PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen



Vergelijkbare documenten
Dijkversterking Capelle aan den IJssel

27 juli 2010 / rapportnummer

Dijkversterking Hellevoetsluis

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer

Havenkwartier Zeewolde

Dynamisch Beekdal de Aa Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Anna's Hoeve RWZI, gemeente Hilversum

Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost

A12 SALTO, gemeenten Bunnik en Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bedrijventerrein Larserknoop te Lelystad

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Structuurvisie Noord-Holland

City Theater, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Windpark Wieringermeer

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde

Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Holland Casino Utrecht

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude

Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Waterkeringen Perkpolder

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Grote Markt Oostzijde, Groningen

Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Gedeeltelijke verplaatsing waterwinning Wierden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aardgastransportleiding Wijngaarden-Ossendrecht Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Herinrichting Neherkade Den Haag

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Grote Markt Oostzijde, Groningen

Glastuinbouwintensiveringsgebied Tinte

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Varkensbedrijf Broekkantsestraat 7-9, Beek en Donk

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Containertransferium Alblasserdam

Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport

Aardgasgestookte elektriciteitscentrale in de Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding pluimveehouderij Van Beek, gemeente Nijkerk

Stadion Heracles, Almelo

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo

Zoekzones stedelijke functies gemeente Ede Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Afferdense en Deestse Uiterwaarden

Pluimveehouderij Annahof BV te Rouveen, gemeente Staphorst

Centrumgebied Groene Peelvallei Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht

Waterwinning Engelse Werk te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

Waterbeheerplan Aa en Maas

Spitsstrook A1 Hoevelaken- Barneveld Zuidbaan Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

De Voorwaarts te Apeldoorn

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis

N266, Randweg Nederweert

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin

Transcriptie:

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/92541 Please be advised that this information was generated on 2016-02-07 and may be subject to change.

Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport fase 2 8 september 2011 / rapportnummer 1521 140

1. Oordeel over het MER Waterschap Vallei en Eem wil maatregelen treffen om de veiligheid van de binnendijkse gebieden langs de Zuidelijke Randmeren op het wettelijke vereiste peil te brengen. Hiervoor is een dijkverbeteringsplan opgesteld. Volgens de Waterwet moeten de colleges van Gedeputeerde Staten van Utrecht (coördinerend bevoegd bezag) en Gelderland een goedkeuringsbesluit over het dijkverbeteringsplan nemen. Voor de onderbouwing van het dijkverbeteringsplan is een Milieueffectrapport (MER) opgesteld. De Commissie 1 is van oordeel dat de essentiële informatie voor besluitvorming in het MER aanwezig is. Het MER is in samenhang met het dijkverbeteringsplan van goede kwaliteit: het kaartmateriaal en de dwarsprofielen zijn bijzonder duidelijk en zodanig gedetailleerd dat de ruimtelijke effecten van de voorgestelde ingrepen goed in beeld worden gebracht. Ook de samenvatting is compleet en zelfstandig leesbaar. De geboden hulpmiddelen als leeswijzer werken goed om snel en gericht achtergrondinformatie te kunnen raadplegen. De dijkverbetering is met de opgestelde visie prima als een ruimtelijke opgave benaderd. Met deze visie zijn binnen de gegeven veiligheidseisen vanaf de start, duurzaamheid, cultuurhistorie, natuur en gebruik, goed meegenomen. De visie is vertaald in ontwerpuitgangspunten die het project ook daadwerkelijk richting hebben gegeven. De uiteindelijke uitwerking per deeltraject is steeds zorgvuldig beredeneerd hetgeen resulteert in een ontwerp op maat. Ook de aansluiting van fase 2 op het voorgaande onderzoek in fase 1 is duidelijk weergegeven. De alternatievenafweging en de effectbeschrijving zijn goed navolgbaar en correct. Het MER is voor sommige deelaspecten wel uitvoeriger dan direct nodig is om een goed overzicht te krijgen, maar ondanks de uitvoerigheid en de herhalingen is het mogelijk om snel de weg te vinden in het MER en de bijlagen. In hoofdstuk 2 wordt het oordeel van de Commissie nader toegelicht en worden aanbevelingen gedaan voor de besluitvorming. 1 De samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r., haar werkwijze en verdere projectgegevens staan in bijlage 1 van dit advies. Projectgegevens en bijbehorende stukken, voor zover digitaal beschikbaar, zijn ook te vinden via www.commissiemer.nl onder Adviezen Commissie. -1-

2. Toelichting op het oordeel 2.1 Overgang tussen dijkvakken In de visie op de ruimtelijke inpassing staat als wens om de dijk landschappelijk een samenhangend geheel te laten zijn. Voor het ontwerp en het bepalen van de milieugevolgen in het MER is logischerwijs eerst het dijktracé opgeknipt in 11 dijkvakken, die vervolgens zijn onderverdeeld in 23 deeltrajecten (en afzonderlijk nog de kunstwerken). Vervolgens wordt in het MER elk dijkvak afzonderlijk besproken en in hoofdstuk 8 worden het meest milieuvriendelijke alternatief en het voorkeursalternatief ook weer bepaald per deeltraject. Omdat een overzicht over het hele dijktracé ontbreekt, is de onderlinge samenhang tussen de dijkvakken niet goed inzichtelijk. Het voorkeursalternatief is echter wel consistent en landschappelijk goed ingepast al zijn er wel aanzienlijke overgangen tussen de verschillende dijkvakken. De Commissie adviseert om voor de uitvoering van het plan na te gaan of de overgangen tussen de dijkvakken landschappelijk verder kunnen worden geoptimaliseerd. 2.2 Spakenburg Nabij de bebouwde kom van Spakenburg blijft een aantal gebieden buitendijks liggen. De (door de gemeente aangedragen) varianten om deze gebieden binnendijks te leggen zijn niet uitgewerkt. Daarmee blijft onduidelijk hoe deze varianten eruit kunnen zien en wat daarvan de eventuele milieugevolgen zijn. Deze varianten zullen waarschijnlijk voor de natuurwaarden van de randmeren minder gunstig zijn, maar de gevolgen daarvan zijn in het MER niet beoordeeld. Aangegeven wordt dat hiervoor eventueel later een aparte (m.e.r.)procedure wordt gevolgd. Indien op een later tijdstip alsnog overwogen wordt om de bij Spakenburg buitendijks gelegen gebieden, binnendijks te leggen acht de Commissie aanvullend onderzoek noodzakelijk om de milieugevolgen voor de besluitvorming in beeld te brengen. 2.3 Effectbeoordeling Uit de effectbeschrijvingen in hoofdstuk 7 blijkt, dat de effecten op het niveau van alternatieven per dijktraject nauwelijks onderscheidend zijn. Op het niveau van thema s/aspecten zijn de effecten voor ecologie het meest belangrijk en ook overwegend bepalend voor de voorkeursvolgorde vanuit milieuperspectief. De sturende werking van ecologie voor de voorkeursvolgorde is voor de hand liggend en had duidelijker naar voren kunnen komen (al voorafgaand aan de effectbeoordeling). Op basis daarvan had de effectbeoordeling voor de overige thema s/aspecten op een globaler of algemener niveau kunnen plaatsvinden. -2-

Om nadelige effecten voor natuur te beperken zijn voor diverse trajecten mitigerende en compenserende maatregelen nodig. In de effectbeschrijving wordt ook regelmatig gewezen op de mogelijkheid van het inbrengen van plussen in het plan. Dergelijke maatregelen zijn in het MER slechts summier beschreven. Hierover wordt wel informatie gegeven in de achtergronddocumenten en het ontwerp-projectplan. Daarnaast wekt de beschrijving in het MER de indruk dat effecten op soorten te mitigeren zijn door werkzaamheden buiten de voor soorten gevoelige perioden uit te voeren. Deze perioden zijn voor de verschillende soorten zodanig anders, dat er voor sommige dijktrajecten geen werkbare periode overblijft. De planning van de werkzaamheden zoals opgenomen in de Passende beoordeling en het ontwerp-projectplan laat ook zien dat alhoewel rekening wordt gehouden met de gevoelige perioden niet te voorkomen is dat werkzaamheden in voor soorten gevoelige perioden wordt uitgevoerd. De gevolgen voor soorten zijn dus niet volledig te mitigeren. In aanvulling op de voorzet in het MER adviseert de Commissie om in het monitoringsprogramma aandacht te besteden aan: het monitoren van de effectiviteit van de mitigerende en compenserende maatregelen; de noodzaak en mogelijkheden om aanvullende maatregelen te treffen indien het beoogde effect van de mitigerende en compenserende maatregelen niet wordt gerealiseerd. -3-

BIJLAGE 1: Projectgegevens toetsing MER Initiatiefnemer: Waterschap Vallei & Eem Bevoegd gezag: Gedeputeerde Staten van Utrecht (coördinerend) en Gelderland, Waterschap Vallei & Eem Besluit: Goedkeuringsbesluit over het dijkverbeteringsplan Categorie Besluit m.e.r.: C12.1 plan-m.e.r. vanwege passende beoordeling Activiteit: De initiatiefnemers willen maatregelen treffen om de veiligheid van de binnendijkse gebieden langs de Zuidelijke Randmeren op het wettelijke vereiste peil te brengen. Bijzonderheden: De essentiële informatie voor besluitvorming is in het MER aanwezig. Het MER is in samenhang met het dijkverbeteringsplan van goede kwaliteit: het kaartmateriaal en de dwarsprofielen zijn bijzonder duidelijk en zodanig gedetailleerd dat de ruimtelijke effecten van de voorgestelde ingrepen goed in beeld worden gebracht. De dijkverbetering is met de opgestelde visie prima als een ruimtelijke opgave benaderd. Met deze visie zijn binnen de gegeven veiligheidseisen vanaf de start, duurzaamheid, cultuurhistorie, natuur en gebruik, goed meegenomen. De visie is vertaald in ontwerpuitgangspunten die het project ook daadwerkelijk richting hebben gegeven. De uiteindelijke uitwerking per deeltraject is steeds zorgvuldig beredeneerd hetgeen resulteert in een ontwerp op maat. Ook de aansluiting van fase 2 op het voorgaande onderzoek in fase 1 is duidelijk weergegeven. Procedurele gegevens: aankondiging start procedure: 12 april 2005 aanvraag richtlijnenadvies: 5 april 2005 ter inzage legging startnotitie: 13 april 2005 tot en met 10 mei 2005 advies voor richtlijnen uitgebracht: 7 juni 2005 richtlijnen vastgesteld: 11 oktober 2005 kennisgeving MER fase 1: 17 september 2007 aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.: 5 september 2007 ter inzage legging MER fase 1: 24 september 2007 tot en met 4 november 2007 toetsingsadvies uitgebracht: 17 december 2007 kennisgeving MER fase 2: 17 juni 2011 ter inzage legging MER fase 2: 20 juni 2011 tot en met 28 augustus 2011 aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.: 16 juni 2011 toetsingsadvies uitgebracht: 8 september 2011

Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. De werkgroepsamenstelling bij het onderhavige project is als volgt: drs. B.F.M. Beerlage (werkgroepsecretaris) dr. J.H. van den Berg ir. J.H.J. van der Gun drs. M.A. Kooiman dr. R.S.E.W. Leuven dr. D.K.J. Tommel (voorzitter) Werkwijze Commissie bij toetsing: Tijdens de toetsing gaat de Commissie na of het MER voldoende juiste informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te kunnen wegen in de besluitvorming. De Commissie gaat bij het toetsen uit van de wettelijke eisen voor de inhoud van een MER, zoals aangegeven in artikel 7.7 dan wel 7.23 van de Wet milieubeheer en de eventuele documenten over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Indien informatie ontbreekt, onvolledig of onjuist is, beoordeelt de Commissie of zij dit een essentiële tekortkoming vindt. Daarvan is sprake, als aanvullende informatie in de ogen van de Commissie kan leiden tot andere afwegingen. In die gevallen adviseert de Commissie de ontbrekende informatie alsnog beschikbaar te stellen, alvorens het besluit wordt genomen. Opmerkingen over niet-essentiële tekortkomingen in het MER worden in het toetsingsadvies opgenomen, voor zover ze kunnen worden verwerkt tot duidelijke aanbevelingen voor het bevoegde gezag. De Commissie richt zich in het advies dus op hoofdzaken die van belang zijn voor de besluitvorming en gaat niet in op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie www.commissiemer.nl op de pagina Commissie m.e.r. Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advisering: Ontwerp-Projectplan Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, Grontmij / Witteveen + Bos, juni 2011; MER fase 2, Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, Grontmij / Witteveen + Bos, juni 2011; Bijlagenrapporten bij MER fase 2, Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, Grontmij / Witteveen + Bos, juni 2011; Ecologische bijlagenrapporten bij MER fase 2, Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, Grontmij / Witteveen + Bos, juni 2011; Geotechnische onderbouwing Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, Grontmij / Witteveen + Bos, juni 2011; Milieutechnische bijlagenrapporten Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, Grontmij / Witteveen + Bos, juni 2011; Vergunningaanvragen en Ontwerpbesluiten Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, Grontmij / Witteveen + Bos, juni 2011.

De Commissie heeft kennis genomen van de zienswijzen en adviezen, die zij tot en met 1 september 2011 van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Dit advies verwijst naar een reactie als die nieuwe inzichten naar voren brengt over specifieke lokale milieuomstandigheden of te onderzoeken alternatieven. Een overzicht van de zienswijzen en adviezen is opgenomen in bijlage 2.

BIJLAGE 2: Lijst van zienswijzen en adviezen 1. DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., namens A.C.J. Stangenberger en E.M. Schellekens, Hoogland 2. H. Tolboom, Amersfoort 3. D.B. Berkhof, Baarn 4. B. Varenkamp, Eemdijk 5. H.A.B. Zandbergen, Eemdijk 6. E.A. van Diskoeck, Eemdijk 7. H. Hop, Eemdijk 8. W. Hop, Eemdijk 9. P. van der Zwart en J. van Horssen, Amersfoort + toevoeging 10. M. ten Berg, Eemdijk 11. A. de Bruin, Eemdijk 12. A. J. van Halteren, Spakenburg 13. De heer en mevrouw De Ruiter, Baarn 14. A. Heek, Eemdijk 15. A. van de Mheen, Eemdijk 16. A. Breij, Baarn + toevoeging 17. A. ter Beek, Bunschoten-Spakenburg 18. A. Veldhuizen, Eemdijk 19. Anoniem 20. E. Droogh, Baarn 21. K.A. ter Horst, Eemdijk 22. J.A. Elderhorst, Bunschoten 23. K.B. Huygen, Eemdijk 24. R. Vedder, Bunschoten 25. K. Hoolwerf, Eemdijk 26. Anoniem 27. J. Schellaert, Eemdijk 28. R. Hilhorst, Baarn 29. Stichting Scouting Cay-Noya A. van Barreveld, Amersfoort 30. R.M. Weverling en L.C. Deriga, Eemdijk 31. Fam. T. Hop, Eemdijk 32. T. van t Klooster, Eemnes 33. A. Hoeve, Bunschoten-Spakenburg 34. G. Vermeer, Baarn 35. A. Trip, Amersfoort 36. H. Jurriën, Eemdijk 37. A.J.W. van Veldhuizen, Hoogland 38. D. Wever, Nijkerk 39. Staatsbosbeheer Regio West, Amsterdam 40. Gemeente Bunschoten, Bunschoten 41. A. Hoolwerf, Eemdijk 42. A. Hoolwerf, Eemdijk 43. W. Huygen, Eemdijk

44. G.J. van Rossum, Bunschoten 45. J. Roos, Amersfoort 46. van Heijst & partners Advies, namens W. Veerman van Halteren, Eemdijk 47. van Heijst & partners Advies, namens P. van Halteren, Eemdijk 48. M.J. van der Eijk, Roeivereniging Hemus, Amersfoort 49. Bewoners Eemdijk 20, 22 en 22B, Eemdijk 50. Fam. M. de Hondt, Amersfoort 51. E.R.L. Dekker, Amersfoort 52. D. Meewis, Eemdijk 53. D. Cramer, Kanovereniging Keistad, Amersfoort 54. Waterschap Vallei & Eem, Leusden 55. G. van Dijk, Nijkerk 56. Stichting Gelderse Milieufederatie, Arnhem 57. P.R. Hilhorst, Baarn 58. Bewoners Zuidereind, Baarn 59. Z.J. Beukers, Baarn 60. J. van Dijk, Eemdijk, 61. BLWG, L.B. Sparrius, Gouda 62. M. Minke en A. Nijhof, Eemdijk 63. G. van Stempvoort en B. Valkengoed, Eemdijk 64. t Schoutenhuis B.V. namens C. Engel, Woudenberg 65. Alliantie Eemvallei, Amersfoort 66. Natuurmonumenten, s-gravenland 67. Baarnse Watersport Vereniging De Eem, Baarn 68. J. Janssen van Doorn-Dekker, Barneveld

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Veiligheid Zuidelijke Randmeren en Eem, fase 2 Waterschap Vallei en Eem wil maatregelen treffen om de veiligheid van de binnendijkse gebieden langs de Zuidelijke Randmeren op het wettelijke vereiste peil te brengen. Hiervoor is een dijkverbeteringsplan opgesteld. Volgens de Waterwet moeten de colleges van Gedeputeerde Staten van Utrecht (coördinerend bevoegd bezag) en Gelderland een goedkeuringsbesluit over het dijkverbeteringsplan nemen. Voor de onderbouwing van het dijkverbeteringsplan is een Milieueffectrapport (MER) opgesteld. ISBN: 978-90-421-3338-9