PCSN I - PEFC Standaard Nederland



Vergelijkbare documenten
Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213

BEREKENING DOELMATIGHEIDSSCORE AANPLANTSUBSIDIE VOOR BOSLANDBOUWSYSTEMEN

SUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR

Landschappelijke inpassing Hoogstraat Hoogstraat , Uden - PNR 5406TH

Bosjes plangebied Kassen Jonge Singel + buurerf UITGANGSSITUATIE

MASTERPLAN LANDGOED LUZENKAMP ROERMOND Heide 4, 6042 LN Roermond

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Streekeigen en inheemse bomen en struiken Overijssel

Landschappelijke inpassing Zorgmanege The Horse Valley Heide 1a, 6088 PC Roggel - PNR 6088PC / / /

Landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing Bouwplan Vermeer Roothweg 1, 5964 NS Meterik PNR 5964NS

Subsidieverordening natuur en landschap Groesbeek 2005

Nederweert en Eind tekenen de horizon

Landschappelijke inpassingen en tegenprestatie paardenfokkerij Flitige Lise Breestraat ongenummerd, 5993 BH Maasbree PNR 5802DC / agp

Landschappelijke inpassing Bex BV Baarloseweg 42, Kessel - PNR 5995BL / /

PCSN X Leidraad. PEFC Certificeringssysteem Nederland - Leidraad. Versie PEFC Nederland

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Wellness Centrum Heelderpeel Rijksweg 15, Heel PNR 6097NK /agp

Landschappelijke inpassing en mitigerende maatregelen Ruimte voor Ruimteplan Grijzegrubben 2, Grijzegrubben 2, 6361 GM Nuth - PNR 6361GM

Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s

Bruisterbosch met de huidige kernrandzone

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Van Lier Agro BV' Katsberg 8, 5768 RH Meijel - PNR 5768RH aangepast op

Landschappelijke inpassing en Kwaliteitsverbetering bouwkavel / bouwplan Agrapork Someren VOF Dooleggersbaan 12, 5712 RG Someren - PNR 5712RG

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimte plan Schey 11, Schey NL, Noorbeek PNR-6255NL

Landschappelijke inpassing Herontwikkeling Laarderweg 70 Laarderweg 70, 6005 NL Weert PNR 6003NL

Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken

Landschappelijke inpassing Deliscious Production 2 Waterloseweg 3B, Beesel - PNR 5945NX3B

Landschappelijk inpassingsplan. Tuurkesweg 7b en 9, Weert

Landschappelijke inpassing Arnaud de Calavon Dijkerstraat 25, 6006 PR Weert - PNR 6006PR /agp

Landschappelijke inpassing Vensestraat 49 Vensestraat 49, 6599 AN Ven-Zelderheide - PNR 6599AN / (print op A3)

Landschappelijk inpassingsplan. Vuurlinie 14, Neerkant

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Kelmonderstraat 64 Kelmonderstraat 64, 6191 RE Beek - PNR 6191RE

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Mts Houtackers Breedenweg 4, 6114 LA Dieteren PNR 6114LA / AGP

Landschappelijke inpassing Agrarisch bedrijf R. Cleutjens Kraakstraat 30, 6013 RS Hunsel - PNR 6013RS /

Landschappelijke inpassing bouwplan / bouwkavel A.E.T. Claessen Scheiweg 7, 5809 EH Leunen - PNR 5809EH

Landschappelijke inpassing bouwplan M.M.J.M. Stals Castertstraat 4, 6011 SL Ell PNR 6011SL /280711/210412

Landschappelijke inpassing Niesweg 3 Niesweg 3, Hegelsom - PNR 5963NE

Gemeentelijk reglement houdende de betoelaging van aanleg van kleine landschapselementen.

Bossen in Vlaanderen

Landschappelijke inpassing bouwplan Varkenshouderij RTC Van Baal Beltweg 10, 5853 EM Siebengewald - PNR 5853EM

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan/bouwkavel A.P.W. Dirks Lochterstraat 3a, 6012 RD Haler PNR 6012RD3a aangevuld

Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s

Landschappelijke inpassing BERGHEMSEWEG 15 Berghemseweg 15, 5373 KG Herpen - PNR 5373KG / (print op A3)

Aanpassing Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Melkveebedrijf Mts van Hoven-Huynen Keerestraat 7, Eckelrade, 6251NJ /agp

Bouwverordening betreffende beplanting

DEEL 1: BETOELAGING VOOR AANLEG EN ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN DIE NIET ONDER DE BEPALINGEN VAN DE BEHEERSOVEREENKOMSTEN VALLEN

Landschappelijke inpassing ROOIJE HOEFSEDIJK 110' Rooije Hoefsedijk 110, 5421 XP Gemert - PNR 5421XP (print op A3)

Landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering HCM van Gennip Ulicoten Maaijkant 11, 5113 BG Ulicoten - PNR 5715AA /081214

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones

Landschappelijke inpassing Beatrix Hout Herkenbosserweg 1A, 6063 NL Vlodrop - PNR 6063NL1a (print op A3)

LIGGING LOCATIE A. plangebied

Landschappelijke inpassing Bouwplan Mts van Melick Gereats Gendijk 3, 6086 NC Neer - PNR 6086NC /310113/051013/061213

SUBSIDIEREGELING VERBINDINGEN EN LANDSCHAP NOORD-BRABANT 2014

Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart

stedenbouwkundige voorschriften april 2013

/ Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Mts Saes Grotehegstreeg 31, 6005 PW Weert - PNR 6005PW /061012

Landschappelijke inpassing bouwplan Mts Vrancken, Weert 93, 6241 GS Bunde PNR 6241GS

Landschappelijke inpassing Zorgmanege The Horse Valley Heide 1a, 6088 PC Roggel - PNR 6088PC /

Landschappelijke inpassing Bouwplan t Rondeel Elsenpas 2, Beuningen PNR 6641KB

Landschappelijke inpassing Bouwplan Ploegmakers BV Burgemeester Van den Wildenberglaan 46a, De Rips - PNR LIP.5764RE /220915

Landschappelijke inpassing bouwplan / bouwkavel J. Buijckx Klokkestraat 1, 5131 RD Alphen (N-B) - PNR 5131RD

Gemeente Schoten Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Borgeind Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHO110

Herziening landschappelijke inpassing MTS W+L+P Smeets-Lenders Wijffelterbroekdijk 51, 6006 VG Weert - PNR 6006VG /291112/111212

Landschappelijke inpassing bouwkavel Venderstraat 5 Venderstraat 5, Haler - PNR 6012RK /291014/ (print op A3)

L ANDSCHAPSEL E M E N T E N ( h a g e n, h a a g k a n t e n, h o u t k a n t e n e n b o m e n r i je n )

PROVINCIAAL BLAD. Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

we werken eraan Een frisse beek in een natuurlijke omgeving

Landschappelijke inpassing en kwaliteitsbijdrage Bouwplan Mts van den Berg Blankwater 12, 6071 NV Swalmen - PNR 6071NV

Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Arces Stables Monseigneur Savelbergweg 97, 6097 AE Heel, PNR 6097AE /090911/100212

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten.

Lijst van inheemse bomen en struiken voor het vogel- en hakhout bosje aan de slootkant van de Tuin vereniging de Leeuwenbergh, Den Haag.

Landschappelijke inpassing bouwplan/bouwkavel WR Wortelen VOF Prinsenbaan 104a, 6104 BH Koningsbosch - PNR 6104BH104a

Subsidieerbare projecten in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s zonder faunabeheerplan

Gemeentelijk subsidiereglement kleine landschapselementen

Landschappelijke inpassing Habra dairy Farm Garststraat 4, 5368 LJ Haren - PNR 5368LJ

AANMOEDIGINGSREGLEMENT VOOR DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE GROENELEMENTEN (HAAG, HEG, HOUTKANT, BOMENRIJ)

A. HAAG. A.1 Type laag geschoren

Landschappelijke inpassing Hoogstraat Hoogstraat , Uden - PNR 5406TH /121213

solitaire boom, schaduw creëren, sneukelhaag, nachtvlinders, vogelbosje, bloem, houtkanten houtkant, bosrand,

Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken

SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET AANLEGGEN VAN HAGEN, HOUTKANTEN, BOMEN EN POELEN Gemeenteraadsbesluit 19 december 2002

Welke boomsoort aanplanten?

INLEIDING. teeltondersteunende voorzieningen kassen A73

Landschappelijke inpassing bouwplan Mts van Lipzig-Poels Zwarte Plakweg 59, 5966 RJ America - PNR 5966RJ /171015/ (print op A3)

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Eijking Dijkerheideweg ongenummerd, Horst - PNR 5961NC /220513

Landschappelijke inpassing en compensatie Bedrijfsverplaatsing Hermans Leropperweg ongenummerd, St. Odilienberg - PNR 6049AD

s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief

Landschappelijke inpassing bouwplan H. van Walderveen Reijerscop 21, 3481 LE Harmelen - PNR 3481LE

Notitie voor de landschappelijke inpassing van bedrijven in het buitengebied van de gemeente Sluis.

Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen

Landschappelijke inpassing Van den Berg Keijsers BV Burgemeester Nooijenlaan 8, 5764 RG De Rips - PNR 5764RG /131212

GEMEENTE KOEKELARE GEMEENTELIJK PREMIEREGLEMENT VOOR DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan/bouwkavel P.R. Schram Bocholterweg 134, 6006 TP Altweerterheide - PNR 6006TP /

Landschappelijke inpassing ZONNEPARK ALTWEERTERHEIDE' Bocholterweg 83, Altweerterheide - PNR 6004HZ (print op A3)

Landschappelijke inpassing Krekelsbos 1 Krekelsbos 1, 6343 RL Klimmen - PNR 6343RL /221112

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan T.C. Den Otter

Landschappelijke inpassing Kinderdagverblijf Tante Pollewop Houtgraven 9, 6086 PB Neer - PNR 6086PB

Landschappelijke inpassing en Kwaliteitsverbetering VEULENSEWATERWEG 11' Veulensewaterweg 11, 5814 AK Veulen - PNR 5814AK / (print op A3)

Subsidieerbare projecten in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s zonder faunabeheerplan

Transcriptie:

PCSN I - PEFC Standaard Nederland Definitieve versie 27.09.2011

Voorwoord PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification schemes) is een wereldwijd erkend systeem voor certificering van duurzaam bosbeheer. PEFC levert hiermee een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van duurzaam bosbeheer. Voor u ligt de PEFC Standaard Nederland. Deze standaard is opgesteld door het Landelijk PEFC Forum, waarin een veelheid van stakeholders, betrokken bij het Nederlandse bos, is vertegenwoordigd. In Nederland is momenteel minder dan de helft van het totale bosoppervlak gecertificeerd en de uitbouw van de oppervlakte gecertificeerd bos ligt nagenoeg stil. In andere landen van Europa is PEFC koploper voor de certificering van bossen. Met het opstellen van de standaard voor de Nederlandse bossen wil PEFC de certificering ook in ons land mogelijk maken. Verschillende boseigenaren, waaronder veel kleine particuliere, zien de noodzaak van certificering (nog) niet in. Zij vinden certificering momenteel te duur en te ingewikkeld of ervaren certificeren als een inperking van hun beheervrijheid. Met de PEFC Standaard Nederland krijgen deze boseigenaren een nieuw middel in handen om hun bosbezit te laten certificeren. Daarmee kunnen boseigenaren hun duurzame beheer aantonen en hun hout en biomassa aanbieden in de toenemende vraag naar duurzaam geproduceerde producten. De PEFC Standaard Nederland is een compact document en sluit goed aan op de praktijk van het Nederlandse bosbeheer. De te maken afspraken in de Standaard zijn afgestemd op de eigendomsgrootte. Naast het vanzelfsprekend hanteren van de Nederlandse wet- en regelgeving, gaat deze Standaard primair uit van het vertrouwen in de duurzame aanpak van de boseigenaar. Het was de wens van de opstellers om de PEFC-certificering eenvoudiger, en daarmee goedkoper te maken. Gedachte daarbij is dat het niet nuttig en evenmin wenselijk is om íeder aspect van bosbeheer altijd en continue te willen kwantificeren. Duurzaam bosbeheer is een aanpak die zich slechts gedeeltelijk in getallen laat vatten, maar zich vooral uit in de houding van de boseigenaar. PEFC kent ook de mogelijkheid om certificering te regelen op groepsniveau. Daarbij is er geen limiet op het aantal en de omvang van aangesloten boseigenaren. Zo zou de keuze voor één landelijk groepscertificaat kunnen leiden tot een kosteneffectieve uitgangspositie voor de deelnemende boseigenaren. Houten, 18 januari 2011 1

Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Bereik van de standaard... 4 3 Principes en criteria voor duurzaam bosbeheer... 4 4 Richtlijnen...12 5 BIJLAGEN...15 2

1 Inleiding Deze standaard is gebaseerd op de criteria voor duurzaam bosbeheer zoals vastgesteld op de Ministeriële Conferentie ter Bescherming van Bossen in Europa te Helsinki (1993 & 1994). De ministers zijn gekomen tot de volgende definitie van duurzaam beheer van bossen in Europa: het beheren en gebruiken van bossen en bosgebieden op een manier en met een mate die de biodiversiteit, de productiviteit, de verjongingscapacitieit, de vitaliteit en de potentie om -nu en in de toekomst- relevante ecologische, economische en sociale functies te vervullen behoudt op regionale, nationale en wereldwijde schaal en die geen schade toebrengt aan andere ecosystemen. De zes Europese principes voor duurzaam bosbeheer zijn: 1. Behoud en passende verbetering van het bosbestand en zijn bijdrage aan de wereldwijde koolstofkringloop; 2. Behoud van de gezondheid en vitaliteit van het bosecosysteem; 3. Behoud en bevordering van de productieve functies van bossen, zowel voor hout als niet-hout; 4. Behoud, bescherming en passende verbetering van de biodiversiteit in bosecosystemen; 5. Behoud en passende verbetering van de beschermende functies van het bosbeheer, met name bodem en water; 6. Behoud van andere sociaaleconomische functies en omstandigheden. Op operationeel niveau zijn de criteria uitgewerkt in de Pan European Operational Level Guidelines (PEOLG). De Nederlandse Standaard is een uitwerking van de PEOLG naar de Nederlandse context waarbij o.a. volgende zaken een belangrijke rol spelen de bevolkingsdichtheid en de daarmee samenhangende recreatieve functie van de bossen, de maatschappelijke behoefte aan de ontwikkeling van natuurwaarden en spontane processen de uitgangssituatie waarbij de bossen voorkomen op vaak eeuwenlang door de mens verarmde gronden waar nu weer ecosystemen en bodems worden opgebouwd. de mate waarin veel zaken al in wet- en regelgeving zijn verankerd. Boseigenaren die hun bosbeheer uitvoeren conform deze standaard kunnen deelnemen aan de PEFC-certificering. 3

2 Bereik van de standaard Deze standaard is opgesteld voor het beheer van Nederlands bos. De standaard is van toepassing op bos en kleine houtopstanden zoals gedefinieerd in het herzieningsvoorstel Boswet van het Bosschap aan de minister van LNV (27-06-08). Daarin is: Bos: een oppervlakte grond van meer dan 10 are met daarop bomen, boomvormers, struwelen, hakhout of griend die een zelfstandige eenheid vormt, alsmede een rijbeplanting die, gerekend over het totaal aantal rijen, 21 bomen of meer omvat. De volgende elementen vallen buiten het bereik van PEFC certificering: - kleine houtopstanden - bos op erven en tuinen - fruitbomen en windschermen om boomgaarden - naaldboomsoorten kennelijk bedoeld om te dienen als kerstbomen, mits niet ouder dan 20 jaar - kweekgoed De standaard kent meerdere gebruikers: - Boseigenaren: voor de boseigenaar bevat de standaard de eisen en richtlijnen die zij moeten hanteren om een PEFC-certificaat voor duurzaam bosbeheer te behalen. - Certificerende instellingen & groepsmanagers: voor certificeerders en groepsmanagers bevat de standaard de eisen waarlangs het beheer van een individuele boseigenaar wordt beoordeeld. 3 Principes en criteria voor duurzaam bosbeheer Opbouw en structuur De standaard is opgebouwd uit principes, criteria en normen. In totaal zijn er zes principes als uitgangspunt voor een duurzaam beheer van het bos. Deze principes zijn opgesteld in de Ministeriële Conferentie over de Bescherming van Bossen in Europa (MCPFE). Zie ook de inleiding en www.foresteurope.org. De principes zijn groot en vet gedrukt weergegeven en worden gevolgd door een korte toelichting. Onder een principe zijn meerdere criteria benoemd. De criteria zijn de handelingen die een boseigenaar/beheerder moet doen of nalaten om er voor te zorgen dat hij zijn bos op een duurzame wijze beheert. De manier waarop dat gebeurt is in enkele gevallen uitgewerkt in een richtlijn. In sommige gevallen is een criterium uitgebreid met een norm. Deze is dan cursief gedrukt. 4

Principe 1 Behoud en passende verbetering van het bosbestand en zijn bijdrage aan de wereldwijde koolstofkringloop Het bosbeheer wordt op een duurzame wijze uitgevoerd en richt zich op: de bescherming van natuurlijke hulpbronnen zoals bodem en water het behoud van de verschillende bosfuncties instandhouding van het bosareaal het bijdragen aan de koolstofkringloop Criterium 1.1 Criterium 1.2 Criterium 1.3 Criterium 1.4 Criterium 1.5 Wettelijke bepalingen en andere verordeningen waaraan de boseigenaar/beheerder is gehouden worden nageleefd. In het bijzonder die genoemd zijn in bijlage II. Er dient een beheerplan conform richtlijn 1 te zijn opgesteld waarvan de inhoud, qua omvang en diepgang, is afgestemd op de in deze richtlijn opgenomen bedrijfsgrootte. Er wordt een beheerboekhouding bijgehouden. a) De beheerboekhouding is een jaarlijks beheerverslag. Deze omvat in elk geval een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden, de gegevens over de hoeveelheid geoogst en verkocht hout en andere bosproducten en eventuele afwijkingen van de planning. De boseigenaar/beheerder houdt het beboste areaal in stand. Producten afkomstig uit omvorming van bos naar een ander landgebruik, zonder compensatie elders, kunnen niet als PEFC-gecertificeerd geclaimd worden. De staande houtvoorraad dient op middellange en lange termijn gerelateerd te zijn aan de doelstellingen in het beheerplan. 5

Principe 2 Behoud van de gezondheid en vitaliteit van het bosecosysteem Een gezond en vitaal bosecosysteem is een voorwaarde voor duurzaam bosbeheer. Bij de planning en uitvoering van het beheer wordt daarmee rekening gehouden. Vitaliteit hangt samen met diversiteit in het bos. Dit wordt nader uitgewerkt in principe 4. Criterium 2.1 Criterium 2.2 Criterium 2.3 Criterium 2.4 Gewasbeschermingsmiddelen en biociden mogen alleen onder de volgende voorwaarden beperkt worden toegepast: a) Kruiden en grassen worden niet met deze middelen bestreden. b) Insecticiden worden niet gebruikt, tenzij dit om redenen van volksgezondheid noodzakelijk is. c) Ongewenste houtige gewassen (zoals Amerikaanse vogelkers) kunnen volgens de gebruiksvoorschriften met deze middelen worden bestreden. Kleine exemplaren worden uit de grond getrokken, bij grotere exemplaren is stobbenbehandeling toegestaan. d) Bladbehandeling gebeurt alleen op grond van een verklaring van een deskundige (richtlijn 2), dat deze methode noodzakelijk is voor een effectieve bestrijding. e) Er wordt enkel gebruik gemaakt van gewasbeschermings of biociden die zijn toegelaten door het Ctgb (www.ctb-wageningen.nl). Aanvulling met mineralen vindt alleen plaats als door een deskundige (richtlijn 2) op basis van gebrekverschijnselen kan worden aangetoond dat de vitaliteit, van bij de groeiplaats behorende soorten, door externe invloeden is afgenomen, en dat het nodig is om door middel van bemesting de vitaliteit van de opstand te verbeteren. Bij de uitvoering van werkzaamheden dient schade aan de blijvende bomen, struiken en bodem zoveel mogelijk te worden voorkomen. Op voor verdichting gevoelige bodems dient een toereikend netwerk van werk- en uitsleeppaden en ontsluitingswegen aanwezig te zijn. a) Wanneer dit om technische of ecologische redenen of redenen van bodembescherming gewenst is kan worden afgeweken van een schematisch netwerk van werk- en uitrijpaden. b) De infrastructuur dient zo ingericht te zijn, dat er zo min mogelijk schade wordt toegebracht aan zeldzame en representatieve ecosystemen (A-lokaties, Bosreservaten en Natuurreservaten) en rekening wordt gehouden met (migratiepatronen van) beschermde soorten (Checklist Zorgvuldig Bosbeheer uit de Gedragscode Zorgvuldig Bosbeheer). c) Spoorvorming moet zoveel mogelijk worden voorkomen door bijvoorbeeld: - optimale planning zodat het aantal bewegingen over paden beperkt wordt. - onderbreking van de houtoogst als door weersomstandigheden een verhoogde kans op insporing optreedt. - stabilisatie van werk- en uitsleeppaden door bedekking met tak- en tophout. - afstemming van de wieldruk op de actuele bodemcondities. - het benutten van alle technische mogelijkheden van de machines die bodemdruk en insporing beperken, bijvoorbeeld door het gebruik van tracks. - aanleg en onderhoud van wegdrainage 6

Principe 3 Behoud en bevordering van de productieve functies van het bos, zowel voor hout- als niet-hout. De binnenlandse productie van hout verzekert de beschikbaarheid van de waardevolle grondstof hout bij korte transportafstanden. Criterium 3.1 Criterium 3.2 Criterium 3.3 Criterium 3.4 In overeenstemming met de doelstellingen omschreven in het beheerplan wordt gestreefd naar behoud en bevordering van de productie en afzet van een brede verscheidenheid aan zowel hout- als niet-houtproducten en diensten. Er vindt geen afvoer plaats van tak- en tophout, zijnde alle bovengrondse boomdelen met een diameter minder dan 8 centimeter aan het dikke eind. De afvoer van tak- en tophout is wel toegestaan binnen landschappelijke beplantingen, op mineraalrijke bodems (dus niet op podzolgronden en kalkloze zandgronden) en om, in het beheerplan gemotiveerde, ecologische en/of cultuurhistorische redenen. Ondergrondse biomassa wordt niet afgevoerd Verjonging vindt plaats met op de groeiplaats aangepaste boomsoorten. a) Natuurlijke verjonging heeft de voorkeur boven planten. b) Er wordt geplant met Naktuinbouw-gecertificeerd plantmateriaal, zodat herkomst bekend is en soortechtheid gegarandeerd. c) Genetisch gemanipuleerde organismen of plantmateriaal worden niet gebruikt. 7

Principe 4 Behoud, bescherming en passende verbetering van de biodiversiteit in het bosecosysteem De ontwikkeling van gevarieerde opstanden, in leeftijd, (inheemse) soorten, structuur en aanwezig dood hout, levert een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit van het bos. Criterium 4.1 Criterium 4.2 Criterium 4.3 Criterium 4.4 Criterium 4.5 Criterium 4.6 Criterium 4.7 Criterium 4.8 In het gecertificeerde eigendom hebben inheemse loofbomen en struiken (bijlage III) een aandeel van ten minste 20% op basis van kroonprojectie of grondvlak. Indien dit aandeel nog niet is bereikt, wordt dit als doel in het beheerplan opgenomen met vermelding van een overgangsperiode. Het gecertificeerde eigendom bestaat voor 50% procent van het areaal uit gemengd bos. Indien dit aandeel nog niet is bereikt, wordt dit als doel in het beheerplan opgenomen met vermelding van een overgangsperiode. a) Bos met een mengingsaandeel van ten minste 20% andere boomsoorten op basis van kroonprojectie of grondvlak geldt als gemengd. Er zijn per hectare gemiddeld 8 staande of liggende dode bomen aanwezig met aan het dikke eind een diameter van tenminste 30 centimeter. Indien dit aandeel nog niet is bereikt, wordt dit als doel in het beheerplan opgenomen met vermelding van een overgangsperiode. Dit criterium is niet van toepassing als: a) het leidt tot veiligheidsproblemen voor bosbezoekers en/of verkeer; b) het in strijd is met verordeningen van het Bosschap; c) het niet past bij de ontwikkelingsfase van het bos of er om andere redenen onvoldoende bomen van een dergelijke maat in het betreffende bosgedeelte aanwezig zijn. In het gecertificeerde eigendom weinig voorkomende of landelijk zeldzame inheemse boom- en struiksoorten (bijlage III) dienen te worden behouden. Kapvlakten zijn in beginsel niet groter dan 2 hectare, tenzij het nut en de noodzaak voor een grotere kapvlakte zijn onderbouwd in het beheerplan en door een deskundigenverklaring (richtlijn 2) zijn verantwoord. In bosgebieden die via wet- en regelgeving een bijzondere status hebben verkregen (natuurreservaat, Natura2000, Natuurbeschermingswet, Natuurschoonwet) en in bosreservaten en A-lokaties worden werkzaamheden uitgevoerd op een manier die in overeenstemming is met de aanwijzingen bij die bestemming. Aanwezige holle bomen en horstbomen worden behouden, tenzij dit uit oogpunt van veiligheid niet mogelijk is. In het bos vindt geen begrazing met vee plaats. Zolang de verjonging van het bos en daarmee het duurzaam voortbestaan niet in het geding is, kan, ondersteund door een goed gedocumenteerd ontwikkelingstraject, gekozen worden voor extensieve natuurbegrazing. 8

Criterium 4.9 De boseigenaar/beheerder dient zich in het Faunabeheereenheid overleg in te spannen voor het bereiken van een wildbezetting waarbij de verjonging van het bos, in het bijzonder de verjonging van inheemse loofbomen, zich op natuurlijke wijze kan ontwikkelen. Criterium 4.10 Er wordt te allen tijde gewerkt met en volgens de Gedragscode Zorgvuldig Bosbeheer. Criterium 4.11 Binnen economische randvoorwaarden wordt medewerking gegeven aan initiatieven die gericht zijn op het herstel van bijzondere ecosystemen en/of populaties van bedreigde dier- en plantensoorten 9

Principe 5 Behoud en passende verbetering van de beschermende functies van het bosbeheer, met name voor bodem en water In het dichtbevolkte Nederland is de beschermende functie voor waterkwaliteit van grote betekenis. Het bosbeheer zet zich in om deze beschermende functie te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Criterium 5.1 Criterium 5.2 Criterium 5.3 Criterium 5.4 Criterium 5.5 Criterium 5.6 In opstanden waar gevaar is voor erosie wordt de wijze van oogst/verjonging hierop afgestemd. In het bos gelegen waterlopen, vennen, beken en sprengen worden in kwaliteit en kwantiteit behouden danwel hersteld. Vervuiling van genoemde voorzieningen dient te worden voorkomen. Het grondwatersysteem wordt beschermd, danwel hersteld, voorzover dit binnen de invloed van de boseigenaar mogelijk is. Bewerking van de bosbodem ter bevordering van de bosverjonging dient zich zoveel mogelijk te beperken tot de vegetatie en humuslaag. Er wordt enkel gewerkt met biologisch afbreekbare brandstoffen, oliën en smeermiddelen, voor zover het technisch mogelijk en zinvol is. In grondwaterbeschermingsgebieden worden gewasbeschermingsmiddelen en biociden slechts gebruikt in overeenstemming met provinciale verordeningen inzake waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. 10

Principe 6 Behoud van de sociaaleconomische functies en omstandigheden De boseigenaar neemt zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de maatschappij en in het bijzonder ten opzichte van de personen die in zijn/haar bos werkzaam zijn. De sociaaleconomische functies worden zekergesteld en bevorderd. Criterium 6.1 Criterium 6.2 Criterium 6.3 Criterium 6.4 Criterium 6.5 Criterium 6.6 Criterium 6.7 Criterium 6.8 Criterium 6.9 Alle personeelsleden van de boseigenaar/beheerder die binnen het bosbeheer worden ingezet zijn op de hoogte van de inhoud van de standaard en werken in overeenstemming daarmee. Zij dienen voldoende gekwalificeerd te zijn en de mogelijkheid te hebben om zich te scholen binnen het vakgebied. De maatregelen op het gebied van scholing worden gedocumenteerd. Bedrijven die worden ingehuurd om boswerkzaamheden uit te voeren dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen: - de aannemer is op de hoogte van de inhoud van de standaard en werkt in overeenstemming daarmee. - aannemers en onderaannemers met meer dan 30.000,- omzet in boswerk dienen ErBo gecertificeerd te zijn, of aan aantoonbaar gelijkwaardige eisen te voldoen. - aannemers en onderaannemers met een omzet in boswerk tot 30.000,- dienen bij het Bosschap te zijn geregistreerd en te werken conform de Arbocatalogus Bos en Natuur en de Algemene Voorwaarden voor Aanneming van Boswerk en de Algemene Voorwaarden voor de Verkoop van Rondhout van het Bosschap. Veiligheidsvoorschriften en persoonlijke beschermingsmiddelen worden toegepast c.q. gebruikt conform de Arbocatalogus Bos en Natuur. De boseigenaar ziet toe op naleving hiervan door zijn eigen personeel en vrijwilligers. De boseigenaar/beheerder hanteert een voor zijn personeel relevante CAO (bijv. Raam CAO Bos en Natuur of CAO voor de Houthandel). De boseigenaar/beheerder ziet erop toe dat in geval van uitbesteding van boswerkzaamheden aan een ander bedrijf dit bedrijf de bepalingen van de op dit bedrijf van toepassing zijnde CAO naleeft. De boseigenaar/beheerder staat open voor communicatie met de omgeving en is bereid de doelen en het beheer toe te lichten. Het beheerplan, of een samenvatting daarvan, dient op aanvraag ter inzage te worden aangeboden. Relevante kennis over het bosgebied die door derden wordt aangeboden, wordt ingebracht in de cyclus van monitoring en evaluatie (richtlijn 1). Houders van gedocumenteerde eigendoms- en gebruiksrechten dienen bij de opstelling van het beheerplan te worden betrokken. Het bos is opengesteld en minimaal te voet toegankelijk voor recreatieve doeleinden. Ter bescherming van privacy en persoonlijke levenssfeer, bescherming van bijzondere planten, dieren of habitats en andere bijzondere elementen zoals archeologische monumenten, en voor de veiligheid van bezoekers en ten behoeve van rustgebieden voor wild zijn beperkingen in de openstelling toegestaan. Locaties en elementen met bijzondere archeologische, historische, culturele of spirituele waarde worden beschermd en waar nodig onderhouden. 11

4 Richtlijnen Richtlijn 1 Beheerplan Het bosbeheer dient vastgelegd te zijn in een beheerplan voor 10 jaar, waarin ook de visie voor de lange termijn is opgenomen. Deze richtlijn geeft aan wat de minimale inhoud van het beheerplan is, waarop door de certificeerder een kwaliteitstoets wordt uitgevoerd. De inhoud is, qua omvang en diepgang, afgestemd op de bedrijfsgrootte. De volgende grootteklassen worden onderscheden: micro eigendommen kleiner dan 5 hectare klein eigendommen groter dan 5 hectare en kleiner dan 200 hectare groot eigendommen groter dan 200 hectare Per grootteklasse wordt aangegeven of het item in het beheerplan moet worden opgenomen. Onderdeel beheerplan Micro* Klein Groot 1. Beschrijving plangebied Beschrijving van het huidige bos met in elk geval aandacht voor: a) kenschets bos b) boomsoortensamenstelling c) voorraad en bijgroei (a.d.h.v. groeitabellen als het monoculturen betreft) d) vitaliteit (bijv. ziektes, plagen, schade door begrazing, weer en werkzaamheden) e) bosstructuur en menging f) dood hout g) ecologisch waardevolle elementen h) gebieden/gebiedsdelen die aangewezen zijn voor de realisatie van Europese, nationale, provinciale of gemeentelijke natuurdoelen. i) de eventuele aanwezigheid van plekken die van historisch archeologisch, cultureel of spiritueel belang zijn 2. Doelstelling Beschrijving van de beheerdoelen gericht op de instandhouding en verbetering van de economische, ecologische en sociale functie van het bos. In elk geval komen de volgende onderwerpen aan bod: a) de doelen betreffende houtvoorraad en -productie, natuur en recreatie b) de gewenste bossamenstelling waarbij aandacht is voor variatie in soorten, menging, leeftijdsopbouw en structuur op ecosysteem- en soortniveau. (Verwijzen naar Natuurtypen SNL is voldoende) c) de bosproducten (hout en niet-hout) d) staande houtvoorraad, minimale en maximale oogst 12

e) de verbetering van de biodiversiteit f) infrastructuur 3. Beheermaatregelen Beschrijving van de maatregelen die genomen worden om de doelen te bereiken. Daarbij is aandacht voor: a) oogst en oogstplanning b) verjonging c) beheer van ongewenste soorten en/of het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden d) maatregelen ter verbetering van de biodiversiteit 4. Beheerplanning De beheerplanning geeft een overzicht weer van welke maatregelen wanneer worden uitgevoerd. 5. Bijlagen van het beheerplan Een aantal (kaart)bijlagen behoort tot het beheerplan: a) Eigendomsregistratie (eigendomsbewijs en/of uittreksel kadastrale gegevens) b) kaart(en) met bijzondere elementen zoals locaties die vanwege ecologie, archeologie, historische-, culturele-, spirituele betekenis van belang zijn c) kaart(en) met begrenzing van gebieden die vallen onder (inter)nationale en provinciale natuurdoelen d) kaart(en) met daarop aangegeven de infrastructuur en de waterlopen, vennen en beken. 6. Monitoring en Evaluatie Monitoring vindt plaats op de elementen genoemd in onderdeel 1. Beschrijving Plangebied en 3. Beheermaatregelen. vijfjaarlijkse monitoring tienjaarlijkse monitoring Iedere 10 jaar wordt het beheerplan geëvalueerd & geactualiseerd. Tussentjidse evaluatie vindt plaats na catastrofes (storm, brand, ziekte) * eigenaren van een eigendom <5 ha kunnen de aangegeven punten summier schriftelijk vastleggen. 13

Richtlijn 2 Deskundigenverklaring Een aantal maatregelen mag binnen de standaard alleen worden uitgevoerd als een externe deskundige aan kan geven dat het verstandig is deze maatregel uit te voeren. De deskundige beschikt over een relevante opleiding of beheerervaring. De verklaring van een externe deskundige dient minimaal de volgende inhoud te hebben: 1. Naam en functie van de deskundige 2. De benaming van het bos 3. Een kaart waarop de begrenzing is aangegeven waarvoor de verklaring geldt 4. Een motivatie van de afweging om de maatregel te nemen 5. Een onderbouwing dat alternatieve methoden niet toereikend zijn 6. In geval van bladbehandeling een beschrijving van de dosering en naam van bestrijdingsmiddel, evenals het moment en de wijze van aanbrengen van het middel 7. In geval van kapvlaktes groter dan 2 hectare dient de omvang van de maatregel verantwoord te worden 8. Handtekening, datum en plaats 14

5 BIJLAGEN Bijlage I Afkortingen CAO Collectieve arbeidsovereenkomst Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden Dbh Diameter op borsthoogte (1,30 meter) Naktuinbouw Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw PEFC Programme for the Endorsement of Forest Certification Schemes Bijlage II - Wetgeving Boswet Flora- en faunawet Natuurbeschermingswet 1998 Natuurschoonwet 1928 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden Monumentenwet 1988 Arbowet Wet Milieubeheer Wet ruimtelijke ordening Wet op de archeologische monumentenzorg Provinciale verordeningen inzake waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. 15

Bijlage III Inheemse boomsoorten- en struiksoorten Loofbomen en struiken Latijnse naam Nederlandse naam zeldzaamheid (muv recent aangeplante bossen en landschappelijke beplantingen) Acer campestre Spaanse aak z Acer pseudoplatanus gewone esdoorn Alnus glutinosa zwarte els Alnus incana witte els z Betula pendula ruwe berk Betula pubescens zachte berk Betula pubescens ssp carpathica Karpatenberk z Betula x aurata ruwe berk x zachte berk Carpinus betulus haagbeuk Coprylus avellana hazelaar Cornus mas gele kornoelje z Cornus sanguinea rode kornoelje z Crataegus laevigata Tweestijlige meidoorn z Crataegus monogyna Eenstijlige meidoorn Crataegus x macrocarpa grootvruchtige meidoorn z Crataegus x subspaericea schijnkoraalmeidoorn z Daphne mezereum zwart peperboompje z Eonymus europaeus wilde kardinaalsmuts Fagus sylvatica beuk Fraxinus excelsior es Ilex aquifolium hulst Ligustrum vulgare wilde liguster Malus sylvestris wilde appel z Mespilus germanica wilde mispel z Populus nigra zwarte populier z Populus tremula ratelpopulier Populus x canescens grauwe abeel Prunus avium zoete kers Prunus padus gewone vogelkers Prunus spinosa sleedoorn Pyrus pyraster wilde peer z Quercus petraea wintereik Quercus robur zomereik Quercus x rosacea bastaardeik Rhamnus cathartica wegedoorn Rhamnus frangula vuilboom Salix alba schietwilg Salix aurita geoorde wilg Salix caprea boswilg Salix cinerea grauwe wilg Salix fragilis kraakwilg Salix pentandra laurierwilg Salix purpurea bittere wilg Salix triandra amandelwilg Salix viminalis katwilg sambucus nigra gewone vlier Sambucus racemosa bergvlier 16

Sorbus aucuparia wilde lijsterbes Tilia cordata winterlinde z Tilia platyphyllos zomerlinde z Ulmus glabra bergiep z Ulmus laevis fladderiep z Ulmus minor veldiep Ulmus procera Engelse veldiep Viburnum lantana Wollige sneeuwbal z Viburnum opulus Gelderse roos Naaldbomen Pinus sylvestris grove den Juniperus communis jeneverbes z Taxus baccata taxus z naar Maes 2006: Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen. Boom, Amsterdam. 17

Notities 18