Nellcor Puritan Bennett Inc. is een dochteronderneming van Tyco Healthcare. Nellcor, Oxiband, Durasensor, OxiCliq, Dura-Y, MAX-FAST en OXIMAX zijn

Vergelijkbare documenten
Nellcor Puritan Bennett Incorporated is een dochteronderneming van Tyco Healthcare. Nellcor, Oxiband, Durasensor, OxiCliq, Dura-Y, MAX-FAST en OXIMAX

` Gebruiksaanwijzing NPB-290 Pulsoximeter

Pulsoxymeter Gebruiksaanwijzing CMY

OVERZICHT APPARAAT. Knop Type patiënt. Pacemaker. Sync. Knop Rapporten Knop Afdrukken. Navigatieknoppen. Therapiepoort. ECG-poort.

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000

Gids voor thuisgebruik

InteGra Gebruikershandleiding 1

Printerproblemen oplossen

AR280P Clockradio handleiding

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

Gebruikershandleiding vochtmeter FMW * * FMW Vochtmeter. Gebruiksaanwijzing Versie 3.13 VOCHTMETERS

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

Bellman Visit 868 wekker, BE1500 (NL) Om te beginnen. Functie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave

Handleiding. Trenergy E-relax fietscomputer. Pagina: 1

HANDLEIDING. Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4

Handleiding Monty-alarmzender

Uw gebruiksaanwijzing. HONEYWELL CM901

GEBRUIKSAANWIJZING Toerentalmeter PCE-DT 66

GEBRUIKSAANWIJZING. Marsden Weegindicator. Stimag B.V. Meer en Duin 64a 2163 HC Lisse tel. (023) fax.

GEBRUIKSAANWIJZING. voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320 Pro. met uitleesinstrument R320 V1.60

GEBRUIKSAANWIJZING Toerentalmeter PCE-DT 66

MyDiagnostick 1001R - Apparaat Handleiding DSF FINAL Revision 1. MyDiagnostick 1001R. Apparaat Handleiding. Page 1 of 11

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

GEBRUIKSAANWIJZING R320

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips

MS Semen Storage Pro

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING VORKHEFTRUCKWEEGSTEMEN

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.


BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

Computer Instructies voor de SM-5062

11/05 HD Lees ook het engelse boekje

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

voordat u zal de aansprakelijkheid zijn van de eigenaar. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door service monteurs van Baumatic.

GEBRUIKSAANWIJZING Thermo-hygro-anemometer PCE-THA 10

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

196/196 M Inhoudsopgave

Verwarming en ventilatie

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

GEBRUIKSAANWIJZING Stralingsmeter PCE-EMF 823

Bedienerhandleiding. Digital Compressor Controller.

1. AM/FM-radio gebruiken

Gebruikershandleiding. Model A Stroom / Voltage Kalibrator

Video Intercom Systeem

In werking stellen Hoofdstuk 6

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

Programmeer- en bedieningsinstructies

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp

Gebruikershandleiding

HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO

GEBRUIKSAANWIJZING Geluidsmeter PCE-MSL 1

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

BEKNOPTE HANDLEIDING: AFSTANDSBEDIENING

Gebruikershandleiding (NL)

HS-2R Radio-hoofdtelefoon van Nokia Gebruikershandleiding Uitgave 2

HP luidsprekertelefoon. Gebruikershandleiding

LCD scherm va LCD scherm

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

GEBRUIKERSHANDLEIDING T8530

Wij beschermen mensen

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

April Handleiding infrarood afstandsbediening

Bedieningen Dutch - 1

3 Breng de punt van de kabel in het plastik onderdeel zoals wordt getoond in figuur 4.

De KIMO monitor handleiding. Pagina 1

GEBRUIKSAANWIJZING Mini-Hygro-Thermometer PCE-444

FUSION MS-ARX70 I N S T R U C T I E S NEDERLANDS

GEBRUIKSAANWIJZING Thermo-hygro-anemometer PCE-THA 10

Het NESS H200 Wireless-systeem bedienen

Gebruiksaanwijzing ULTRASONE WANDDIKTE METER 43LD7015

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

HI93501 HI HI HI HI draagbare thermometers HANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing Nederlands. Alarmsysteem & Sensorpleister

SEC-ALARM100/110/120. Alarmsystemen INSTRUCTIES NEDERLANDS

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het beschadigd is

TC 60/8. Handleiding

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

LCD scherm ve LCD scherm

Parameter Standaard instelling Bereik Geheugen 1 1 tot 8 Geslacht Man Man / Vrouw Lengte 165 cm 100cm - 250cm Leeftijd

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Draadloze buitensirene

Precisie hygrothermometer Model RH490

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060

GEBRUIKSAANWIJZING Elektromagnetische veldmeter PCE-EM29

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest!

Het Keypad (met segmenten)

Handleiding. 1. Over Bluetooth Speakerphone

CS series LED-gebruikersgids

NPS-16 Burenalarmeringssysteem

BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen

Transcriptie:

Nellcor Puritan Bennett Inc. is een dochteronderneming van Tyco Healthcare. Nellcor, Oxiband, Durasensor, OxiCliq, Dura-Y, MAX-FAST en OXIMAX zijn handelsmerken van Nellcor Puritan Bennett Inc. This ISM device complies with Canadian ICES-001. Cet appareil ISM est conforme à la norme NMB-001 Canada. Neem contact op met de technische dienst van Nellcor of uw lokale vertegenwoordiger voor informatie over een eventuele garantie. Aanschaf van dit instrument geeft geen enkele uitdrukkelijke of impliciete licentie onder octrooien van Nellcor Puritan Bennett om het instrument te gebruiken met sensoren die niet zijn geproduceerd of waaraan geen licentie is verleend door Nellcor Puritan Bennett. Beschermd door een of meer van de volgende octrooien in de VS en de buitenlandse equivalenten hiervan: 4,621,643; 4,653,498; 4,700,708; 4,770,179; 4,802,486; 4,869,254; 4,928,692; 4,934,372; 5,078,136; 5,351,685; 5,421,329; 5,485,847; 5,533,507; 5,577,500; 5,803,910; 5,853,364; 5,865,736; 6,083,172; 6,463,310; en Re.35,122.

Inhoud Inhoud... i Afbeeldingen... iv Tabellen... v Veiligheidsvoorschriften... 1 Waarschuwingen... 1 Let op... 3 Opmerkingen... 4 Inleiding... 5 Correct gebruik van de NPB-40... 5 Gebruik van deze handleiding... 5 Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen... 7 Verklaring van toetsen en symbolen op het frontpaneel... 7 SymbolenNPB-40... 11 Toetsen en knoppen... 13 Display en indicatoren... 16 Akoestische indicatoren... 22 De NPB-40 installeren... 25 Onderdelenlijst... 27 OXIMAX-sensor aansluiten op de NPB-40... 27 Werking op de batterij... 31 Batterijvoeding... 31 Indicator Batterij zwak... 31 Aanduiding Batterij kritiek... 32 Batterijen plaatsen... 33 De NPB-40 gebruiken... 35 Inleiding... 35 De NPB-40 inschakelen... 36 Uiteenzetting... 36 Werkwijze... 38 OXIMAX-sensor bevestigd... 42 Geen OXIMAX-sensor bevestigd... 44 Achtergrondverlichting Aan/uit... 44 Pulstoonvolume instellen... 45 Uiteenzetting... 45 NPB-40 i

Inhoud Werkwijze Normale werking... 46 Werkwijze - Menustructuur... 46 Alarmvolume instellen... 47 Uiteenzetting... 47 Werkwijze... 48 Tijd en datum instellen... 49 Uiteenzetting... 49 Werkwijze... 50 Alarmonderdrukkingsduur instellen... 54 Uiteenzetting... 54 Werkwijze... 54 Akoestische alarmen uitschakelen... 56 Uiteenzetting... 56 Werkwijze... 56 Alarmgrenzen instellen... 59 Uiteenzetting... 59 Werkwijze... 59 Indicator Alarmgrens gewijzigd... 64 Actuele gegevens opslaan... 64 Uiteenzetting... 64 Werkwijze... 65 Gegevens afdrukken... 66 Gegevens afdrukken... 68 Uiteenzetting... 68 Werkwijze... 69 Printerconfiguratierapport... 72 Gebeurtenisrecord OXIMAX-sensor... 73 Gebeurtenisrecords... 73 OXIMAX-sensoren en accessoires... 77 Gebeurtenisrecordgegevens OXIMAX-sensor... 78 Een OXIMAX-sensor selecteren... 78 OXIMAX-sensoreigenschappen... 83 Biocompatibiliteitstest... 84 Optionele accessoires... 85 Koker met klem... 86 Draagtas... 87 Waterdichte hoes... 88 Infraroodprinter... 88 Thermisch papier... 89 DEC-4 verlengkabel... 90 DEC-8 verlengkabel... 91 ii

Inhoud Factoren die de werking kunnen beïnvloeden... 93 Werking testen... 93 Factoren die de werking van de NPB-40 kunnen beïnvloeden... 94 Disfunctionele hemoglobinen... 94 Anemie... 95 Saturatie... 95 Pulsfrequenties... 95 Factoren die de werking van de OXIMAX-sensor kunnen beïnvloeden... 95 Storingen verhelpen... 99 Foutcodes... 100 Oplossingen... 102 EMI (Elektromagnetische storing)... 105 Technische ondersteuning... 107 Onderhoud... 109 De NPB-40 terugzenden... 109 Service... 110 Periodieke veiligheidstests... 110 Reinigen... 110 Menustructuur... 113 Inleiding... 113 Structuur... 113 Werkingsprincipes... 119 Pulsoxymetrie in het kort... 119 Automatische ijking... 120 Functionele versus fractionele saturatie... 121 Gemeten versus berekende saturatie... 121 OXIMAX-technologie... 122 Specificaties... 125 Werking... 125 Elektrische specificaties... 132 Omgevingscondities... 134 Fysieke kenmerken... 135 Normconformiteit... 135 Verklaring van de fabrikant... 136 Index... 139 NPB-40 iii

Inhoud Afbeeldingen Afbeelding 1: Batterijen plaatsen... 33 Afbeelding 2: Printer uitlijnen... 70 Afbeelding 3: Alle afgedrukte gegevens... 71 Afbeelding 4: PD-22T configuratierapport... 72 Afbeelding 5: NPB-40 Koker met klem... 86 Afbeelding 6: NPB-40 Draagtas... 87 Afbeelding 7: Waterdichte hoes... 88 Afbeelding 8: Printer... 88 Afbeelding 9: Thermisch papier... 89 Afbeelding 10: DEC-4 Verlengkabel... 90 Afbeelding 11: DEC-8 Verlengkabel... 91 Afbeelding 12: Oxyhemoglobinedissociatiecurve... 122 iv

Inhoud Tabellen Tabel 1: Knipperfrequenties... 18 Tabel 2: Parameterbereik... 35 Tabel 3: Nellcor Oximetrie-sensormodellen en het gewicht van de patiënt... 81 Tabel 4: OXIMAX-sensoreigenschappen... 84 Tabel 5: Foutcodes... 101 Tabel 6: Menustructuur... 114 Tabel 7: Tijdinstelmenu... 115 Tabel 8: Aanbevolen afstand... 136 Tabel 9: Normconformiteit van de kabels... 137 NPB-40 v

Lege bladzijde

Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen Waarschuwingen worden aangegeven met het bovenstaande symbool WAARSCHUWING. Waarschuwingen vestigen de aandacht van de gebruiker op mogelijke ernstige problemen (dood, letsel of andere ernstige gebeurtenissen) voor de patiënt of de gebruiker. WAARSCHUWING: De sensor gebruikt de door de NPB- 40 handpulsoxymeter gegeven datum en tijd wanneer het gebeurtenisrecord van de sensor wordt opgeslagen in de sensor. De nauwkeurigheid van de datum/tijd is afhankelijk van de NPB-40. De gebruiker van de NPB-40 dient de tijd/datum correct in te stellen alvorens een sensor die gebeurtenisrecords- kan opslaan wordt aangesloten, en moet ervoor zorgen dat de datum/tijd niet wordt veranderd zolang de sensor aangesloten is. Aangezien een sensor met gebeurtenisrecordgegevens van de ene monitor naar de andere kan worden getransporteerd, zullen datum- en tijdsverschillen tussen de monitors en de gebeurtenisrecordgegevens de volgorde beïnvloeden waarin de gebeurtenisrecordgegevens van de sensor worden weergegeven. Dit (mogelijke) probleem kan worden voorkomen door alle monitors binnen een instituut op dezelfde tijd in te stellen. NPB-40 1

Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING: Explosiegevaar. Gebruik de NPB-40 niet in aanwezigheid van een brandbaar anesthesiemengsel met lucht, zuurstof of lachgas. WAARSCHUWING: Chemicaliën van een gebroken LCD-displaypaneel zijn giftig bij inwendig gebruik. Wees voorzichtig als het displaypaneel van de NPB-40 gebroken is. WAARSCHUWING: Pulsoximetriemetingen en pulssignalen kunnen worden beïnvloed door bepaalde omgevingscondities, fouten bij het aanbrengen van de OXIMAX-sensor en patiëntgebonden factoren. Raadpleeg de betreffende secties van deze gebruiksaanwijzing voor meerspecifieke veiligheidsinformatie. WAARSCHUWING: Het gebruik van andere accessoires, sensoren en kabels dan opgegeven, kan leiden tot verhoogde emissie en/of onjuiste metingen van de NPB-40. WAARSCHUWING: Als de locatie van de OXIMAXsensor in een omgeving met fel licht niet met ondoorzichtig materiaal wordt bedekt, kan dit leiden tot onnauwkeurige metingen. 2 WAARSCHUWING: U mag het akoestische alarmsignaal niet onderdrukken of het volume ervan verlagen als hierdoor de veiligheid van de patiënt in gevaar kan komen.

Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING: De NPB-40 is een medisch apparaat dat uitsluitend door deskundig personeel mag worden bediend. WAARSCHUWING: Lege batterijen moeten volgens de lokale wetgeving en voorschriften worden verwerkt. Let op Minder dringende waarschuwingen worden aangegeven met het bovenstaande symbool LET OP. Deze aanwijzingen verwittigen de gebruiker dat de nodige zorg moet worden toegepast voor een veilig en doeltreffend gebruik van de OXIMAX NPB-40 handpulsoxymeter. Let op: Alle apparatuurcombinaties moeten voldoen aan de systeemvereisten van de IEC-norm 60601-1-1. Let op: Volgens de federale wetgeving (in de VS.) mag dit apparaat uitsluitend door of op voorschrift van een arts worden verkocht. NPB-40 3

Veiligheidsvoorschriften Opmerkingen Opmerkingen worden aangegeven met het bovenstaande symbool OPMERKING. Opmerkingen geven bijkomende nuttige informatie. 4

Inleiding WAARSCHUWING: Vel geen klinisch oordeel uitsluitend op basis van de NPB-40. De NPB-40 is enkel bedoeld als een hulpmiddel bij het patiëntonderzoek. Het moet worden gebruikt in combinatie met klinische tekenen en symptomen. Correct gebruik van de NPB-40 De OXIMAX NPB-40 handpulsoxymeter (hier aangeduid als NPB-40) is bedoeld voor niet-invasieve, lokale metingen van de functionele arteriële zuurstofsaturatie (SpO2) en pulsfrequentie bij volwassen patiënten, kinderen en neonaten. Hij kan worden gebruikt in ziekenhuizen, spoedafdelingen, ziekentransporten mobiele eenheden, alsook in de thuisverpleging. Gebruik van deze handleiding Alle gebruikers dienen deze handleiding grondig door te lezen. Meer ervaren gebruikers van de NPB-40 kunnen zich beperken tot de onderwerpen voor de informatie die zij nodig hebben. De huidige versie van deze handleiding is beschikbaar op het Internet op: http://www.mallinckrodt.com/respiratory/resp/serv_supp/productmanuals.html NPB-40 5

Lege bladzijde

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Verklaring van toetsen en symbolen op het frontpaneel 1 % Displayveld SpO2 2 Gemeten %SpO2 3 Displayveld Hartslag per minuut (BPM) 4 Gemeten BPM NPB-40 7

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen 5 Indicator ondergrens %SpO2-alarm 6 Indicator bovengrens %SpO2 -alarm 7 Indicator Pulsamplitude (Echobalk). 8 Dubbele punt veldscheidingsteken tijd/datum 9 Indicator Tijdinstelmodus 10 Indicator Volume-instelmodus 11 Indicator Grensinstelmodus 12 Indicator Bovengrens BPM-alarm 13 Indicator BPM-grens gewijzigd 14 Indicator Sensor los van patiënt 15 Indicator Sensor los 16 Indicator %SpO2 grens gewijzigd 8

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen 17 Indicator Batterij zwak 18 Indicator Gegevens in sensor 19 Indicator Alarmvolume-instelling 20 Indicator Volume-instelling pulstoon 21 Indicator Ondergrens BPM-alarm 22 Afdruk-indicator 23 Indicator Beweging 24 Indicator Puls zoeken 25 Indicator Gegevens 26 Indicator Alarm onderdrukt NPB-40 9

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen 27 Aan/Uit-toets 28 Toets Pijl omhoog 29 Toets Achtergrondverlichting 30 Menu-toets 31 Toets Gegevens (Opslaan/Afdrukken) 32 Toets Pijl omlaag 33 Toets Alarmonderdrukking 10

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen SymbolenNPB-40 Deze symbolen bevinden zich op het achterpaneel van de NPB-40. 1 Etiket 2 Batterijdeksel Zie Gebruiksinstructies Aangebracht onderdeel type BF - niet defibrillatiebestendig. Bestand tegen vloeistofinsijpeling Fabricagedatum EU-goedkeuring NPB-40 11

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Certificatielabel Canada/VS (elektrische veiligheid) Goedgekeurd volgens de Russische regelgeving Serienummer Deze twee symbolen bevinden zich op het frontpaneel van de NPB-40. Displayveld waar de gemeten zuurstofsaturatie wordt getoond (percentage). Displayveld waar de gemeten hartslag per minuut wordt getoond. Ook deze symbolen vindt u op de NPB-40 etiketten. Niet bij een warmtebron plaatsen 12

Temperatuurbegrenzing Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Beschermen tegen vocht Breekbaar Rechtop zetten Toetsen en knoppen Opmerking: Wanneer de NPB-40 aan staat, hoort u bij elke druk op een toets, behalve de Aan/ Uit-toets, een toetstoon geldig of ongeldig (zie Akoestische indicatoren op pagina 22). Als de ingedrukte toets geen toon laat horen, dient u contact op te nemen met bevoegd servicepersoneel. NPB-40 13

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Toets Alarmonderdrukking. Akoestische alarmsignalen kunt u onderdrukken door op de toets Alarmonderdrukking te drukken binnen 1,5 seconde na activering van het alarm. Als de toets Alarmonderdrukking wordt ingedrukt terwijl er geen akoestisch alarm actief is, zullen alarmsignalen tijdens de alarmonderdrukkingsperiode worden onderdrukt. De alarmonderdrukking zal in elk geval automatisch uitschakelen na de ingestelde alarmonderdrukkingstijd, zodat de akoestische alarmweergave wordt gereactiveerd. Opmerking: Alarmsignalen die optreden tijdens de Zelftest bij inschakelen (POST) kunnen niet worden onderdrukt. Houd de toets Alarmonderdrukking gedurende drie seconden ingedrukt om het menu Alarmonderdrukkingstijd te openen, waar u de onderdrukkingstijd kunt instellen op 30, 60, 90 of 120 seconden, of op OFF (alarmsignalen uitgeschakeld). Zie Alarmonderdrukkingsduur instellen op pagina 54. Toets Pijl omlaag. Met elke druk op de toets Pijl omlaag verlaagt u de parameter die wordt ingesteld met telkens één verlagingswaarde. Wanneer u de toets Pijl omlaag langer dan drie seconden ingedrukt houdt, wordt de parameterverlaging herhaald. Druk tijdens normale werking op de toets Pijl omlaag om het pulstoonvolume te verlagen. Toets Gegevens (Opslaan/Afdrukken) Druk op de toets Gegevens om de momenteel getoonde SpO2- en BPMwaarden (momentopnamen) op te slaan. De opgeslagen momentopnamen kunnen ook worden afgedrukt. In de 14

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen afdrukmodus (geopend via de Menu toets), kan met de Gegevens-toets de afdrukfunctie worden gestart voor een enkelvoudig gebeurtenisrapport, momentopname en/ of sensorgebeurtenisgegevens. De Menu toets. Door meermaals op de Menu toets te drukken tijdens normale werking, overloopt u achtereenvolgens de zeven parameterinsteldisplays, waarna u terugkeert naar het standaard monitordisplay. De instelbare parameters zijn boven- en ondergrens voor SpO2, bovenen ondergrens voor BPM, alarmvolume, pulstoonvolume en gegevensafdruk. De NPB-40 keert terug naar normale werking en gebruikt de geselecteerde parameterwaarde als gedurende 27 tot 33 seconden geen enkele toets wordt gedrukt. Zie Menustructuur op pagina 113. Alarmen en alarmiconen (zoals Sensor los, Puls zoeken, Beweging en Zwakke batterij, of de indicator Alarm onderdrukt) zijn ingeschakeld wanneer menugestuurde parameterinstellingen geactiveerd zijn en worden getoond als er een alarm actief wordt. Als de Menu-toets wordt ingedrukt terwijl de Zelftest bij inschakelen (POST) geactiveerd is, wordt het insteldisplay Tijd/Datum getoond. Door in deze fase meermaals op de Menu-toets te drukken, worden vijf (5) tijd/datum-parameterinsteldisplays getoond waarmee de gebruiker Uur, Minuten, Dag, Maand en Jaar kan instellen, waarna hij terugkeert naar de zelftestdisplay. Toets Achtergrondverlichting. Druk op de toets Achtergrondverlichting om de achtergrondverlichting in of uit te schakelen. De achtergrondverlichting blijft 9,5 tot 10,5 minuten aan. Zie Achtergrondverlichting Aan/uit op pagina 44. NPB-40 15

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Toets Pijl omhoog. Met elke druk op de toets Pijl omhoog verhoogt u de parameter die wordt ingesteld met telkens één verhogingswaarde. Wanneer u de toets Pijl omhoog langer dan drie seconden ingedrukt houdt, wordt de parameterverhoging herhaald. Druk tijdens normale werking op de toets Pijl omhoog om het pulstoonvolume te verhogen. Toets Achtergrondverlichting. Druk op de Aan/Uittoets om de NPB-40 in of uit te schakelen. De Aan/Uittoets heeft een verhoging (bobbeltje) in het midden en een glanzend oppervlak waarmee hij op de tast kan worden herkend. Display en indicatoren De NPB-40 display bevat een echobalk voor de Pulsamplitude, functie-iconen, actueel gemeten %SpO2 en pulsfrequentie. Een decimale punt na het %SpO2 of de pulsfrequentie geeft aan dat de respectieve grenzen zijn gewijzigd ten opzichte van de standaardwaarden bij inschakelen Tabel 1 op pagina 18). 16

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Een decimale punt na het %SpO2 of de pulsfrequentie geeft aan dat de respectieve grenswaarden zijn gewijzigd ten opzichte van de standaardwaarden bij inschakelen. Binnen het OXIMAX algoritme zijn er verschillende matrices. Sommige hiervan worden gebruikt om de ernst te bepalen van de condities die de NPB-40 waarneemt tijdens het meten van SpO2 en pulsfrequentie bij een patiënt. Deze afzonderlijke matrices of combinaties ervan worden gebruikt om de icoonindicatoren op het frontpaneel van de NPB-40 aan te sturen. Afhankelijk van de meetomstandigheden breidt het OXIMAX algoritme automatisch de hoeveelheid gegevens uit die nodig zijn voor de SpO2- en pulsfrequentiemetingen. Bij normale meetomstandigheden bedraagt de gemiddelde tijd zes tot zeven seconden. Bij moeilijke meetomstandigheden, bijvoorbeeld door geringe perifere doorbloeding, beweging, externe factoren zoals omgevingslicht, of een combinatie hiervan, breidt het OXIMAX-algoritme de vereiste hoeveelheid gegevens automatisch uit tot meer dan zeven seconden. Als de dynamische gemiddelde tijd die hieruit volgt meer dan 20 seconden bedraagt, wordt de indicator Puls zoeken getoond en worden de displays SpO2 en Pulsfrequentie verder elke seconde bijgewerkt. Als deze condities nog ingewikkelder worden, zijn er steeds meer gegevens nodig. Als de dynamische gemiddelde tijd oploopt tot 40 seconden, begint de indicator Puls zoeken te knipperen, op de displays SpO2 en pulsfrequentie knipperen nullen om aan te geven dat er geen puls meer is. NPB-40 17

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Bepaalde displayelementen (iconen, cijfers, enz.) kunnen knipperen. Er zijn drie knipperfrequenties. Zie Tabel 1. Tabel 1: Knipperfrequenties Prioriteit Hertz Inschakeltijd Hoog 1.4 Hz tot 2.8 Hz 20% tot 60% Gemiddeld 0,4 Hz tot 0,8 Hz 20% tot 60% Laag NVT Constant aan %SpO2-display. Toont het zuurstofsaturatieniveau van de functionele hemoglobine. Toont twee streepjes tijdens de condities Sensor los en Sensor los van patiënt. Op de display knippert de SpO2-waarde wanneer de SpO2 buiten de alarmgrenzen valt. Als de alarmgrenzen zijn gewijzigd ten opzichte van de standaardwaarden bij inschakelen, wordt na de SpO2-waarde een decimale punt (.) weergegeven (98.). Indicator Pulsamplitude (echobalk). De indicator Pulsamplitude geeft de dynamische pulsamplitude en frequentie aan. Naarmate de gedetecteerde puls sterker wordt, lichten meer balkjes op bij elke puls. In het parameterinstelmenu wordt de indicator Pulsamplitude weergegeven met het verhoogde/ verlaagde aantal getoonde elementen, naargelang de wijzigingen in het alarmvolumeniveau en de echobalk. 18

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen PULSFREQUENTIE-display. Toont de pulsfrequentie in slagen per minuut. Knippert tijdens alarmen wegens pulsverlies en wanneer de pulsfrequentie zich buiten de alarmgrenzen bevindt. De PULSFREQUENTIEdisplay toont twee streepjes tijdens de condities Sensor los en Sensor los van patiënt. Pulsfrequenties buiten het pulsfrequentiebereik (0, 20 tot 300 slagen per minuut) worden weergegeven als de dichtstbijzijnde waarde binnen het bereik. Als de alarmgrenzen zijn gewijzigd ten opzichte van de standaardwaarden bij inschakelen, wordt na de BPM-waarde een decimale punt (.) weergegeven (123.). Indicator Batterij zwak De indicator Batterij zwak knippert wanneer er nog maar 15 minuten of minder batterijvoeding over is. De indicator Batterij zwak brandt continu wanneer de batterijcapaciteit een kritiek punt bereikt, de NPB-40 geeft een foutmelding en schakelt uit. Indicator Alarm onderdrukt. De indicator Alarm onderdrukt brandt wanneer akoestische alarmen zijn onderdrukt. Hij knippert wanneer de akoestische alarmen zijn uitgeschakeld. Indicator Beweging. De indicator Beweging licht op wanneer het OXIMAX-algoritme de aanwezigheid van artefacten 1 detecteert, ongeacht de ernst of de invloed hiervan op de SpO2- of pulsfrequentiewaarden. Als de indicatoren Beweging en Puls zoeken gelijktijdig branden, geeft dit aan dat het artefact significant en/of hardnekkig is. 1 Artefacten zijn gebeurtenissen opgenomen in de in-sensor gegevens. NPB-40 19

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Indicator Puls zoeken. De indicator Puls zoeken licht op voordat het eerste pulssignaal wordt ontvangen en tijdens langdurige en moeilijke bewakingscondities. De indicator Puls zoeken knippert zolang er geen pulssignaal binnenkomt. Indicator Gegevens in sensor. De indicator Gegevens in sensor licht op om aan te geven dat de aangesloten OXIMAX-sensor gebeurtenisgegevens bevat of dat het interne sensorgeheugen vol is. De indicator Gegevens in sensor knippert wanneer de sensor gebeurtenisgegevens bevat en wanneer sensor-gebeurtenisgegevens worden afgedrukt. De indicator Gegevens in sensor brandt wanneer het sensorgeheugen vol is. Indicator Alarmbovengrens. De indicator Alarmbovengrens geeft aan dat de getoonde waarde de alarmbovengrens is voor SpO2 of Pulsfrequentie. Indicator Alarmondergrens. De indicator Alarmondergrens geeft aan dat de getoonde waarde de alarmondergrens is voor SpO2 of Pulsfrequentie. Indicator Gegevens. De indicator Gegevens brandt wanneer de NPB-40 zich in de modus momentopnamen opslaan of gegevens afdrukken bevindt. De indicator Gegevens knippert wanneer momentopnamen worden afgedrukt. 20

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Indicator Afdrukken. De indicator Afdrukken licht op om aan te geven dat de NPB-40 zich in de afdrukmodus bevindt. De Afdruk-indicator knippert wanneer de NPB-40 gegevens van een enkelvoudige gebeurtenis, momentopname of sensorgebeurtenisgegevens afdrukt. Indicator Sensor los. De indicator Sensor los brandt wanneer de patiëntsensor is losgekoppeld van de NPB-40. Indicator Alarmvolume-instelling. De indicator Alarmvolume-instelling brandt wanneer de NPB-40 zich in de alarmvolume-instelmodus bevindt. Indicator Volume-instelling pulstoon. De indicator Volume-instelling pulstoon brandt wanneer de NPB-40 zich in de pulstoonvolume-instelmodus bevindt. Indicator Tijdinstelling. De indicator Tijdinstelling brandt wanneer de NPB-40 zich in de tijd/datuminstelmodus bevindt. Indicator Grensinstelmodus. De indicator Grensinstelmodus brand wanneer de alarmgrenswaarden van de NPB-40 worden ingesteld. Indicator Volume-instelmodus. De indicator Volume-instelmodus brand wanneer de volumeniveaus van de NPB-40 worden ingesteld. NPB-40 21

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Indicator Sensor los van patiënt. De indicator Sensor los van patiënt brandt wanneer de patiëntsensor is verbonden met de NPB-40 maar niet met de patiënt. Indicator ID MOMENTOPNAME. De indicator ID MOMENTOPNAME is een alfanumerieke display die het nummer aangeeft van de actuele momentopnamen. Het nummer van de momentopname wordt getoond in het veld %SpO2. Akoestische indicatoren De NPB-40 produceert geluidssignalen die worden gebruikt als alarmsignalen, statusindicatoren en ter informatie. Hieronder vindt u een overzicht van de akoestische indicatoren. Zie Akoestische indicatoren op pagina 127 voor een gedetailleerde beschrijving van de akoestische indicatoren. Alarmvolumetoon één puls van 752 Hz gedurende 500 ms van maximaal 52 db(a) Piepvolumetoon één puls van 1.500 Hz gedurende 500 ms van maximaal 52 db(a) Toon Zelftest OK één puls van 600 Hz gedurende 1.000 ms van maximaal 45 db(a) Toon ongeldige toets gedrukt één puls van 200 Hz gedurende 50 ms van maximaal 45 db(a) Bevestigingstoon één puls van 700 Hz gedurende 130 ms van maximaal 45 db(a) Toon geldige toets gedrukt één puls van 800 Hz gedurende 10 ms van maximaal 45 db(a) 22

Toetsen, knoppen, indicatoren en symbolen Pulstoon één puls van 1.500 Hz voor elke hartslag gedurende 50 ms, van maximaal 52 db(a) Herinneringstoon alarmonderdrukking drie pulsen van 500 Hz gedurende elk 130 ms, van maximaal 52 db(a) Toon alarm met hoge prioriteit continue pulsen van 1.200 Hz gedurende elk 250 ms, van maximaal 52 db(a) Toon alarm met gemiddelde prioriteit continue pulsen van 752 Hz gedurende elk 400 ms, van maximaal 52 db(a) Toon alarm met lage prioriteit continue pulsen van 500 Hz gedurende elk 250 ms, van maximaal 52 db(a) NPB-40 23

Lege bladzijde

De NPB-40 installeren De NPB-40 installeren WAARSCHUWING: Voor de veiligheid van de patiënt dient u de NPB-40 zodanig te plaatsen dat deze niet op de patiënt kan vallen. WAARSCHUWING: Zoals bij alle medische apparatuur dient u de kabels zorgvuldig te leiden om te voorkomen dat de patiënt erin verstrikt kan raken. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat er niets voor de luidspreker staat en dat de luidsprekergaten niet afgedekt zijn. Ander kan dit ertoe leiden dat het alarmsignaal niet hoorbaar is. WAARSCHUWING: U dient de NPB-40 en de Nellcor OXIMAX-sensor los te koppelen van de patiënt tijdens het maken van MRI-scans (magnetische resonantie). Inductiestroom kan brandwonden veroorzaken. WAARSCHUWING: De NPB-40 mag niet worden blootgesteld aan extreme vochtigheid als directe neerslag om onnauwkeurige werking of storing van het apparaat te voorkomen. Een dergelijke blootstelling kan leiden tot onnauwkeurige werking of storing van het apparaat. NPB-40 25

De NPB-40 installeren WAARSCHUWING: Een NPB-40, OXIMAX-sensor of kabels die beschadigd lijken, moet u niet meer gebruiken. WAARSCHUWING: Til de NPB-40 niet op bij de sensor of de verlengkabel, aangezien de kabel zou kunnen loskomen van de NPB-40 en het apparaat op de patiënt zou kunnen vallen. WAARSCHUWING: De NPB-40 is niet defibrillatiebestendig. De NPB-40 kan weliswaar op de patiënt bevestigd blijven tijdens defibrillatie of tijdens het gebruik van een elektrochirurgisch apparaat, maar de metingen kunnen onnauwkeurig zijn tijdens de defibrillatie en gedurende korte tijd daarna. WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend de Nellcor verlengkabels DEC-4 en DEC-8 voor de NPB-40. Gebruik van een andere verlengkabel zal de werking van de NPB-40 ongunstig beïnvloeden. Bevestig op de OXIMAX-sensorpoort geen kabels die bedoeld zijn voor computergebruik. Sluit geen ander apparaat dan een door Nellcor goedgekeurde OXIMAX-sensor aan op de OXIMAX-sensoraansluiting. 26

De NPB-40 installeren WAARSCHUWING: De NPB-40 mag niet naast of gestapeld met andere apparatuur worden gebruikt. Als aangrenzende plaatsing of stapeling noodzakelijk is, dient u de NPB-40 te observeren om te controleren of deze normaal functioneert in de betreffende configuratie. Onderdelenlijst Aantal Item 1 NPB-40 OXIMAX handpulsoxymeter 4 AA Alkalinebatterijen van 1,5 volt 1 Nellcor OXIMAX-sensor of assortimentspakket 1 CD (NPB-40 handleidingen) en/of gebruikershandleiding (voor het land van verkoop) 1 Plaketiket met beknopte instructies OXIMAX-sensor aansluiten op de NPB-40 WAARSCHUWING: Pulsoximetriemetingen en pulssignalen kunnen worden beïnvloed door bepaalde omgevingscondities, fouten bij het aanbrengen van de OXIMAX-sensor en patiëntgebonden factoren. Raadpleeg de betreffende secties van de gebruiksaanwijzing voor meer specifieke veiligheidsinformatie: Veiligheidsvoorschriften op pagina 1 Gebeurtenisrecord OXIMAX-sensor op pagina 73 Factoren die de werking kunnen beïnvloeden op pagina 93 NPB-40 27

De NPB-40 installeren Let op: Gebruik uitsluitend door Nellcor goedgekeurde OXIMAX-sensoren en verlengkabels. Opmerking: Fysiologische condities, medische ingrepen of externe factoren die van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de NPB-40 om metingen te detecteren en weer te geven, zijn: disfunctionele hemoglobine arteriële kleurstoffen geringe perifere doorbloeding donkere pigmentering uitwendig aangebrachte kleurstoffen, zoals nagellak, verf of gepigmenteerde crème De volgende oorzaken kunnen leiden tot onnauwkeurige metingen: verkeerd aanbrengen van de OXIMAX sensor plaatsing van de OXIMAX-sensor op een lidmaat met een bloeddrukmanchet, een arteriële katheter of een intravasculaire lijn omgevingslicht langdurige en/of te veel beweging van de patiënt intraveneuze kleurstoffen of uitwendig aangebrachte kleuring zoals nagellak of gepigmenteerde crème het niet afdekken van de OXIMAX-sensorlocatie met ondoorschijnend materiaal bij fel omgevingslicht 28

De volgende oorzaken kunnen leiden tot pulssignaalverlies: de OXIMAX-sensor zit te strak De NPB-40 installeren er wordt een bloeddrukmanchet opgepompt op het lidmaat waarop ook de OXIMAX-sensor is bevestigd er bevindt zich een arteriële occlusie proximaal van de OXIMAX-sensor lage perifere doorbloeding 1 SpO2 OXIMAX-Sensorpoort Sluit een Nellcor OXIMAX SpO2-sensor aan op de SpO2- sensorpoort van de NPB-40. Opmerking: Er mag een verlengkabel worden gebruikt om meer afstand te creëren tussen de NPB-40 en de sensor. Nellcor biedt twee verlengkabels aan: DEC-4, 1,2 m (4 ft) DEC-8, 2,4 m (8 ft) NPB-40 29

Lege bladzijde

Werking op de batterij WAARSCHUWING: Lege batterijen moeten volgens de lokale wetgeving en voorschriften worden verwerkt. Batterijvoeding De NPB-40 is uitgerust met interne batterijen om de NPB-40 te voeden. Een nieuw stel batterijen garandeert minstens 15 uur werking. Indicator Batterij zwak Wanneer er nog ongeveer 15 minuten werking over is, begint de indicator Batterij zwak te knipperen en hoort u een alarm met lage prioriteit. De batterijen moeten dan worden vervangen. Zie Batterijen plaatsen op pagina 33. NPB-40 31

Werking op de batterij Let op: Als de NPB-40 gedurende drie maanden of langer wordt weggeborgen, moet u eerst de batterijen uit het apparaat halen. Aanduiding Batterij kritiek Wanneer de batterijen van de NPB-40 kritiek zwak zijn, zal de NPB-40: een foutmelding tonen (Er 521) een alarm met hoge prioriteit activeren uitschakelen Vervang de batterijen en start de NPB-40 opnieuw. Zie Batterijen plaatsen op pagina 33. 32

Werking op de batterij Batterijen plaatsen 1. Trek de grendel van het batterijcompartiment naar beneden, naar de onderkant van de NPB-40, en verwijder het batterijdeksel. 2. Plaats vier AA -batterijen met de polen zoals getoond in Afbeelding 1. 3. Plaats het batterijdeksel terug. 1 Grendel van het batterijcompartiment Afbeelding 1: Batterijen plaatsen NPB-40 33

Werking op de batterij WAARSCHUWING: Explosiegevaar. Gebruik de NPB-40 niet in aanwezigheid van brandbare anesthetica gemengd met lucht, zuurstof of lachgas. WAARSCHUWING: Voor de veiligheid van de patiënt dient u de NPB-40 zodanig te plaatsen dat deze niet op de patiënt kan vallen. WAARSCHUWING: Zoals bij alle medische apparatuur dient u de kabels zorgvuldig te leiden om te voorkomen dat de patiënt erin verstrikt kan raken. WAARSCHUWING: De NPB-40 mag niet worden blootgesteld aan extreme vochtigheid zoals regen, om onnauwkeurige werking of storing van het apparaat te voorkomen. 34

De NPB-40 gebruiken Inleiding De parameters van de NPB-40 zijn vooringesteld op de fabriekswaarden. Zie Tabel 2. In Tabel 2 vindt u een lijst met de parameters, het beschikbare bereik en de fabriekswaarden. De parameters kunnen individueel worden ingesteld door de arts en blijven van kracht totdat de NPB-40 wordt uitgeschakeld. Tabel 2: Parameterbereik Parameter %SpO2 Alarmbovengrens %SpO2 Alarmondergrens Bovengrens pulsfrequentiealarm Ondergrens pulsfrequentiealarm Fabrieksinstellingen Alarmonderdrukkingsduur Bereik/ selecties Alarmondergrens plus 1 tot 100% 20% tot Alarmbovengrens min 1 Alarmondergrens plus 1 tot 250 bpm 30 bpm tot Alarmbovengrens min 1 Alarmen 30, 60, 90, 120 seconden 100% 85% 170 bpm 40 bpm 30 s Alarmvolume 1 tot 10 10 Pulstoonvolume 0 tot 10 10 NPB-40 35

De NPB-40 gebruiken De NPB-40 inschakelen Uiteenzetting Controleer of de NPB-40 correct werkt en veilig kan worden gebruikt. De correcte werking van de NPB-40 wordt gecontroleerd telkens wanneer de NPB-40 wordt ingeschakeld, zoals beschreven in deze procedure. De controleprocedure Zelfstest bij inschakelen (POST) duurt 7 tot 13 seconden. Let op: Als een van de indicatoren of displayelementen niet oplicht wanneer de NPB-40 wordt ingeschakeld, moet u de NPB-40 niet gebruiken. Neem contact op met een deskundig servicetechnicus, uw lokale Nellcorvertegenwoordiger of de technische dienst van Nellcor. Opmerking: Fysiologische condities, medische ingrepen of externe factoren die van invloed kunnen zijn op de capaciteit van de NPB-40 om metingen te detecteren en weer te geven, zijn: disfunctionele hemoglobine arteriële kleurstoffen geringe perifere doorbloeding donkere pigmentering uitwendig aangebrachte kleurstoffen, zoals nagellak, verf of gepigmenteerde crème 36

De NPB-40 gebruiken Opmerking: Wanneer de NPB-40 wordt ingeschakeld, test de zelftest automatisch de bedrading en functies van de NPB-40. Let op: Tijdens de zelftest (meteen na het inschakelen) moet u nagaan of alle displaysegmenten en iconen oplichten en of u een toon van één seconde hoort uit de luidspreker van de NPB-40. Wanneer de NPB-40 wordt ingeschakeld, blijft de achtergrondverlichting branden en doorloopt de display de volgende cyclus terwijl de zelftest wordt uitgevoerd: alle grafische displayelementen worden getoond gedurende drie seconden, en de achtergrondverlichting brandt de display dooft gedurende één seconde (alle displayelementen uit) gedurende drie seconden verschijnt het softwareversienummer in de vorm van een driecijferig nummer in het rechter cijferveld (met voorloopnullen als het versienummer kleiner is dan 100) en twee streepjes in het linker cijferveld de actuele tijd (24-uursformaat) wordt getoond gedurende drie seconden een geslaagde uitvoering van de zelftest wordt aangegeven met een specifieke toon. Een mislukte zelftest wordt aangegeven met een alarmtoon met hoge prioriteit NPB-40 37

De NPB-40 gebruiken Werkwijze 1. Druk op de Aan/uit-toets om de NPB-40 in te schakelen. Opmerking: De achtergrondverlichting blijft branden tijdens de zelftest. 2. Alle cijfers en iconen op de display worden gedurende drie seconden getoond. De achtergrondverlichting brandt terwijl alle cijfers en iconen worden getoond. 38

3. De display dooft gedurende één seconde. De NPB-40 gebruiken 4. Het softwareversienummer verschijnt gedurende drie seconden. Het softwareversienummer wordt aangegeven door twee streepjes in het displayveld %SpO2. Het softwareversienummer wordt met voorloopnullen getoond als het kleiner is dan 100. Opmerking: De hierboven getoonde softwareversie is slechts een voorbeeld. Controleer welke softwareversie op de NPB-40 is geïnstalleerd. NPB-40 39

De NPB-40 gebruiken Opmerking: De softwareversienummers zijn vaak nodig wanneer u contact opneemt met de technische dienst of de lokale Nellcor-vertegenwoordiger voor technische ondersteuning. Noteer het softwareversienummer en zorg dat u dit bij de hand hebt als u om technische ondersteuning vraagt. 5. De actuele tijd wordt getoond in een 24-uursformaat. 40

De NPB-40 gebruiken 6. Als de NPB-40 een probleem detecteert, hoort u een fouttoon en verschijnt op de NPB-40 een foutcode (Er) met het foutnummer (zie Storingen verhelpen op pagina 99). 7. Als de zelftest met succes is voltooid, hoort u een pieptoon van 1 seconde die aangeeft dat de test is geslaagd. WAARSCHUWING: Als u de toon Zelftest OK niet hoort, moet u de NPB-40 niet gebruiken. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat er niets voor de luidspreker staat en dat de luidsprekergaten niet afgedekt zijn. Ander kan dit ertoe leiden dat het alarmsignaal niet hoorbaar is. Opmerking: De toon Zelftest OK fungeert ook als een akoestische bevestiging dat de luidspreker goed werkt. NPB-40 41

De NPB-40 gebruiken OXIMAX-sensor bevestigd Wanneer een sensor gegevens bevat en is aangesloten op de NPB-40, brandt de indicator Gegevens in sensor. De NPB-40 toont twee streepjes in de displays %SpO2 en polsfrequentie terwijl de NPB-40 naar een geldige puls zoekt. Voor de beste werking moet u de monitor ongeveer 10 seconden tijd geven om een puls te zoeken en zich hierop vast te zetten tijdens een conditie zonder beweging. Zodra een geldige puls is gedetecteerd, schakelt de NPB-40 over op de normale werking en verschijnen de patiëntparameters. Beweging van de echobalk duidt erop dat actuele gegevens worden getoond. Luister naar de pulstoon. Als er niet bij elke puls een pulstoon te horen is, is dit een teken dat het pulstoonvolume op nul is ingesteld, de luidspreker niet goed functioneert of het signaal gestoord is. 42

De NPB-40 gebruiken Wanneer een OXIMAX-sensor is aangesloten op de NPB-40 en is aangebracht op een patiënt, en de NPB-40 het pulssignaal verliest, toont de NPB-40 -- & -- (twee streepjes en twee streepjes) en gedurende vijf seconden het icoon Puls zoeken alvorens het icoon Sensor los wordt getoond. NPB-40 43

De NPB-40 gebruiken Geen OXIMAX-sensor bevestigd Als de zelftest met succes is voltooid, hoort u een pieptoon van 1 seconde die aangeeft dat de test geslaagd is. of De NPB-40 toont streepjes (--) en de indicator Puls zoeken brandt niet wanneer de NPB-40 geen OXIMAXsensor detecteert. Achtergrondverlichting Aan/uit Opmerking: De achtergrondverlichting schakelt automatisch uit na 9,5 tot 10,5 seconden. Druk, terwijl de NPB-40 ingeschakeld is, op de toets Achtergrondverlichting om de achtergrondverlichting aan of uit te schakelen. 44

De NPB-40 gebruiken Pulstoonvolume instellen Uiteenzetting Het pulstoonvolume kan op twee manieren worden aangepast. Druk tijdens normale werking op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag om het pulstoonvolume te verhogen of te verlagen. Selecteer via de menustructuur de optie pulstoonvolume aanpassen. Wanneer het display pulstoonvolume getoond wordt, kan de gebruiker het volume van de pulstoon instellen. Bij elke druk op een toets Pijl omhoog of Pijl omlaag verhoogt of verlaagt het pulstoonvolume en vergroot of verkleint het aantal segmenten dat getoond wordt op de Pulsamplitude-(echo)balk, die een relatieve indicator is van het huidige volume. Het minimale pulsfrequentievolume is geen of UIT (geen balksegmenten getoond), het maximale pulsfrequentievolume is tien (tien segmenten). Wanneer u probeert een waarde in te stellen buiten dit bereik, hoort u een ongeldige toetstoon. Het standaard pulstoonvolume is 52 db(a), weergegeven met 10 balksegmenten. Opmerking: Wanneer de insteltijd verstreken is (30 seconden), wordt de momenteel getoonde parameter ingesteld en keert de display van de NPB-40 automatisch terug naar de normale modus. NPB-40 45

De NPB-40 gebruiken Werkwijze Normale werking Druk tijdens normale werking op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag om het pulstoonvolume te verhogen of te verlagen. Opmerking: De indicator Pieptoonvolume instellen knippert wanneer het pulstoonvolume is ingesteld op nul. Werkwijze - Menustructuur Met de NPB-40 in normale modus: 1. Druk vijfmaal op de Menu-toets, tot het pulstoonvolume wordt getoond en gegenereerd op de NPB-40. 46

De NPB-40 gebruiken 2. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot u de gewenste toon hoort. 3. Druk driemaal op de Menu-toets om het toonvolume in te stellen en terug te keren naar de normale werking. Alarmvolume instellen Uiteenzetting Op de display Alarmvolume kan de gebruiker het volume van de alarmtonen aanpassen. Bij elke druk op een toets Pijl omhoog of Pijl omlaag verhoogt of verlaagt het alarmtoonvolume en vergroot of verkleint het aantal segmenten dat getoond wordt op de Pulsamplitude- (echo) balk, die een relatieve indicator is van het huidige volume. Het minimale alarmvolume is één (één echobalksegment); het maximum is tien (tien segmenten). Wanneer u probeert een waarde in te stellen buiten dit bereik, hoort u een ongeldige toetstoon. Het standaard alarmvolume is 52 db(a), weergegeven met 10 balksegmenten. Opmerking: Wanneer de insteltijd verstreken is (30 seconden), wordt de momenteel getoonde parameter ingesteld en keert de display van de NPB-40 automatisch terug naar de normale modus. NPB-40 47

De NPB-40 gebruiken Werkwijze Met de NPB-40 in normale modus: 1. Druk zesmaal op de Menu-toets. 2. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag om het alarmvolume te verhogen of te verlagen. 3. Druk tweemaal op de Menu-toets om het alarmvolume in te stellen en terug te keren naar de normale modus. 48

De NPB-40 gebruiken Tijd en datum instellen Uiteenzetting WAARSCHUWING: De sensor gebruikt de door de NPB-40 gegeven datum en tijd wanneer hij het gebeurtenisrecord van de sensor opslaat in de sensor. De nauwkeurigheid van de datum/tijd wordt bepaald door de NPB-40. De gebruiker van de NPB-40 dient de datum/tijd correct in te stellen alvorens een sensor die gebeurtenisrecords kan opslaan wordt aangesloten op de NPB-40. De datum/tijd in de NPB-40 mogen niet worden veranderd zolang de sensor is aangesloten op de NPB-40, aangezien een sensor met gebeurtenisrecordgegevens van de ene monitor naar de andere kan worden getransporteerd. Datum/tijd-verschillen tussen de monitors en de gebeurtenisrecordgegevens zullen de volgorde beïnvloeden waarin de gebeurtenisrecordgegevens worden weergegeven. Dit (mogelijke) probleem kan worden voorkomen door alle monitors binnen een instituut op dezelfde tijd in te stellen. Opmerking: Wanneer de insteltijd verstreken is (30 seconden), wordt de momenteel getoonde parameter ingesteld en keert de NPB-40 automatisch terug naar de normale modus. Wanneer de maand wordt ingegeven, controleert de NPB-40 de geselecteerde dag om te zien of deze klopt. Als de geselecteerde dag ongeldig is voor de gekozen maand, keert de menudisplay terug naar de dagselectiedisplay. NPB-40 49

De NPB-40 gebruiken Wanneer het jaar wordt ingegeven, controleert de NPB-40 de geselecteerde dag en maand om te zien of deze kloppen. Als de geselecteerde dag of maand ongeldig is voor het gekozen jaar, keert de menudisplay terug naar de dagselectiedisplay. Enkele voorbeelden van ongeldige data zijn: 30 februari 31 februari 31 april 31 juni 31 september 31 november 29 februari als het geen schrikkeljaar is Werkwijze Met de NPB-40 in normale modus: 1. Druk op de Aan/uit-toets om de NPB-40 uit te schakelen. 2. Druk op de Aan/uit-toets om de NPB-40 in te schakelen. 50

De NPB-40 gebruiken 3. Druk, terwijl de NPB-40 zich de zelftestmodus bevindt, op de Menu-toets tot de insteldisplay voor het uur verschijnt. Het uur (13) knippert. 4. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot het gewenste uur verschijnt. 5. Druk op de Menu toets om het uur in te stellen en de insteldisplay voor de minuten weer te geven. De minuten (45) knipperen. NPB-40 51

De NPB-40 gebruiken 6. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot de gewenste minuut verschijnt. 7. Druk op de Menu toets om de minuten in te stellen en de insteldisplay voor de dag weer te geven. De dag (29) knippert. 8. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot de gewenste dag verschijnt. 52

De NPB-40 gebruiken 9. Druk op de Menu toets om de dag in te stellen en de insteldisplay voor de maand weer te geven. De maand (7) knippert. 10. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot de gewenste maand verschijnt. 11. Druk op de Menu toets om de maand in te stellen en de insteldisplay voor het jaar weer te geven. Het jaar (2004) knippert. NPB-40 53

De NPB-40 gebruiken 12. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot het gewenste jaar verschijnt. 13. Druk op de Menu-toets om het jaar in te stellen en terug te keren naar de normale werking. Alarmonderdrukkingsduur instellen Uiteenzetting Via de display Alarmonderdrukkingsduur kan de gebruiker de alarmonderdrukkingsduur instellen voor de alarmen met hoge, gemiddelde en lage prioriteit. Het alarm met lage prioriteit voor een zwakke batterij kan niet worden onderdrukt. Opmerking: Wanneer de insteltijd verstreken is (30 seconden), wordt de momenteel getoonde parameter ingesteld en keert de NPB-40 automatisch terug naar de normale modus. Werkwijze Met de NPB-40 in normale modus: 54

De NPB-40 gebruiken 1. Druk op de toets Alarmonderdrukking tot SEC of OFF verschijnt in het pulsfrequentieveld van de display, en laat dan de toets los. De beschikbare waarden voor alarmonderdrukkingsduur zijn OFF, 30, 60, 90 en 120 seconden. 2. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot de gewenste alarmonderdrukkingsduur verschijnt. 3. Druk op de toets Alarmonderdrukking om de getoonde alarmonderdrukkingsduur in te stellen en terug te keren naar de normale werking. NPB-40 55

De NPB-40 gebruiken Akoestische alarmen uitschakelen Uiteenzetting Wanneer de alarmonderdrukkingsduur is ingesteld op OFF, zal de NPB-40 geen akoestische alarmen genereren. De indicator Alarmonderdrukking knippert wanneer de alarmonderdrukkingsduur is ingesteld op off. WAARSCHUWING: U mag het akoestische alarmsignaal niet onderdrukken of het volume ervan verlagen als hierdoor de veiligheid van de patiënt in gevaar kan komen. Opmerking: Wanneer de insteltijd verstreken is (30 seconden), wordt de momenteel getoonde parameter ingesteld en keert de display van de NPB-40 automatisch terug naar de normale modus. Werkwijze Met de NPB-40 in normale modus: 56

De NPB-40 gebruiken 1. Druk op de toets Alarmonderdrukking tot SEC of OFF verschijnt in het pulsfrequentieveld van de display, en laat dan de toets los. De beschikbare waarden voor alarmonderdrukkingsduur zijn OFF, 30, 60, 90 en 120 seconden. of NPB-40 57

De NPB-40 gebruiken 2. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag tot OFF verschijnt. 3. Druk op de toets Alarmonderdrukking om de alarmonderdrukkingsduur in te stellen op OFF en terug te keren naar de normale werking. Opmerking: Wanneer de alarmonderdrukkingsduur is ingesteld op OFF, knippert de indicator Alarm onderdrukt en hoort u om de drie minuten een herinneringstoon. 58

De NPB-40 gebruiken Alarmgrenzen instellen Uiteenzetting Met de display Alarmgrens kan de gebruiker de boven- en ondergrenzen voor saturatie en pulsfrequentie aanpassen. Wanneer u de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag gedurende drie seconden of langer ingedrukt houdt, begint de verhoging of verlaging versneld te lopen. De indicator Alarmgrens gewijzigd licht op telkens wanneer een alarmgrens wordt of werd veranderd. Zie Indicator Alarmgrens gewijzigd op pagina 64. Opmerking: Wanneer de insteltijd verstreken is (30 seconden), wordt de momenteel getoonde parameter ingesteld en keert de display van de NPB-40 automatisch terug naar de normale modus. Werkwijze Met de NPB-40 in normale modus: 1. Druk op de Menu toets. De SpO2 onderalarmgrens wordt getoond. NPB-40 59

De NPB-40 gebruiken Opmerking: Het instelbereik voor de %SpO2 onderalarmgrens is van 20% tot 99%. De hoogste waarde voor de %SpO2 onderalarmgrens is beperkt tot de %SpO2 bovenalarmgrens. De %SpO2 onderalarmgrens kan niet worden ingesteld op een waarde gelijk aan of hoger dan de %SpO2 bovenalarmgrens. 2. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag om de getoonde grensparameter te verhogen of te verlagen. 3. Druk op de Menu toets om de grenswaarde in te stellen. De SpO2 bovenalarmgrens wordt getoond. 60

De NPB-40 gebruiken Opmerking: Het instelbereik voor de %SpO2 bovenalarmgrens is van 21% tot 100%. De laagste waarde voor de %SpO2 bovenalarmgrens is beperkt tot de %SpO2 onderalarmgrens. De %SpO2 bovenalarmgrens kan niet worden ingesteld op een waarde gelijk aan of lager dan de %SpO2 onderalarmgrens. 4. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag om de getoonde grensparameter te verhogen of te verlagen. 5. Druk op de Menu toets om de grenswaarde in te stellen. De BPM onderalarmgrens wordt getoond. Opmerking: De onderalarmgrens voor de pulsfrequentie kan worden ingesteld van 30 tot 249. De hoogste waarde voor de onderalarmgrens voor de pulsfrequentie is beperkt tot één eenheid lager dan de bovenalarmgrens. De onderalarmgrens voor de pulsfrequentie kan niet worden ingesteld op een waarde gelijk aan of hoger dan de bovenalarmgrens. NPB-40 61

De NPB-40 gebruiken 6. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag om de getoonde grensparameter te verhogen of te verlagen. 7. Druk op de Menu toets om de grenswaarde in te stellen. De BPM bovenalarmgrens wordt getoond. Opmerking: De bovenalarmgrens voor de pulsfrequentie kan worden ingesteld van 31 tot 250. De laagste waarde voor de bovenalarmgrens voor de pulsfrequentie is beperkt tot één eenheid hoger dan de onderalarmgrens. De bovenalarmgrens voor de pulsfrequentie kan niet worden ingesteld op een waarde gelijk aan of lager dan de onderalarmgrens. 62

De NPB-40 gebruiken 8. Druk op de toets Pijl omhoog of Pijl omlaag om de getoonde grensparameter te verhogen of te verlagen. 9. Druk op de Menu toets om de alarmgrenswaarde in te stellen. 10. Druk viermaal op de Menu-toets om terug te keren naar de normale werking. Opmerking: Grenswijzigingen zijn maar van kracht zolang de NPB-40 ingeschakeld blijft. Wanneer de NPB-40 wordt uitgeschakeld, worden de standaardgrenzen hersteld in de NPB-40. Wanneer de NPB-40 wordt ingeschakeld, zijn de standaardwaarden van kracht. NPB-40 63

De NPB-40 gebruiken Indicator Alarmgrens gewijzigd Alarmgrenzen die zijn gewijzigd ten opzichte van de standaardwaarden, worden aangegeven door een decimale punt (.) na de weergegeven meting (%SpO2 of BPM). De indicator Alarmgrens gewijzigd licht op telkens wanneer een alarmgrens wordt of werd veranderd. Actuele gegevens opslaan Uiteenzetting De NPB-40 beschikt over een intern geheugen waarin 50 gebeurtenisrecords met patiëntgegevens (momentopnamen) kunnen worden opgeslagen. De gebeurtenisrecords kunnen worden afgedrukt. Gebeurtenissen worden vastgehouden in het geheugen van de NPB-40 zolang de NPB-40 ingeschakeld blijft en worden gewist wanneer de NPB-40 wordt uitgeschakeld 64

De NPB-40 gebruiken of zichzelf uitschakelt. Als de gebeurtenissen zijn gewist, kunnen ze niet meer worden afgedrukt. Wanneer de batterijen van de NPB-40 worden vervangen, worden meteen alle gebeurtenisrecords gewist. Wanneer het patiëntgeheugen van de NPB-40 vol is, knippert de indicator Gegevens met de frequentie van een gemiddelde prioriteit. Werkwijze Met de NPB-40 in normale modus: 1. Druk op de toets Gegevens om een momentopname vast te leggen van de NPB-40-gegevens. De vastgelegde gegevensdisplay wordt getoond. Opmerking: Het nummer (1) in het SpO2-veld is het identificatienummer (ID) van de vastgelegde momentopname. NPB-40 65

De NPB-40 gebruiken Opmerking: Wanneer u op de Gegevens-toets drukt en er geen lege geheugenlocatie meer vrij is, zal de NPB-40: het laatst toegewezen ID-nummer tonen (50) blijft het Gegevens-icoon knipperen met de frequentie van gemiddelde prioriteit een ongeldige toetstoon genereren onmiddellijk terugkeren naar de normale bedrijfsmodus 2. De NPB-40 keert terug naar de normale modus na ongeveer drie seconden. Gegevens afdrukken De NPB-40 kan gegevens afdrukken via een Citizen printer, model PD-22T, die verkrijgbaar is via de klantendienst van Nellcor op het nummer 1.800.635.5267 of via uw lokale Nellcor-vertegenwoordiger. Let op: Controleer of het modelnummer van de printer een T bevat. De T geeft aan dat de printer geconfigureerd is voor gebruik met de NPB-40. Opmerking: Lees de volledige gebruikershandleiding bij de Citizen printer, model PD-22T, voor u deze gaat gebruiken met de NPB-40. Opmerking: De NPB-40 moet met een IR-verbinding zijn aangesloten op een compatibele printer om te kunnen printen. 66