Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen



Vergelijkbare documenten
WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Ecologisch Werkprotocol

In onderstaand schema zijn de mogelijkheden tot vrijstelling van de ontheffingsplicht weergegeven.

Ecologisch werkprotocol. Herinrichting Buulder Aa. Waterschap De Dommel

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Ecologische werkprotocol parkeerplaats Paardenmarkt

Ecologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Werkprotocollen Flora- en faunawet voor de uitvoering van werken van Rijnland

COLOFON. Richtlijn implementatie Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen Uitwerking voor Waterschap Rivierenland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Werkprotocollen Baggeren HDSR. Versie 1.1

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

Ecologisch Werkplan Renovatie van gemaal Startstraat (Gameren) in het kader van de Flora- en faunawet en de Wet natuurbescherming

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Gemeente Middelburg. Ramsburg Oost. Flora- en faunatoets ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

NATUURWAARDENONDERZOEK LOCATIE THEATER EINDRAPPORTAGE GEMEENTE SCHIJNDEL. 28 oktober /CE4/OKO/ & ARCAD1S

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Ecologisch werkprotocol

Busbaan langs de Kruisvaart

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna

Update quickscan Ecologie Witte Kool fase II te Sint Maarten N. Hemmers 23 december 2016

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Memo: Datum: 13 april Quickscan ecologische waarden (Flora en faunawet en EHS) sloop BMV Hoensbroek

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

GarneenteT? Gereg.d^JJJlEUm. Reg.nr. Dienst Regelingen Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Natuurtoets

Ecologisch werkprotocol

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Bureauonderzoek flora en fauna

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Natuurtoets Masterplan centrumgebied Hoogkarspel

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Bijenorchis (Ophrys apifera)

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten.

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Verantwoording. Titel : Natuurtoets Kerkdriel-Noord te Kerkdriel

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Overzicht beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Water, beheerjaar 2019 (2)

Notitie flora en fauna

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Postbus RK Utrecht

Bevoegdheid. Flora- en faunawet. Besluit. Dienst Regelingen Ministerie van Economische Zaken, landbouw en Innovatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Beheer- en onderhoudsplan

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Oriënterend!onderzoek!naar!beschermde!flora!en! fauna!aan!de!dorpsstraat!94!te!aarlanderveen!!

2. Wet- en regelgeving en gemeentelijk groenbeleid. Quickscan Sloop & nieuwbouw in het Marco Poloplantsoen

Verkennend natuuronderzoek locatie Hobbemakade

Waterschap Vallei en Veluwe J. Wilbrink Postbus AC APELDOORN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Toetsing Flora- en faunawet Botterbeek Haaksbergen Augustus Inventarisatie van beschermde soorten.

Quick-scan Stationlaan Zevenbergen

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Verkennend natuuronderzoek Handelstraat Apeldoorn

Rietplas (Houten) Zorgplicht Flora- en Faunawet in relatie tot uitvoering

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

(Bouw)plannen en de Flora- en faunawet

/ Stadhuisplein, Veghel

Betreft : Toetsing Flora- en faunawet Blokhoeve Nieuwegein

Natuurtoets belastingkantoor aan Marijkeweg te Wageningen

Waterschap Vechtstromen Van Klompenburg Postbus GA ALMELO. Datum 27 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dossiernummer: Projectnummer:

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).

Quickscan DWL-De esch

Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Goedgekeurd door het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie op 6 februari 2012

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Werkprotocollen gemeente Buren Werkprotocollen behorende bij de natuurwaardenkaart gemeente Buren

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Quickscan Spechtstraat, aanleg park De Kraaij

Quick scan ecologie Frankemaheerd te Amsterdam ZO

Quickscan flora en fauna

Flora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Transcriptie:

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen Werkprotocollen Definitief Waterschap Zuiderzeeland Grontmij Nederland bv Lelystad, 28 november 2007

Verantwoording Titel : Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen Subtitel : Werkprotocollen Projectnummer : PN 230158 Referentienummer : L701403 Revisie : Datum : 28 november 2007 Auteur(s) : M. Kolen E-mail adres : marloes.kolen@grontmij.nl Gecontroleerd door : P. Korstanje Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : A. Hekman Paraaf goedgekeurd : Contact : Gondel 36-15 8243 DG Lelystad Postbus 45 8200 AA Lelystad T +31 320 28 91 92 F +31 320 23 17 22 noordwest@grontmij.nl www.grontmij.nl Pagina 2 van 15

Inhoudsopgave Voorwoord... 4 1 Beheer en onderhoud... 5 1.1 Werkprotocol: Maaien van kruidachtige vegetaties op bermen, dijken en schouwpaden... 5 1.2 Werkprotocol: Schonen van waterlopen en oevers (het natte profiel).... 6 1.3 Werkprotocol: Baggeren van bodems, herprofileren en herstelwerkzaamheden aan oevers... 7 1.4 Werkprotocol: Snoeien en dunnen van opgaande beplanting... 8 1.5 Werkprotocol: Onderhoud aan waterkeringen... 9 1.6 Werkprotocol: Onderhoud verhardingen... 10 2 Ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting... 11 2.1 Werkprotocol: Verwijderen bovengrond en andere graafwerkzaamheden (ontwikkeling duurzame en natuurvriendelijke oevers)... 11 2.2 Werkprotocol: Sloop van kunstwerken en gebouwen... 12 2.3 Werkprotocol: Bouwactiviteiten... 13 2.4 Werkprotocol: Afdammen, dempen van wateren en verleggen of aanleg van nieuwe wateren... 14 Pagina 3 van 15

Voorwoord Waterschap Zuiderzeeland is de gedragscode die de Unie van Waterschappen heeft opgesteld voor de waterschappen aan het implementeren in het dagelijkse werk. De gedragscode is van toepassing op een breed scala van werkzaamheden die de waterschappen uitvoeren, zoals het maaien van walkanten, baggeren, schonen van waterlopen, etc. Als volgens de gedragscode van de waterschappen wordt gewerkt, dan voldoen de waterschappen aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de vrijstellingen van een aantal verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Zonder de gedragscode dient een ontheffing te worden aangevraagd. De gedragscode maakt het voor het waterschap eenvoudiger op een zorgvuldige manier om te gaan met de belangen van de flora en fauna. Om de gedragscode op een goede wijze te implementeren in het dagelijkse werk heeft het Waterschap Zuiderzeeland aan Grontmij gevraagd werkprotocollen op te stellen. In deze werkprotocollen wordt, per activiteit die het waterschap uitvoert, beschreven welke maatregelen het waterschap zal treffen om schade aan het duurzaam voortbestaan van soorten bij beheer, onderhoud en bij nieuwe werken te voorkomen. Er zijn werkprotocollen gemaakt voor het beheer en onderhoud wat het waterschap uitvoert en voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Pagina 4 van 15

1 Beheer en onderhoud 1.1 Werkprotocol: Maaien van kruidachtige vegetaties op bermen, dijken en schouwpaden Ten aanzien van bestendig beheer en onderhoud dient een voldoende gebiedsdekkend beeld inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van juridisch zwaardere (tabel 2 en 3) soorten. Wanneer deze beschermde soorten op basis van dit beeld aanwezig zijn, dient gehandeld te worden conform de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Broedvogels komen in het plangebied voor Werkzaamheden kunnen tot 15 maart en vanaf 1 juni (niet in de periode 15 maart-1 juni) worden uitgevoerd, mits tijdens de werkgang goed wordt gelet op broedende vogels, hun eieren en jongen. Een strook van vijf meter rond het nest wordt niet gemaaid. Beschermde flora komt in het plangebied voor Werkzaamheden kunnen vanaf 1 juni worden uitgevoerd (niet in de periode 15 maart-1 juni), mits tijdens de werkgang goed wordt opgelet op bloeiende juridisch zwaar beschermde soorten (flora). Op groeiplaatsen van beschermde plantensoorten wordt niet gemaaid voordat deze zich voldoende hebben kunnen vermeerderen. Bij een oppervlakte kleiner/gelijk aan 1000 m 2 wordt de beschermde flora uitgerasterd met behulp van piketpalen. Bij een oppervlakte groter dan 1000 m 2 wordt minimaal 25% van de groeiplaatsen later gemaaid (na 15 juli). Wanneer, wegens het kunnen handhaven van de minimale primaire waterschapstaken, niet gewerkt fotomateriaal dienen het afwijkend handelen ten aanzien van. het werkprotocol te onderbouwen. Maaien van vegetatie. Pagina 5 van 15

Beheer en onderhoud 1.2 Werkprotocol: Schonen van waterlopen en oevers (het natte profiel). Ten aanzien van bestendig beheer en onderhoud dient een voldoende gebiedsdekkend beeld inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van juridisch zwaarder (tabel 2 en 3) soorten. Wanneer deze beschermde soorten op basis van dit beeld aanwezig zijn, dient gehandeld te worden conform de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Broedvogels komen in het plangebied voor Schoning kan plaats vinden vanaf 1 juni, mits goed wordt gelet op broedende vogels. Plaatsen waar nesten van vogels voorkomen worden bij het schonen ruim gespaard. Dit wil zeggen minimaal drie meter rond het nest ongemoeid laten. Indien gemaaid wordt met een kraan (gebruik van open maaikorf) dan dient het schoonsel minimaal 48 uur binnen vijf meter naast de watergang te liggen. Beschermde vissen/amfibieën komen in het plangebied voor Schoning kan plaats vinden vanaf 1 juni. Delen (25%) van de slootvegetatie ( de baard ) worden gespaard, door het werkgebied gefaseerd te schonen, opdat de functie van het leefgebied van te beschermen soorten behouden blijft en vissen en amfibieën zich kunnen hervestigen. Wateraanvoer sloten Noordoostpolder, kwelsloten en D-tochten Maaien van de wateraanvoersloten, kwelsloten en D-tochten kan vóór 1 juni plaats vinden als op basis van een visuele inspectie geconstateerd is, dat bedekking van waterplanten >30% is. Bij een hogere bedekking komt het voldoen aan de primaire waterschapstaken in het geding (OOM, Grontmij 2006). De gangbare waterschapstochten fungeren op dat moment als ecologische refugium (terugtrekplaats)/herkolononisatie habitat voor beschermde vissoorten. Eens in de vijf jaar voert de ecoloog van het Waterschap een veldinspectie uit, inclusief het maken van ondersteunend fotomateriaal, om dit vast te leggen. Schonen van waterlopen en oevers. Pagina 6 van 15

Beheer en onderhoud 1.3 Werkprotocol: Baggeren van bodems, herprofileren en herstelwerkzaamheden aan oevers Ten aanzien van bestendig beheer en onderhoud dient een voldoende gebiedsdekkend beeld inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van juridisch zwaarder (tabel 2 en 3) soorten. Wanneer deze beschermde soorten op basis van dit beeld aanwezig zijn dient gehandeld te worden conform de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Beschermde vissen/amfibieën/vogels/flora komen in het plangebied voor Baggeren kan plaats vinden tussen 15 juli-1 november. Baggeren kan plaats vinden tussen 1 juni-15 juli en 1 november-15 maart, als minimaal 25% van het leefgebied van beschermde soorten wordt gespaard. Bij het afzetten van bagger op het talud/land wordt rekening gehouden met beschermde flora & fauna. Er wordt altijd naar het refugium toe gewerkt. Bij een oppervlakte kleiner/gelijk aan 1000 m 2 wordt de beschermde flora uitgerasterd met behulp van piketpalen. Bij een oppervlakte groter dan 1000 m 2 wordt minimaal 25% van de groeiplaatsen later gemaaid (na 15 juli). Bovenstaande laat de ontvangstplicht van aangelanden onverlet. Baggeren van waterbodems. Pagina 7 van 15

Beheer en onderhoud 1.4 Werkprotocol: Snoeien en dunnen van opgaande beplanting Ten aanzien van bestendig beheer en onderhoud dient een voldoende gebiedsdekkend beeld inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van juridisch zwaarder (tabel 2 en 3) soorten. Wanneer deze beschermde soorten op basis van dit beeld aanwezig zijn dient gehandeld te worden conform de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Broedvogels komen in het plangebied voor Tijdens het broedseizoen (15 maart tot 15 juli) vinden géén snoei en dunningswerkzaamheden plaats, tenzij uit controle is komen vast te staan, dat zich in de directe omgeving geen broedende vogels of nesten bevinden. Vleermuizen komen in het plangebied voor (met verblijfplaats) Oudere bomen (> 50 jaar) met spleten en holen dienen te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van vleermuizen. Dergelijke bomen en de bomen in de directe omgeving daarvan dienen zodanig te worden verzorgd dat de verblijfplaats in stand blijft en de aanwezige dieren niet worden verstoord. Snoeien van de aanwezige vegetatie Pagina 8 van 15

Beheer en onderhoud 1.5 Werkprotocol: Onderhoud aan waterkeringen Hieronder wordt verstaan het reguliere, periodieke onderhoud. Grootschalige ingrepen zoals het op hoogte brengen van dijken, valt onder de categorie nieuwe werken. Ten aanzien van bestendig beheer en onderhoud dient een voldoende gebiedsdekkend beeld inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van juridisch zwaarder (tabel 2 en 3) soorten. Wanneer deze beschermde soorten op basis van dit beeld aanwezig zijn dient gehandeld te worden conform de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Broedvogels komen in het plangebied voor De werkzaamheden vinden plaats buiten het broedseizoen (15 maart 15 juli) tenzij door onderzoek is vastgesteld dat zich op het terrein geen broedende vogels bevinden. Als het niet mogelijk is buiten het broedseizoen te werken, dan wordt voorafgaande aan het broedseizoen het terrein tijdelijk ongeschikt gemaakt voor vogels door maaien of frezen. Beschermde vissen/amfibieën komen in het plangebied voor Stortsteen kan worden aangebracht als minimaal 25% van het leefgebied van de beschermde soorten wordt gespaard. Onderhoud aan waterkeringen. Pagina 9 van 15

Beheer en onderhoud 1.6 Werkprotocol: Onderhoud verhardingen Ten aanzien van bestendig beheer en onderhoud dient een voldoende gebiedsdekkend beeld inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van juridisch zwaarder (tabel 2 en 3) beschermde soorten. Wanneer deze beschermde soorten op basis van dit beeld aanwezig zijn dient gehandeld te worden conform de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Onkruidbestrijding wordt toegepast in gebieden waar leefgebieden voorkomen van juridisch zwaar beschermde soorten. Bij een oppervlakte kleiner/gelijk aan 1000 m 2 wordt geen onkruidbestrijding toegepast, de beschermde flora wordt uitgerasterd met behulp van piketpalen. Bij een oppervlakte groter dan 1000 m 2 wordt minimaal 25% van de groeiplaatsen van beschermde soorten niet bestreden (na 15 juli). Onderhoud aan verhardingen. Pagina 10 van 15

2 Ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting 2.1 Werkprotocol: Verwijderen bovengrond en andere graafwerkzaamheden (ontwikkeling duurzame en natuurvriendelijke oevers). Nagegaan dient te worden (inventarisatie) of beschermde soorten zich in het plangebied (in en nabij het werk) bevinden. Wanneer op basis van deze inventarisatie tabel 3 soorten (onder andere de bever en de rugstreeppad) aanwezig zijn dient ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Ten aanzien van tabel 2 soorten zijn de werkprotocollen van toepassing. Broedvogels komen in het plangebied voor De werkzaamheden vinden plaats buiten het broedseizoen (15 maart 15 juli) tenzij door onderzoek is vastgesteld dat zich op het terrein geen broedende vogels bevinden. Als het niet mogelijk is om buiten het broedseizoen te werken, wordt voorafgaande aan het broedseizoen het terrein tijdelijk ongeschikt gemaakt voor vogels door maaien of vrezen. Beschermde flora komt in het plangebied voor Nagegaan wordt hoe de instandhouding van de beschermde flora kan worden gewaarborgd. Afhankelijk van de ecologie en voortplanting van de soort (bollen, knollen, zaad) worden planten opgenomen, eventueel eerst in depot gezet en (naderhand) op adequate wijze uitgezet. Beschermde amfibieën, reptielen of zoogdieren komen in het plangebied voor De werkzaamheden vinden plaats buiten de overwinteringperiode (1 november-1 april) van de soorten. Ontwikkeling natuurvriendelijke oevers Pagina 11 van 15

Ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting 2.2 Werkprotocol: Sloop van kunstwerken en gebouwen Nagegaan dient te worden (inventarisatie) of beschermde soorten zich in het plangebied (in en nabij het werk) bevinden. Wanneer op basis van deze inventarisatie tabel 3 soorten (onder andere de bever en de rugstreeppad) aanwezig zijn dient ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Ten aanzien van tabel 2 soorten zijn de werkprotocollen van toepassing. Beschermde zoogdieren, amfibieën, reptielen en broedvogels komen in het plangebied voor Voorafgaande aan de ingreep worden gebouwen en kunstwerken gecontroleerd op het voorkomen van (gier)zwaluwen, vleermuizen, steenmarters, overwinterende juridisch zwaarder beschermde amfibieën en reptielen. Bij positief resultaat worden geen werkzaamheden uitgevoerd tijdens het broed- of nestelseizoen, noch tijdens de winterslaap van overwinterende vleermuizen. Bij aanwezigheid van vleermuiskolonies dient een ontheffing te worden aangevraagd. Bij substantiële aantasting van groeiplaatsen en verblijfplaatsen van juridisch zwaarder beschermde soorten worden maatregelen genomen om bij herontwikkeling van de locatie nieuw leefgebied voor de betreffende soort te creëren. Beschermde flora komt in het plangebied voor Groeiplaatsen van beschermde muurplanten en muurvegetaties worden zoveel mogelijk in stand gehouden. Wanneer vernietiging onvermijdelijk is, dan worden de muurplanten en muurvegetaties uitgestoken en elders in een geschikte biotoop teruggeplaatst. Bij substantiële aantasting van groeiplaatsen van juridisch zwaarder beschermde soorten worden maatregelen genomen om bij herontwikkeling van de locatie nieuwe leefgebied voor de betreffende soort te creëren. Sloop van kunstwerken. Pagina 12 van 15

Ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting 2.3 Werkprotocol: Bouwactiviteiten Bouwactiviteiten vinden plaats bij daglicht. Bij verlichting van de bouwplaats wordt lichtuitstraling zoveel mogelijk voorkomen. Nagegaan dient te worden (inventarisatie) of beschermde soorten zich in het plangebied (in en nabij het werk) bevinden. Wanneer op basis van deze inventarisatie tabel 3 soorten (o.a. bever en rugstreeppad) aanwezig zijn dient ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Ten aanzien van tabel 2 soorten zijn de werkprotocollen van toepassing. Broedvogels komen in het plangebied voor Werkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen van vogels (15 maart-15 juli). Beschermde amfibieën komen in het plangebied voor Werkzaamheden uitvoeren buiten de periode 15 maart-15 juli. Werkzaamheden kunnen vanaf 1 juni worden uitgevoerd, als de werkzaamheden worden uitgevoerd bij droog weer, er mag niet worden geklepeld en de snijhoogte dient te worden aangepast. Beschermde flora komt in het plangebied voor Werkzaamheden kunnen vanaf 1 juni worden uitgevoerd (niet in de periode 15 maart-1 juni), mits tijdens de werkgang goed wordt gelet op bloeiende juridisch zwaar beschermde soorten (flora). Op groeiplaatsen van beschermde plantensoorten worden geen bouwactiviteiten uitgevoerd voordat deze zich voldoende hebben kunnen vermeerderen. Bij een oppervlakte kleiner/gelijk aan 1000m 2 wordt de beschermde flora uitgerasterd met behulp van piketpalen. Bij een oppervlakte groter dan 1000m 2 wordt minimaal 25% van de groeiplaatsen later bebouwd (na 15 juli). het betreffende teamleider en de ecoloog van het Waterschap. Veldinspectie en ondersteunend fotomateriaal dienen het afwijkend handelen t.a.v. het werkprotocol te onderbouwen. Bouwactiviteiten. Pagina 13 van 15

Ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting 2.4 Werkprotocol: Afdammen, dempen van wateren en verleggen of aanleg van nieuwe wateren Nagegaan dient te worden (inventarisatie) of beschermde soorten zich in het plangebied (in en nabij het werk) bevinden. Wanneer op basis van deze inventarisatie tabel 3 soorten (onder andere de bever en de rugstreeppad) aanwezig zijn dient ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Ten aanzien van tabel 2 soorten zijn de werkprotocollen van toepassing. Werkzaamheden kunnen plaats vinden tussen 15 juli en 1 november. Werkzaamheden kunnen plaats vinden tussen 1 november en 15 juli als rekening wordt gehouden met beschermde broedvogels, vissen, amfibieën en flora. Broedvogels komen in het plangebied voor Werkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen van vogels (15 maart-15 juli). Werken tijdens het broedseizoen is mogelijk door het werkgebied voorafgaande aan de broedperiode tijdelijk ongeschikt te maken voor broeden (onder andere door de vegetatie voor het broedseizoen zeer kort te maaien, dagelijks betreden van het gebied). Beschermde vissen/amfibieën komen in het plangebied voor Juridisch zwaarder beschermde vissen/amfibieën worden weggevangen en elders teruggeplaatst in geschikte biotopen in de omgeving. Bij leefgebieden van soorten van tabel 3 dient vooraf een nieuw habitat te worden ingericht dat ecologisch functioneert voordat de dieren worden overgezet. Bij het dempen van een watergang dient het water een richting uitgedreven te worden naar de naastliggende sloot, zodat de aanwezige vissen en amfibieën kunnen ontsnappen. Beschermde flora komt in het plangebied voor Juridisch zwaarder beschermde planten worden ruim uitgestoken en elders teruggeplaatst in geschikte biotopen in de omgeving (thans alleen op de Knardijk). Bij leefgebieden van soorten van tabel 3 dient vooraf een nieuwe habitat te worden ingericht dat ecologisch functioneert voordat de dieren worden overgezet. Aanleg van nieuwe wateren. Pagina 14 van 15

Ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting Bijlage 1 Kalender van werkzaamheden Beheer en onderhoud Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting Pagina 15 van 15