Opheffen van een stoma



Vergelijkbare documenten
Opheffen van een stoma

Verwijderen van een deel van de lever

Littekenbreukoperatie

Littekenbreukoperatie

Het verwijderen van een nier

Bypass operatie aan het been

Operatie aan de liesslagader Liesdesobstructie

Inleiding. De dunne darm

Inleiding. Een navelbreuk

Dikke darm operatie. Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2015 pavo 0697

Verwijderen van de blindedarm bij volwassenen

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische operatie

Bypass operatie aan het been

Inleiding. De dikke darm

Slijmbeursoperatie. Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Chirurgie februari 2012 pavo 0335

Operatie aan de grote buikslagader. Endovasculaire procedure

Prostaatoperatie via de buik

Dunne darm operatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Het inbrengen van een CAPD-catheter

Liesbreukoperatie. bij volwassenen

Het verwijderen van schroeven, platen of pennen uit botten

Ook heeft u een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt of u de operatie lichamelijk aankunt.

Inleiding. Een penoplicatie. Pré-operatieve screening

Prostaatoperatie via de buik

Operatie aan de lever

Het verwijderen van de baarmoeder via de vagina. Opname in het ziekenhuis

Operatie aan de grote buikslagader. Open procedure

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie

Een maagoperatie. Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2015 pavo 0351

Penoplicatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Verwijderen van de blindedarm bij volwassenen

Operatie aan de grote buikslagader. Endovasculaire procedure

Het opheffen van een darmstoma

Slijmbeursoperatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Aambeien. Albert Schweitzer ziekenhuis april 2015 pavo 0334

Operatie aan overmatig zweten van handen en/of oksels

Gynaecomastie operatie

Operatie aan de plasbuis

Urolift Behandeling van plasklachten bij een vergrote prostaat

Operatie aan de plasbuis

Inleiding. De milt. Ligging van de milt

Dikke darm operatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Het verwijderen van schroeven, platen of pennen uit botten

Het inbrengen van een CAPD-katheter

Laparoscopische sterilisatie. Door de gynaecoloog

Verwijderen van een nier of een deel van de nier via een kijkoperatie

Hersteloperatie na sterilisatie bij de man

Nierbekkenplastiek. Kijkoperatie

Verwijderen van een blaassteen

Operatie aan de lever

Operatie aan de slokdarm Aanleggen van een buismaag

Aambeien. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Een gynaecologische operatie via de buikwand. Opname in het ziekenhuis

Laserbehandeling bij anale fistel

Urolift Behandeling van plasklachten bij een vergrote prostaat

Informatie voor thuis Na een opname op afdeling D2, locatie Dordwijk

Introïtusplastiek. De ingang van de vagina ruimer maken

Chirurgische thoracoscopie

Speekselklieroperatie

Een operatie bij anuskloofjes

Liesbreukoperatie. Bij baby s en kinderen. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Dikke darm operatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Liesbreukoperatie Bij baby s en kinderen

TVT-behandeling bij stressincontinentie. Behandeling door de gynaecoloog

Blaasoperatie (Bricker-operatie)

Operatie aan overmatig zweten van handen en/of oksels

Verwijderen van de sternumdraden

Inbrengen van een onderhuidse poort

Introïtusplastiek De ingang van de vagina ruimer maken

Operatie aan een trechterborst

Een operatie aan een fistel, haarnestcyste of een abces bij de anus

Botuline-injecties in de blaas

TVT-behandeling bij stressincontinentie. Behandeling door de gynaecoloog

Operatie aan de grote buikslagader. Open procedure

Opheffen van een darmstoma

Prostaatoperatie via de buik

Het verwijderen van een testikel

ERAS-programma versneld herstel na darmchirurgie

Verwijderen van de baarmoeder via een kijkoperatie

Laserbehandeling bij aambeien

Een voorwand- en/of achterwandplastiek. Met of zonder baarmoederverwijdering

Operatie van een afwijking in de borst

Stressincontinentie. (ongewild urineverlies) Operatie door de uroloog. Albert Schweitzer ziekenhuis Urologie oktober 2013 pavo 0225

M.S.L.T.-onderzoek. Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2012 pavo 0947

Een operatie voor het verwijderen van de blaas

E R A S, her s t e l p r o g r a m m a n a e e n d i k k e d a r m o p e r a t i e

Een gynaecologische operatie via de buikwand. Opname in het ziekenhuis

Tur-prostaat of blaashalsincisie

Met ontslag van afdeling A2. Chirurgie/Gynaecologie

Operatie aan de voet

Galblaasoperatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

ERAS (herstelprogramma na een dikke darmoperatie

Welkom op de afdeling Dagbehandeling Locatie Dordwijk en Zwijndrecht Informatie voor volwassenen

Operatie bij een verzakking Colpocleisis

Verwijderen van een blaassteen

Aanbrengen van een cerclage of Shirodkar-bandje Om de baarmoedermond

Operatie aan de alvleesklier Whipple

Zweetklieroperatie. Albert Schweitzer ziekenhuis Afdeling Chirurgie maart 2015 pavo 0315

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Patiënteninformatie bij het ERAS programma

Transcriptie:

Opheffen van een stoma Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2015 pavo 0206

Inleiding U heeft bij een vorige operatie een darmstoma gekregen. In overleg met de chirurg is besloten dit stoma op te heffen. In deze folder leest u meer over het opheffen van uw stoma, de voorbereiding, de operatie, het verblijf in het ziekenhuis en de periode na de operatie. Pré-operatieve screening Gesprek anesthesioloog Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aankunt, wordt u voor de operatie onderzocht door de anesthesioloog. De zogenaamde pré-operatieve screening. De anesthesioloog bespreekt de mogelijkheden van anesthesie en pijnbestrijding met u. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek zoals bloedonderzoek, ecg (hartfilmpje) en een longfoto. Zo nodig verwijst de anesthesioloog u naar andere specialisten om uw conditie nader te beoordelen. Medicijngebruik Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u hoeveel dagen voor de operatie u moet stoppen met deze medicijnen. Als de anesthesioloog dit niet met u heeft besproken belt u dan met de pré-operatieve polikliniek om dit aan te geven. Overgevoeligheid/ allergie Als u overgevoelig bent voor medicijnen, bijvoorbeeld antibiotica, meldt u dit aan de chirurg, anesthesioloog en verpleegkundige. Als u niet precies weet voor welke medicijnen u overgevoelig bent, kunt u dit via uw huisarts of apotheek proberen te achterhalen. 1 van 10

Het intakegesprek U heeft ook een gesprek met een verpleegkundige van de verpleegafdeling. Dit gesprek kan plaatsvinden voor de opname of op de dag van de opname. De verpleegkundige stelt u vragen over uw ziektevoorgeschiedenis, medicijngebruik etc. Verder vertelt de verpleegkundige hoe de opname in het ziekenhuis verloopt. Huishoudelijke hulp Na de operatie mag u een aantal weken geen zwaar huishoudelijk werk doen. Als u geen partner of huisgenoten heeft die dit kunnen doen, dan kunt u huishoudelijke hulp aanvragen. Deze aanvraag moet u zelf doen bij het WMO-loket van uw woonplaats. WMO betekent Wet Maatschappelijke ondersteuning. Voor de regio Drechtsteden kunt u bellen naar tel. (078) 770 89 10. Woont u buiten de regio Drechtsteden, dan kunt u naar het gemeentehuis van uw woonplaats bellen. De aanvraag van huishoudelijke hulp kan een paar weken duren. We raden u daarom aan om dit al voor uw opname in het ziekenhuis aan te vragen. Voor huishoudelijke hulp moet u een inkomensafhankelijke eigen bijdrage betalen. De opnamedatum U wordt gebeld door Bureau opname om de opnamedatum af te spreken. De dag van opname en het tijdstip zijn afhankelijk van de voorbereidingen die u nodig heeft voor de operatie. Als u de avond voor de operatie wordt opgenomen, meldt u zich om 19.00 uur op afdeling A2. Als u op de dag van de operatie wordt opgenomen dan belt u één werkdag voor de operatie tussen 15.00-16.00 uur naar afdeling A2. U krijgt dan te horen hoe laat u verwacht wordt. Als u op maandag wordt opgenomen, belt u de vrijdag ervoor. 2 van 10

Medicijnen meenemen U neemt alle medicijnen die u gebruikt, in originele verpakking, mee naar het ziekenhuis. Opname in het ziekenhuis U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling. Darmvoorbereiding Afhankelijk van de soort operatie die u gaat krijgen, kan een darmvoorbereiding nodig zijn. Dit wordt voorafgaand aan de opname met u besproken Verdere voorbereidingen Uw buik en schaamstreek worden geschoren. Soms wordt voor de operatie al een infuus ingebracht om vocht of antibiotica te geven. U kunt zich voor de operatie nog douchen. U mag geen bodylotion of crème gebruiken. Ongeveer een half uur voor de operatie vraagt de verpleegkundige u om uit te plassen. U krijgt een operatiejasje aan. Tijdens de operatie mag u geen sieraden, piercings, nagellak, kunstnagels, make-up, contactlenzen, brillen, gebitsprothese en hoorapparaten dragen. Alleen als u zonder hoorapparaten zeer slecht of niks hoort mogen deze worden meegenomen. De verpleegkundige brengt u naar de operatie-afdeling. De operatie Op de operatieafdeling brengt de anesthesioloog u onder narcose. De grootte van de wond die nodig is om het stoma terug te kunnen leggen, hangt af van het soort stoma dat u heeft Vaak heeft u bij het terugleggen van een eindstandig stoma een buikwond. Bij een dubbelloops stoma is er vaak alleen een kleine snede ter plaatse van het stoma nodig. 3 van 10

De chirurg herstelt tijdens de operatie de normale loop van uw darm. De plaats waar de stoma heeft gezeten wordt gehecht. De chirurg kan ervoor kiezen om de bovenste huidlaag niet te hechten. De uitwendige wond blijft dan open. De wond wordt op de verpleegafdeling dagelijks verzorgd. De chirurg heeft vooraf met u besproken hoe de operatie zal verlopen. Na afloop van de operatie vertelt de chirurg of de operatie volgens het plan is gegaan. Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier vinden regelmatige controles plaats van uw hartslag en bloeddruk. Zodra u goed wakker bent en de controles goed zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie heeft u: Een infuus: u krijgt voor de operatie al een infuus. Het infuus houdt u tot een paar dagen na de operatie. Dit hangt af van hoe snel uw darmen weer op gang komen en of u weer voldoende kunt drinken. Soms een blaascatheter: de urine uit uw blaas wordt via een slang opgevangen in een zakje. U krijgt de catheter tijdens de operatie. Met een blaascatheter kan uw urineproductie nauwkeurig worden gemeten. In overleg met de chirurg wordt deze verwijderd. Soms een maagsonde: uw maag wordt leeggehouden door een slangetje dat via uw neus in uw maag ligt. Pas als uw darmen weer goed werken wordt de maagsonde verwijderd. Soms een drain: dit is een slang die via een aparte opening in uw buik ligt en wondvocht afvoert naar een opvangzak. De drain zit met een hechting aan uw buikwand vast. De chirurg bespreekt wanneer de drain verwijderd mag worden. 4 van 10

U krijgt tijdens de ziekenhuisopname dagelijks een injectie om de kans op trombose te verminderen. Na de operatie wordt er regelmatig bloed bij u afgenomen voor onderzoek van de bloedwaarden. Pijnbestrijding Voor uw herstel is goede pijnbestrijding belangrijk. De anesthesioloog spreekt daarom pijnbestrijding af. Als u tijdig aangeeft dat u pijn heeft, kan de pijn goed worden bestreden. Mobiliseren Het is belangrijk om zo snel mogelijk weer uit bed te komen. Dit vermindert de kans op trombose en voorkomt dat u spierkracht verliest. De dag na de operatie probeert u op een stoel te gaan zitten. Als u rechtop zit is uw ademhaling beter. U heeft dan minder kans op luchtweginfecties. De eerste keren komt u onder begeleiding van de fysiotherapeut en een verpleegkundige uit bed. Ontlasting Na de operatie moeten uw darmen weer op gang komen. U kunt dan een borrelend gevoel en ook krampen in uw buik krijgen. Ook moet u windjes laten. Dit komt omdat er lucht in uw darmen zit. Probeer de windjes niet op te houden. U krijgt gedurende de rest van de opname twee keer per dag een laxeermiddel in de vorm van kauwtabletten. Dit laxeermiddel zorgt ervoor dat uw darmen weer goed gaan werken en dat u binnen drie dagen ontlasting heeft. Omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt, kan het zijn dat u de eerste tijd de ontlasting minder goed voelt aankomen. Daarnaast is uw ontlasting in het begin vaak dun en moet u regelmatig naar het toilet. Na het opheffen van uw stoma kan dit soms een aantal dagen tot weken duren. De ontlasting wordt vaak vanzelf weer vaster en komt minder vaak.. 5 van 10

Dieet Na de operatie mag u al weer snel wat gaan drinken. Aan het einde van de operatie heeft u via het infuus medicijnen gekregen die misselijkheid zoveel mogelijk moeten voorkomen. Als u niet misselijk bent, probeer dan minstens een halve liter te drinken. Als avondeten krijgt u een vloeibare maaltijd. U voelt zelf of u in staat bent om te eten. Meestal bent u de eerste dagen niet in staat om een normale hoeveelheid te eten. De diëtiste zal u dan voedingsadviezen geven. Soms mag u na de operatie alleen slokjes water drinken. Gedurende de dagen na de operatie zal uw dieet worden uitgebreid. Douchen Als u zich er toe in staat voelt, mag u in overleg met de verpleegkundige, weer douchen. Hechtingen en wondverzorging Als er geen oplosbare hechtingen zijn gebruikt dan zullen de hechtingen tussen de 10 de en de 14 de na de operatie op de polikliniek worden verwijderd. Als het wondje niet geheel is gesloten, zal de wond dagelijks moeten worden uitgespoeld onder de douche. De verpleegkundige zal met u (en eventueel uw partner) bekijken of u dit zelf kan. Als u dit niet zelf kunt, wordt de thuiszorg ingeschakeld. U betaalt hiervoor een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Mogelijke complicaties Iedere operatie brengt bepaalde risico s met zich mee. Er worden veel voorzorgsmaatregelen genomen om deze risico s te verkleinen. De algemene complicaties die na een operatie kunnen optreden zijn trombose en een ontsteking van een ader waar een infuus in zit. 6 van 10

Daarnaast kunnen bij deze operatie de volgende complicaties optreden: Een wondinfectie of abces. Dit is een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen. Bij een wondinfectie worden hechtingen verwijderd, zodat pus uit de wond gespoeld kan worden. U hoeft voor een wondinfectie niet in het ziekenhuis te blijven. Naadlekkage. Dit is een lek op de plaats waar de darm weer aan elkaar is gemaakt. De inhoud van de darm lekt weg in de buik en kan voor ontsteking van het buikvlies zorgen. Dit is een ernstige complicatie waarbij een operatie noodzakelijk is. Een nabloeding. Als u een blaascatheter heeft is de kans op een blaasontsteking groter. Dit kan behandeld worden met medicijnen. Gastroparese is een vertraagde maagontlediging en kan ontstaan als gevolg van de operatie. In een gezond spijsverteringssysteem wordt het voedsel door krachtige spiersamentrekkingen vanuit de maag naar de darmen verplaatst. Bij een gastroparese werken de maagspieren (tijdelijk) slecht of helemaal niet, waardoor de maag niet normaal kan worden geleegd. De maagsappen en voeding blijft in de maag staan. De meest voorkomende symptomen van een vertraagde maagontlediging zijn: misselijkheid, braken en een opgeblazen gevoel in de buik. Om deze klachten te verlichten wordt vaak een neusmaagsonde ingebracht. Dit slangetje loopt via de neus door de keelholte en de slokdarm tot in de maag. Via dit slangetje kan maagsap, dat anders in de maag zou blijven staan, nu aflopen naar een opvangzak. Het doel hiervan is om de klachten van misselijkheid, braken en een opgeblazen gevoel in de buik te verlichten. Meestal mag u dan ook niks meer eten. Als er geen maagsappen meer in het zakje aan de maagsonde lopen, betekent dit dat de maag weer op gang is. De maagsonde mag er dan uit. Als de gastroparese lang duurt en ondervoeding dreigt, kan in overleg met u besloten worden om een 3-lumen sonde in te brengen. Informatie hierover is te lezen in de folder 3-lumen sonde. 7 van 10

Vertraagde darmlediging, ook wel paralytische ileus genoemd. De beweging van de darmen is vertraagd of niet aanwezig. Het voedsel hoopt dan op en kan het lichaam niet verlaten. U heeft dan een aantal dagen geen ontlasting, een bolle gespannen buik, vol gevoel, misselijkheid en braken. Er wordt een maagsonde ingebracht om de maag leeg te houden en de darmen te laten rusten. U mag tijdelijk niks eten en drinken. Om u toch voeding te geven, zal u op een andere manier gevoed gaan worden. De mogelijkheden zullen dan door de chirurg met u worden besproken. Soms kunnen klysma s via de anus (of stoma) helpen om de ontlasting weer op gang te krijgen. Zodra de darmen weer actief zijn kan het eten en drinken weer worden opgebouwd Belangrijk is dat u zelf blijft bewegen. Dit bevorderd uw herstel. Informatie hierover is te lezen in de folder darmafsluiting. Naar huis U mag vanaf de 3 de dag na de operatie naar huis als u: zich in staat voelt om naar huis te gaan; ontlasting heeft gehad of windjes laat; weer normaal eet; goede pijnstilling heeft. De chirurg bespreekt met u wanneer u het ziekenhuis mag verlaten. U krijgt een afspraak mee voor controle en eventueel verwijderen van de hechtingen op de polikliniek Chirurgie. Als u na uw ontslag uit het ziekenhuis hulp nodig heeft bij het wassen en aankleden of bij de wondverzorging, kan de verpleegkundige een aanvraag voor thuiszorg doen. U moet hiervoor een inkomensafhankelijke eigen bijdrage betalen 8 van 10

Leefregels Om de kans op complicaties te verminderen adviseren wij u: De eerste zes weken na de operatie niet zwaar te tillen. Dit betekent dat u maximaal 1 kg mag tillen. Geen zwaar huishoudelijk werk doen zoals ramen zemen, stofzuigen etc. gedurende de eerste vier tot zes weken. Daarna mag u geleidelijk weer wat zwaarder werk gaan doen. Douchen mag. U mag pas weer in bad nadat de hechtingen zijn verwijderd. Alles eten en drinken wat u voor de operatie gewend was. U merkt het vanzelf als iets te zwaar valt voor u. Als de diëtiste u advies heeft gegeven, volgt u dat advies. Fietsen en autorijden op geleide van de pijn. U mag weer gaan werken na overleg met de chirurg. Een arts waarschuwen Als u na ontslag uit het ziekenhuis last krijgt van: aanhoudende koorts; geen ontlasting; toenemende buikpijn; braken; hevige rugpijn neem dan contact op met het ziekenhuis. Tijdens kantooruren belt u naar de polikliniek Chirurgie waar u onder behandeling bent. Buiten kantooruren kunt u bellen met het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis, tel. (078) 654 11 11. U vraagt dan naar de dienstdoende chirurgisch assistent en legt uit: Wanneer bent u geopereerd en wanneer met ontslag gegaan. Welke klachten heeft u nu en hoe lang al. Wat heeft u zelf eventueel al aan de klachten gedaan. 9 van 10

Tot slot In deze folder is een algemeen beeld gegeven van het verloop van de opname en de operatie. Het kan zijn dat uw opname anders verloopt dan hier is beschreven. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u vóór en na uw opname op werkdagen tussen 08.00 17.00 uur bellen met de polikliniek Chirurgie of met de stoma-verpleegkundige. Tijdens uw opname kunt u uw vragen stellen aan de chirurg, de stomaverpleegkundige of de verpleegkundige op de afdeling. Polikliniek Chirurgie, tel. (078) 652 32 50 Ook voor het maken of verzetten van een afspraak bij de polikliniek Chirurgie belt u voor alle locaties naar tel. (078) 652 32 50. Stomaverpleegkundige (078) 642 32 78 of (078) 654 28 85 10 van 10