Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Vergelijkbare documenten
Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 mei

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 januari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 7 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 13 november

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk. 9 juli Onderwerp

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 10 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 4 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 januari

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

mr. drs T. van der Wal . Verbeek Het college van Burgemeester en Wethouders Van de gemeente Noordoostpolder Postbus AD EAAMELOORD

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 augustus

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 december

PROVINCIE FLEVOLAND 2 O OKT Staatsbosbeheer De heer J. van Soest Smallepad MG DEVENTER

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

SW B.V. Van Weerden Poelmanweg PC ALMELO. Datum 8 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 augustus

Stichting Woningbeheer Betuwe J. Heesen Postbus ZG LIENDEN. Datum 14 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Heesen,

Stichting de Alliantie R.C. Haans Postbus AC HILVERSUM. Datum 23 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Haans,

Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat CB LEERDAM. Datum 3 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 22 maart

Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus AL BOXMEER. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Stichting WonenBreburg K. op t Hoog Postbus AK TILBURG. Datum 23 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Op t Hoog,

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 juli

Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra,

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningsestraat DB ZETTEN. Datum 28 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningensestraat DB Zetten. Datum 13 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

Aanvraag Ontheffing Soortenbescherming

IEF Berlage Utrecht (Boven Clarenburg) B.V. M.G. Boessenkool Postbus BT AMSTERDAM. Datum 25 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

Formulier voor aanvraag ontheffing op grond van: Wet Natuurbescherming Onderdeel: Soorten (hoofdstuk 3 Wnb)

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

RUD Mevrouw EJ.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Jan van Kuikweg 18 te Heemskerk

Gemeente Bodegraven-Reeuwijk J. Tijssen Postbus AK BODEGRAVEN. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant VH ZWOLLE. Datum 24 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Schrijver,

Ontheffing Wet natuurbescherming Art. 3.5, lid 4, Wnb

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Hupperts,

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Landschap Overijssel G. Brouwer Popenallee KW DALFSEN. Datum 18 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Brouwer,

Rijsenburgsehof V.o.f. S.J. van Dijk Menno van Coehoornsingel XA ZWOLLE. Datum 7 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

CVDR. Nr. CVDR609937_1

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof,

Stichting Actium E. Huizing Postbus AM ASSEN. Datum 7 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Huizing,

Somnium Real Estate B.V. W. van der Velden Postbus AB RIJNSBERGEN. Datum 1 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 10 juli 2018 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. P. Koppejan Postbus AJ WEESP. Datum 6 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting Thús Wonen Postbus AA DOKKUM. Datum 18 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 2 april

Uw kenmerk Uw aanvraag

Rijkswaterstaat Dienst Oost Nederland S. Bogaerts Eusebiusbuitensingel HZ ARNHEM. Datum 25 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

SOORTBESCHERMING IN DE PRAKTIJK. De praktische wijzigingen tussen Flora- en faunawet en de Wet Natuurbescherming

Océ-Technologies B.V. R.W.R. Rutten Postbus MA VENLO. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op de aanvraag Ruimtelijke ingrepen

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Prorail B.V. G. van den End Postbus GA UTRECHT. Datum 26 juli 2017 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek. Geachte heer Van den End,

Uw kenmerk. Wij merken uw verzoek aan als een verzoek om ontheffing voor het houden van een wedstrijd in de zin van de Wvw.

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Utrecht R. Doedens Potbus CE UTRECHT. Datum 28 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Doedens,

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Stichting Vidomes E. Ewalt Kleveringweg LZ DELFT. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Ewalt,

Stichting Parteon Postbus AA WORMERVEER. Datum 22 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Stichting Ymere D.S.M. Louwerens Postbus GG AMSTERDAM. Datum 14 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Louwerens,

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus AJ HEEMSTEDE

VERZONDEN ij 9 MEI 201~

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Lansingerland J. Koch Postbus AA BERKEL EN RODENRIJS. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Transcriptie:

Postbus 55 8200 AB Lelystad Staatsbosbeheer Smallepad 5 3811 MG AMERSFOORT Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl ** Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt. 2017 2 Onderwerp Wet natuurbescherming: ontheffing van artikel 3.1 wat betreft het verstoren en vernietigen van verblijfplaatsen van huismus en kerkuil vanwege de sloop van gebouwen aan de Adelaarsweg 1 te Zeewolde Geachte Op 14 augustus 2017 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing van artikel 3.1 lid 2 en 4 en artikel 3.5 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming ontvangen inclusief de bijbehorende bijlagen. Wij hebben uw aanvraag beoordeeld op basis van de in artikel 3.3 en 3.8 van de Wet natuurbescherming genoemde voorwaarden en criteria, op grond waarvan een ontheffing kan worden verleend. Deze beoordeling heeft ertoe geleid dat wij hebben besloten de door u aangevraagde ontheffing te verlenen. Hierbij treft u ons besluit aan. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, mr. drs. T. van der Wal A.M. Meijer Inlichtingen bij Doorkiesnummer Bezoekadres Visarenddreef 1 Lelystad

2 Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN van Flevoland op verzoek van een ontheffing op grond van artikel 3.3 en 3.8 Wet natuurbescherming. Inhoudsopgave A. Onderwerp aanvraag B. Wettelijk kader Wet natuurbescherming C. Beleid Provincie Flevoland D. Inhoudelijke beoordeling E. Kennisgeving en afschriften F. Besluit G. Bezwaar H. Ondertekening Bijlage 1: kaart van te slopen gebouwen Bijlage 2: informatieblad bezwaarprocedure A. Onderwerp aanvraag Op 14 augustus 2017 hebben wij uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor 'het storen van vogels en het wegnemen van nesten en verblijfplaatsen' als gevolg van sloop van gebouwen aan de Adelaarsweg 1 te Zeewolde. Op 6 september 2017 hebben wij aanvullingen ontvangen. Bij de aanvraag horen de volgende bijlagen en aanvullingen: het aanvraagformulier, organogram en mandaatregeling, Nota van toelichting bij ontheffingsaanvraag sloop gebouwen Adelaarsweg 1 te Zeewolde, Projectplan Flora-en faunawet, Natuurwaardenonderzoek Adelaarsweg 1 Zeewolde, Reactie verzoek aanvullingen ontheffingsaanvraag Kop van Hosterwold en Notitie veldbezoek floraen fauna. De werkzaamheden bestaan uit de sloop van drie opstallen, gebouwen 2, 3 en 4 (zie bijlage 1) waarvan er twee asbesthoudend zijn. Staatsbosbeheer vraagt ontheffing aan van de verbodsbepalingen als genoemd in artikel 3.1, lid 2 (vernietigen of beschadigen van nesten, rustplaatsen en eieren van vogels) en lid 4 (verstoren) van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) op grond van artikel 3.3 Wnb, voor wat betreft de exemplaren van de huismus (Passer domesticus) en de kerkuil (Tyto alba). Tevens wordt ontheffing aangevraagd van de verbodsbepalingen uit artikel 3.5 lid 2 (verstoren) en lid 4 (vernietigen of beschadigen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen) Wnb op grond van artikel 3.8 Wnb voor wat betreft de exemplaren van de kerkuil (Tyto alba). Staatsbosbeheer is tevens voornemens om nieuwe natuur te realiseren, waarvoor het noodzakelijk is de genoemde bedrijfsgebouwen te slopen. In de onderliggende stukken bij de aanvraag is ook ingegaan op de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), maar omdat de aanvraag uiteindelijk niet ziet op de sloop van gebouwen waarin deze soort verblijft maakt de gewone dwergvleermuis geen onderdeel uit van deze aanvraag. Het onderzoek geeft het volgende aan. In de te slopen gebouwen op het terrein aan de Adelaarsweg zijn twee nesten van de huismus en een broedplaats van een kerkuil aanwezig. B. Wettelijk kader Wet natuurbescherming De Wet natuurbescherming (hierna Wnb) is het nationale wettelijke kader voor de soortenbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. De Wnb geeft algemene beschermingsmaatregelen met de zorgplicht (artikel 1.11) en de actieve soortenbescherming (artikel 1.12). Artikel 1.3 lid 1 luidt: ingeval Gedeputeerde Staten ingevolge het bepaalde bij of krachtens deze wet bevoegd zijn tot het nemen van een besluit met betrekking tot projecten of handelingen, zijn, tenzij anders bepaald, bevoegd Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 van de Wet natuurbescherming het bevoegd gezag voor de onderhavige handeling. In hoofdstuk 3: soorten, worden drie

3 beschermingsregimes aangegeven voor: soorten van de Vogelrichtlijn (artikel 3.1 tot en met 3.4), soorten van de Habitatrichtlijn (artikel 3.5 tot en met 3.9) en de andere soorten (artikel 3.10 tot en met 3.11). De soorten waarvoor ontheffing is aangevraagd van de in de Wnb genoemde verboden, vallen onder het beschermingsregime van de: Vogelrichtlijn Hiervoor gelden de volgende verboden: - Opzettelijk doden of vangen (art. 3.1, lid 1 Wnb) - Opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, rustplaatsen en eieren van vogels (art. 3.1, lid 2 Wnb) - Nesten van vogels wegnemen (art. 3.1, lid 2 Wnb) - Het rapen en onder zich hebben van eieren van vogels (art. 3.1, lid 3 Wnb) - Opzettelijk storen van vogels (art. 3.1, lid 4 Wnb) GS kunnen op basis van art. 3.3 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: A. Er bestaat geen andere bevredigende oplossing B. Zij is nodig: 1. In het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid 2. In het belang van de veiligheid van het luchtverkeer 3. Ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren 4. Ter bescherming van flora en fauna 5. Voor onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of voor de daarmee samenhangende teelt, of, 6. Om het vangen, het onder zich hebben of elk andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden toe te staan 7. De maatregelen leiden niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort. Habitatrichtlijn Hiervoor gelden de volgende verboden: - Opzettelijk doden of vangen (art 3.5, lid 1), - Opzettelijk verstoren, (art. 3.5 lid 2), - Eieren van dieren als bedoeld in het eerste lid van artikel 3.5 Wnb in de natuur opzettelijk vernielen of rapen (art. 3.5 lid 3), - Voortplantingsplaatsen of rustplaatsen beschadigen of vernielen (art. 3.5, lid 4), - Opzettelijk planten plukken en verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen (art.3.5 lid 5). GS kunnen op basis van art. 3.8 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: A. Er bestaat geen andere bevredigende oplossing; B. Zij is nodig: 1. In het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats, 2. Ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom, 3. In het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid, of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten,

4 4. Voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten, of 5. Om onder strikt gecontroleerde omstandigheden op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich hebben. 6. Er wordt geen afbreuk gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Naast het beschermingsregime van de Vogelrichtlijn is ook de Habitatrichtlijn van toepassing op de kerkuil vanwege de beschermingsstatus van deze soort (opgenomen in bijlage II van het Verdrag van Bern). Dit geldt uitsluitend voor de kerkuil. C. Beleidsuitgangspunten Provincie Flevoland Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 In de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 zijn door Provinciale Staten regels gesteld ter invulling van de taken die de Provincie Flevoland heeft voortvloeiende uit de Wet natuurbescherming. Beleidsregels uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 De beleidsuitgangspunten voor het verlenen van ontheffingen van de Wet natuurbescherming zijn opgenomen in de Beleidsregels Wet natuurbescherming. D. Inhoudelijke beoordeling De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 3 stappen: 1. Alternatieven 2. Wettelijke belangen 3. Gunstige staat van instandhouding Ad. stap 1: Alternatieven Voor de omvorming van de bestaande bedrijfsgebouwen naar nieuwe natuur is geen alternatief voor handen. Daarnaast is er vanwege het voorkomen van asbest een belang in het kader van de volksgezondheid. Het is onmogelijk het asbest te saneren zonder de verblijfplaatsen van de genoemde soorten te verstoren en te vernielen. In (asbestvrije) gebouw 5 (zie kaart bijlage 1) op het desbetreffende terrein zijn reeds mitigerende maatregelen getroffen. Gekozen is voor geleidelijke sloop van gebouwen zodat terdege rekening gehouden kan worden met mitigatie voor de soorten (eerst worden gebouwen 2,3 en 4 gesloopt en later wordt een nieuwe ontheffing aangevraagd voor sloop van gebouw 5). In gebouw 5 zijn ruim voldoende vervangende verblijfplaatsen ter mitigatie aangebracht. Verder wordt rekening gehouden met de kwetsbare periode van onderhavige soorten. Met deze mitigerende maatregelen, die reeds in werking zijn, is gekozen voor de best mogelijke oplossing. Er zijn geen betere alternatieven voorhanden. Ad. stap 2: Wettelijke belangen U heeft ontheffing aangevraagd op grond van het belang ter bescherming van wilde flora of fauna in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats en de volksgezondheid of de openbare veiligheid.

5 Bescherming van flora en fauna Het Horsterwold vormt samen met het naastgelegen Hulkesteinse bos het grootste aaneengesloten loofbosgebied van Nederland (4800 hectare). In de afgelopen jaren is hard gewerkt om de natuurwaarden duurzaam te ontwikkelen. Daarom wil Staatsbosbeheer met partijen in de omgeving onder het motto versterken en verbinden op een strategische locatie in de kop van het Horsterwold 110 hectare nieuwe natuur inrichten. De voorgestelde inrichting staat in het teken van versterken en verbinden: het versterken en uitbreiden van de robuuste natuur van het Horsterwold, het ecologisch verbinden van het Horsterwold met bestaande en toekomstige natuur in het westen en noorden. De ligging van het projectgebied is bij uitstek geschikt voor de realisatie van deze doelen: het ligt strategisch tussen Almere en Zeewolde, langs de Hoge Vaart, sluit aan op de zuidzijde van het initiatief Grote Trap [ZFL05] en is omgeven door het Horsterwold en het Priembos. De kop van het Horsterwold heeft hiermee alle kansen om zich te ontwikkelen tot ecologisch knooppunt in de zone Almere- Horsterwold-Zeewolde en het Oostvaardersplassengebied. Het projectgebied sluit ruimtelijk aan op verschillende andere initiatieven: aan de westzijde op Oosterwold en de Eemvallei (via de stapstenen Hoge Vaart) [ZFL16] en aan de noordzijde op het tracé van de Grote Trap [ZFL05]. Deze initiatieven versterken elkaar in hun ecologische functies. Volksgezondheid of de openbare veiligheid Delen van de huidige bebouwing bevat op meerdere plekken asbest in onder andere het dak en de muren. Hierdoor kan worden gesteld deze bebouwing niet toekomst bestendig is. De gebouwen zijn in hun huidige staat in verval en indien de voorgenomen sloop geen doorgang kan vinden, zal er in toenemende mate sprake zijn van leegstand, verloedering, onveiligheid, en risico op schade van de volksgezondheid. De kans op brandstichting is aanzienlijk bij leegstaande gebouwen. Aangezien er op sommige plekken ook asbest in de bebouwing aanwezig is, vormt dit aspect bij een eventuele brand tevens een groot risico voor de volksgezondheid. Geconcludeerd kan worden dat de voorgenomen sloop van de huidige bebouwing een positief effect heeft op de volksgezondheid en de openbare veiligheid in de omgeving van het plangebied. Gelet op de naar voren gebrachte omstandigheden zijn wij van oordeel dat de belangen bescherming van wilde flora of fauna in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats en de volksgezondheid of de openbare veiligheid, voldoende onderbouwd is. Ad. stap 3: Gunstige staat van instandhouding De huismus De landelijke staat van instandhouding van de huismus wordt beoordeeld als matig ongunstig (RVO, 2014). De soort wordt in het gehele land aangetroffen maar laat een dalende trend zien. Hierdoor staat de huismus op de Rode Lijst als gevoelig. De huismus broedt voornamelijk in daken van gebouwen. Deze verblijfplaatsen worden jaarrond gebruikt en zijn jaarrond beschermd. Van de huismus worden drie broedlocaties ongeschikt door de voorgenomen ontwikkeling. Doordat op het erf slechts een klein aantal broedparen is aangetroffen, is het aannemelijk dat deze onderdeel uitmaakt van een regionaal netwerk van broedparen waartussen uitwisseling plaatsvindt. Tijdens de werkzaamheden blijven voldoende alternatieve (tijdelijke) verblijfplaatsen en leefgebieden in het plangebied en de directe omgeving aanwezig. Daarnaast zijn er als tijdelijke maatregelen in september 2016 ook twee mussenflats opgehangen met elk acht broedplaatsen, een goed en bruikbaar alternatief. Effecten op de populatie zijn dan ook niet te verwachten en daarmee komt de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in het geding. Vanwege genoemde overcompensatie komt ook de regionale en lokale staat van instandhouding niet in het geding.

6 De kerkuil Kerkuilen worden in een groot deel van Nederland aangetroffen. De landelijke staat van instandhouding wordt beoordeeld als stabiel, maar kwetsbaar. Kerkuil broedt in de hoge, donkere en tochtvrije delen van boerenschuren, kerken, kastelen en torens. De kerkuil broedt tegenwoordig in ongeveer 90 procent van de gevallen in nestkasten die in deze gebouwen zijn geplaatst. Verblijfplaatsen zijn jaarrond beschermd, omdat ze het gehele jaar door de soort kunnen worden gebruikt. De kerkuil broedt al jaren succesvol op het erf. Het is zeer aannemelijk dat de soort ook na de herontwikkeling op het erf aanwezig blijft. Kerkuilen kunnen uitwijken naar twee nestkasten die reeds in september 2016 in de te behouden schuur 5 zijn opgehangen. Het plangebied blijft ook na de werkzaamheden geschikt als leefgebied voor kerkuilen. Effecten op de populatie worden niet verwacht. De gunstige staat van instandhouding van de kerkuil blijft gewaarborgd. Vanwege genoemde mitigatie komt de lokale en ook de regionale staat van instandhouding niet in het geding. De staat van instandhouding is, door het uitvoeren van compensatiemaatregelen, noch van de huismus, noch van de kerkuil in het geding. De werkzaamheden zouden zonder compensatie leiden tot het verdwijnen van broedgelegenheid van de huismus en kerkuil. Echter, compensatie is inmiddels gerealiseerd zodat er geen sprake is van een tijdelijke of permanente verslechtering. Met de aanleg van het nieuwe bos (paden en zoomen) rond het bestaande erf ontstaat er tevens een groter voedselaanbod (zaden van kruiden, foeragerende insecten op klaver), dekking en voedselaanbod voor muizen (diverse klavers). Gelet op voorgaande overwegingen kan worden vastgesteld dat de lokale staat van instandhouding van beide soorten wordt gewaarborgd. De ecologische impact op de soorten is, door de reeds genomen maatregelen, minimaal en tijdelijk. De staat van instandhouding van de soorten komt door het project niet in gevaar, waardoor het belang gediend met dit project in dit geval zwaarder mag wegen dan het behoud van de hier aanwezige verblijfplaatsen van de soorten. Zorgvuldig handelen Tijdens de werkzaamheden wordt rekening gehouden met de algemene zorgplicht. Voorafgaand aan de werkzaamheden worden maatregelen genomen om te voorkomen dat dieren gebruik maken van de verblijfplaatsen op het moment dat de gebouwen gesloopt worden. Daarnaast worden handelingen achterwege gelaten of extra maatregelen genomen om te voorkomen dat door de te nemen werkzaamheden nadelige effecten op flora en fauna worden veroorzaakt. Globaal wordt ervoor gezorgd dat werkzaamheden niet na zonsondergang worden uitgevoerd, zodat verstoring op de nacht-actieve soorten als de kerkuil zoveel mogelijk wordt voorkomen. Ook worden zo weinig mogelijk verstoringsbronnen ingezet als aggregaten of verlichting. Maatregelen worden in een ecologisch werkprotocol opgenomen. Dit protocol is tijdens de werkzaamheden op de locatie aanwezig en onder betrokken medewerkers bekend. Tijdens de werkzaamheden staat een ter zake kundige paraat voor vragen en onvoorziene situaties. E. Kennisgeving en afschriften Van dit besluit zal conform artikel 3:42 tweede lid van de Algemene wet Bestuursrecht door ons kennis worden gegeven door middel van publicatie in een huis-aan-huisblad en op de website van de Provincie Flevoland. Afschriften van dit besluit worden verzonden aan: - KNNV Lelystad, lelystad@knnv.nl - Vogel- en Natuurwacht Flevoland, info@vogelwachtflevoland.nl - Dierbaar Flevoland, info@dierbaarflevoland.nl - OFGV, info@ofgv.nl

7 F. Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten op grond van artikel 3.3 en 3.8 Wet natuurbescherming, overwegende dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en dat door het slopen van voormalig bedrijfsgebouwen op Adelaarsweg 1 geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de huismus en kerkuil, aan Staatsbosbeheer ontheffing te verlenen: van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, tweede en vierde lid en artikel 3.5, tweede en vierde lid van de Wet natuurbescherming, voor zover dit betreft het opzettelijk verstoren en het beschadigen en/of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de huismus en kerkuil. De ontheffing geldt voor de nog te slopen gebouwen 2, 3 en 4 aan de Adelaarsweg 1, zoals weergegeven op kaart in het projectplan (bijlage 1 bij dit besluit). Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffingshouder dient onverwijld contact op te nemen met provincie Flevoland (via wnb@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffingshouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffingshouder handelende (rechts-)personen. De ontheffingshouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 6. Een week voordat wordt begonnen met de sloop van de gebouwen moet hiervan melding worden gedaan bij de OFGV via handhaving@ofgv.nl Specifieke voorschriften 1. Twee vervangende mussenflats (met elk 8 mogelijkheden voor bewoning) en twee vervangende kerkuilkasten zijn in september 2016 opgehangen aan en in gebouw 5 (de stal met compensatie, zoals te zien op kaart in bijlage 1). Deze kasten zijn ruim voor de sloop van de bebouwing geplaatst. Deze nestkasten voor zowel de huismus als de kerkuil dienen voor langere tijd beschikbaar te blijven voor de soorten. Indien gebouw 5, waaraan/in de kasten zijn verbonden, binnen enkele jaren ook gesloopt wordt, dient er een nieuwe ontheffing aangevraagd te worden. In dit geval is vereist dat tijdig nieuwe voorzieningen worden aangebracht voor de huismus en kerkuil op een daarvoor geschikte locatie. 2. De te slopen gebouwen worden uiterlijk in week 46 van 2017 ongeschikt gemaakt als verblijfplaats voor de huismus. Ongeschikt maken kan op verschillende manieren worden uitgevoerd; door het verwijderen van de dakpannen, de dakpannen op tochtstand te plaatsen of door het afdichten van de toegangswegen. De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. 3. De te slopen gebouwen worden uiterlijk in week 46 van 2017 ongeschikt gemaakt als Verblijfplaats voor de kerkuil. Ongeschikt maken kan bijvoorbeeld door het afdichten van de toegangswegen. De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist,

8 uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. 4. Nadat vastgesteld is dat alle huismussen en kerkuilen de verblijfplaatsen hebben verlaten, dienen de sloopwerkzaamheden zo snel mogelijk te worden uitgevoerd doch uiterlijk voor 1 maart 2018. Als tijdens de uiteindelijke sloopwerkzaamheden toch huismussen of kerkuilen worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden onmiddellijk te worden stopgezet en dienen direct deskundigen ingeschakeld te worden. Tevens dient hier melding van plaats te vinden bij wnb@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl. 5. Er dient monitoring plaats te vinden om vast te stellen of gebruik wordt gemaakt van de tijdelijke vervangende verblijfplaatsen. De provincie ontvangt jaarlijks voor eind december een verslag van de monitoring. Tevens wordt een afschrift gestuurd aan handhaving@ofgv.nl. In tegenstelling tot het voorgaande kan van monitoring worden afgezien indien er in 2018 reeds een aanvraag voor een ontheffing van de sloop van gebouw 5 wordt ingediend. 6. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 7. De ontheffingshouder dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. 8. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden en dienen dit na te leven. Voor aanvang van de werkzaamheden dient dit ecologisch werkprotocol te worden verzonden aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek via handhaving@ofgv.nl. 9. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffingshouder zich niet houdt aan de voorschriften. 10. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal drie maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 11. Deze ontheffing is geldig vanaf de datering van dit besluit tot en met 1 oktober 2022. G. Bezwaar Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad. H. Ondertekening Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, mr. drs. T. van der Wal A.M. Meijer

9 Bijlage 1 Figuur 1: Overzicht te slopen gebouwen Adelaarsweg 1

10 Bijlage 2: Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland Bezwaar Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de Voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter. Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.