Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck



Vergelijkbare documenten
Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Gemeente Rucphen Plangebied Koekoekstraat ong. te Sprundel

xxx Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen voor de locatie Oogenlust aan de Hees te Eersel, gemeente Eersel.

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

30 sept OU

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

jeroen wijnen Zuidnederlandse Archeologische Notities Amsterdam 2012 Archeologisch Centrum Vrije Universiteit - Hendrik Brunsting Stichting

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

GEMEENTE MILL EN SINT HUBERT PLANGEBIED FREDERIKSWEG 45 TE MILL. Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) BAAC rapport V-11.

De Moer, plangebied De Hooivork (gemeente Loon op Zand)

Plangebied Kasteellaan 2

Gemeente Bernheze Plangebied Ter Weer te Heeswijk-Dinther

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Transect-rapport 608. N348 Raalte-Ommen, Fase 1 en 2. Gemeente Raalte/Ommen (Ov.) Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek (IVO; karterende fase)

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Plangebied Rosinkweg noord

Landschappelijk booronderzoek Schoten - Eksterdreef

4 Archeologisch onderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/741

Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Inhoudsopgave. Bijlage 12. Stedenbouwkundig ontwerp. Archeologisch verkennend onderzoek. Archeologisch proefsleuvenonderzoek

Plangebied Zutphenseweg/ Schurinklaan te Eefde

RAAP-NOTITIE Plangebied Kotmanpark-Oost Gemeente Enschede Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Zijtak OZ 104 te Nieuw Amsterdam Gemeente Emmen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Sportterrein te Lippenhuizen

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Boddenbroek te Oirlo, gemeente Venray (L)

Plangebied Nieuwelaan-Oost te Limmen

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Wijziging 1 Kom Ravenstein Bijlage 9 Veldonderzoek Ravenstein, Veersingel

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Glanerbruggeweg 75 te Enschede (O) ARC-Rapporten

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Amanietlaan-Varenlaan- Drieerweg Gemeente Ermelo Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Medisch Kwartier

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Plangebied Dokter Kijlstraweg 2 te Mûnein

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

Bureau voor Archeologie Rapport 273

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Hengelosestraat/Noordsingel Gemeente Haaksbergen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Methusalemlaan 59 en omgeving te Ugchelen rapport 2583

Inventariserend veldonderzoek verkennende fase Uitbreiding parkeerplaats Dorpstraat 28 te Harskamp, gem. Ede (Gld.)

-Rapporten. Een waarderend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Wienboomweg 1 te Haelen, gemeente Leudal (L)

-Rapporten. Een verkennend inventariserend veldonderzoek voor een herontwikkelingslocatie tussen de Van Randerodestraat en Het Schild in Boxtel (NB)

Advies Archeologische Monumentenzorg 2015-nr. 71

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

Een archeologisch veldonderzoek door middel van megaboringen in het Natuurvriendenterrein aan de Roeghoornweg te Norg, gemeente Noordenveld (Dr.

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied Kloosterveen III

Plangebied Tolhuispark in Dokkum

Archeologisch booronderzoek Ommerweg 65-67, Zuidwolde, gemeente De Wolden (DR)

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.)

Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

-Rapporten. Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Stationsweg te Barneveld (Gld)

Heuvelstraat 3 te Stokkum (gemeente Montferland)

Afbeelding 1. De ligging van het plangebied Noordeinde 37 te Lambertschaag, binnen de rode rechthoek (bron: Google Earth)

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

RAAP-NOTITIE Plangebied Knoevenoordstraat Gemeente Brummen Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Nijkerkerweg-Tolboom

Rapportage Verkennend Booronderzoek Archeologie Plangebied Hoek Kerkweg/Veluwelaan te Wezep, gemeente Oldebroek

Groenlo Hartreize II fase 3 rapport 335

Gramsbergen, Oostermaat 60 (Gemeente Hardenberg, Ov.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport /01Z

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Koolhof te Liempde

RAAP-NOTITIE Plangebied De Brink te Zuidlaren Gemeente Tynaarlo Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Eeuwlandseweg

Locatiegegevens. Kaartblad RD-coördinaten N: / O: / Z: / W: / Oppervlakte Ca.

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Plangebied Visvijvers te Gendt

Plangebied Plantsoensingel Zuid te s-heerenberg

Transcriptie:

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist K oen Hebinck 347

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist Koen Hebinck Zuidnederlandse Archeologische Notities 347 Amsterdam 2015 VUhbs Archeologie

De serie Zuidnederlandse Archeologische Notities is een uitgave van VUhbs archeologie, Amsterdam colofon Opdrachtgever: EDR Vastgoed B.V. Bevoegd gezag: GemeenteZeist Deskundige namens gemeente: Omgevingsdienst regio Utrecht, dhr. P. de Boer Project: Zeist, Utrechtseweg 82 Type onderzoek: Karterend Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen Uitvoerder: VUhbs archeologie Plaats documentatie: VUhbs archeologie, Archis, e-depot CIS-code: 65338 Projectcode: ZST-UTW-15 Coördinaten: 144.245/455.420 144.282/455.408 144.272/455.375 144.283/455.387 Provincie, gemeente: Utrecht, Zeist Kaartblad: 32C Omvang plangebied: ca. 1350 m 2 Status: Definitief Datum: Juni 2015 Auteur: drs. K.A. Hebinck Redactie: drs. G.L. Boreel Autorisatie: drs. G.L. Boreel ISBN: 978-90-8614-302-3 VUhbs archeologie, Amsterdam, juni 2015 De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam

inhoud samenvatting 1 inleiding 1 1.1 Kader en motivatie 1 1.2 Ligging en beschrijving van het plangebied 1 1.3 Doel en vraagstelling van het onderzoek 1 1.4 Opzet van het rapport 2 2 voorgaand onderzoek 3 3 methode 4 4 resultaten booronderzoek 5 4.1 Bodemopbouw 5 4.2 Archeologische indicatoren 5 4.3 Landschappelijke en archeologische interpretatie 5 5 conclusie 7 6 aanbevelingen 8 literatuur 9 bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Zeist - Utrechtseweg 82. Topografische kaart met de ligging van het plangebied. (bron:topografische Dienst Nederland) Zeist - Utrechtseweg 82. Boorpuntenkaart. Zeist - Utrechtseweg 82. Mate van bodemverstoring met de top van de C-horizont in cm -mv. Zeist - Utrechtseweg 82. Boorstaten. Zeist - Utrechtseweg 82. Overzicht van de archeologische perioden.

samenvatting In opdracht van EDR Vastgoed BV heeft VUhbs archeologie een archeologisch booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. Binnen het plangebied zal nieuwbouw worden gerealiseerd. De werkzaamheden die met deze ontwikkeling gepaard gaan, zullen de bodem en de eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verstoren. Uit voorgaand bureauonderzoek komt naar voren dat er voor het plangebied een middelhoge verwachting geldt voor het aantreffen van archeologische resten en/of sporen, die vooral betrekking heeft op archeologische resten uit de periode Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Daarnaast kunnen er door de ligging binnen een akkercomplex, onder het eerddek, nog archeologische resten en/of sporen uit voorgaande perioden worden verwacht. Gezien de voorgenomen werkzaamheden binnen het plangebied, worden deze mogelijk aanwezige resten bedreigd. Hierdoor is geadviseerd om een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek uit te voeren om de bodemopbouw in kaart te brengen en te bepalen of er archeologische waarden aanwezig zijn. Het huidige onderzoek geeft invulling aan dit advies. Uit het verkennend en karterend booronderzoek is gebleken dat de bodem binnen het centrale en oostelijk deel van het plangebied vrijwel geheel intact is. De bodem bestaat hier uit een 70 tot 90 cm dik eerddek dat direct overgaat in de C-horizont. Een (restant van een) podzolbodem is niet aangetroffen, waaruit blijkt dat de top van het oorspronkelijke bodemprofiel is opgenomen in het eerddek. In het westelijke deel is de bodem 35 tot 80 cm onder de top van de C-horizont in het centrale en oostelijke deel verstoord. In de basis van het eerddek zijn bij het karterend booronderzoek in totaal vier fragmentjes aardewerk gevonden die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een (verploegde) vindplaats binnen het centrale en oostelijke deel van het plangebied. Op basis van het vondstmateriaal is de mogelijke vindplaats niet nader te dateren dan mogelijk prehistorisch tot middeleeuws. Sporen hiervan kunnen nog aanwezig zijn en zullen, door de aanwezigheid van het eerddek, goed beschermd zijn tegen latere (ondiepe) bodemverstoringen. In het westelijke deel van het terrein is de bodem echter in die mate verstoord dat hier alleen in die delen waar de bodem minder dan 50 cm onder de basis van het eerddek is verstoord nog dieper ingegraven sporen verwacht kunnen worden. In delen waar de bodem meer dan 50 cm onder de basis van het eerddek is verstoord worden geen intacte sporen meer verwacht. Gezien de huidige plannen worden de mogelijk aanwezige archeologische resten en/of sporen in het plangebied bedreigd, waardoor vervolgonderzoek noodzakelijk wordt geacht. Geadviseerd wordt om dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een karterend/waarderend proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Indien de bodemverstorende werkzaamheden worden beperkt tot een diepte van 50 cm mv wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht.

1 inleiding 1.1 kader en motivatie In opdracht van EDR Vastgoed BV heeft VUhbs archeologie een archeologisch booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. Binnen het plangebied is nieuwbouw gepland. De werkzaamheden die met deze ontwikkeling gepaard gaan, zullen de bodem en de eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verstoren. Conform de Wet op de archeologische monumentenzorg 1 dient het plangebied daarom eerst te worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden. In een eerder stadium is een bureauonderzoek uitgevoerd, waarin een specifiek verwachtingsmodel is opgesteld. Hieruit is gebleken dat het plangebied een middelhoge archeologische verwachting heeft. 2 Met het huidige onderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst door middel van een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen die gesteld worden in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.3). 3 Het veldwerk is uitgevoerd op 24 maart 2015 door drs. K.A. Hebinck. 1.2 ligging en beschrijving van het plagebied Het plangebied ligt binnen de bebouwde kom van Zeist, ten westen van de oude dorpskern. De ligging van het plangebied is weergegeven in bijlage 1. Het plangebied ligt direct ten oosten van de 19 de eeuwse villa De Brink binnen het bijbehorende bospark. Het terrein is momenteel grotendeels ingericht als parkeerplaats, die verhard is met klinkers. De oppervlakte van het terrein bedraagd 1350 m 2 en ligt op een hoogte van 4,5 m +NAP. Binnen het plangebied is de initiatiefnemer voornemens om een uitbreiding van de bestaande villa te realiseren. In de huidge plannen bestaat de uitbreiding uit een pand met twee verdiepingen ten oosten van het bestaande pand. Onder het pand is een souterrain met gebruikersruimtes gepland. De diepte hiervan is bij het schrijven van dit rapport nog niet bekend. 1.3 doel en vraagstelling van het onderzoek Het inventariserend veldonderzoek (IVO) dient ertoe het in het bureauonderzoek voorgestelde verwachtingsmodel ten aanzien van de archeologische waarden van het plangebied te verifiëren en met veldwaarnemingen te completeren. Hierbij dient zoveel mogelijk informatie verzameld te worden met betrekking tot de aard, omvang, datering, diepteligging, gaafheid en conservering van de eventuele vindplaatsen. Het huidige onderzoek is uitgevoerd als een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. Het onderzoek richt zich op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden. Daarnaast stelt het karterend onderzoek vast of er al dan niet archeologische waarden aanwezig zijn. Uiteindelijk dient het onderzoek te resulteren in een advies ten aanzien van eventueel archeologisch vervolgonderzoek. Ten behoeve van het onderzoek is een Plan van Aanpak opgesteld dat vooraf is afgestemd met de deskundige namens het bevoegd gezag. De vraagstelling van het onderzoek is als volgt: 1) Hoe luidt de archeologische verwachting voor het plangebied? 1 In werking getreden op 1 september 2007. 2 Wite/De Jong 2015, 10. 3 De inhoud van de KNA kan geraadpleegd worden op www.sikb.nl. 1

2) Kan deze verwachting onderschreven en aangevuld worden op basis van veldwaarnemingen? Welke informatie leveren deze waarnemingen ten aanzien van het karakter, de omvang, datering, gaafheid en conservering van de eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen? 3) Wat zijn de te nemen vervolgstappen om te komen tot een waardering van de eventueel aanwezige archeologische waarden, op basis waarvan uiteindelijk een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden? 1.4 opzet van het rapport De verslaglegging is per uitgevoerd onderdeel van het onderzoek samengesteld. In het hieronder volgende hoofdstuk 2 zal een korte samenvatting gegeven worden van het eerder uitgevoerde onderzoek en daarmee de archeologische verwachting voor het plangebied. In hoofdstuk 3 zal de gehanteerde methode voor het inventariserend veldonderzoek worden beschreven. De resultaten van onderhavig booronderzoek zullen aan de orde komen in hoofdstuk 4. Na de conclusie in hoofdstuk 5 zullen de aanbevelingen voor vervolgstappen in hoofdstuk 6 worden geformuleerd. 2

2 voorgaand onderzoek In 2014 is door The Missing Link een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. 4 De resultaten van dit onderzoek vormen het uitgangspunt voor het huidige onderzoek. Uit dit bureauonderzoek komt naar voren dat er voor het plangebied een middelhoge verwachting geldt voor het aantreffen van archeologische resten en/of sporen. Deze verwachting heeft volgens het bureauonderzoek vooral betrekking op archeologische resten uit de periode Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Daarnaast kunnen er, door de ligging binnen een akkercomplex, onder het eerddek nog archeologische resten en/of sporen uit voorgaande perioden worden verwacht. Gezien de voorgenomen werkzaamheden binnen het plangebied, worden deze mogelijk aanwezige resten bedreigd. Daarom is geadviseerd om een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek uit te laten voeren om de bodemopbouw in kaart te brengen en te bepalen of er archeologische waarden aanwezig zijn. Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid. Het huidige onderzoek geeft invulling aan dit besluit. 4 Witte/De Jong 2015. 3

3 methode Het booronderzoek is uitgevoerd conform de specificatie VS03 uit de KNA 3.3. Verslaglegging vindt plaats volgens specificatie VS05. Het veldwerk is uitgevoerd volgens het Plan van Aanpak dat vooraf is goedgekeurd door de deskundige namens het bevoegd gezag. 5 Voor het karterend booronderzoek zijn in totaal vijf boringen gezet. De boringen zijn, rekening houdend met de aanwezige verharding en begroeiing, zoveel mogelijk in een regelmatig grid geplaatst. De ligging van de boringen is weergegeven in bijlage 2. De boringen zijn gezet tot een maximale diepte van 190 cm mv. De positie van de boringen is ingemeten met behulp van GPS. De maaiveldhoogte is bepaald aan de hand van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). 6 Voor het boren is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van 15 cm. De bodemopbouw is beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode (ASB). 7 De basis van het eerddek (onderste 20 cm) is gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. Het zeefresidue is doorzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkfragmenten, houtskool, vuursteen, natuursteen, verbrand leem en bot. De beschrijving van de boorgegevens is digitaal vastgelegd met gebruikmaking van het software pakket Deborah2 v2.7b. 8 5 Hebinck 2015. 6 http://www.ahn.nl 7 Bosch 2007. 8 RAAP 2006. 4

4 resultaten booronderzoek Voor het gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek zijn vijf boringen gezet tot een diepte van 120 tot 190 cm mv. De ligging van de boringen is weergegeven bijlage 2. De boorstaten zijn weergegeven in bijlage 4. 4.1 bodemopbouw De bodem in het centrale en oostelijke deel van het plangebied (boring 2, 3 en 5), ter plaatse van de huidige parkeerplaats, bestaat aan de top uit een 70 tot 90 cm dikke laag donker bruingrijs tot donker grijsbruin, zwak siltig, zwak humeus, zeer fijn zand. Dit betreft het verwachtte eerddek. In de boringen 2 en 3 is in dit pakket nog onderscheid te maken op basis van de kleur tussen de bovenste 50 cm van dit pakket en de basis hiervan. In boring 5 is dit onderscheid niet te maken. Dit donkere, humeuze pakket gaat op een diepte van 70 tot 90 cm mv (3,5 tot 3,8 m +NAP) met een scherpe grens over in (donker)geel, zwak siltig, goed gesorteerd, zeer fijn zand. Vanaf een diepte van 90 tot 100 cm mv wordt het lichter van kleur. In het westelijke deel van het plangebied (boring 1 en 4), direct ten oosten van de huidige villa, bestaat de bodem uit een 125 tot 160 cm dik grijsbruin tot bruingeel rommelig, gevlekt pakket zwak siltig zand. Het betreft een verstoord pakket waarin, in boring 4, ook een geringe hoeveelheid recent bouwpuin is aangetroffen. Dit verstoorde pakket gaat met een scherpe grens over in het lichtgele tot geelwitte, zwak siltige, goed gesorteerde, zeer fijn zand dat ook aan de basis van de andere boringen is aangetroffen 4.2 archeologische indicatoren Naast het recente bouwpuin dat in boring 4 in het verstoorde pakket is aangetroffen, zijn er in de boringen 2, 3 en 5 aan de basis van het eerddek in totaal vier kleine fragmentjes aardewerk gevonden. Het betreffen in alle gevallen zeer kleine, afgesleten fragmentjes, waardoor het moeilijk is om ze te determineren. In boring 2 en 3 gaat het om respectievelijk 1 en 2 fragmentjes grijsbakkend, gedraaid of mogelijk handgevormd aardewerk dat niet nader gedateerd kan worden dan prehistorisch tot mogelijk middeleeuws. In boring 5 is in de basis van het eerddek een fragmentje gedraaid, mogelijk romeins of middeleeuws aardewerk gevonden. Andere indicatoren zoals vuursteen en bot zijn niet aangetroffen. 4.3 landschappelijke en archeologische interpretatie Uit de hierboven beschreven bodemopbouw blijkt dat de bodem in het westelijk deel van het plangebied, direct ten oosten van de huidige bebouwing, verstoord is tot een diepte van 35 tot 80 cm onder de basis van het eerddek (zie bijlage 3). Uit het recente bouwpuin dat in boring 4 in het verstoorde pakket is aangetroffen, is af te leiden dat de bodem hier recent, mogelijk bij de bouw van de villa De Brink, is verstoord. In het centrale en het oostelijke deel van het plangebied, ter plaatse van de parkeerplaats, is de bodem nog vrijwel geheel intact (zie bijlage 3). De bodem bestaat hier uit een 70 tot 90 cm dik eerddek, waardoor de bodem hier, overeenkomstig met de bodemkaart, geclassificeerd kan worden als hoge zwarte enkeerdgrond. Het eerddek gaat direct over in de C-horizont, die hier bestaat uit goed gesorteerd, zeer fijn eolisch dekzand dat behoort tot het Laagpakket van Wierden. In de top hiervan is, 5

net als bij de booronderzoeken in de directe omgeving van het plangebied 9, geen (restant van een) podzolbodem aangetroffen. Hieruit blijkt de top van het oorspronkelijke bodemprofiel waarschijnlijk bij de ontginning van het gebied is afgetopt en opgenomen in het eerddek. In de basis van het eerddek zijn bij het karterend booronderzoek in totaal vier fragmentjes aardewerk gevonden die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een (verploegde) vindplaats binnen het centrale en oostelijke deel van het plangebied. Op basis van het vondstmateriaal is de mogelijke vindplaats niet nader te dateren dan prehistorisch tot middeleeuws. Sporen hiervan kunnen, ondanks dat de top van het oorspronkelijk bodemprofiel onder het eerddek niet meer intact is, nog aanwezig zijn en zullen, door de aanwezigheid van het eerddek, goed beschermd zijn tegen latere (ondiepe) bodemverstoringen. In het westelijke deel van het terrein is de bodem echter in die mate verstoord dat hier alleen in die delen waar de bodem minder dan 50 cm onder de basis van het eerddek is verstoord nog dieper ingegraven sporen verwacht kunnen worden. In delen waar de bodem meer dan 50 cm onder de basis van het eerddek is verstoord worden geen intacte sporen meer verwacht. Alle indicatoren zijn echter aangetroffen in de basis van het eerddek. Het is daardoor niet uit te sluiten dat het materiaal van elders is aangevoerd en dat er binnen het plangebied geen archeologische resten en/of sporen (meer) in situ aanwezig zijn. 9 Witte/De Jong 2015. 6

5 conclusie In opdracht van EDR Vastgoed BV heeft VUhbs archeologie een archeologisch booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. Binnen het plangebied zal nieuwbouw worden gerealiseerd. De werkzaamheden die met deze ontwikkeling gepaard gaan, zullen de bodem en de eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verstoren. EDR Vastgoed BV heeft VUhbs archeologie verzocht voor het plangebied een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uit te voeren, zodat meer inzicht wordt verkregen in de archeologische verwachting ervan en of er aanvullend onderzoek noodzakelijk zal zijn. Hierbij is getracht antwoord te geven op de hieronder te behandelen vragen. Hoe luidt de archeologische verwachting voor het plangebied? Het plangebied ligt op de westelijk flank van het stuwwalcomplex van de Utrechse Heuvelrug, op gordeldekzanden (Laagpakket van Wierden, Formatie van Boxtel). Daarnaast ligt het terrein binnen een akkercomplex direct ten westen van de oude dorpkern van Zeist. Hierdoor heeft de locatie een middelhoge archeologische verwachting. Deze verwachting heeft betrekking op archeologische sporen en/of resten uit de periode vanaf het Laat-Paleolithicum. Volgens het bureauonderzoek moet er vooral rekening gehouden worden met resten vanaf de Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. De archeologische resten worden verwacht onder of in de basis van het eerddek. Het plangebied ligt binnen de buitenplaats de Brink die gebouwd is in 1856. Mogelijk is bij de bouw van de villa en de inrichting van het omliggende park de bodem verstoord. Ook bij de aanleg van de parkeerplaats kan de bodem binnen het plangebied (in geringe mate) zijn verstoord. Kan de uitgesproken verwachting onderschreven en aangevuld worden op basis van veldwaarnemingen? Welke informatie leveren deze waarnemingen ten aanzien van het karakter, de omvang, datering, gaafheid en conservering van de eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen? De bodem is binnen het centrale en oostelijk deel van het plangebied vrijwel geheel intact (ca. 900 m 2 ). De bodem bestaat hier uit een 70 tot 90 cm dik eerddek dat direct overgaat in de C-horizont. Een (restant van een) podzolbodem is niet aangetroffen, waaruit blijkt dat de top van het oorspronkelijke bodemprofiel is opgenomen in het eerddek. In het westelijk deel is de bodem tot in de C-horizont verstoord. In de basis van het eerddek zijn bij het karterend booronderzoek in totaal vier fragmentjes aardewerk gevonden die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een (verploegde) vindplaats binnen het centrale en oostelijke deel van het plangebied. Op basis van het vondstmateriaal is de mogelijk vindplaats niet nader te dateren dan prehistorisch tot middeleeuws. Sporen hiervan kunnen nog aanwezig zijn en zullen, door de aanwezigheid van het eerddek, goed beschermd zijn tegen latere (ondiepe) bodemverstoringen. In het westelijke deel van het terrein is de bodem echter in die mate verstoord dat hier alleen in die delen waar de bodem minder dan 50 cm onder de basis van het eerddek is verstoord nog dieper ingegraven sporen verwacht kunnen worden. In delen waar de bodem meer dan 50 cm onder de basis van het eerddek is verstoord worden geen intacte sporen meer verwacht. Doordat alle indicatoren zijn aangetroffen in de basis van het eerddek, valt niet uit te sluiten dat het vondstmateriaal van elders is aangevoerd en dat er binnen het plangebied geen archeologische resten en/of sporen (meer) in situ aanwezig zijn. Wat zijn de te nemen vervolgstappen om te komen tot een waardering van de eventueel aanwezige archeologische waarden, op basis waarvan uiteindelijk een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden? Ten behoeve van de overzichtelijkheid, zal op deze vraag antwoord worden gegeven in het hierop volgende hoofdstuk 6. 7

6 aanbevelingen Uit het gecombineerde verkennend en karterend booronderzoek is gebleken dat de bodem in het westelijke deel met een oppervlakte van ca. 450 m 2 verstoord is tot in de C-horizont (zie bijlage 3). Hier worden geen intacte archeologische resten en/of sporen meer verwacht, waardoor voor dit deel van het terrein geen vervolgonderzoek wordt geadviseerd. In het centrale en oostelijke deel van het plangebied (zie bijlage 3) is de bodem vrijwel geheel intact is, waarbij er in de basis van het eerddek archeologische indicatoren zijn aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een (verploegde) vindplaats binnen het plangebied. Dit deel heeft een oppervlakte van ca. 900 m 2. De intacte resten en/of sporen worden verwacht onder het eerddek, vanaf een diepte van 70 cm mv. De exacte omvang van de geplande verstoringen is bij het schrijven van dit rapport nog niet bekend. Indien de bodemverstorende werkzaamheden, rekening houdend met een veiligheidsmarge van 20 cm, worden beperkt tot een diepte van 50 cm mv, wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Bij bodemverstoringen dieper dan 50 cm mv wordt vervolgonderzoek wel noodzakelijk geacht. De huidige plannen voorzien in nieuwbouw met souterrain, waarbij de bodemverstoringen waarschijnlijk dieper zullen reiken dan 50 cm mv. Hierdoor wordt voor het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk geacht om te bepalen of er daadwerkelijk intacte archeologische sporen en/of resten binnen het plangebied aanwezig zijn. Aangezien de aanwezigheid van archeologische sporen niet met een booronderzoek kan worden aangetoond, wordt geadviseerd om dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een karterend/waarderend proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Het doel van dit onderzoek is om de aan- of afwezigheid van een vindplaats vast te stellen en om deze te waarderen. Het proefsleuvenonderzoek dient zich in eerste instantie te richten op het intacte centrale en oostelijke deel van het terrein. Indien hier archeologische sporen worden aangetroffen, dient het onderzoek uitgebreid te worden naar het meer verstoorde westelijk deel van het terrein waar nog wel de dieper ingegraven sporen aanwezig kunnen zijn. Voor het uitvoeren van een proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk dat voor aanvang van de werkzaamheden is goedgekeurd door de bevoegde overheid, de gemeente Zeist. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Zeist, om te bepalen of en in welke vorm vervolgonderzoek noodzakelijk is. De archeologische meldingsplicht blijft hoe dan ook van kracht. Wanneer tijdens de graafwerkzaamheden archeologische sporen of resten worden aangetroffen, dan dient dit, conform art. 53 van de Monumentenwet 1988, direct te worden gemeld bij de bevoegde overheid. 8

literatuur Bosch, J.H.A., 2007: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Op basis van de Standaard Boor Beschrijvingsmethode versie 5.2, Utrecht (TNO-rapport NITG 2007-U-R0246/A). Hebinck, K.A. 2015: Plan van Aanpak Zeist, Utrechtseweg 82; karterend booronderzoek. Nederlands Normalisatie-instituut, 1989: Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters, Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. RAAP, 2006: Deborah2, v2.6, Amsterdam. Witte, N./J. de Jong, 2015: Archeologisch bureauonderzoek Utrechtseweg 82. Woerden (TML 306). 9

143000 144000 145000 146000 454000 455000 457000 456000 Plangebied 0 1000 m Bijlage 1. Zeist - Utrechtseweg 82. Topografische kaart met de ligging van het plangebied. Bron: Topografische Dienst Nederland

144200 144250 144300 455450 Legenda Grens plangebied 1 Wegen (bron: GBKN) Bebouwing (bron: GBKN) 455400 3 2 Water (bron: GBKN) Boring met nummer 4 5 0 25 m 455350 Bijlage 2. Zeist - Utrechtseweg 82. Ligging van de boringen. schaal 1:750

144200 144250 144300 Legenda 160 125 80 70 Bodem intact: vervolgonderzoek d.m.v. IVO-P Verstoord tot onder basis eerddek: vervolgonderzoek bij aantreffen van sporen in intacte deel, anders geen vervolgonderzoek 90 Grens plangebied Wegen (bron: GBKN) Bebouwing (bron: GBKN) Water (bron: GBKN) Boring met top C-horizont in cm -mv 0 25 m Bijlage 3. Zeist - Utrechtseweg 82. Mate van bodemverstoring met de top van de C-horizont in cm -mv. en het advies voor vervolgtraject, schaal 1:750 455350 455400 455450

Bijlage 4: Zeist, Utrechtseweg 82. Boorstaten boring: 65338-1 beschrijver: KH, datum: 24-3-2006, X: 144.251, Y: 455.412, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 32C, hoogte: 4,70, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Utrecht, gemeente: Zeist, plaatsnaam: Zeist, opdrachtgever: EDR Vastgoed BV, uitvoerder: VUhbs 0 cm -Mv / 4,70 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, bruingeel, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 40 cm -Mv / 4,30 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, bruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 60 cm -Mv / 4,10 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelbruin, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 80 cm -Mv / 3,90 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 125 cm -Mv / 3,45 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont Einde boring op 170 cm -Mv / 3,00 m +NAP boring: 65338-2 beschrijver: KH, datum: 24-3-2006, X: 144.274, Y: 455.404, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 32C, hoogte: 4,50, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Utrecht, gemeente: Zeist, plaatsnaam: Zeist, opdrachtgever: EDR Vastgoed BV, uitvoerder: VUhbs 0 cm -Mv / 4,50 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: esdek 50 cm -Mv / 4,00 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkergrijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: esdek 70 cm -Mv / 3,80 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geel, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont 90 cm -Mv / 3,60 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont Einde boring op 120 cm -Mv / 3,30 m +NAP

Bijlage 4: Zeist, Utrechtseweg 82. Boorstaten boring: 65338-3 beschrijver: KH, datum: 24-3-2006, X: 144.257, Y: 455.397, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 32C, hoogte: 4,60, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Utrecht, gemeente: Zeist, plaatsnaam: Zeist, opdrachtgever: EDR Vastgoed BV, uitvoerder: VUhbs 0 cm -Mv / 4,60 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkergrijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: esdek 50 cm -Mv / 4,10 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: esdek 80 cm -Mv / 3,80 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkergeel, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont 90 cm -Mv / 3,70 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont Einde boring op 120 cm -Mv / 3,40 m +NAP boring: 65338-4 beschrijver: KH, datum: 24-3-2006, X: 144.242, Y: 455.390, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 32C, hoogte: 4,60, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Utrecht, gemeente: Zeist, plaatsnaam: Zeist, opdrachtgever: EDR Vastgoed BV, uitvoerder: VUhbs 0 cm -Mv / 4,60 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 70 cm -Mv / 3,90 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 110 cm -Mv / 3,50 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) 160 cm -Mv / 3,00 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelwit, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont Einde boring op 190 cm -Mv / 2,70 m +NAP

Bijlage 4: Zeist, Utrechtseweg 82. Boorstaten boring: 65338-5 beschrijver: KH, datum: 24-3-2006, X: 144.269, Y: 455.380, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 32C, hoogte: 4,40, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-15 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: plantsoen, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Utrecht, gemeente: Zeist, plaatsnaam: Zeist, opdrachtgever: EDR Vastgoed BV, uitvoerder: VUhbs 0 cm -Mv / 4,40 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkergrijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: esdek 90 cm -Mv / 3,50 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkergeel, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont 100 cm -Mv / 3,40 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zeer fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: C-horizont Einde boring op 120 cm -Mv / 3,20 m +NAP

BIJLAGE 5 OVERZICHT VAN ARCHEOLOGISCHE PERIODEN begin einde periode 1750 na Chr. - heden Nieuwste Tijd 1500 na Chr. - 1750 na Chr. Nieuwe Tijd 1300 na Chr. - 1500 na Chr. Late Middeleeuwen 1000 na Chr. - 1300 na Chr. Volle Middeleeuwen 450 na Chr. - 1000 na Chr. Vroege Middeleeuwen 270 na Chr. - 450 na Chr. Laat-Romeinse tijd 70 na Chr. - 270 na Chr. Midden-Romeinse tijd 12 voor Chr. - 70 na Chr. Vroeg-Romeinse tijd 250 voor Chr. - 12 voor Chr. Late IJzertijd 500 voor Chr. - 250 voor Chr. Midden IJzertijd 775 voor Chr. - 500 voor Chr. Vroege IJzertijd 1050 voor Chr.- 775 voor Chr. Late Bronstijd 1800 voor Chr.- 1050 voor Chr. Midden Bronstijd 2000 voor Chr.- 1800 voor Chr. Vroege Bronstijd 5300 voor Chr. - 2000 voor Chr. Neolithicum 8800 voor Chr. - 4900 voor Chr. Mesolithicum Tot 8800 voor Chr. Paleolithicum