RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 20 april 2009 Voorstel: 177 Zaaknummer: PR

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 GR Ferm Werk

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Langdurigheidstoeslag 2013

Toelichting. Conceptversie toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 18 september 2014 Pagina 1

De Raad van de gemeente Ede,

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van gemeente Staphorst. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

Gemeente Albrandsuuaard

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE HOUTEN

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Gezien van voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 met overneming van de daarin vermelde motieven;

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 concept

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2012

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde verordening - Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Bijlagen: 1. Verordening. Voorstel: 1. Besluiten de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Oosterhout 2009 vast te stellen.

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; gezien het advies van [naam commissie];

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015

VERORDENING langdurigheidstoeslag Lelystad 2012

*Z033732B8C5* gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

- Alleenstaanden en alleenstaande ouders krijgen dezelfde norm voor inkomenstoeslag, namelijk 436,- ;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Rijswijk

De raad van de gemeente Koggenland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011

Gemeente Boxmeer I-SZ/2012/724 / RIS (6)

Artikel 6: Nadere regels Het college stelt nadere regels voor de individuele inkomenstoeslag in beleidsregels.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za /DV , afdeling Samenleving;

Gescand archief datum ^OEC 2014

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, R.nr ;

Verordening. Individuele inkomenstoeslag. gemeente Noord-Beveland 2015

Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente De Wolden 2012

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ;

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t :

Nummer Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet BMWE 2015

Toelichting op de verordening individuele inkomenstoeslag

Rectificatie Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enkhuizen 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; B E S L U I T : DE VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE MENTERWOLDE

Raadsvoorstel agendapunt

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Transcriptie:

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 20 april 2009 Voorstel: 177 Zaaknummer: PR-08-06368 Informatie bij: R.W.van der Blij/ 0348-476437 Onderwerp: Verordening Langdurigheidstoeslag Voorstel De verordening langdurigheidstoeslag 2009 Montfoort vaststellen. Samenvatting Het kabinet heeft besloten de langdurigheidstoeslag op grond van de WWB te decentraliseren. Gemeenten moeten in een verordening regels stellen voor het verstrekken van langdurigheidstoeslag. De decentralisatie en wijziging van artikel 36 van de WWB betekent dat een groot aantal beperkende voorwaarden wordt geschrapt waardoor de doelgroep wordt uitgebreid. Langdurigheidstoeslag wordt een bijzondere vorm van categoriale bijzondere bijstand. Aanleiding en beoogd resultaat De Tweede Kamer heeft op 7 oktober 2008 het wetsvoorstel Decentralisering langdurigheidstoeslag behandeld. Doel van het wetsvoorstel is de langdurigheidstoeslag te dereguleren en n meer armslag te geven in de bestrijding van armoede door middel van gerichte inkomensondersteuning. Gemeenten krijgen weer meer mogelijkheden voor categoriale voorzieningen. Zo kunnen n straks categoriale bijzondere bijstand verstrekken aan gezinnen met schoolgaande kinderen. Dit deel van het wetsvoorstel zal in het vervolg van dit raadsvoorstel verder buiten beschouwing worden gelaten. Dit raadsvoorstel betreft uitsluitend de langdurigheidstoeslag. De langdurigheidstoeslag wordt straks een bijzondere vorm van categoriale bijzondere bijstand. Het stellen van regels inzake (categoriale) bijzondere bijstand is in beginsel een bevoegdheid van het college, maar ten aanzien van de langdurigheidstoeslag krijgen n de opdracht om een verordening vast te stellen. Géén langdurigheidstoeslag verstrekken is dus niet aan de orde. Met dit raadsvoorstel wordt u een voorstel aangeboden voor een Verordening langdurigheidstoeslag zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid onder d van de WWB zoals dat met terugwerkende kracht zal gelden vanaf 1 januari 2009. Voorgeschiedenis Binnen de WWB geldt als uitgangspunt dat het normbedrag, dat is bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van de component reservering, in beginsel toereikend is. Toch bestaat er algemene overeenstemming, ook bij de wetgever, dat de financiële positie van mensen die langdurig op een minimum inkomen zijn aangewezen onder druk komt te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om het inkomen te verhogen. Om die reden is de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. De langdurigheidstoeslag bestaat in de huidige vorm sinds de invoering van de Wet werk en bijstand in 2004. Als vorm van bijstand werd langdurigheidstoeslag opgenomen in artikel 36 van de WWB. Tegelijkertijd werden de bevoegdheden van n om categoriale bijzondere bijstand te verstrekken ingeperkt. Zo verdween de in veel n voorkomende categoriale voorziening om vergoedingen te verstrekken voor de aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen. Verordening Langdurigheidstoeslag 1/5

Door opneming in de WWB werd langdurigheidstoeslag een eenvormige landelijke voorziening die niet is gerelateerd aan bepaalde kosten. Het betreft een algemene inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde belanghebbenden die al langere tijd een inkomen hebben ter hoogte van het sociaal minimum. Gemeenten kregen enige beleidsvrijheid met betrekking tot het buiten beschouwing laten van geringe inkomsten tijdens de referteperiode en de beoordeling of een belanghebbende voldoende heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen. Aan de langdurigheidstoeslag werden verschillende voorwaarden verbonden waardoor de doelgroep werd beperkt. Dit stuitte in de lijke praktijk veelvuldig op uitvoeringsproblemen die tot aanpassing noopten. Zo werden na de invoering op een later moment alsnog mogelijkheden gecreëerd om geringe inkomsten uit arbeid tijdens de referteperiode buiten beschouwing te laten en leidde jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep ertoe dat niet langer onderscheid gemaakt kon worden tussen volledig en gedeeltelijk arbeidsongeschikten. De uitvoeringsproblemen hebben uiteindelijk geleid tot het wetsvoorstel decentralisering langdurigheidstoeslag. Hiermee wordt in feite een tegengestelde beweging gemaakt ten opzichte van de invoering van de WWB. Wettelijke grondslag De wettelijke grondslag voor langdurigheidstoeslag is gelegen in artikel 36 WWB. De tekst tot 1 januari 2008 luidde: 1. Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 23 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die: a. gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden een inkomen heeft dat niet hoger is dan de bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft; b. gedurende de in onderdeel a bedoelde periode geen inkomsten uit of in verband met arbeid heeft ontvangen of ten aanzien van wie het college van oordeel is dat, gelet op de zeer geringe hoogte van de inkomsten uit of in verband met arbeid in die periode en de zeer geringe duur van deze arbeid, in redelijkheid niet gesproken kan worden van een feitelijke aanwezigheid van arbeidsmarktperspectief; c. gedurende de in onderdeel a bedoelde periode naar het oordeel van het college voldoende heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en aanvaarden, en; d. na een periode als bedoeld in onderdeel a, binnen een periode van twaalf maanden niet voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking is gekomen. 2. Bij de vaststelling van het inkomen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt een eerder verstrekte langdurigheidstoeslag buiten beschouwing gelaten. 3. De langdurigheidstoeslag wordt verleend met ingang van de datum waarop een periode als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is bereikt. 4. In afwijking van het eerste lid verleent het college op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 23 jaar of ouder: a. die recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, en b. die voldoet aan het eerste lid, onderdelen a, b, voorzover het inkomsten uit arbeid betreft, c, en d. 5. De langdurigheidstoeslag bedraagt voor gehuwden 486,00, voor een alleenstaande ouder 436,00 en voor een alleenstaande 341,00 per jaar. (bedragen gelden per 1 januari 2008) 6. De artikelen 8, eerste lid, onderdeel b, 13, eerste lid, onderdeel a, en derde lid, 17, 18, tweede en derde lid, 40, 46, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 53a, 54, paragraaf 6.4 en 6.5, alsmede artikel 63 zijn van overeenkomstige toepassing. De tekst van artikel 36 zoals die zal luiden na inwerkingtreding van het wetsvoorstel decentralisering langdurigheidstoeslag: Verordening Langdurigheidstoeslag 2/5

1. Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering. 2. Bij de vaststelling van het inkomen, bedoeld in het eerste lid, wordt een eerder verstrekte langdurigheidstoeslag buiten beschouwing gelaten. 3. Een persoon kan slechts eenmaal binnen een periode van 12 maanden in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. 4. De langdurigheidstoeslag wordt verleend met ingang van de datum waarop de persoon langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft. 5. De artikelen 12, 43, 44, 49 en 52 zijn niet van toepassing. 6. De artikelen 5, 36 en 39, zoals die luidden op 31 december 2008, blijven van toepassing op een aanvraag voor een langdurigheidstoeslag in 2009, indien: a. die aanvraag ziet op een recht op een langdurigheidstoeslag dat in 2009 is ontstaan, b. in 2008 een recht op een langdurigheidstoeslag is ontstaan en een aanvraag daarvoor in 2008 is ingediend, en c. door toepassing van dit lid de hoogte van een langdurigheidstoeslag niet lager uitvalt dan zonder toepassing van dit lid het geval zou zijn. Dit lid vervalt met ingang van 1 januari 2010. Wat verandert per 1 januari 2009: doelgroep wordt uitgebreid door verlaging van de minimumleeftijd van 23 naar 21 jaar; de periode waarover iemand een laag inkomen heeft gehad is niet langer vastgesteld op 60 maanden, maar wordt beleidsvrijheid voor de ; de definitie van laag inkomen is niet langer vastgesteld als gelijk aan de bijstandsnorm, maar wordt beleidsvrijheid voor de ; de aard van het inkomen in de referteperiode is niet langer beperkt tot algemene bijstand of een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid; de doelgroep wordt niet langer gerelateerd aan het ontbreken van arbeidsmarktperspectief, maar aan het ontbreken van uitzicht op inkomensverbetering; de voorwaarde dat iemand voldoende heeft getracht betaald werk te vinden is vervallen; de hoogte van de langdurigheidstoeslag wordt niet langer door de minister vastgesteld, maar wordt beleidsvrijheid voor de. Wat blijft na de wetswijziging: de maximumleeftijd om in aanmerking te komen voor langdurigheidstoeslag is 65 jaar; rechthebbenden hebben gedurende een langere periode een laag inkomen ontvangen dat naar verwachting niet in de nabije toekomst zal stijgen; rechthebbenden hebben niet meer vermogen dan het vrij te laten bedrag in de WWB; langdurigheidstoeslag wordt toegekend met ingang van de eerste datum waarop recht ontstaat en vervolgens, zolang iemand aan de voorwaarden blijft voldoen, eens per jaar per deze peildatum. Opdracht voor de raad Onderdeel van het wetvoorstel decentralisering langdurigheidstoeslag vormt wijziging van artikel 8 WWB, waarin de verplichte verordeningen zijn opgenomen. De raad dient dus in een verordening regels te stellen met betrekking tot het verlenen van langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36 WWB. Die regels hebben in ieder geval betrekking op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. Verordening Langdurigheidstoeslag 3/5

Samenwerking In verband met de samenwerking op het terrein van sociale zaken is dit raadsvoorstel voor een verordening langdurigheidstoeslag gelijktijdig aangeboden aan de raden van de n Loenen, Breukelen, Montfoort, Oudewater en Woerden. De voorgestelde verordening langdurigheidstoeslag is geënt op modelverordeningen van de VNG en Schulinck, de leverancier van het kennissysteem van de afdeling sociale zaken (handboek WWB waarin opgenomen het lijk beleid). Het betreft een beknopte verordening. Hiervoor is gekozen om reden van doelmatigheid. Waar nodig en wenselijk zal in beleidsregels een nadere uitwerking worden gegeven, bijvoorbeeld met betrekking tot de wijze waarop perspectief op inkomensverbetering wordt beoordeeld. Het vaststellen van beleidsregels is een bevoegdheid van het college. Na vaststelling zullen deze ter kennisneming aan de raad worden voorgelegd. Beleidskeuzes Op grond van artikel 36 WWB zoals dat na 1 januari 2009 luidt, moet in de verordening de hoogte van de langdurigheidstoeslag worden vastgesteld en moet worden bepaald wat onder een langdurig en laag inkomen wordt verstaan. Hoogte van de langdurigheidstoeslag In de huidige regeling komt de hoogte van de langdurigheidstoeslag overeen met een percentage van de toepasselijke bijstandsnorm. Dat is voor de verschillende groepen vrijwel gelijk en ligt tussen 38 en 39 %. In de huidige wetstekst is de hoogte van de langdurigheidstoeslag beschreven als een bedrag dat jaarlijks door de minister wordt aangepast. Om dergelijke aanpassingen te voorkomen wordt de hoogte van de toeslag in de tekst van deze verordening beschreven als een percentage van de toepasselijke uitkeringsnorm. Daarbij is aansluiting gezocht bij de huidige bedragen. Om onafgeronde bedragen te vermijden is gekozen voor een afronding. Het gekozen percentage van 38% van de uitkeringsnorm, naar boven afgerond op een veelvoud van 10,-, levert hoegenaamd dezelfde bedragen op als onder de huidige wet. Referteperiode (oftewel, wat is langdurig?) In navolging van de modelverordeningen wordt gekozen voor een referteperiode van 36 maanden waarover wordt vastgesteld of iemand een laag inkomen heeft gehad. In de uitvoeringspraktijk is namelijk gebleken dat de huidige termijn van 60 maanden als te lang wordt ervaren. Over het algemeen is er niet veel reserveringsruimte over als iemand drie jaar op een minimum inkomen aangewezen is geweest. Onderzoek van bijvoorbeeld het Nibud wijst hier ook op. Een refertetermijn van 3 jaar is ook in overeenstemming met de impliciet door de wetgever gegeven termijn. Die heeft immers de minimumleeftijd teruggebracht van 23 naar 21 jaar juist vanwege het afschaffen van de refertetermijn van 5 jaar. Een belanghebbende is (normaal gesproken) vanaf zijn 18e voor de WWB een zelfstandig rechtssubject. Op deze wijze ontstaat een logische samenhang tussen regelingen. Laag inkomen In de huidige regelgeving voor langdurigheidstoeslag is laag inkomen bepaald als het inkomen dat gelijk is aan de toepasselijke bijstandsnorm. Gemeenten krijgen nu vrijheid om dat anders te definiëren en zodoende de doelgroep uit te breiden. Voor verhoging van de inkomensgrens kan worden gekozen uit oogpunt van een ruimhartig armoedebeleid. Er kan bijvoorbeeld worden aangesloten bij andere regelingen die hieronder vallen. De declaratieregeling kent de ruimste doelgroep: tot maximaal 120% van de bijstandsnorm. Dit is evenwel niet de meest voor de hand liggende referentie. De declaratieregeling is immers niet bedoeld voor noodzakelijke kosten, waar de langdurigheidstoeslag dat feitelijk wel is. Categoriale bijzondere bijstand kent een inkomensgrens van 110% van de bijstandsnorm. In deze verordening wordt, in navolging van het aannemen van moties door de raden van Woerden en Oudewater, gekozen voor 110% van de bijstandsnorm. Dat is overigens overeenkomstig het advies van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand. Verordening Langdurigheidstoeslag 4/5

Financiële toelichting Door de wetswijziging verandert ook de financiering door het Rijk. Omdat langdurigheidstoeslag een bijzondere vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt, worden middelen uit het macrobudget voor het inkomensdeel WWB overgeheveld naar het fonds. Het is inmiddels bekend dat het voor de Montfoort gaat om een bedrag van 9.566,-. Dit zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Het bedrag dat in 2009 voor de uitvoering van de langdurigheidstoeslag nodig is, zal hoger liggen omdat: De leeftijdsgrens is verlaagd De refertetermijn is bekort van 60 naar 36 maanden De inkomstenbron geen rol meer speelt (ook werkenden of mensen met een lage WW uitkering komen in aanmerking) We nu gebruik kunnen maken van de bestanden van de kwijtschelding belasting Er betere voorlichting komt over de regelingen. De keus van een inkomensnorm van 110% van het sociaal minimum betekent op basis van CBS cijfers dat 275 huishoudens dit inkomen hebben in Montfoort. Het deel van de huishoudens die dat inkomen al drie jaar heeft wordt geschat op 55%, dus 150 huishoudens. Bij een bereik van 50% kunnen er 75 aanvragen worden verwacht. Dat zou betekenen dat er met de uitvoering van de verordening 31.500,- gemoeid is. Dat zou een tekort betekenen van 21.815,-. Nu is het zo dat de uitgaven voor bijzondere bijstand voor 2008 vergeleken met de begroting 2009 een onderuitputting te zien geeft van 19.867,-. In dat geval is er dekking voor 19.867,- + 9.566,- = 29.423,-, afgerond 30.000,-. Dit bedrag wordt in de Marap meegenomen. Op dat moment is ook een meer exacte raming mogelijk. Communicatie Het voorstel voor de verordening is ter advisering voorgelegd aan de Regionale Adviesraad Werk en Inkomen. Het advies ligt bij de stukken ter inzage De vaststelling van de verordening door de raad wordt bekendgemaakt De mogelijk rechthebbenden in het eigen bestand van de afdeling sociale zaken worden opgespoord en gestimuleerd om gebruik te maken van de nieuwe regeling. Bekende partners in het maatschappelijk middenveld worden benaderd zodat zij op de hoogte zijn van de nieuwe regeling en hun klanten kunnen helpen er gebruik van te maken. Uitvoering en planning Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2009. Burgemeester en wethouders, de heer R.E.C. Kleijnen secretaris de heer E.L. Jansen BA burgemeester In de openbare vergadering van heeft de raad besloten: Neem hier de tekst over van het kopje 'Voorstel' De griffier, De voorzitter, mevrouw drs. D.E. van der Kamp de heer E.L. Jansen BA Verordening Langdurigheidstoeslag 5/5