

Beeldbepalende bomen in de gemeente Stede Broec, versie september 2010

Beplantingsplan Camping de Peelpoort. Gezandebaan 29A te Heusden i.o.v. Dhr. T. van Maris

Acer campestre. Spaanse Aak - Veldesdoorn. Bladkleur: herfst kleur. Bloeimaand: April, Mei. Standplaats: zon, halve schaduw, schaduw

Transcriptie:

MARTENATUIN FRANEKER HISTORIE EN TOEKOMSTPERSPECTIEF

MARTENATUIN FRANEKER INHOUD 1. Inleiding 3 2. Historie 2.1 16de eeuw 2.2 Formele aanleg na 1694 2.3 Landschappelijke aanleg na 1834 2.4 Openbare functie na 1895 2.5 Vier perioden 4 4 7 7 9 11 3. Ruimtelijke analyse 3.1 Huidige situatie 3.2 Ruimtelijke thema's 3.3 Reconstructie landschappelijke aanleg 12 12 14 16 4. Cultuurhistorische waardestelling 4.1 Algemene historische waarden 4.2 Ensemblewaarden 4.3 Tuinhistorische waarden 4.4 Waardering in relatie tot stadstuinen 18 18 18 18 18 oeuvre Roodbaard 5. Toekomstbeeld 5.1 Toekomstbeeld van de tuin 5.2 Maatregelen 5.3 Fasering 20 20 24 25 Bijlage Literatuurlijst Colofon 2

1. INLEIDING In opdracht van de Stichting Beheer Martenatuin Franeker is door N0.0RDPEIL landschap.stedenbouw op basis van historisch onderzoek en ruimtelijke analyse een inrichtingsschets en toekomstvisie opgesteld, die tevens vertaald zijn naar beheer- en onderhoudsmaatregelen. Op basis van historisch kaart- en beeldmateriaal en historische beschrijvingen is een reconstructie van de tuin gemaakt, die de ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten uit de landschappelijke stijlperiode in beeld brengt. Het beheerplan dat in 2004 is opgesteld is nog niet volledig om te gebruiken voor een toekomstbeeld. In het boek Roodbaards Rijkdom (2012) zijn tien ruimtelijke kenmerken gegeven, op basis waarvan de landschapstuinen kunnen worden beoordeeld. Gezien het belang van de tuin van Martenahuis in Franeker is een historisch onderzoek naar de ruimtelijke aspecten van de aanleg noodzakelijk. Nieuwe bronnen (zie literatuurlijst) bieden aanknopingspunten om de waarde van deze tuin in een bredere context te bekijken. N Luchtfoto Martenahuis Franeker Op basis van het historisch onderzoek (cartografie, ruimtelijke analyse en archiefonderzoek) is een ruimtelijke analyse (formeel en landschappelijk) gemaakt, dat als basis dient voor het inrichtingsplan en de toekomstvisie, die kan worden vertaald naar beheer- en onderhoudsmaatregelen. Schets achtergevel Martenahuis, Ids Wiersma 1940 3

MARTENATUIN FRANEKER N Situering Martenatuin, circa 1536 (Rotcedel) 4 Situering Martenatuin, circa 1598 (Petrus Bast) N

2. HISTORIE 2.1 16DE EEUW Martenahuis werd in 1498 als Stins gebouwd in opdracht van edelman Hessel van Martena. Hij was verdediger van de stad Franeker voor Hertog van Saksen. De opdracht tot de bouw van dit versterkte huis kan in dit licht worden beschouwd. Na zijn overlijden in 1517 bleef het tot 1895 in particulier bezit. Het huis en de omliggende gronden werden herhaaldelijk verbouwd en aangepast aan de voorkeuren van de eigenaren en de tijd (1*). De vroegste plattegrond waarop het huis en de bijbehorende gronden zijn afgebeeld, is de plattegrond van Franeker volgens het Rotcedel uit 1536. De plattegrond van Franeker uit 1598 van Petrus Bast toont een gedetailleerder beeld van het huis en de gronden. Dit beeld komt grotendeels overeen met de stadsplattegrond van Franeker van Joan Blaeu uit 1649. Eind 1500 was Martenahuis in bezit van Amelia van Grombach. Het huis is als geheel is onderkelderd en bestaat uit twee haaks op elkaar staande vleugels met zadeldaken. In de hoek tussen deze vleugels staat een achtkantige traptoren. Via de toren had men in deze periode toegang tot het huis. Bij het huis hoorde een groot oppervlak gronden en diverse bijgebouwen. Direct aan de achterzijde van het huis (door de twee vleugels en een (tuin)muur omsloten) was een binnenplaats (2*) gesitueerd, die via een poort naast de westgevel toegankelijk was. Ten zuidoosten van het huis lag een complex gronden (3*), dat via het poorthuis aan de oostzijde (4*) van het Martenahuis bereikbaar was. Op deze gronden, beplant met bomen, waren stallen met schuren en een koetshuis geplaatst. Het huis en de bijbehorende gronden werden door opeenvolgende generaties eigenaren herhaaldelijk gewijzigd. Zo liet de toenmalige eigenaresse Amelia van Grombach in 1588 twintig huissteden verpachten. Dit had als gevolg dat in de zuidoostelijke hoek een deel van het perceel middels een gracht begrensd werd van de overige gronden (5*). Ook aan het huis vonden enkele wijzigingen plaats. Onder het beheer van haar zoon Frits van Vervou werd in 1616 het poorthuis aan de oostzijde van het huis tot twee woningen verbouwd. Deze woningen werden uiteindelijk onder strikte voorwaarden verkocht (4*). Tevens werd een (bij) keuken gebouwd ten behoeve van het woonhuis. * Zie kaart 16de eeuw, pag. 10 Situering Martenatuin, circa 1649 (Joan Blaeu) N 5

MARTENATUIN FRANEKER Martenahuis met tuin Westerhuis Vrouwengasthuis N Kadastraal minuutplan, 1832 Martenahuis met tuin Westerhuis Vrouwengasthuis 521 Albertus Deketh Officier Tuin 703 Sipke Adama Hal 704 Sipke Adama Tuin 711 Dirk Icklama Huis en erf 712 Paulus Evert Scheltema Koopman Huis en erf 713 Rinke Drager Koopman Huis en erf 714 Weduwe Jan Artema Huis en erf 715 Dirk Jorritsma Zilversmid Huis en erf 716 Tuinstra Hovenier Huis en erf 717 Jacob de Fries Huis en erf 718 Albertus Deketh Officier Huis en erf 719 Albertus Deketh Officier Huis en erf 720 Albertus Deketh Officier Huis en erf 721 Jelle Bangma Doctor Huis en erf 722 Ludolf ( ) Fontein Koopman Huis en erf 723 Izaak de burgemeester Huis en erf 724 Jan Coopmans Huis en erf 725 Catharina stinstra Huis en erf N 6 Kadastraal minuutplan met omschrijving, 1832

2.2 FORMELE AANLEG NA 1694 Grote wijzigingen aan het huis en de tuin vonden plaats onder het beheer van burgemeester Suffridius Westerhuis en zijn vrouw Titia Bogarda, die Martenahuis tot het overlijden van Titia Bogarda in 1737 in bezit hadden. Westerhuis kocht op 20 april 1694 Martenahuis voor een bedrag van 5250 Caroli guldens. Onderstaande beschrijving uit de verkoopakte geeft een beeld van het huis en de bijbehorende bezittingen: de heerlijcke adelijcke huysinge, Martena genoemd, kelderen, achterhuisinge, hovinge, cum annexis, beswaard met zes goudguldens jaarlijksche grondpacht of eeuwigen renten, zijn behoorlijke huisflorenen, wallen, pijpen, etc. Item vijftien pondematen lands buiten de noorderpoort te Franeker op den raadhuize ( ) Westerhuis wijzigde de indeling van het huis door een nieuwe ingang (7*) aan de huidige voorgevel van het huis te plaatsen. Men kon nu via een dubbele bordestrap aan de straatkant het huis betreden, in plaats van de ingang via de stinstoren. Hij liet de tuin aanpassen aan de vruchtboomen beplant. Uit deze beschrijving kan geconcludeerd worden dat de aanleg in feite uit twee delen bestond. Direct aan de achterzijde van het huis werd een tuin aangelegd met parterres en spiegelhagen (9*). Het zuidelijke deel werd als boomgaard ingericht en beplant met vruchtbomen (10*). De Crane noemt in zijn Herinneringen wetenschapper Willem van Ranouw die een belangrijke bron van informatie vormde voor Westerhuis en hem adviseerde over het kweken en planten van uitlandsche en zeldzame heesters en gewassen. Nadat Suffridius Westerhuis in 1731 overleed, bewoonde zijn weduwe Titia Bogarda het huis nog tot aan haar dood in 1737. Vermeldingen in haar nalatenschap hebben geresulteerd in enkele wijzigingen in het terrein rondom Martenahuis. Aan de oostzijde van de tuin werd een deel van het terrein afgescheiden voor de bouw van het Westerhuis Vrouwengasthuis (11*). Het gasthuis werd met middelen uit de nalatenschap van Bogarda door de Diaken van de Gereformeerde gemeente van Franeker gebouwd voor godvruchtige weduwen of bejaarden dochters. 1802) uit Steenwijk, die getrouwd was met Tettje Scheltema (1740-1825). Bij de aanvaarding van de erfenis verhuisden zij met hun kinderen van Steenwijk naar Franeker. Nadat Scheltema in 1825 overleed had het huis enige tijd geen functie. Albertus Deketh (1796-1857) (kleinzoon Albartus Telting en Tettje Scheltema) kreeg het huis dankzij vererving in zijn bezit, maar bewoonde het niet. Nadat hij het enkele jaren verhuurde, verkocht hij Martenahuis uiteindelijk in 1834 aan zijn neef Albartus Telting (1803-1863) (eveneens kleinzoon van Telting en Scheltema) die getrouwd was met Anna Cornelia Henriëtte Huguenin (1807-1885). * Zie kaart Formele aanleg na 1694, pag. 10 2.3 LANDSCHAPPELIJKE PERIODE NA 1834 Op 12 mei 1834 betrok het gezin Telting Martenahuis. Een jaar eerder was Telting met zijn gezin vanuit Leeuwarden verhuisd naar Franeker vanwege zijn aanstelling in 1832 als secretaris van Franeker. Deze benoeming kwam een jaar nadat hij als tweede luitenant der mobiele schutterij gelegerd was in de omgeving van Den Bosch. eigentijdse formele tuinstijl. Hiervoor voegde Westerhuis allereerst de tuin van het Martenahuis samen met de tuin behorende bij het naburige westelijk gelegen huis (8*, zijn voormalige woonhuis). Onderstaande beschrijving uit Herinneringen van Martenahuis te Franeker, door J.W. De Crane uit 1839 geeft een beeld van de formele tuinaanleg: De uitgestrekte hovinge van Martena-huis werd nu eenen tuin van vermaak kunstig hervormd, met parterres en spiegelhagen, naar den trant van le Notre en den smaak des tijds, en vooral tot voldoening van dien des bezitters, die groot vermaak, voor uitspanning, vond in het kweeken van uitlandsche en zeldzame heesters en gewassen. Eigenaar zijnde van het huis ten westen, nam hij daarvan het achterste gedeelte af, verenigde den tuin daarvan met den zijnen, en rigtte het achtergebouw in tot eene ruime oranjerie. Voorts werd het achterste deel der hovinge met keur van Ook aan de westzijde werd het grondbezit enigszins ingeperkt. Bogarda schonk hun voormalige huis ten westen van het Martenahuis (12*) aan haar neef Jacobus Scheltema. Bij deze schenking hoorde ook de grond en de oranjerie die vermoedelijk op basis van de beschrijving van De Crane aan de westzijde van de tuin lag, die enkele jaren eerder juist bij de tuin van het Martenahuis waren gevoegd. Titia Bogarda liet het Martenahuis na aan haar nicht Maria Boncamp, weduwe van Willem van Ranouw. Na het overlijden van Maria Boncamp kwam het huis in bezit van haar dochter Elisabeth van Ranouw, die getrouwd was met Isaak Telting. Elisabeth van Ranouw (1712-1778) en Isaak Telting (1702-1782) hadden Martenahuis tot aan hun overlijden in bezit. Het huis vererfde vervolgens op neef Albartus Telting (1745- Dankzij de bewaard gebleven briefwisseling met zijn vrouw kunnen we een beeld vormen van deze periode. In de eerste maanden van 1831 bevatten de brieven hoofdzakelijk beschrijvingen van het dagelijkse leven en van zijn contacten (o.a. Lucas Scheltema en Albertus Deketh). Gedurende het jaar wordt de toon in zijn brieven steeds zwaarmoediger. Zo vraagt hij regelmatig om beschrijvingen van het alledaagse leven en zijn jonge zoon Isaac (1831-1895). Nadat hij in Friesland terugkeerde, werkte Telting zich snel op in de bestuurderselite in en buiten Friesland. Tot 1843 vervulde hij de functie van secretaris van Franeker. Hierna was hij van 1843 tot 1848 lid van de Tweede Kamer. In hetzelfde jaar werd hij tevens benoemd als kantonrechter in Harlingen. 7

MARTENATUIN FRANEKER N 1918 Martenatuin, circa 1937 8 1900-1940 Schets achtergevel Martenahuis, Ids Wiersma 1940

Na zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer was hij bovendien van 1850 tot 1856 lid van de Provinciale Staten van Friesland. Dankzij een uitgebreid archief kan een nauwkeurig beeld van zijn interessante leven worden gevormd. Een grote verzameling van brieven en een beknopte levensbeschrijving bieden een bijzondere kijk in zijn (professionele) leven, contacten en gedachtegangen. Helaas geven ze geen aanvullende informatie omtrent wijzigingen aan Martenahuis en tuin. Het is de vader van Teltings stiefmoeder Mr. J.W. de Crane, die in zijn boek Herinneringen van het Martena-huis uit 1839 een beschrijving geeft van de veranderingen aan het Martenahuis die Albartus Telting liet doorvoeren: Hij [Albartus Telting] verkreeg er nu den eigendom van; liet het noodige daaraan herstellen en in orde brengen ( ) De tuin, die, gedurende de jaren van stilstand, van vele verouderde sieraden allengs ontdaan was, werd nu geheel vernieuwd, en, met behoud van vele eerwaardige hooge boomen, die nu reeds meer dan drie geslachten met hunnen vruchten verkwikken, naar den trant van een Engelsch park, in eenen niet min bevalligen dan eenvoudigen smaak aangelegd en beplant In zowel Herinneringen van het Martenahuis (1839), als in Geschiedenis van het Martenahuis te Franeker en zijne bewoners (1895), wordt geschreven over de wijziging van de tuin in landschapsstijl (13*) nadat het huis in bezit kwam van Albartus Telting. Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) wordt hierin niet als architect genoemd. In latere bronnen staat Roodbaard vaak als aanlegger dan wel vermoedelijke aanlegger genoemd. De ruimtelijke analyse (hoofdstuk 3) biedt duidelijke aanwijzingen in de richting van Roodbaard, dankzij de verschillende ontwerpthema s die nog altijd herkenbaar zijn. Op basis van familierelaties en netwerk van Albartus Telting en zijn vrouw Anna Cornelia Henriëtte Huguenin en de dankzij de hoge bestuurlijke functies die Telting bekleedde, kunnen ook enkele verbanden met Roodbaard worden gelegd. * Zie kaart Landschappelijek periode na 1834', pag. 11 2.4 OPENBARE FUNCTIE NA 1895 Tien jaar nadat Anna Cornelia Henriëtte Huguenin overleed, werd Martenahuis in 1895 door de gemeente Franekeradeel voor 8.000 gulden aangekocht. Bijna een eeuw lang, tot 1984, was Martenahuis in dienst als raadhuis voor de gemeente. Het huis werd in eerste instantie in 1957 gedeeltelijk gerestaureerd, waarna in de jaren 1969-1972 een grootschalige restauratie plaatsvond (rijksmonument vanaf 1967). Ook in deze fase vonden er diverse wijzigingen plaats die betrekking hadden op de perceelsvorm. In 1936 veranderde het perceel door de bouw van een telefoongebouw. Aan de Staat der Nederlanden werd een deel van de tuin verkocht voor het plaatsen van het telefoongebouw (15*). De grond achter het telefoongebouw werd geruild met grond van de heer Saarloos, die in het zuidoosten van de tuin nog bezit had (16*). Vervolgens werd in 1958 een smalle strook van 2.5 meter breed verkocht aan het Westerhuis Vrouwengasthuis (17*). Deze strook grensde aan het gasthuis en is nu nog herkenbaar aan de haag. Twintig jaar eerder hadden de bewoonsters van het gasthuis officieel de toestemming gekregen om zich gedurende het loopende jaar in den tuin van het gemeentehuis te begeven. Een belangrijke stap in de richting van het huidige openbare karakter van de tuin. Met het samenvoegen de gemeenten Barradeel en Franekeradeel in 1984 tot een nieuwe gemeente werd ook gekozen voor een nieuw onderkomen. In 2006 vestigde in het huis het Martenamuseum. * Zie kaart Openbare functie na 1895, pag. 11 Roodbaard en Martenatuin In zowel Herinneringen van het Martenahuis (1839), als in Geschiedenis van het Martenahuis te Franeker en zijne bewoners (1895), wordt geschreven over de wijziging van de tuin in landschapsstijl nadat het huis in bezit kwam van Albartus Telting. Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) wordt hierin niet als architect genoemd. In latere bronnen staat Roodbaard vaak als aanlegger dan wel vermoedelijke aanlegger genoemd. Een ruimtelijke analyse biedt duidelijke aanwijzingen in de richting van Roodbaard, dankzij de verschillende ontwerpthema s die herkenbaar zijn. Ook de familiekring en het (professionele) netwerk waarin Telting zich bevond, tonen verbanden tussen de Teltings en Roodbaards werkzaamheden. Freerk Dirks Fontein professor in Franeker liet in 1828 bij zijn buitenplaats Salwerd door Roodbaard het park aanleggen. De rijk geworden koopman Bernardus van Loon liet bij zowel zijn stadshuis in Harlingen als zijn buitenverblijf in Midlum in 1832 en 1833 door Roodbaard een tuin aanleggen. Ook in opdracht van Pieter Rodenhuis legde Roodbaard al in 1825 een park aan, bij zijn buiten Groot Lankum (net buiten Franeker). Via Jan Thomas Herman Huguenin (1804-1852) de broer van Anna Cornelia Henriëtte Huguenin was er bovendien een relatie met Schatzenburg in Dronrijp. Eigenaar Assuerus Quaestius (kantonrechter van Dronrijp liet hierbij in 1842 een park door Roodbaard aanleggen. Deze eigenaren behoorden allen tot de elite van Harlingen en Franeker. Dankzij zijn diverse functies behoorde ook Telting tot deze elite. In deze kleine wereld was Roodbaard inmiddels geen onbekende meer. Ook bij openbare opdrachten werd aan hem de opdracht verleend. Het is opvallend dat wanneer Telting in 1843 tot kantonrechter in Harlingen benoemd werd, ook Roodbaard hier van het stadsbestuur de opdracht kreeg tot het ontwerp van het Engelse Park. Opmerkelijk is bovendien dat boomkwekerij Wybren Krijns en co. te Joure op 8 april 1834 een commisje met bomen klaar maakten die onder andere voor Franeker was bestemd. Roodbaard werkte gedurende het grootste deel van zijn carrière intensief samen met de firma Wybren Krijns uit Joure. Hoewel in dit geval de bestelling niet gespecificeerd is, ligt een verband met Martenahuis voor de hand. 9

MARTENATUIN FRANEKER 2.5 VIER PERIODEN Het Kadastraal Minuutplan (1832) dient als basisondergrond om de vier verschillende tijdsperioden en eigendomsgrenzen van Martenahuis en -tuin weer te geven. 2 1 A. 16DE EEUW Martenahuis en omliggende gronden gedetailleerd afgebeeld op plattegrond van P. Bast 3 1. Toegang huis via stinstoren (westzijde) 2. Binnenplaats, toegankelijk via een poort naast de westelijke gevel 3. Complex gronden: boomgaard, binnenplaats bij huis, stallen, schuren, koetshuis 4. Toegang omliggende gronden via poortgebouw (oostzijde) 5. Afscheiding zuidoosthoek en verpachting van 20 huissteden (1588) 6. Poorthuis aan oostzijde van huis verbouwd en verkocht (1616) 3 3 5 4 6 N B. FORMELE AANLEG NA 1694 7 7. Nieuwe ingang met bordestrap aan de huidige voorgevel van het huis 8. Samenvoegen tuin Martenahuis en tuin westelijk gelegen huis (1694) 9. Gronden direct achter het huis aan gelegd als formele tuin met parterres en spiegelhagen 10. Zuidelijk deel gronden ingericht als boomgaard 11. Afname grond aan oostzijde Martenahuis, ten behoeve van bouw Westerhuis Vrouwengasthuis (1737) 12. Afname grond met oranjerie en huis aan westzijde Martenahuis, vanwege schenking aan familie 8 12 9 10 11 10 N

C. LANDSCHAPPELIJKE PERIODE NA 1834 13. Aanleg tuin in landschapsstijl 13 N D. OPENBARE FUNCTIE NA 1895 16 15 14 19 16 17 14. Aankoop Martenahuis en tuin door gemeente; functie van raadhuis (1895) 15. Verkoop westelijke strook tuin ten behoeve van bouw telefoongebouw (1936) 16. Ruil gronden van de heer Saarloos, met gronden zuidoostelijk deel tuin (garage met gronden, afmeting gronden niet bekend) (1936) 17. Verkoop smalle strook 2.5 m2 grond aan Westerhuis Vrouwengasthuis (1958) 18. Gemeente verlaat Martenahuis en krijgt een nieuw onderkomen (1984) 19. Vestiging Martenamuseum in Martenahuis (2006) N 11

MARTENATUIN FRANEKER 3. RUIMTELIJKE ANALYSE 3.1 HUIDIGE SITUATIE Reliëf Het contrast tussen de holle en bolle perken is nog steeds zichtbaar. Met name de stamhoogte van de grote solitaire bomen laat de oorspronkelijke aanleghoogte van de Martenatuin zien. 13 1 3 4 1 14 2 15 16 8 Tuinmuur De tuinmuur nabij de hoofdentree van Martenatuin is een van de nog resterende tuinsieraden uit vermoedelijk de 16de eeuwse periode. Monumentale bomen (1 t/m 12) Jongere bomen (13 t/m 29) Meubilair Verspreidt langs de paden staan bankjes en afvalbakken. De plek van de bankjes zijn niet gekoppeld aan de zichtlijnen in de tuin. De stijl van de bankjes sluit niet aan bij de stijl van de tuin, evenals het hekwerk dat de zuidelijke entree van Martenatuin accentueert. 12 Paden De padenstructuur in de huidige situatie mist het slingerende lijnenspel. Op enkele plekken zijn de paden vrijwel haaks op elkaar aangesloten. Direct rondom het Martenahuis bestaan de paden uit geeltjes (gele klinkers). In de tuin zelf zijn de paden opgebouwd uit schelpen. De paden zijn begeleid door een rand van cortenstaal om te voorkomen dat de schelpen zicht verspreiden in de tuin of grasperken.

Zichtlijnen De kenmerken middellijn en zichtassen zijn nog te herleiden in de huidige situatie. De middellijn loopt tussen twee grote solitaire beuken door in de richting van de stadsgracht. De zichtlijnen vanuit de buitenste raampartij in de achtergevel van Martenahuis zijn in de loop van de jaren dichtgegroeid door uitgegroeide perken en bosschages. Beplanting De grote solitaire bomen zijn beeldbepalend. De flanken van de tuin worden begrensd door opgaande beplanting. Op enkele plekken is deze randbeplanting dusdanig transparant waardoor dat ten koste gaat van het oorspronkelijk besloten karakter. De van oorsprong lagere perkbeplanting in het middendeel van de tuin is uitgegroeid tot een perk met een bijna bosachtig karakter. De vele stinzenplanten in de grasperken zorgen in het vroege voorjaar voor een fraaie kleurenpracht. Lijst van solitaire bomen: Monumentale bomen Westerhuis Vrouwengasthuis 1. gewone esdoorn (Acer pseudoplatanoides) 5 2. bonte esdoorn (Acer platanoides 'Drummondii') 3. gewone es (Fraxinus excelsior) 4. rode beuk (Fagus sylvatica Atropunicea ) 7 6 24 5. gewone esdoorn (Acer pseudoplatanoides) 6. plataan (Platanus acerifolia) 7. rode beuk (Fagus sylvatica Atropunicea ) 18 7 19 20 23 25 26 8. gewone es (Fraxinus excelsior) 9. zomereik (Quercus robur) 10. zomereik (Quercus robur) 11. juttepeer (Pyrus) 12. gewone es (Fraxinus excelsior) 21 22 12 27 Jongere bomen 13. peer (Pyrus) 14. tulpenboom (Liriodendron tulipifera) 9 10 11 28 29 15. gewone berk (Betula pendula) 16. sierpruim (Prunus) 17. Japanse notenboom (Gingko biloba) 18. wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia) 19. venijnboom (Taxus baccata) 20. hazelaar (Corylus avellana) Telefoongebouw 21. gewone berk (Betula pendula) 22. gewone berk (Betula pendula) N 23. cipres (Chamaecyparis) 24. sierkers (Prunus serrulata) CONCLUSIE Huidige situatie Martenatuin De ruimtelijke kenmerken van de landschappelijke aanleg zijn in de huidige situatie grotendeels nog aanwezig, maar verscholen door met name uitgroei en dichtgroei van 25. amberboom (Liquidambar styraciflua) 26. gewone berk (Betula pendula) 27. beverboom (Magnolia x soulangeana) 28. cipres (Chamaecyparis lawsoniana) 29. Sierkers (Prunus serrulata) beplanting en solitaire bomen. Voor Martenatuin wordt de landschappelijke aanleg (situatie na 1834) als uitgangspunt voor het toekomstbeeld ingezet. Op de volgende pagina worden de stijlkenmerken beschreven, die als basis dienen voor het toekomstbeeld. 13

MARTENATUIN FRANEKER Reliëf (referentie Staniastate) Zichtlijnen Middellijn 3.2 RUIMTELIJKE THEMA S OP BASIS VAN SITUATIE 1834 De landschapsstijl is door Roodbaard op eigen wijze geïnterpreteerd en tot uitvoering gebracht. Roodbaard bracht compacte en geconstrueerde gebogen lijnen en slingerende paden in relatie met zichtlijnen, waardoor wisselende doorzichten ontstonden. Uniek is de combinatie van deze gebogen lijnen en het reliëf. Door analyse en vergelijking van de ontwerptekeningen en de bestaande Roodbaard tuinen en parken, kunnen enkele ontwerpthema s worden vastgesteld die kenmerkend zijn voor Roodbaard. Het belang van deze kennis is met name voor het toekomstig beheer en onderhoud groot. Deze informatie (de tien ontwerpthema s) geeft de mogelijkheid om een beeld te vormen van de wijze waarop Martenatuin destijds in landschappelijke stijl is aangelegd. (bron: Roodbaards Rijkdom, 2012) 1. Reliëf De tuin wordt gekenmerkt door een subtiel gebruik van hoogteverschillen. Opvallend is dat er niet alleen sprake is van hoogtes, maar ook van laagtes. Bij het eerste perk vanaf het huis is het contrast tussen de holle en bolle vormen zichtbaar. De randen van de perken liggen iets hoger ten opzichte van het midden van dit eerste perk. In het tweede deel (de voormalige nutstuin) is een lichte bolling in de grasperken zichtbaar. Dit vloeiende gebruik van holle en bolle vormen doet denken aan de perken in het Tournooiveld in Leeuwarden (ontwerp: L.P. Roodbaard, 1841). 2. Water De tuin wordt aan de achterzijde begrensd door de stadsgracht. Middels zichtlijnen is de tuin met dit water verbonden. Vanuit het huis en het prieel in de tuin is er zicht op het water en de brug. 3. Zichtlijnen/lijnenspel Het spel van zichtlijnen laat de relatie tussen Martenahuis en tuin zien. Vanuit de raampartijen van het huis zijn er drie verschillende zichtlijnen door de tuin. De middellijn wordt begeleid door twee solitaire bomen richting de stadsgracht. De zichtlijn aan oostelijke zijde wordt eveneens op twee punten benadrukt door solitaire bomen, richting de brug over de gracht. Omgekeerd was er vanaf de brug ook zicht op het huis. De meest westelijke zichtlijn benadrukt het prieel. 4. Paden De paden (gekoppeld aan de zichtlijnen) liggen bijna als diagonalen in de tuin en zijn gekoppeld aan de plaatsing van bouwwerken zoals de brug, het prieel en het Westerhuis Vrouwengasthuis. Zo is op het relatief kleine en smalle perceel een enorm ruimtelijk effect te ervaren. De paden en de perken zijn in samenhang tot elkaar ontworpen en doen daarmee denken aan de padenstructuur van het Tournooiveld (Leeuwarden) en Het Witte Huis (Assen). 14 Water Paden Borders en perken

Stinzenbeplanting Solitaire bomen Zicht vanaf prieel naar brug 5. Details en lange lijnen Er is een verschil in karakter tussen het voorste deel en het achterste deel van de tuin. Het voorste deel heeft een ruim en open karakter met grote, bijna symmetrische vormen en lijnen. Hoewel deze vormentaal echter niet symmetrisch - ook in het achterste deel terug te vinden is, wordt deze hier gecombineerd met meer details. Dit deel van de tuin kent meer afwisseling in open en meer besloten ruimtes, met kleinere perken en smalle paden langs de flanken van de tuin. 6. Middellijn De middellijn wordt in de tuin gebruikt als scheidslijn van de twee flanken. De beide zijden zijn enigszins verschillend van elkaar ingevuld. Enkele monumentale solitaire bomen staan aan weerskanten van deze middellijn geplaatst, zonder dat de aanleg een geometrisch karakter heeft. De middellijn met een ruimtelijke variatie van bomen is ook goed te zien in de voortuin van Stania State (Oenkerk). In dit geval wordt het effect door zowel perkvormen als solitaire bomen bereikt. 7. Ruimte-massa De tuin kent een duidelijke indeling van ruimte en massa. De perken die in het perceel zijn gesitueerd, worden gekenmerkt door een lage tot middelhoge beplanting. Hierdoor heeft het midden van de tuin, met uitzondering van enkele solitaire bomen, een overwegend open karakter. Langs de zijafscheiding van de tuin vindt daarentegen een opgaande beplanting plaats, waardoor het naar binnen gerichte karakter van het park wordt versterkt. 8. Beplanting De solitaire bomen geplant in de open groene ruimte, zorgen voor afwisseling, schaduw en schakering van licht en donker. Het prieel wordt benadrukt door enkele solitaire opgaande bomen. De opgaande beplanting langs de randen van de tuin bestaat uit een compositie van kleur- en bladschakeringen. Kenmerkend voor Martenatuin is het gebruik van stinzenplanten. In het voorjaar zorgt een breed scala van diverse soorten stinzenplanten voor een fraai kleurenpalet. 9. Groen voor nut en plezier De aanleg van Martenatuin als nutstuin dateert van voor de periode van 1843. Er zijn (enkele) vruchtbomen opgenomen in de landschappelijke aanleg rond 1841. De oude Jutteperenboom aan de westzijde van de tuin is daarvan nog een bewijs. Deze boom is ongeveer 170 jaar oud geworden, en staat sindsdien als karakteristieke vruchtboomstam en relict uit het verleden in de tuin. 10. Tuinsieraden Dankzij archiefmateriaal is bekend dat in de tuin een prieel heeft gestaan. Het prieel is opgenomen in het stelsel van paden en zichtlijnen, waardoor zowel vanuit het huis zicht is op het prieel als vanaf de brug net buiten de tuin. Bij de voormalige binnenplaats tegenwoordig hoofdentree van de tuin - is een deel van de oude tuinmuur nog steeds aanwezig, als scheiding tussen de westelijk gelegen woning en het Martenahuis. Opgaande beplanting Solitaire bomen Prieel (situatie 19de eeuw) 15

Recons MARTENATUIN FRANEKER 16 Paden Reliëf Zichtlijnen en solitairen

3.3 RECONSTRUCTIE LANDSCHAPPELIJKE AANLEG De tien ontwerpthema s hebben geleidt tot een reconstructie van de situatie in de landschappelijke periode. Daarbij is uitgegaan van een ruimer perceel, nog voor de verkoop van gronden voor het telefoongebouw. GROEN Bosplantsoen - opgaand / dicht / groen Bosplantsoen - opgaand / transparant / bloeiend Sierplantsoen - middelhoog tot laag Sierplantsoen - laag Gazon Solitaire boom TUINSIERADEN Tuinmuur - bestaand Poort - bestaand Brug - bestaand Prieel - nieuw VERHARDING Halfverharing Gele klinkers OVERIG Zichtlijnen tructie landschappelijke aanleg (vermoedelijke situatie na 1834) N Plangrens Opgaand sierplantsoen Perken Tuinsieraden 17

MARTENATUIN FRANEKER 4. CULTUURHISTORISCHE WAARDESTELLING Op basis van de richtlijnen voor tuinhistorisch onderzoek wordt een waarde toegekend aan de aanleg. Het is geen pleidooi voor musealiseren of bevriezen van de aanleg. Naarmate de cultuurhistorische waarden hoger zijn, moeten er krachtiger en sterker onderbouwde argumenten zijn om ze op te offeren of in te ruilen voor andere waarden of belangen. (bron: Richtlijnen tuinhistorisch onderzoek, voor waardestelling van groen erfgoed (RCE, 2012)) 4.1 ALGEMENE HISTORISCHE WAARDEN Martenahuis en tuin hebben gezamenlijk een hoge historische waarde. Ze vertegenwoordigen de bijzondere geschiedenis van Franeker; namelijk gebouwd in 1498 in opdracht van edelman Hessel van Martena, verdediger van de stad Franeker voor Hertog van Saksen. De ontwikkeling die huis en tuin vanaf 1498 hebben doorgemaakt (zowel in uiterlijke verschijning als in eigendomssituatie) vertelt het verhaal van de ontwikkeling Franeker in de context van de tijd. Hoewel Martenahuis al de status van rijksmonument heeft, geldt dit niet voor de bijbehorende tuin. 4.2 ENSEMBLEWAARDEN Het belang van Martenatuin is groot, aangezien de tuin in landschapsstijl aan het oeuvre van landschapsarchitect L.P. Roodbaard wordt toegeschreven. Het maakt deel uit van de tuinen en parken die in Noord Nederland in de periode 1800-1850 grotendeels door Roodbaard in landschapsstijl zijn aangelegd. 4.3 TUINHISTORISCHE WAARDEN De tuin heeft een grote tuinhistorische waarde, niet alleen vanwege de kwaliteiten van het tuinontwerp zelf, maar ook vanwege het feit het een stadstuin betreft. Van de formele aanleg zijn vrijwel geen ruimtelijke kenmerken meer terug te vinden. Dit in tegenstelling tot de kenmerken uit de landschappelijke periode. De kenmerken komen overeen met de tien ruimtelijke thema s die vanuit de analyse van het oeuvre van de tuinen en van Roodbaard zijn opgesteld. Bewijsmateriaal in de vorm van kaarten en schetsen zijn tot op heden echter niet gevonden waardoor niet met zekerheid kan worden gezegd dat deze stadstuin aan het oeuvre van Roodbaard kan worden toegekend. Roodbaard ontwierp veel stadstuinen, waarvan er maar weinig bewaard zijn gebleven. Martenatuin geeft hierdoor niet alleen blijk van de ontwerpkwaliteiten van deze afzonderlijke tuin, maar ook inzicht in de maatvoering en ruimtelijke kenmerken van de categorie stadstuin. 4.4 WAARDERING IN RELATIE TOT STADSTUINEN OEUVRE ROODBAARD Roodbaard ontwierp in de periode van ca. 1815 tot 1850 vele parken en tuinen in de noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Drie stadstuinen worden besproken, ter vergroting van de kennis van deze categorie. 18

Trommiushof (1819) Van de tuin bij het huis is een ongedateerde en ongesigneerde ontwerptekening bewaard gebleven. Op basis van stijlkenmerken en ontwerpmethodiek is het ontwerp aan Roodbaard toegeschreven. De aanleg van dit zeer vroege ontwerp bestaat uit een aantal gevarieerd vormgegeven perken gecombineerd met een slingerend padenstelsel. De maatvoering tussen paden en perken en het gelijkmatig verloop van de paden herkennen we uit andere ontwerpen van Roodbaard, zoals bijvoorbeeld de voortuin van Lyndenstein, maar ook Martenatuin. In het ontwerp is sprake van duidelijke buitenflanken, deze zijn bovendien grotendeels bebost. Ook dit ontwerpmiddel is terug te vinden in Martenatuin. Langs de flanken slingeren paden die resulteren in een buitenroute. Hierbinnen hebben de perken gecombineerd met smalle paden een plek gekregen. Het is echter opvallend dat er nauwelijks openingen naar de omliggende omgeving zijn gecreëerd. Behalve de openingen ontbreekt het in het ontwerp van de Trommiushof ook aan duidelijke zichtlijnen binnen de aanleg. Ongesigneerde presentatietekening Trommiushof, omstreeks 1819 Het Witte Huis (1825) Hiervan is de ontwerptekening bewaard gebleven. De langgerekte aanleg kent net als Martenatuin een gecentreerd padenstelsel dat slingert om een dubbele rij van perken. De perken tussen de paden hebben verschillende vormen en functies gekregen. In delen van de tuin werden vermoedelijk groenten of fruitsoorten geplant. Het ontwerp kent een variatie in licht en donker. Ook hier werden de flanken bebost, terwijl de middenpartij en met name de middenas een grotendeels open behield. Presentatietekening Het Witte Huis, L.P. Roodbaard, na 1825 Tournooiveld (1841) Hoewel het Tournooiveld niet als stadstuin is aangelegd, maar onderdeel uitmaakt van de Prinsentuin in Leeuwarden, is de tuin hier opgenomen omdat het ontwerp grote overeenkomsten kent met Martenatuin. Roodbaard maakte voor de herinrichting van deze ruimte een ontwerpschets. Krassen, krullen en lijnen geven aanwijzingen omtrent de door Roodbaard beoogde hoogteverschillen in het ontwerp. Deze hoogteverschillen zijn ook terug te vinden in Martenatuin. Het betreft een subtiel verschil in de hoogte van perk, waarbij zowel gebruik gemaakt is van holle als bolle vormen. De bijgeschreven tekst op de tekening verduidelijkt dit en omvat aanvullende aanwijzingen over de gebruikte beplantingen. Een voorbeeld vormen de aanwijzingen in de tekst: Aflossing van het hol na het water en Hier het pat laag. Het ontwerp van het Tournooiveld is net als Martenatuin kleinschalig van karakter. In het ontwerp is wederom een onderscheid gemaakt tussen het centrale deel en de flanken. De flanken werden met bomenrijen beplant, terwijl het middendeel een open karakter kreeg. Roodbaard combineerde hier het padenstelsel met bolvormige perken, die met heesters, rozen, reseda s, rododendrons en sparren werden opgevuld. Uitvoeringstekening Tournooiveld, L.P. Roodbaard, 1841 19

MARTENATUIN FRANEKER 5. TOEKOMSTBEELD Solitaire boom ((bestaand) Solitaire boom (nieuw) Opgaande beplanting - hoog Kruidlaag/vaste planten - middelhoog / laag Perk eenjarigen/kruidachtigen - laag Gazon met stinzenplanten 20

5.1 TOEKOMSTBEELD VAN DE TUIN De Martenatuin wordt gezien als een van de belangrijke stadstuinen die nog aanwezig is. Door het nemen van de juiste maatregelen en in combinatie met de huidig gebruik kunnen de stijlkenmerken uit deze periode worden teruggebracht. Padenstructuur De laatste wijziging in de begrenzing van de Martenatuin is geweest in 1936 (westzijde) en 1958 (oostzijde). Met de landschappelijke aanleg van rond 1841 als uitgangspunt zijn er met name in de westelijke flank aanpassingen in de huidige situatie nodig. Tevens vraagt het entreegebied aan zowel de voor- als achterzijde van de tuin om reconstructie zodat de zichtlijnen, de padenstructuur en de beplanting weer op elkaar zijn afgestemd. Het is wenselijk al bij de beide ingangen van de tuin de landschappelijke sfeer van weleer te ervaren, door onder andere hekwerk passend bij de landschappelijke stijl. Reliëf Met name rondom de voet van de solitaire bomen is het reliëf nog steeds aanwezig. Door toepassen van lage beplanting wordt het reliëf van de tuin weer zichtbaar. Daardoor komen naar verwachting de holle en bolle vormen van de grasperken ook weer meer tot uiting. Verbinden aan de omgeving Door middel van de zichtlijnen vanuit Martenahuis naar de brug en de stadsgracht wordt de tuin weer aan de omgeving verbonden. Op de vermoedelijke plek van het voormalig prieel wordt het zicht over het water en op de brug weer ervaren. Geadviseerd wordt nader onderzoek te doen naar mogelijke bouwkundige restanten van het prieel. Op basis daarvan kan de standplaats worden vastgesteld en vastgelegd. Toekomstbeeld Martenatuin N Gewenste toekomstige situatie Referentie paden de gebogen lijnen op Ropta State in Wijnaldum Referentie beplanting De Klinze Oudkerk Prieel (situatie 19de eeuw) 21

MARTENATUIN FRANEKER 1. Aanbrengen lage beplanting kruidlaag/vaste beplanting 2. Verwijderen broodboom (Aucuba japonica) 3. Verwijderen opgaande beplanting i.v.m. tuinmuur Beplanting Door de wisseling van eigenaren van Martenahuis en een verschillende kijk op de functie en het gebruik van de tuin zijn de landschappelijke stijlkenmerken enigszins vertroebelt of verdwenen. Met de beheer- en onderhoudsmaatregelen (volgende pagina) wordt de nu ogenschijnlijk willekeurige opbouw van relatief open en meer dichte beplanting aan de flanken van de tuin en in de perken onderbouwd en zichtlijnen hersteld. De beplantingsmaatregelen zijn voornamelijk gericht op herstel van het assortiment, passend bij de stijlkenmerken uit de periode 1800-1850. Indicatie toe te voegen sortiment: A. Vruchtbomen: - peer (Pyrus) B. Heesters: - hortensia (Hydrangea arborescens) - kardinaalsmuts (Euonymus verrucosus) - rode kornoelje (Cornus snaguinea) - spierstruik ( Spiraea crenata) - Duitse tamarisk (Myricaria germanica) - roos (Rosa) - kamperfoelie (Lonicera xylosteum) - blazenstruik ( Colutea arborescens) - sering (Syringa chinensis) - peterselievlier (Sambucus nigra 'laciniata') - wollige sneeuwbal (Viburnum lantana) - pimpernoot (Staphylea pinnata) C. Vaste planten: - dahlia (Dahlia) - stokroos (Alcea rosea) - Kaukasische vergeet-mij-niet (Brunnera macrophylla) D. Kruidlaag: - gele helmbloem (Corydalis lutea) - maagdenpalm (Vinca major) - aronskelk (Arum maculatum) - herfststijlloos (Colchicum autumnale) <--12 1 3 2 10 Huidige situatie Martenatuin 22 7. Heesters verwijderen, maak het water zichtbaar 8. Verwijderen bomen (Japanse notenboom, tulpenboom, lijsterbes, cipres, berk) 9. Verwijderen hortensia's, maak het reliëf en Westerhuis Vrouwengasthuis zichtbaar

4. Klimop uit solitairen verwijderen 5. Klimop uit stam juttepeer verwijderen 6..Verwijderen cipres 9 12 11 9 2 8 10 6 8 11 8 10 4 8 7 8 8 5 11 4 10 10. Verwijderen/terugzetten Taxus bacata (venijnboom) 11. Verwijderen Ilex aquifolium (hulst) 12. Plaatsen hekwerk in passende stijl (voor- en achteringang) en inplanten hekwerk 23

MARTENATUIN FRANEKER 14 21 16 13 16 4 9 4 12 8 2 1 24 16 25 12 15 16 8 14 15 16 8 12 9 8 21 11 8 3 15 16 24

5.2 MAATREGELEN 14. Beplant de open plekken in de Reliëf flanken van de tuin Reliëf wordt niet actief aangepast. Naar ver- 15. Verwijder klimop in bomen, verwijder wachting wordt door herstel padenstructuur hulst en broodboom en aanpassen beplanting (lage beplanting 16. Herstel kruidlaag (onder andere rondom met name de solitaire bomen in de struikklimop, Salomonszegel, flanken) het reliëf weer zichtbaar. longkruid, aronskelk, etc..) 17. Planten solitairen bij prieel 13 11 2 23 Zichtlijnen 1. Herstel middellijn; verwijderen beplanting en verwijderen (3x Italiaanse populier) 18. Planten solitaire boom (1x bonte esdoorn of goudes) 12 4 8 12 4 11 21 18 10 17 19 solitairen 2. Herstel zichtlijn naar brug; verwijderen (m.n. hulst) of terugzetten (m.n. Taxus) beplanting en herstel padenstructuur 3. Herstel zichtlijn naar locatie prieel; verwijderen of terugzetten beplanting, opkronen solitairen Paden 4. Herstel de slingerende padenstructuur en het doorlopend lijnenspel, haal rechtstanden uit de paden 5. Houd één breedte aan voor de hoofdpaden; 1,20 / 1,50 meter 6. Houd één breedte aan voor de nevenpaden; 1,00 meter 7. Herstel de rand van cortenstaal; houd dit op één hoogte ten opzichte van het maaiveld Tuinsieraden 19. Plaats een eigentijds prieel, passend bij de landschappelijke aanleg 20. Verwijder het huidig meubilair (banken en afvalbakken) 21. Plaats eigentijdse banken (3 stuks) op strategische plaatsen, passend bij de landschappelijke stijl 22. Verwijder het huidige hekwerk bij de zuidelijke entree 23. Plaats een eigentijds hekwerk, passend bij de landschappelijke aanleg (voor- en achterentree) en inplanten hekwerk (achterzijde) ter afscheiding van de tuin met een haag 24. Verplaats toegang via lage tuinmuur, plaats infobord op of voor westelijke gevel Martenahuis 25. Maak oude tuinmuur weer zichtbaar, verwijder klimop Maatregelenkaart N Beplanting 8. Verwijderen (of verplanten elders, buiten de tuin) relatief jonge solitaire bomen (komen niet voor op de lijst van beplanting tot 1880, bijlage 1) 9. Behoud één Taxus, snoei in vorm 10. Herstel het zicht op het water; verwijder de beplanting langs de oevers van de gracht 11. Creëer perken met middelhoge (max. 1,20 meter) beplanting 12. Creëer perken met lage kruidachtigen 5.3 FASERING 1. Verwijderen beplanting / kappen bomen 2. Herstel padenstructuur en versterken reliëf 3. Aanleg beplanting /perken 4. Verbeteren entree (verplaatsen toe gang door lage tuinmuur, plaatsen nieuw informatiebord) 5. Verbeteren meubilair en hekwerken, passend bij landschappelijke stijl / éénjarigen 13. Herstel de open plekken in de beplanting langs de flanken van de tuin, verwijder m.n. hortensia's 25

MARTENATUIN FRANEKER BIJLAGEN Lijst van beplanting tot 1880 in het boek Roodbaards Rijkdom door E. van der Laan en W. Ottens, 2012. 26

LIJST VAN BEPLANTING TOT 1880 (ROODBAARDS RIJKDOM) Lijst van beplanting tot 1880 Naam Nederlandse naam Latijnse naam Type Naam Nederlandse naam Latijnse naam Type BOMEN Abeli Abeel / Populier Populus Boom Abelij Abeel / Populier Populus Boom Acer cortica Esdoorn Acer Boom Acer cortica var Esdoorn Acer Boom Acer cortile Esdoorn Acer Boom Acer fol var Esdoorn Acer Boom Acer fol. Varieg Esdoorn Acer Boom Acer lanciniatuim Zilveresdoorn Acer saccharinum Boom Laciniatum Acer negundo Vederesdoorn Acer negundo Boom Aesculus Paardenkastanje Aesculus Boom Berk Berk Betula Boom Beuk Beuk Fagus sylvatica Boom Purpurea Beuk Beuk Fagus sylvatica Boom Bonte eik Eik Quercus Boom Bonte es Es Fraxinus Boom Bonte esdoorn Esdoorn Acer (platanoides Boom Drummondii ) Bonte yp Iep Ulmus Boom Bruine beuk Bruine beuk Fagus sylvatica Boom Purpurea Canadese populier Canadese populier Populus x canadensis Boom Castanje guina bont bl Bonte tamme kastanje Castanea sativa Boom Albomarginata Catalpa Trompetboom Catalpa Boom Ceris siliquestrum Judasboom Cercis siliquastrum Boom Cersis siliquestrum Judasboom Cercis siliquastrum Boom Cornus Kornoelje Cornus Boom Daphoe cneorum Steenroosje Daphne cneorum Boom Eik Eik Quercus Boom Eik met bonte bladen Eik Quercus Boom Els Els Alnus Boom Elst Els Alnus Boom Es Es Fraxinus Boom Esdoorn Esdoorn Acer Boom Eyken Eik Quercus Boom Gele es Es Fraxinus Boom Gele kastanje Tamme kastanje / Castanea / Aesculus Boom paardekastanje Gele pavia Gele pavia Aesculus flava Boom Vestitia Gouden regen Goudenregen Laburnum Boom anagyroides Italiaanse populier Italiaanse populier Populus nigra Italica Boom Jasminum Jasmijn Jasminum Boom Kastanen pumilas Kastanje Castanea pumila Boom Kastanje Kastanje / Castanea Boom tamme kastanje Kastanje kwint Kastanje Castanea / Aesculus Boom Kastanje bonte bladen Bonte tamme kastanje Castanea sativa Boom Albomarginata Lijsterbes Lijsterbes Sorbus Boom Linde Linde Tilia Boom Linde met grote bladen Grootbladige linde / Tilia platyphyllos Boom zomerlinde Opgaande populier Populier Populus Boom Plantanus Plataan Platanus Boom Platte els Els Alnus Boom Populier Populier Populus Boom Populis codifolia Hartbladige populier Populus heterophylla Boom Populus hetrophylla Hartbladige populier Populus heterophylla Boom Quercus fol vari Eik Quercus Boom Quercustol Eik Quercus Boom Quercustolia Eik Quercus Boom Robinia vilcosa Kleefacacia Robinia viscosa Boom Rode acacia Rode acacia Robinia pseudoacacia Boom Flemor Rode kastanje Kastanje / Castanea Boom tamme kastanje Rode kastanje Rode paardekastanje Aesculus carnea Boom Salix salvis Wilg Salix Boom Striatium esdoorn Esdoorn Acer Boom Tamme kastanje Tamme kastanje Castanea sativa Boom Tamme kastanje Tamme kastanje Castanea sativa Boom Tilia grandifolia Zomerlinde Tilia grandifolia Boom Treur es Treures Fraxinus excelsior Boom Pendula Treurbeuk Treurbeuk Fagus sylvatica Tristis Boom Treuresch Treures Fraxinus excelsior Boom Pendula 27 220 ROODBAAR DS R IJKDOM

MARTENATUIN FRANEKER 221 ROODBAAR DS R IJKDOM Naam Nederlandse naam Latijnse naam Type Naam Nederlandse naam Latijnse naam Type Treurwilling Treurwilg Salix sepulcralis Tristis Boom Ulmus fol variegates Veldiep Ulmus minor Variegata / Boom parvifolia nana Variegata Vogelkers Gewone vogelkers Prunus padus Boom Wilde kastanje Kastanje Castanea Boom Wilg Wilg Salix Boom Wit acacia Valse acacia Robinia pseudoacacia Boom Yper Iep Ulmus Boom Zware lijsterbes Lijsterbes Sorbus Boom Zwarte beuk Zwarte beuk Fagus (syl. Black Swan Boom of (syl. Riversii ) Amerikaanse spar Douglasspar Pseudotsuga Conifeer menziesii Balz. Spar Balsemzilverspar Abies balsamea Conifeer Den Den Pinus Conifeer Fijne den Den Pinus Conifeer Fijne sparren Fijnspar Picea abies Conifeer Groene den Den Pinus Conifeer Grove den Grove den Pinus sylvestris Conifeer Grove spar Spar Picea Conifeer Lariks Lariks Larix Conifeer Vauro cedrus Ceders Cedrus Conifeer Weymouthden pijn Weymouthden Pinus strobus Conifeer Wijmouts pijn Weymouthden Pinus strobus Conifeer Zilver spar Zilverspar Abies Conifeer VRUCHTBOMEN Abrikoos Abrikoos Prunus armeniaca Boom Albessen Aalbessen Ribes Rubrum Boom Amandel Amandelboom Prunus dulcis Boom Appel Appel Malus Boom Biolen appel Appel Malus Boom Doornse appel Appel Malus Boom Dubbele maaikers Kers Prunus avium Boom Dubbele montagne Perzik Prunus persica Boom perzik Goud pom Appel Malus domestica Boom (goud pepping) Peppin d Or Groote noot Walnoot Juglans regia Boom Grote witte pruim Pruim Prunus domestica Boom (witte Eijerpruim) Herfst bergamot peer Peer Pyrus communis Boom Bergamotte d Automne Kers Kers Prunus avium Boom Kweekpeer Kweepeer Cydonia oblonga Boom Londen pipling Appel Malus domestica Boom tafelappel London Pepping Meijkers Kers Prunus avium Boom Mijkers Kers Prunus avium Boom Moerbey Moerbei Morus Boom Montagne perzik Perzik Prunus persica Boom Peer Peer Pyrus Boom Pondspeer Peer Pyrus communis Boom Grand Monarque Pruim Pruim Prunus domestica Boom Rietpeer Peer Pyrus Boom Spaanse zoete kers Kers Prunus avium Boom Suikerpeer (suikerey) Peer Pyrus Boom Tafelappel (Somer Appel Malus domestica Boom citroen appel) Citron d ete Vijg Vijgenboom Ficus carica Boom Vogelkers Gewone vogelkers Prunus padus Boom Vroege mij kers Kers Prunus avium Boom Vruchtbare appel Appel Malus Boom Zoete appel Appel Malus Boom Zoete veentje Appel Malus Boom (veentjes appel) Zwarte harde kers Kers Prunus avium Boom BESSENSTRUIKEN/PLANTEN Asperge Asperge Asparagus officinalis Groente subsp. Officinalis Albessen Aalbessen Ribes Rubrum Heester Engelse framboos Framboos Rubus idaeus Heester Mespilus canadesis Mispel Mespilus Heester Pietercely vlier Peterselievlier Sambucus nigra Heester Laciniata Vlamboose Framboos Rubus idaeus Heester Zwaard vlier Vlier Sambucus Heester Blauwe druif Druif Vitis vinifera Klimplant Bei in soort Aardbei Fragaria Vaste Plant 28

Naam Nederlandse naam Latijnse naam Type Naam Nederlandse naam Latijnse naam Type HEESTERS Jenever Jeneverbes Juniperus Conifeer Uniperus Jeneverbes Juniperus Conifeer Aralia spinoa Duivelswandelstok Aralia spinosa Heester Berberis line Zuurbes Berberis linearifolia Heester Berberus Zuurbes Berberis Heester Bonte hulst Hulst Ilex Heester Caprifolium Kamperfoelie Lonicera caprifolium Heester Cetis orientalis Netelboom Celtis occidentalis Heester Corronilla emerus Struikpaardenhoefklaver Hippocrepis emerus Heester Crataegus aria Meidoorn Crataegus Heester Daphum miserum Rood peperboompje Daphne mezereum Heester Genko byloba Japanse notenboom Ginkgo biloba Heester Goud bont hulst Goudbonte hulst Ilex aquifolium Heester Aureomarginata Goud hulst Hulst Ilex Heester Grote vogelkers Gewone vogelkers Prunus padus Heester Haagdoorn Meidoorn Crataegus monogyna Heester Hippophae rhamnoides Duindoorn Hippophae Heester rhamnoides Hulst met laurier bladen Hulst Ilex Heester Hydranger arboreceus Hortensia Hydrangea arborescens Heester Ilex aurees Hulst Ilex aquifolium Heester ( Rubricaulus Aurea ) Ilex fol aurees Hulst Ilex aquifolium Heester ( Rubricaulus Aurea ) Iuonymys verrucosus Kardinaalsmuts Euonymus verrucosus Heester Kers Kers Prunus avium Heester Laurier deportugal Laurier Laurus (azorica) Heester Laurier kers Laurierkers Prunus laurocerasus Heester Luinijmus vulgaris Kardinaalsmuts Euonymus europaeus Heester Myriea cerficera Wasgagel Myrica cerifera Heester Pahentillia fructilosa Ganzerik Potentilla fruticosa Heester Rhus corriarria Sumak Rhus coriaria Heester Rhus radcans Gifsumak Rhus radicans Heester Rode cornus Rode kornoelje Cornus sanguinea Heester Salix myrhi folia Wilg Salix myrtilloides Heester Sneeuwbal Sneeuwbal Viburnum Heester Spiaea creata Spierstruik Spiraea crenata Heester Tamarix germanica Duitse tamarisk Myricaria germanica Heester Zilver hulst Zilver hulst Ilex aquifolium Heester Argenteomarginata Canal roos Roos Rosa Klimplant Celastrus bulbatug Boomwurger Celastrus orbiculatus Klimplant Klimop Klimop Hedera Klimplant Krentenboom Krentenboompje Amelanchier Klimplant Rood camperfolie Rode kamperfoelie Lonicera xylosteum Klimplant Caliantis floridus Meloenboompje Calycanthus floridus Sierheester Andromeda Pieris Pieris Sierheester Azalia Rododendron Rhododendron Sierheester Colutea arbones Blazenstruik Colutea arborescens Sierheester Colutea arborescens Blazenstruik Colutea arborescens Sierheester Colutea gele bloem Blazenstruik Colutea arborescens Sierheester Colutea sanguinea Blazenstruik Colutea sanguinea Sierheester Fransche sering Franse sering Syringa chinensis Sierheester Franse sering Franse sering Syringa chinensis Sierheester Geldersche roos Gelderse roos Viburnum opulus Sierheester Kalmia Laurierroos Kalmia Sierheester Maant rozen Rozen Rosa Sierheester Periploca graela Melkwingerd Periploca graeca Sierheester Philadelphus nana Boerenjasmijn Philadelphus Sierheester flore pleno Rododendron Rododendron Rhododendron Sierheester Roos Roos Rosa Sierheester Sering Sering Syringa Sierheester Spiread hypericifolia Spierstruik Spiraea hypercifolia Sierheester Tulpenboom Tulpenboom / Liriodendron / Magnolia Sierheester valse tulpenboom Zanthopylum ckava Chinese peper Zanthoxylum Sierheester herulis clava-herculis VASTE PLANTEN Lelie Lelie Lilium Bol-/knolgewas Daliaas Dahlia Dahlia Vaste Plant Goud bloem Goudsbloem Callendula officinalis Vaste Plant Pioen Pioen Paeonia Vaste plant Salvix salvia Salie Salvia Vaste Plant Stokroos Stokroos Alcea rosea Vaste Plant Reseda ZAAIGOED Witte claver Witte klaver Trifolium repens Vaste Plant 222 ROODBAAR DS R IJKDOM 29