Archeologisch vooronderzoek te Overijse-Drogenberg

Vergelijkbare documenten
Proefsleuvenonderzoek Drogenbos-Kuikenpad Kaat De Langhe

Proefsleuvenonderzoek Zemst (Elewijt)-Solariumlaan Kaat De Langhe

Archeologisch vooronderzoek Liedekerke - Monnikbosstraat

Proefsleuvenonderzoek Maleizen Hoeilaartsesteenweg

Proefsleuvenonderzoek Baarle-Hertog Dr. Govaertsplantsoen

Proefsleuvenonderzoek Asse-Krokegemseweg Kaat De Langhe

Het archeologische vooronderzoek aan de Karthuizersstraat te Holsbeek. Inhoudstafel p. 1. Hoofdstuk 1: Inleiding en situering p. 2

Proefsleuvenonderzoek Harelbeke-Lindenlaan

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan de Nachtegaalstraat te Koersel

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Archeo-rapport 75 Het archeologisch vooronderzoek aan Maalhofdijk te Heist-op-den-Berg

Archeo-rapport 50 Het archeologische vooronderzoek aan de Deerlijksesteenweg te Harelbeke

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

Proefsleuvenonderzoek Lummen - Burggrachtstraat

Archeo-rapport 2 Archeologisch vooronderzoek aan de Dorpsstraat te Hechtel

Archeo-rapport 106 Het archeologisch vooronderzoek aan de Bremstraat te Lembeek Sophie Rooms & Maarten Smeets

Archeo-rapport 197 Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen Annelies De Raymaeker, Michiel Steenhoudt & Maarten Smeets

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 38 Het archeologisch vooronderzoek aan Dompel te Herentals

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Archeo-rapport 40 Het archeologische vooronderzoek op Klein Einderveld te Eksel

Archeo-rapport 29 Het archeologische vooronderzoek aan de Bergestraat- Cruyscouter te Asse

Archeo-rapport 1 Archeologisch vooronderzoek van het Berkenhof te Opvelp

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

RWZI Moorslede: Bijkomend onderzoek

Verslag proefsleuvenonderzoek Eindhout - Gemeenteheidestraat (gem. Laakdal; prov. Antwerpen) (vergunning 2007 / 94)

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

Programma van maatregelen: Aalter Sint-Jozefstraat

Archeo-rapport 10 Archeologisch vooronderzoek in het kader van de verkaveling Den Brand te Puurs

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Archeo-rapport 32 Het archeologische vooronderzoek van de verkaveling Heikantstraat/Kerkhofweg te Essen

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

Archeo-rapport 37 Het archeologische vooronderzoek aan de Dreefvelden te Sint-Katelijne-Waver

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem

Archeo-rapport 44 De archeologische begeleiding aan het kruispunt N78 en Hoogbaan te Dilsen-Stokkem

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Bavikhove, Eerste Aardstraat

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Edingseweg (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen)

Archeo-rapport 49 Het archeologisch vooronderzoek aan de Molenweg te Winksele

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER

Archeologisch vooronderzoek aan de Battelestraat te Velm (Sint-Truiden)

ARCHEOLOGIENOTA. ZOTTEGEM LEEUWERGEMSTRAAT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeologisch vooronderzoek met explosieve resultaten langs de Koedreef te Wetteren (O.-Vl.) maart Ruben Pede & Mieke Van de Vijver

Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen)

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

ARC HAEO LOG I CAL SOLUTIONS

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Proefsleuvenonderzoek in Oostnieuwkerke-Spanjestraat (Staden) (2008/62//2009/128)

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeo-rapport 115 Het archeologisch vooronderzoek aan de Spoorweglaan te Dendermonde Marjolijn De Puydt & Maarten Smeets

Averboodse Baan (N165), Laakdal

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Ruben Willaert bvba Auteur: Thomas Pieters Foto s, tekeningen en plannen: Ruben Willaert bvba (tenzij anders vermeld) In opdracht van: Electrabel NV

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeo-rapport 198 Het archeologisch vooronderzoek aan de Leuvenselaan te Tienen Annelies De Raymaeker, Michiel Steenhoudt & Maarten Smeets

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologisch vooronderzoek van de loten 15 t.e.m. 22 in het kader van de verkaveling De Waterhoeve aan de Schoolstraat te Brecht

Archeologisch vooronderzoek te Hoogstraten - 's Boschstraat

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Proefsleuvenonderzoek Wervik - Hoogweg

ADDENDUM 10. Werkput 5

Archeo-rapport 54 Het archeologische vooronderzoek bij de uitbreiding van Meubelen Jore te Millen

Archeologienota Roeselare Klaproosstraat

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN HASSELT SASPUT

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BORNEM INDUSTRIEWEG

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM ROTSELAAR BROEKSTRAAT

Archeo-rapport 9 Archeologisch vooronderzoek GEN-Dilbeek (km )

Archeologisch vooronderzoek te Sint-Joris-Winge Aarschotsesteenweg

Kale - Leie Archeologische Dienst. J a a r v e r s l a g K a l e - L e i e A r c h e o l o g i s c h e D i e n s t

Archeo-rapport 41 Het archeologisch vooronderzoek aan de Kastanjedreef te Tervuren

Archeologisch vooronderzoek op de wijk "Heiligstraat" te Hemiksem - Heiligstraat/Wijngelagweg/Varenstraat.

Archeo-rapport 171 Het archeologisch vooronderzoek aan de Hazelereik te Tongeren

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen)

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ZAVENTEM KLEINENBERGSTRAAT

2 Archeologisch vooronderzoek Sint-Denijs-Westrem - Flanders Expo Zone 3

Archeo-rapport 6 Archeologisch vooronderzoek aan de Kleine Amer te Puurs

RAPPORT 86. Archeologische opgraving aan de Heukelommerweg te Riemst. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Dhr. Pauly.

Archeologisch vooronderzoek te Hoogstraten - 'Leemstraat- 's Boschstraat'

Groenling (Roeselare, West-Vlaanderen)

Intern OE-rapport. Ename Lijnwaadmarkt 48 Beknopt prospectieverslag.

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

Raakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen)

Transcriptie:

Archeologisch vooronderzoek te Overijse-Drogenberg Ryssaert C. Ruben Willaert BVBA 2008

Inhoudsopgave Inhoudsopgave...1 1. Algemeen...2 1.1. Inleiding...2 1.2. Situering...3 1.2.1. Lokalisering...3 1.2.2. Bodemkundige gegevens...4 1.2.3. Historische gegevens...4 2. Methodiek...6 2.1. Vooropgestelde strategie...6 2.2. Onderzoeksmethode...6 3. Resultaten...7 3.1. Algemene waarnemingen...7 3.2. Stratigrafie...7 3.3. Archeologische gegevens...9 4. Evaluatie en advies...12 BIBLIOGRAFIE...13 BIJLAGEN...14 1. Overzichtsplan...14 2. Omtrek en Oppervlakte van de proefsleuven...15 3. Vondstenlijst...15 4. Sporenlijst...15 1

1. Algemeen 1.1. Inleiding Het archeologisch patrimonium kan omschreven worden als het geheel aan resten die in of op de bodem aanwezig zijn en getuigen van het menselijk handelen in het verleden. Op 30 juni 1993 keurde het Vlaamse parlement het decreet houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium goed 1. Dit decreet ontstond naar aanleiding van het Europese verdrag ter bescherming van het archeologisch erfgoed, dat in 1992 in Valetta (Malta) ondertekend werd door de leden van de Europese Ministerraad 2. Het verdrag van Malta werd op 12 oktober 2001 door de Vlaamse regering goedgekeurd en door de federale regering op 30 januari 2002 ondertekend. Uitgangspunten van het verdrag zijn: een betere afstemming tussen archeologische erfgoedzorg en ruimtelijke planningsprocessen, een integrale monumentenzorg en behoud van het archeologisch erfgoed in situ. Het verdrag van Malta stuurt daarnaast ook aan op de veralgemening van het zgn. veroorzakersprincipe. Waar het archeologisch patrimonium door de uitvoering van werkzaamheden verloren dreigt te gaan, moeten de kosten van een voorafgaand wetenschappelijk verantwoord onderzoek ervan verhaald worden op de veroorzaker. Het archeologisch onderzoek te Overijse (prov. Vlaams-Brabant) vond plaats ter hoogte van de Drogenberg. Het plangebied bevond zich op één groot perceel ten zuidoosten van het voormalige klooster Beiershof en was omgeven door recente bewoning. In de nabije toekomst wordt hier door Providentia cv sociale huisvesting voorzien. De werken zullen in belangrijke mate de bodem verstoren en potentiële archeologische sporen vernietigen. Daarom werd in opdracht van het Agentschap RO-Vlaanderen Onroerend Erfgoed voorafgaand een archeologisch proefsleuvenonderzoek gevraagd. Het onderzoek werd uitgevoerd door Ruben Willaert bvba 3, meer bepaald door Caroline Ryssaert. Het Agentschap RO-Vlaanderen Onroerend Erfgoed (Els Patrouille) stond in voor de administratieve begeleiding van het project. Het onderzoek kreeg de opgravingsvergunning 2008/277 en de archeologische werkcode OV08 (Overijse, 2008). De voorziene termijn bedroeg 6 werkdagen: 3 dagen terreinwerk en 3 dagen verwerking. Het proefsleuvenonderzoek vond plaats van 12 november tot en met 15 november 2008. 1 Decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologische patrimonium, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999 en 28 februari 2003. 2 Conventie van La Valetta (Malta), Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed, 20 januari 1992 3 Bloemisterijstraat 6, 8340 Sijsele. Website: www.rubenwillaert.be. 2

1.2. Situering 1.2.1. Lokalisering Overijse bevindt zich in de provincie Vlaams-Brabant aan de zuidelijke rand van het Zoniënwoud en maakt deel uit van het Brabantse leemplateau. Het plangebied bevindt zich in het gehucht Overijse-centrum. Dit gehucht situeert zich langs de rivier de IJse. Figuur 1: situering plangebied te Overijse Het onderzoek vond plaats op een groot perceel landbouwgrond langs de Drogenberg. Op de kadasterkaart heeft het plangebied perceelsnummer 135g5. Figuur 2: Kadasterkaart met lokalisering van het plangebied (schaal 1:2500) 3

1.2.2. Bodemkundige gegevens De bodem in het plangebied staat geklasseerd als een droge leembodem zonder profielontwikkeling (Abp). Naar het zuidoosten toe zit een droge leembodem met textuur B horizont (Aba1) 4. Figuur 3: Bodemkaart met lokalisering van het plangebied Deze gronden zijn in lichte mate bijgemengd met grind (vuursteen). 1.2.3. Historische gegevens 5 De naam Overijse is afgeleid van de rivier die door de gemeente stroomt namelijk de IJse. De oudste benaming, Isca, komt voor op een oorkonde uit 832. Het woord Isca is mogelijk van Keltische oorsprong en zou water betekenen. IJzertijdvondsten zijn niet echt gekend in Overijse zelf, wel in het nabijgelegen Hoeilaart. Tijdens de Romeinse periode zou in het centrum van Overijse een aantal villa s gestaan hebben. Later maakte het gebied deel uit van een groot merovingisch domein. Dit domein breidde zich uit met de verdere ontbossing van het Zoniënwoud en de daarmee gelieerde inplanting van een aantal hoven. De parochie van Overijse zou in de 8 ste eeuw gesticht zijn door Sint-Hubertus, die hier mogelijk missioneerde. De oudste kerk werd gebouwd tussen 700 en 800. Domein en parochie bleven koninklijk en hertogelijk tot in 1234. In de 11 de en 12 de eeuw verbleven de hertogen van Brabant in Overijse en hierdoor ontstond ter plaatse een hofhouding en een omgeving van ridderlijke geslachten die afhingen van de hertog. De hertogen verbleven in hun burcht s Coninxhuys (ter hoogte van het huidige gemeentehuis). De talrijke ridderfamilies waren de uitdrukking van een bloeiend hofsysteem verspreid over de wijken. 4 http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bodemkaart 5 Gebaseerd op http://www.overijse.be 4

Zo heeft het riddergeslacht Isca een waterburcht in de vijver naast de Cluyse (ter hoogte van de huidige Huldenbergsedreef). Er bestond een tweede burcht aan de IJse in de omgeving van het Begijnhof waarvan de Beren (Beiers = barons) de bezitters waren. Omstreeks 1200 verhuisden de hertogen naar Tervuren waardoor de burcht aan strategisch belang inboette. In de 13 de eeuw werden er vesten gebouwd en kreeg Overijse een Vrijheidskeure. De bloei van Overijse werd eveneens gesymboliseerd door de bouw van het Begijnhof van Mariëndal omstreeks 1267. De tweede helft van de 14 de eeuw luidde een periode van verval in met o.a. het platbranden van het dorp in 1488 door de troepen van Maximiliaan van Oostenrijk als dieptepunt. Ook de wijnbouw een tot dan toe belangrijk economisch gegeven voor de streek nam af. Vanaf de 16 de eeuw leek er weer sprake van een renaissance met o.a. de bouw van het Sint- Hubertus-gasthuis. Wat het plangebied zelf betreft of zijn directe omgeving beschikken we over weinig historische of archeologische gegevens. Historische bronnen vermelden het bestaan van wijngaarden ter hoogte van de Schavei net ten noordoosten van het plangebied. Op de 18 de - eeuwse Ferrariskaart blijkt het gebied gebruikt te zijn als landbouwgebied 6. Figuur 4 Fragment van de Ferrariskaart met centraal gelegen het plangebied 6 http://mara.kbr.be/kbrimage/ferraris/1616752.imgf 5

2. Methodiek Bij een archeologische inventarisatie wordt getracht inzicht te krijgen in de verspreiding, de densiteit, de aard en de chronologische waarde van de eventuele archeologische sporen op het terrein. De meest aangewezen manier om het onderzoeksgebied te inventariseren, is door middel van een proefsleuvenonderzoek. Hierbij worden verspreid over het gebied sleuven gegraven, die toelaten om een blik in de bodem te werpen. Deze sleuven worden onder archeologische begeleiding machinaal aangelegd. In totaal wordt op deze manier ongeveer 10 tot 12 % van het plangebied gesondeerd. Het proefsleuvenonderzoek kan uitgevoerd worden volgens twee methodes. Bij het zogenaamde Lorraine-systeem worden proefsleuven met een lengte van 10m en de breedte van één kraanbak in alternerend raster uitgegraven. De afstand tussen de putten onderling en de rijen is telkens 10m. Bij de methode van continue sleuven worden lange proefsleuven ononderbroken over de volledige lengte van de percelen uitgegraven. De afstand tussen de rijen bedraagt max. 15m. In beide gevallen gebeurt de afgraving door een kraan met platte bak, waarvan de bakbreedte minstens 1,8m bedraagt en bij voorkeur 2m. 2.1. Vooropgestelde strategie Voorafgaand aan het archeologisch onderzoek werden Bijzondere voorwaarden archeologische prospectie met ingreep in de bodem schriftelijk vastgesteld door het Agentschap RO Vlaanderen Onroerend Erfgoed. Deze technische bepalingen omvatten de kwaliteitsnormen waaraan het archeologisch onderzoek dient te voldoen. 2.2. Onderzoeksmethode Voor het projectgebied werd geopteerd voor continue sleuven. De sleuven werden uitgezet met gemiddeld 13 à 15m tussenruimte. De proefsleuven werden met een totaal station ingemeten en gekoppeld aan het landelijk coördinatennet. Waar sporen werden aangetroffen, werd het opgravingsvlak plaatselijk opgeschaafd om vervolgens de sporen zo optimaal mogelijk te documenteren. Dit hield in: fotograferen, intekenen (digitaal) en beschrijven van alle aangetroffen sporen. Sleuf 4 werd uitgebreid met een kijkvenster om zo een beter zicht te krijgen op de aangetroffen sporen. Er werden enkele vondsten verzameld; deze werden geregistreerd en opgenomen in een vondstenlijst. In iedere proefsleuf werd afhankelijk van de bodemgesteldheid één tot twee profielputten gegraven om een beter zicht te krijgen op de bodemopbouw die sterk varieerde over het terrein. Dit gebeurde na telefonisch overleg met Mevr. Els Patrouille (RO Vlaanderen Onroerend Erfgoed). Deze profielen werden gefotografeerd, getekend en beschreven. 6

3. Resultaten 3.1. Algemene waarnemingen Het plangebied bevond zich op een groot perceel landbouwgrond waar zich geen gewassen meer op bevonden. Er werden geen moeilijkheden ondervonden bij het uitvoeren van de werken. Figuur 5 Situatie op het terrein bij de start van de werken 3.2. Stratigrafie De stratigrafie op het terrein bestaat uit een 20 tot 30cm dikke grijsbruine lemige ploeglaag (=A). Hieronder bevond zich over het algemeen een donkerbruine leembodem, sporadisch bijgemengd met kleine vuursteenknollen. De bodem was sterk gebioturbeerd (vooral wormenactiviteit). Er werd uitgezonderd een kleine zone in het zuidoosten weinig ijzermigratieprocessen vastgesteld. Wel bleek de bodem zeer rijk aan mangaan. Na het graven van een diepere profielput in sleuf 5 werd vastgesteld dat het niet om een eenvoudig AC profiel ging zoals de bodemkaart suggereerde. Onder de donkerbruine lemige horizont bevond zich een gele leembodem die heel kalkrijk maar mangaanarm bleek te zijn (=C). Hierna werd beslist op regelmatige afstand diepere profielputten aan te leggen. Uit deze profielen bleek de bodemopbouw sterk te variëren over het terrein. Waarschijnlijk heeft dit te maken met verschillen in de microtopografie van het terrein. We herkennen op de meeste bodemprofielen een Alfisolbodem 7. Deze bodem is typisch voor het Brabantse leemgebied: De bodem ontstond in een rijk moedermateriaal, onder een natuurlijke bosvegetatie (hier het Zoniënwoud). Na de ontginning van het bos spoelde op de onbedekte helling een deel van de bovenste leemlaag weg en ontwikkelde zich onder het 7 Ameryckx et al. 1995, p. 219-220 ; Gysels et al. 1993, p. 107 7

akkerland een Alfisolbodem met een Ap-Bt-C-profiel. Op het terrein is deze te herkennen door een humusrijke lemen bruingrijze ploeglaag met daaronder een bruine kleiig-lemige horizont. Het moedermateriaal bestaat uit gele leem. Figuur 6 Profiel in sleuf 5 waarop duidelijk een donkerbruine Bt-horizont boven het blekere moedermateriaal te zien is. In welke mate de bodemprofielen konden verschillen wordt duidelijk gemaakt met een voorbeeld uit sleuf 8. Hier bleek niet alleen de Bt-horizont zeer diep te gaan (de onderkant werd niet bereikt omwille van veiligheidsredenen). Maar bovenaan de Bt-horizont werd een secundaire migratie van klei vastgesteld. Dit resulteerde in een afwisseling van bleke, uitgeloogde leembandjes en meer kleiige aanrijkingshorizonten. Een vergelijkbaar profiel werd vastgesteld in sleuf 1. Figuur 7 In sleuf 6 bevond de overgang tussen B- en C-horizont zich slechts een 10-tal cm onder de ploeglaag. Dit vertaalde zich in het vlak d.m.v bruine kleirijke vlekken op een gele matrix. 8

Figuur 8 In sleuf 9 bleek nog een deel van een bleekbruine uitlogingshorizont bewaard (A2). Daaronder bevonden zich een bruine klei-aanrijkingshorizont (Bt) en het gele moedermateriaal (leem, C) Figuur 9 Op het profiel in sleuf 8 zijn bovenaan uitloging- en aanrijkingshorizonten te zien. 3.3. Archeologische gegevens In de proefsleuven werden bitter weinig archeologische sporen en vondsten aangetroffen. In sleuf 1 bevonden zich een aantal sporen die als (sub)recent werden gedetermineerd op basis van hun vondstenmateriaal (o.a. baksteen- en glasfragmenten), hun scherpe aflijning en niet gehomogeniseerde vulling. 9

Figuur 10 Recent spoor S7 in sleuf 1. Een aantal sporen bleken bij nader onderzoek een natuurlijke oorsprong te hebben. Zo werd aansluitend bij sleuf 4 een kijkvenster gegraven ter hoogte van sporen S14 en S15. Na het opschaven van de zone bleken de sporen te behoren tot de restanten van dierengangen. Figuur 11 Misleidende sporen van dierengangen in het kijkvenster In sleuf 3 werd een restant van een grachtje aangetroffen (sporen S10 en S11). Deze sporen sloten wat hun vulling betreft sterk aan bij de (sub)recente sporen uit sleuf 1. Vermoedelijk gaat het hier eveneens om een relatief recente ingreep. Een 50-tal meter ten noordwesten van deze gracht troffen we enkele ploegsporen aan die niet concordant liepen ten opzichte van de huidige perceelsgrenzen en ploegrichting. Nog wat verderop situeerde zich S12, een donkerbruin homogeen kleiig spoor en mogelijke grachtstructuur. Door de afwezigheid van vondsten kon dit spoor niet chronologisch gedetermineerd worden. 10

Figuur 12 Ploegsporen in sleuf 3 Er werden slechts twee vondsten geregistreerd. Een fragment aardewerk vertoont aan binnen- en buitenzijde groene loodglazuur en is post-middeleeuws. Dit fragment werd in de ploeglaag gevonden ter hoogte van sleuf 8. In sleuf 5 werd tijdens het schoonmaken van het profiel in de Bt-horizont een vuurstenen chip gevonden. De beide zijden van de sleuf werden over een lengte van ca 10m schoongemaakt, maar het bleef bij deze ene vondst. Het is bekend dat proefsleuvenonderzoek ongeschikt is voor het vinden van steentijdsites. De lage zichtbaarheid van de vondsten, de afwezigheid van sporen en vooral de geringe omvang van vuursteenconcentraties (vaak slechts 5m²) zorgt ervoor dat steentijdsites zelden in proefsleuven worden aangetroffen. 11

4. Evaluatie en advies Het uitgevoerde waarderingsonderzoek liet toe om het plangebied op een statistisch verantwoorde manier bodemkundig en archeologisch te verkennen. Het onderzoek wees uit dat het terrein zo goed als geen archeologische sporen bevatte. Een enkel vuursteenfragment kan op een steentijdvindplaats wijzen maar door de ongeschiktheid van de proefsleuvenmethode kunnen wij hierover geen uitsluitsel bieden. Op basis van de hoofdzakelijk negatieve resultaten adviseren wij geen verder archeologisch onderzoek. 12

BIBLIOGRAFIE Internetbronnen: Bodemkundig: http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bodemkaart http://dov_vlaanderen.be Ferraris kaart Carte de cabinet des Pays-Bas autrichiens levée à l initiative du comte de Ferraris ; 94 http://mara.kbr.be/kbrimage/ferraris/1616752.imgf J.B. Ameryckx, W. Verheye, R. Vermeire, 1995. Bodemkunde. Bodemvorming, Bodemeigenschappen, De Bodems van België, Bodembehoud en degradatie, Bodembeleid en bodempolitiek. Gent. H. Gysels, J. Baccaert, A.J. Beenhakker & T. Caspers, 1993. De landschappen van Vlaanderen en zuidelijk Nederland: een landschapsecologische studie. Garant. 13

BIJLAGEN 1. Overzichtsplan 14

2. Omtrek en Oppervlakte van de proefsleuven Proefsleuf Omtrek EH Oppervlakte EH m m 2 1 402,8 m 355,8 m 2 2 404,3 m 359,4 m 2 3 406,8 m 350,3 m 2 4 + kijkvenster 410,7 m 386,2 m 2 5 410,9 m 337,1 m 2 6 414,5 m 352,2 m 2 7 406,5 m 344,6 m 2 8 405,4 m 338,7 m 2 9 405,9 m 336,3 m 2 TOTAAL 3667,8 m 3160,6 m 2 3. Vondstenlijst Sleuf Spoor Materiaal Type Datering 5 Profiel Vuursteen Chip Steentijd (Bt-hor.) 7 ploeglaag Aardewerk Geglaz. aw Post-ME 4. Sporenlijst Sleuf Spoor Interpretatie vorm textuur kleur inclusies datering vondst 1 1 Kuil Rechthoekig Leem Grijs (sub)recent 1 2 Kuil Ovaal Leem Grijs gevlekt Hk, bkst (sub)recent 1 3 Kuil Rechthoekig Leem Grijs gevlekt Hk, bkst (sub)recent 1 4 Vervalt 1 5 Vervalt 1 6 Vervalt 1 7 Kuil Rechthoekig Leem Grijsbruin, sterk heterogeen Bkst (sub)recent Grijsbruin met Fe-uitlijning, onregelmatige 2 8 Natuurlijk Rond Leem aflijning Grijsbruin, aan één zijde scherp begrensd, 2 9 Gracht Parallel Leem andere zijde uitwaaierend Hk 3 10 3 11 Gracht Parallel leem Grijsbruin heterogeen, scherp afgelijnd Hk, bkst (sub)recent Kleiige 3 12 Gracht Parallel leem Donkerbruin homogeen Hk 4 13 Natuurlijk Rond Leem Lichtgrijs/witte vulling 5 14 Natuurlijk Rond Leem 5 15 Natuurlijk Langwerpig Leem 8 14b Natuurlijk Rond Leem Bruin heterogeen, vaag afgelijnd, sterk gebioturbeerd Grijsbruin, sterk gebioturbeerd. Duidelijk afgelijnd. Bkst, natuursteen hk, (sub)recent Glas, leisteen 15