Cijfergegevens werkjaar 2009 1. Korte omschrijving van het project Het project heeft tot doel om geadopteerden en biologische verwanten op een verantwoorde en goed voorbereide manier terug dichter bij elkaar te brengen. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan alle partijen van de adoptiedriehoek, geboorteouders, geadopteerden en adoptanten: Geboorteouders en hun verwanten worden bijgestaan in de verwerking van het afstandsproces, alsook in hun zoektocht naar afgestane kind(eren ). Hetzelfde geldt voor de geadopteerden wanneer zij op zoek wensen te gaan naar hun biologische ouders en/of (half)broers en (half)zussen. Zij worden door het Zoekregister op adequate wijze begeleid doorheen dit vaak zeer emotionele proces, op zoek naar hun identiteit, afkomst en roots. Adoptanten krijgen begeleiding om de verlangens van de door hen geadopteerde te begrijpen en te verwerken. Ze worden geholpen bij mogelijke gevolgen voor het familiale gebeuren. Voor alle partijen bestaat de begeleiding, door de medewerkers van het project, uit voorbereiding, begeleiding tijdens het (zoek)proces, en nazorg. De hoofdactiviteit van het project bestaat bijgevolg uit intensieve begeleiding van zoekers en gezochte personen. Daarbij wordt aandacht besteed aan het discreet onderzoeken van de nood of wens naar contact tussen de partijen, het opsporen van het natuurlijk milieu van de geadopteerde en/of van de geboorteouders en verwanten. Wij zorgen voor de voorbereiding van de afzonderlijke partijen en op wat de mogelijke gevolgen van een dergelijke zoektocht kunnen zijn, een eventuele ontmoeting op neutraal terrein en het verzekeren van nazorg waar nodig. Om deze hoofdactiviteit te kunnen volbrengen werden verscheidene samenwerkingsverbanden opgezet met andere diensten, die op het terrein van adoptie en begeleiding van geboorte-ouders werkzaam zijn. Het Zoekregister staat ook in voor een gerichte doorverwijzing naar betrokken adoptiediensten, het te woord staan aan diensten die in contact komen met betrokken partijen bij adoptie en het beantwoorden van vragen uit verschillende sectoren in het werkveld. Daarnaast werkt het Zoekregister, in samenwerking met andere binnenlandse erkende adoptiediensten, aan een algemeen werkdocument dat een duidelijke professionele ondersteuning biedt voor het begeleiden van zoektochten. Er wordt gestreefd om een 4-tal keer per jaar een overleg te organiseren, mét gelegenheid om casussen te bespreken. Het Zoekregister zorgt voor praktisch/administratieve ondersteuning en bereidt deze vergaderingen voor. 1
2. Cijfers Hierna volgt een beknopt overzicht van de geleverde prestaties in het werkjaar 2009. Dit overzicht wordt uitgebreider uitgewerkt in het werkingsverslag. 2.1. Aanmeldingen van diensten en andere Niet alle aanmeldingen die het Zoekregister ontvangt, betreffen het opzetten van een zoekactie. Vaak gaat het om vragen met betrekking tot adoptie in het algemeen, over de rechten en plichten van zoekers, vragen van andere diensten die in contact komen met betrokkenen bij adoptie, vragen van studenten en dergelijke of vragen waar het zoeken niets te maken heeft met adoptie. Ook deze vragen worden zo goed mogelijk beantwoord mogelijk met een verwijzing naar een andere dienst maar worden niet verder uitgewerkt. Ook hiervoor wordt tijd vrij gemaakt. Dit jaar waren er bij benadering 410 interventies. 2.2. Intakes Onder intakes verstaan we een eerste verkennend gesprek met de zoeker. Dit is een belangrijk vertrekpunt voor de verdere begeleiding van de zoektocht. Het doel van dit verkennend gesprek is voornamelijk om zicht te krijgen op de vraag van de zoeker, zijn/haar verwachtingen en motivatie. Ook wordt nagegaan of de omgeving van de zoeker op de hoogte is van de zoektocht en bij wie hij/zij terecht kan. In totaal waren er 127 aanmeldingen met een duidelijke vraag naar het zoeken van biologische familieleden. Dit resulteerde uiteindelijk in 38 intensieve begeleidingen door de dienst. In vele situaties kon ook gericht doorverwezen worden naar een nog bestaande adoptiedienst waar destijds de adoptie plaatsvond. We ontvingen ook aanmeldingen van buitenlands geadopteerden. In dit geval trachtten we hen naar de betreffende adoptiedienst door te verwijzen of naar een contactpersoon die de banden met het land van herkomst onderhoudt. Dit is echter niet altijd even makkelijk omdat vele diensten niet langer bestaan. 2.3. Begeleidingen Het betreft hier intensieve begeleidingen van zoektochten opgestart in 2009. Naast de zoektocht zelf houdt dit ook een zo volledig mogelijke opvolging van het zoekproces in en de nodige nazorg. Dit kan leiden tot een ontmoeting of het geven van informatie over de gezochte of de zoeker. Zoektochten kunnen door verschillende partijen aangevraagd worden. Hiervan volgt op de volgende pagina een overzicht met bijkomende opdeling naar leeftijd en geslacht. 2
Overzicht van de verschillende partijen die een zoektocht startten in 2009 door biologische m oeder naar afgestaan kind door biologische vader naar afgestaan kind door geadopteerde naar biologische oude rs door geadopteerde naar halfbroe rs- /zusse n door halfbroe rs- /zusse n naar afge stane halfbroe r-/zus In 6 situaties betreft het een zoektocht geïnitieerd door de biologische moeder: (2 jongens, 4 meisjes). Kind geboren tussen 1960-1969: 3 Kind geboren tussen 1970-1979: 2 Kind geboren tussen 1980-1989: 1 In geen enkele situatie betreft het een zoektocht opgezet door de biologische vader/(half)broers- of zussen. In 29 situaties werd de zoektocht naar de biologische moeder/vader opgezet door de geadopteerde: (9 jongens, 20 meisjes) Geadopteerde geboren tussen 1960-1969: 11 Geadopteerde geboren tussen 1970-1979: 15 Geadopteerde geboren tussen 1980-1989: 3 In 3 situaties wenste een geadopteerde op zoek te gaan naar biologische familie: Geadopteerde geboren tussen 1960-1969 :1 Geadopteerde geboren tussen 1970-1979 : 2 3
De stand van zaken en resultaten van de opgestarte en/of uitgewerkte begeleidingen in 2009 worden hierna weergegeven, opgedeeld in verschillende categorieën. Totaal: 38. Resultaten intensieve begeleidingen 2009 begeleiding opgestart contact 3 2 2 gezochte aangeschreven, maar nog geen reactie geen contactadres 1 15 gezochte weigert contact 9 2 4 geen contact, wel briefwisseling gezochte is overleden anonieme bevalling begeleiding opgestart: 15 Contact: 4 gezochte aangeschreven, maar nog geen reactie: 2 geen contactadres: 9 gezochte weigert contact: 1 geen contact, wel briefwisseling: 3 gezochte is overleden: 2 anonieme bevalling: 2 4
In het werkjaar 2009 waren er 11 situaties waar nazorg werd geboden. Vaak komen personen een hele tijd na een eerste, door het Zoekregister begeleide, ontmoeting terug bij ons terecht. De impact van dergelijke contacten blijken in een aantal situaties de verwachtingen te overstijgen, zowel in positieve als in negatieve zin. Ook wensen en verlangens van beide partijen en vaak ook hun man, vrouw, kinderen, vrienden, etc. blijken niet steeds op elkaar afgestemd te zijn, ondanks het hierop voorbereid zijn door het team van het Zoekregister. Indien we er niet in geslaagd zijn om de gezochte te bereiken of waar de gezochte weigerde om contact op te nemen, gebeurt het soms dat zoekers na enkele jaren de gezochte nogmaals willen contacteren, in de hoop dat deze ondertussen een ander standpunt ingenomen heeft, of op een moment in zijn/haar leven gekomen is, waar een contact wel gewenst is. 2.4. Zuid-Korea Van bij de aanvang van het project is er een nauwe samenwerking met Mevrouw Molly Janssens (verantwoordelijke van het vroegere adoptiewerk Belgisch-Koreaanse Vereniging ). Er wordt samengewerkt rond de zoektochten en het komt voor dat zoekvragen hier op de dienst met de zoek(st)er besproken worden. Mevrouw Janssens behartigt daarbij de contacten met Zuid-Korea. Dit jaar waren er voor Zuid-Korea 34 begeleidingen, waarvan in 9 situaties de vraag vanwege Koreaanse biologische verwanten werd gesteld: 16 begeleidingen resulteren daadwerkelijk in contact (13 situaties werden gestart door geadopteerden, 3 door biologische verwanten). 11 begeleidingen zijn nog volop aan de gang; men wacht op reactie van de gezochte. 7 begeleidingen strandden vanwege heel weinig of helemaal geen contactinformatie. Zoektochten in samenwerking met Zuid-Korea moeten echter binnen cultureel perspectief geplaatst worden. Het niet vinden van biologische verwanten of het moeilijk leggen van contact heeft te maken met de Koreaanse mentaliteit en voorgeschiedenis. Zelfs indien de biologische ouders niet worden bereikt en er op geen enkele andere manier extra informatie over de reden van afstand wordt gevonden, blijft het voor de geadopteerde belangrijk te zoeken of gezocht te hebben. Het is uiteraard vanzelfsprekend dat wij streven naar het terugvinden van en het contact leggen met biologische verwanten in het land van herkomst. 5
5.Gehanteerde Methodiek Men tracht de andere partij op te sporen vanaf het moment we een duidelijk zicht hebben op de vraag van de zoek(st)er. Indien deze gegevens niet terug te vinden zijn bij de organisatie of persoon die de adoptie heeft geregeld worden diverse kanalen uitgetest. In situaties waar er geen enkel aanknopingspunt bestaat, kan de zoek(st)er gebruik maken van onze mogelijkheid om een zoekertje te plaatsen op onze website http://users.pandora.be/gewenst.kind. 6.Vormingen Net zoals de vorige jaren werd veel aandacht gegeven aan bijkomende vorming voor de medewerkers, evenals aan de verzorging van of medewerking aan vorming van derden. Onze medewerkers namen deel aan volgende studiedagen: 19 Juni : Kind en Gezin Vorming DMO dr. Jo Labens / Sook Heirbaut/Miek Paenen/Tara Mergeay. 20 Juni : Kind en Gezin Vorming DMO dr. Jo Labens / Sook Heirbaut/Miek Paenen/Tara Mergeay 9 Oktober: Stichting Adoptievoorzieningen Studiedag Volwassen geadopteerden dr Jo Labens/Sook Heirbaut 7 april: ADOC Univ. Leiden, Brug tussen praktijk en wetenschap Dr. Jo Labens 7. Overleg-samenwerking We streven naar om de drie maanden een zoektochtenvergadering met de andere binnenlandse adoptiediensten te hebben, waar men de gelegenheid heeft om casussen te bespreken. 8. Toekomstige, noodzakelijke uitbreiding en continuïteit van deze werking. Het bekend worden van deze werking en de regelmatige media-aandacht laat onze werking steeds verder uitbreiden. Ondanks dat de dienst zich zoveel mogelijk tracht te beperken tot zoekvragen van binnenlandse adopties, evenals binnen de samenwerking met Molly Janssens naar Kroeaanse geadopteerden, kunnen wij door de zeer beperkte personeelsbezetting niet voldoen aan alle noden. Voorbeelden hiervan zijn aanmeldingen van geadopteerden uit andere herkomstlanden waarvan de bemiddelende adoptiediensten in een aantal gevallen niet meer bestaan. Hiervoor zouden de medewerkers van het Zoekregister zich steeds meer moeten toeleggen op de kennis van cultuur en gebruiken in de landen van herkomst, en op de verdere uitwerking van de samenwerking met vertrouwenspersonen of diensten in deze landen. 6
Tevens worden we regelmatig gecontacteerd door kinderen, waar meestal een echte zoektocht nog niet kan worden opgezet, maar waar een aangepaste begeleiding aangepast aan hun leeftijd noodzakelijk is. Dit alles zou moeten ondersteund worden door de uitbouw van een gespecialiseerd documentatiecentrum. Met het oog op toekomstige zoekvragen en mogelijke problemen hierbij kan deze opgedane kennis ook worden verwerkt naar de actueel bestaande interlandelijke adoptiediensten en hun medewerkers, zodat ze die kunnen gebruiken bij hun (nazorg)aanbod aan (kandidaat-)adoptanten. Het Zoekregister kan hier ervaring en expertise ter beschikking stellen door het opzetten en uitwerking van een vormingsprogramma, en/of door het begeleiden en superviseren van andere betrokkenen in dit werkveld. Regelmatig stellen we ook vast dat de verschillende betrokken zoek(st)ers bij verschillende instanties op zoek (of in begeleiding) zijn. Dit betekent een ernstige versnippering van mogelijkheden en een belemmering voor, gecoördineerde, professionele hulpverlening. Een gecentraliseerd zoekregister lijkt dan ook uiterst nuttig (zelfs noodzakelijk). Actueel wordt dit al grotendeels door onze dienst gerealiseerd en is er een intensieve samenwerking met de andere diensten, aangesloten bij EVA en met VAG. Maar een officiële opdracht en erkenning voor deze functie blijkt meer en meer nodig. Dit zal automatisch een verdere uitbreiding van het aantal zoekvragen en begeleidingen en de bijbehorende administratie met zich meebrengen. Naast de individuele begeleidingen zullen ook de groepsbijeenkomsten, die al zijn opgezet, in aantal toenemen en mogelijk regionaal moeten gespreid worden. Door het uitbreiden van vorming en daarnaast een bredere informatiecampagne, zowel naar hulpverleners als naar alle betrokkenen en het brede publiek toe kan geholpen worden bij het verkrijgen van een beter inzicht in afstand en adoptie (verwachtingen, rouw, familie, afstand, hereniging, zoeken en dgl.) Dit beperkt zich zeker niet tot de gespecialiseerde adoptiehulpverlening, maar gaat veel verder, onder meer naar gespecialiseerde en algemene of polyvalente centra voor welzijnswerk, dokters, jeugdrechtbanken, comités voor bijzondere jeugdzorg, pleeggezinnendiensten en andere hulpverleners. Vanuit de opgedane ervaringen kan ook een aanvullende vorming worden gegeven rond problematieken, die onrechtstreeks door adoptie worden beïnvloed, zoals geadopteerden in de puberteit, geadopteerden die later zelf kinderen krijgen, de verhouding tussen afstandsmoeders en hun andere kinderen, die in het oorspronkelijke gezin zijn gebleven of gekomen. Ook de verhoudingen binnen hetzelfde gezin tussen biologische en geadopteerde en/of pleegkinderen, het adoptiegrootouderschap, het begrip (groot-)familie en dergelijke meer kunnen in een dergelijke vorming aan bod komen. Studiedagen en vormingssessies kunnen door het Zoekregister al dan niet in samenwerking met anderen worden uitgewerkt. Gezien de cijfergegevens van de voorbije werkingsjaren en verdere gegevens over de diverse zoeksituaties, evenals de uitwerking van de zoektochten zelf, zou er zeker aanleiding kunnen zijn tot zeer interessante wetenschappelijke onderzoeken. De resultaten van dergelijk wetenschappelijk onderzoek zijn bruikbaar en uiterst nuttig, eigenlijk onmisbaar, als uitgangsbasis en onderbouwing van de werking van het Zoekregister als ook bij de bespreking van de actuele werking van adoptiediensten, de voorbereiding van decreten en wetgevend werk. Het gebrek aan mankracht geeft ons in het huidige stadium echter niet de mogelijkheid om onderzoeksvragen nog verder uit te werken. 7
Ook blijft er de moeilijkheid om toegang te verkrijgen tot het rijksregister. Al verschillende jaren geleden werd er gesteld dat dit mogelijk zou kunnen zijn door tussenkomst van Kind en Gezin. Tot op heden is dit echter nog niet uitgewerkt, zodat men beroep moet doen op andere mogelijkheden wat zeer veel problemen met zich mee brengt en niet altijd in overeenstemming is met de wet op de privacy. Het zou dan ook meer dan nodig zijn dat via Kind en Gezin een mogelijkheid zou worden uitgewerkt welke ook volledig wettelijk in orde zou zijn. 8